Daar de beslissing der jury niet door publieke beoordee lingen moet worden vooruitgeloopen, zend ik u geene verslagen van de verschillende opvoeringen." (Wij vereenigen ons met deze laatste opmerking van onzen correspondent en zullen slechts een verslag van het geheel der voorstellingen opnemen.) Te Amsterdam zal een burger-ziekenhuis worden opgerigt. De f 60,000, daarvoor benoodigd, zijn thans bijeengebragt. Bovendien is nog f 12,000 aanwezig van bijzondere giften. Op de Keizersgracht zal een perceel worden aangekocht en ingerigt voor ruim 50 zieken. Door het gemeentebestuur van Amsterdam is, in overleg met de commissarissen der beurs, het plan ont worpen voor verbouwing van de groote koopmansbeurs. Van de kooplieden, die ieder een vaste standplaats zullen krijgen, zal een bijdrage geheven worden. Het gèbouw zal overeenkomstig de eischen des tijds worden ingerigt. Er zijn thans levende paradijsvogels in den Zoülo- gischen Tuin te Amsterdam. Reeds in overoude tijden werden de pronkveêren van dien vogel door de aanzienlijke vrouvren als hoofdtooisel gekozen en waren de door de inlanders gevangen en ge- droogde paradijsvogels een gezocht handels-artikel. Be driegen wij ons niet, dan was de beroemde reiziger Wallace de eerste, aan wien het gelukte, de streken, door de woeste Padoes bewoond, binnen te dringen en de Zoölogische Musea van welbereide huiden der verschillende soorten van paradijsvogels te voorzien en tegelijk nieuwe soorten te ontdekken. Latere natuuronderzoekers volgden zijn voetspoor, doch weinigen slaagden er in, levende exem plaren meester te worden, en van dezen weêrstonden slechts enkelen de nadeelen der gevangenschap en der langdurige reis. De paradijsvogels (Paradisea apoda), in wier bezit Natura Artis Magistra zich thans verheugen mag, werden met nog een paar, dat in den Zoölogischen Tuin te Londen werd opgenomen, door den Franschen reiziger Leon Laglaize, dank zij de krachtige hulp van onzen landgenoot, den heer A. A. A. Bruijn, te Ternate in Nieuw-Guinea, ver kregen en naar Europa overgebragt. (Amsterd. Crt.) -K Jl. Vrijdag avond, zegt het Handelsblad, hield de Vrije Cemeente fe Amsterdam hare jaarlijksshe bijeenkomst in het lokaal Odeon. De vergadering werd door 300 personen bijgewoond. Het bestuur deelde mede, dat de school voor godsdienstonderwijs den 1 October was geopend met 154 leerlingen en de cursus over de beginselen van zedeleer door 70 dames werd bezocht. Door 22 personen was een som van f 80,000 bijeen gebragt tot aankoop van een eigen gebouw voor godsdienst oefening en onderwijs. Van de gemeente Amsterdam was op de Weteringschans een terrein gekocht van 820 vierk. meter. Het bestuur had onder zes architekten een prijs vraag uitgeschreven voor het bedoeld gebouw. De plannen worden tegen het einde van dit jaar ingewacht. Met algemeene stemmen besloot de vergadering: 1. Goed te keuren al wat het bestuur ter voorbereiding dezer belangrijke zaak had gedaan. 2. Magtiging te verleenen tot aanvaarding van het ge kochte terrein. 3. Aan het bestuur vrijheid te geven in de geldelijke behoefte, welke later zal blijken te bestaan, op die wijze te voorzien als het bestuur het meest geschikt zal oordeelen. 4. Bouw en inrigting aan de leden van het bestuur over te laten. De N. Rott. Crt. verneemt nader, dat de predikant van Sclialzum van oordeel is, dat de beschuldiging tegen het lid, dat aan de avondmaalstafel geld zou genomen om zijn ontroering te verbergen, „in het uiterste oogeublik zal ik bij u zijn. Wij zullen er niet onder bezwijken, dat zult ge zien." „Met Gods hulp! vergeet dat niet." Daarna begaf hij zich weder op het dek en riep de equipage saam om met elkaar te raadplegen. „Vrienden," sprak hij, „het geldt hier een ernstige zaak, zooals gq ziet; maar, als we moed houden en bedaard blijven, kunnen wij er het leven nog wel afbrengen. Wij hebben nog ongeveer drie uren tijd eer wij op de duinen stranden; maar het zal dan niet meer helder dag zijn en de kustbewoners zullen moeite hebben om ons te hulp te komen. Wij moeten dus, dunkt mij, er regelrecht op aan sturen en zelf de plaats kiezen. Dat zal veel beter wezen dan dat de brik midden in den nacht als een doode visch op strand geworpen wordt." Het eenige antwoord was een algemeen stilzwijgen; iedereen staarde met ecu angstigen blik naar de kust; maar toen George Buvaagen verklaarde dat hij met dit plan instemde, vielen al de andereu hem bij. Dadelijk plaatst de kapitein zich aan het stuurrad en roept: „Vier de schooten!" Dat was de laatste order die aan boord van de Apollo gegeven werd. Daar het schip onder den wind liep, naderde het met groote snelheid het land. Salvé hield de handen aan het rad, van tijd tot tijd de spaken met zijn knie tegenhoudend, terwijl zijn valken blik op de kust gevestigd was, waar hij een plaats zocht om te landen. Twee of driemaal richtte hij zijn kijker op de duinen en zag hij de reeds vroeger ontdekte groep volk zich bewegen. De wanhopige strijd der schepelingen werd ongetwijfