HELRERSUÏIË EN NIEUWEDIEPER COURANT. Zondag 10 November. Jaargang36. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1878. N". 135. S1) SALYÉ KRISTIANSEN. „W ij huldigen het goede." Verschijnt Dingsdag, Donderdag i Abonnementsprijs per kwartaal i Znturdng namiddag, franee per post ƒ1.30. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentiën: Vaa 11 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Grootc letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en NIEUWEDIEP, 9 November. Wij zijn verzocht te berigten, dat morgen in de Doops gezinde gemeente het 25jarig bestaan der kerk zal worden herdacht, bij gelegenheid der avondmaalsviering. Een sierlijk avondmaalstel, uit de bekende fabriek der firma van Kempen, geleverd door den heer Manikus, zilveren kan en bekers met kristallen schotel, uit de liefdegiften zoowel in als buiten de gemeente bijeengebragt, zal daarbij worden ingewijd. De reeks der buitengewone wintervergaderingen van het departement Helder der Maatschappij Tot Nut van 't Algemeen werd gisteren avond in Tivoli geopend. Na een welkom van den voorzitter, trad de beer W. Otto, van Amsterdam, op, tot bet vervullen der spreekbeurt. Boeijend was de voordragt van de novelle „Geerte," waarmede spreker in den prijskamp te Antwerpen met goud werd bekroond. Levendig werden de tnfereelen geschetst, waarin Arie Snijders, de jaloersche echtgenoot van Geerte, zich allengs door zijn hartstogt liet bchecr- schen, en bij zijn haat tegen den vriend zijns buizes, Wouter, nog voegde bet misdrijf om in 't gezelschap van dranklustigen afleiding te zoeken voor 't leed dat hem kwelde, 't Slot was berouw en verzoening. Na de pauze hield spreker zijn gehoor niet minder aangenaam bezig met de voordragt van twee sprookjes. Het eerste, „Edda," dat ons in de verbeelding naar de Noordpoollanden verplaatste, bad de strekking om bet nakroost der koene zeevaarders van voor drie eeuwen op te wekken, den roem der Nederlanders als ont dekkers in die streken te handhaven, 't Tweede sprookje, „De halmen met zeven aren," wees op 't vervaardigen van alcoholische dranken uit het koorn, tot ons voedsel bestemd, en op de onzalige gevolgen die uit zulk een misbruik ontstaan. Beide sprookjes muntten uit door levendige inkleeding, en bij de goede voordragt des sprekers, was hij de aandacht zijner hoorders volkomen meester. Mejufvr. H. C. Bosch, van hier, heeft te Haarlem acte bekomen voor nuttige handwerken. De Tweede Kamer der Staten-Generaal is bijeen geroepen tegen Dingsdag 10 dezer, 's namiddags ten 2 ure. EEN NOORDSCH VERHAAL, door JONAS LIK. (Vervolg.) De verwachte gelegenheid deed zich dien dag niet voor. Het weer werd dreigend en men moest eenige zeilen bergen. Meer dan een uur lang liep Salvé met grootc stappen het dek op en neer, terwijl hij blijkbaar zijn vrouw trachtte te ontwijken. Het scheeps volk begreep van zijn kant dat hij lang niet goed gemutst was en hield zich voorzichtig op een afstand, gehuld in hun oliepakken, die ze met het oog op den naderenden storm reeds hadden aan getrokken. Hun bezorgde blikken raadpleegden voortdurend het luchtruim, waar groote zwarte wolken dreven, voortgezweept door een stovigen bries, die reeds onheilspellend door het touwwerk floot. Zij verbeidden met ongeduld het bevel om een aantal zeilen te bergen, want het zag er slecht uit voor den nacht. Het werd tijd dat Salvé zijn maatregelen nam; toen hij riep dat men de marszeilen zou bergen en het groote zeil zou reven, stak de storm reed9 boven hunne hoofden op. Tegelijkertijd liep Salvé naar achteren om zijn scheepsroeper te halen. Terwijl hij Elisabeth voorbijging, zeide hij op norschen toon, zonder haar aan te zien „Het is voor u geen weer om op het dek te blijven, Elisabeth; gij zoudt beter doen, bet kind mee te nemen en te gaan slapen." Elisabeth erkende de juistheid zijner opmerking en haastte zich er aan te voldoen; maar er lag een uitdrukking van onverholen smart in den blik waarmede zij hem aanzag eer zij naar beneden ging. Haar man had haar nog nooit op dien toon toegesproken. De matrozen hadden gedacht dat hun gezagvoerder het noodweer zou ontwijken, in plaats van tegen den wind op te werken, wat een ongehoorde onvoorzichtigheid was bij het naderen van zulk eeu nacht eu met zulk eeu wrakken bodem. Niet zonder stil zwijgend protest voerden ze dan ook de orders uit, die hun in laatstgenoemden zin gegeven werden. De gevolgen van zulk een onverantwoordelijke manoeuvre lieten zich niet lang wachten. Het oude hout van de masten en stengen kraakte en zuchtte onder de herhaalde rukwinden, en het schip boog telkens voorover in de golven, onder voortdurende schokken, die het op sommige oogen- blikken aan splinters dreigden te slaan. George Buvaagen, zwijgend en in zichzelf gekeerd als altijd, stond met een zijner kameraden bij het stuurrad. Telkens als de kapitein hem voorbijging, kon bij zien, bij liet schijnsel van het licht in het kompashuis, dat zijn gelaat doodsbleek was. Hij bad gaarne zijn meening willen zeggen, maar hij durfde niet. Plotseling klonk er aan den voorkant een kreet: „De marssteng is gebroken en moet gekapt worden!" Volgens Correspondentie-blad No. 8 van liet Neder- landscli Onderwijzers-Genootschap is liet voorstel van Groningen om pogingen aan te wenden tot liet vèrkrijgen van een catalogus eener goede Schoolbibliotheek, aange nomen met 60(5 tegen 122 stemmen. Een voorstel van Rotterdam om een onderzoek in te stellen naar de Fröbel- metliode, is verworpen met 371 tegen 353 stemmen. In liet verslag van liet collegie voor de zeevisscherijen over 1877 wordt een overzigt gegeven van de uitkomsten der haringvisscherij ip de laatste 25 jaren verkregen. Zij bewijzen, dat in liet bedoelde tijdvak de opbrengsten van de visscherij met minstens 125 percent zijn toegenomen; de vangst klom van 2200 last in 1853 tot 5100 last in 1877, en de koopwaarde van die vangst van f 795,000 tot f 1,670.000. Dit resultaat is te opmerkelijker, zegt de commissie, omdat het slechts voor een klein gedeelte aan de uitbreiding van de vloot verschuldigd is, want deze, in 1863 92 schepen sterk, bestond in 1877 uit niet. meer dan 113 vaartuigen. Het is dus vooral de gemiddelde opbrengst van elk schip, welke in de laatste 25 jaren sterk vermeerderde, en inderdaad deze klom van 25 tot 46 last, terwijl de gemiddelde besomming nog slechts f 7500 in 1853, in 1877 ongeveer het dubbele,' nl. f 14,700, beliep. De haringvangst aan de kust bij Scheveningen, Katwijk en Noordwijk levert bijna even veel op als de schepen van de groote visscherij te zamen. Men ving niet minder dan 4900 last, zoodat de Nederlandsche handel in het afgeloopen jaar over de verbazende hoeveelheid van tien duizend last of 140,000 ton pekelharing te beschikken had. De uitvoeren van 15,000 in 1861 stegen tot 88,000 ton in 1877, of bijna het zesdubbele bedrag. In de zitting der Provinciale Staten van Noordholland, jl. Donderdag gehouden, zijn door de verschillende Com- missiën rapporten uitgebragt. De besluiten daaromtrent werden genomen in de zitting van gisteren. Aan de Machinisten-school is toegestaan een subsidie van f 2000 voor den tijd van één jaar; eene aanzienlijke minderheid steunde het voorstel der Commissie om het subsidie voor drie jaren toe te staan. Subsidiën ter zake van de kosten voor lager onderwijs zijn verleend o. a. aan de gemeenten Anna Paulowna f 1000, Vlieland oene verhooging van f 125 en Velzen f 22,350 voor den bouw eener school en onderwijzerswoning te IJmuiden. Een verzoek van den polder Koegras om niet-toepassing van art. (5 van het „Kapitein," waagde George nu te zeggen, „de brik is oud, zijn marsstengen kunnen geen groot gewicht meer dragen." „Ik zal u toonen dat de oude ton nog wel varen kan," mom pelde Salvé binnensmonds, zonder dat hij de opmerking scheen gehoord te hebben. Daarop volgde een stortvloed van orders, de een nog onzinniger dan de ander. Plotseling echter werd er een eind aan gemaakt eeu der louwen van de fokkeraast was in de war geraakt, zoodat men de ra uiet kon brassen, daar het zeil met een vervaarlijk rumoer heen en weer sloeg en den mast deed schudden. Er moest iemand in dit wankelende gevaarte klimmen, met gevaar van zijn leven, en op den tast af het touw zoeken te ontwarren, terwijl de schuimende kruinen der golven zijn voeten bespoelden. Ondertusschen zwollen de zeilen bij eiken nieuwen lavcergang, zonder dat het. echter iets baatte, want de zee sloeg cr met zooveel geweld tegen aan, dat het dek, van het midden af tot aan liet voorgedeelte, slechts met de grootste moeite en dan nog niet zonder ernstig gevaar begaanbaar was. Het volk begon te gelooven dat het in de bovenkamer van den kapitein niet recht pluis was, en werkelijk was Salvé dien nacht zichzelven geen meester meer. Hij handelde onder den aandrift eener verbittering, die door het besef van zijn eigen dwaasheid veeleer aangewakkerd dan gestild werd. Elisabeth had zich bedrogen, dacbt bij, als zij meende dat hij op zijn armzalige brik de vlag moest strijken voor een officier van de vloot. Hij wilde haar toonen dat liij er wel degelijk de man naar was om tegen een storm te worstelen, en dat onder zijn bestuur de Apollo tegen zoo iets evengoed was opgewassen als de Noordster. 11 eed s bad hij twee of driemaal gevraagd aan den kok, die meer bepaald met de bediening der jonge vrouw belast was, wat Elisabeth toch deed, cn telkens kreeg bij ten antwoord dat zij nog op was eu geen aanstalten maakte om zich te ontkleeden. Toen hij de laatste maal uit de kajuit terugkwam, voegde de medelijdende kok er bij „Ik geloof wel dat zc u graag eens zien zou, kapiteiuzij is aan zulke avonturen niet gewoon." Salvé beantwoordde die aanmaning slechts met een spottend lachje, wat gelukkig door zijn ondergeschikte niet opgemerkt werd, en vervolgde zijn eentonige wandeling. Al dien tijd was do beklagenswaardige vrouw ten prooi aan de droevigste overpeinzingen. Zij gevoelde dat er een groot verdriet over haar was gekomen. Met hare gewone zorgvuldigheid, die dit maal echter geheel werktuigelijk was, bracht zij haar kind te bed. Voor het wichtje zelf verschilde het rollende bed waarop het rustte niet veel van een schommelende wieg; het sliep dan ook spoedig iu, onbezorgd voor bet dreigende gevaar. Elisabeth bleef een poos bij het kiud zitten, met den elleboog op den rand van het bed algemeen reglement is toegestaan. Omtrent de Honds- bossche zeewering is, op verzoek, de Commissie diligent verklaard, wegens den omvang van het onderzoek en de ingekomen nota van een der leden. Van Texel meldt men ons: „Als blijk van ingenomenheid kan worden vermeld, dat aan den heer Gelderman, predikant te den Burg, van eenige leden zijner gemeente een kostbaar geschenk is ter hand gesteld." De veehouders te Texel hebben, niettegenstaande de hooge prijzen, veel jong vee op de markt te Alkmaar aan gekocht en aldaar ingevoerd (ruim 400 stuks); de hooi- voorraad is flink, zoodat de voeding goedkoop is, terwijl voor mestmaking die aanvoer uitmuntend werkt. In Nederlandsche dagbladen vind ik vermeld, zegt liet Rott. Nieuwsbl., dat de Passions-spiel van Oberam- mergau in het Londensche Aquarium eenige uitvoeringen zou beleven. Dit berigt berustte aanvankelijk op waarheid, maar naauwelijks was het hekend geworden, of protesten en bedreigingen weiden van alle zijden aan den ondernemenden directeur toegezonden. Men vond liet profaan en ongepast om de personen van het Nieuwe Testament.... naar een Aquarium te zenden, waar eene zeemeermin en een wal- viscli onlangs hunnen intogt hielden, en Zazel van avond voor de tweeduizendste maal uit een kanon geschoten wordt! Terwijl jl. Woensdag avond in den schouwburg te Arnhem door de Vereeniging het Nederlnndsch Tooneel de Prettige schoonouders werd gespeeld, werden acteurs en actrices eensklaps verschrikt door het rondfladderen eener vleermuis, die liet op hunne coiffures scheen toegelegd te hebben. Het tumult, daardoor ontstaan, had tengevolge, dat liet spel eenigen tijd moest worden gestaakt. Eerst nadat het dier eene veilige schuilplaats in de directieloge had gevonden, werd de rust hersteld. De heer Albrecht nam deze gelegenheid te baat, om tot groot vermaak van liet publiek op dit intermezzo eenige glossen te maken. Het geregtshof te Leeuwarden heeft jl. Donderdag T. v. R., oud 39 jaar, wegens schriftelijke bedreiging aan den burgemeester van Norg, dat hij liet geheele dorp zou in brand steken, of wel moord of diefstal met inbraak zou plegen, veroordeeld tot 10 jaren tuchthuisstraf. Men meldt uit FranekeradeelDe rentenier te Sclialsum, die verdacht werd bij gelegenheid van de avondmaalsviering op den 27sten Octoher jl. geld uit de geleund, en staarde met betraande oogen op de engelachtige trekken van haren eerstgeborene. De lamp slingerde geweldig eu wierp een twijfelachtig licht over de ruimte der kleine kajuit, over de kleine tafel eu de omringende voorwerpen. Boven haar hoofd klonken de korte bevelen van der» kapitein boren hel voortdurend geraas van haastige voetstappen en het voortslepen der trossen uit. Voegt men daarbij hot onophoudelijke schudden en rollen, zoodat zij zich elk oogenblik den vloer onder haar voeten voelde ontglippen, dun begrijpt men den angst waarmede het verdriet der jonge vrouw gepaard ging. Uit de inlichtingen van den kok had zij vernomen, welke roekelooze manoeuvre de kapitein had durven bestaaner lag bovendien in de stem van laatstgenoemde iets tartends en uit dagends, dat haar verontrustte. Zij vermoedde dat hij in een 9taat van bittere gramschap verkeerdeen wat de zaak voor haar nog gricvender maakte was de zekerheid, waarmede zij zichzclvc als de eenige oorzaak van dit alles beschouwde, zonder te weten hoe of waarom. „Mijn God, wat heb ik hem misdaan?" riep zij tusschen haar snikken door, terwijl zij haar hoofd iu de dekens van het bed ver borg. „Wat heb ik tegen hem misdaan? Wat denkt hij toch O, ik bezit zijn vertrouwen niet, en dat is mijn ongeluk." Terwijl zij dit alles overdacht, werd de smart der arme vrouw hoe langer hoe grooter. Zij zag aan hare voeten een afgrond van wantrouwen gapen, waarin Salvé's liefde verzwolgen werd. Eindelijk hoorde zij niets meer van al het rumoer; de slingeringen en schokken lieten haar onverschillig, hoewel zij genoodzaakt was zich aan de beddcplank vast te houden om niet. op den grond te vallen. Al de energie harer ziel richtte zich op een doel: de liefde van haar man te behouden, hem noodzaken om haar zijn vertrouwen tc schenken, in zijn gemoed de vroegere kalmte herstellen, dat zou voortaan haar levenstaak zijn. Het instinct harer edele ziel wees haar den weg aan, dien ze hiertoe had in te slaan. Om het vertrouwen van haren man te winnen, moest Elisabeth hem bewijzen dat zij hem ten volle en blindelings vertrouwde, dat er in dit opzicht niet het minste verschil bestond tusschen haar en het kind dat naast haar sluimerde. Die gedachte perste haar een droevigen glimlach af, waarna ze zich ontkleedde en zich naast den kleinen Gjert ter ruste legde. Op het dek werd de staat van zaken er niet beter op. Salvé had zijn nachtkijker noodig, die iiji de kajuit was blijven liggen. De man op deu uitkijk had een licht meenen te bespeuren, dat volgens Salvé's berekeningen in den omtrek van Jutland moest zijn. Zijn trots verbood hem, iemand den kijker te laten halen, en aan den anderen kant kon hij het niet van zich verkrijgen, er zelf om te gaan. Eindelijk kon de zaak echter geen langer uitstel lijden eu liep hij schielijk de trap af. Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 1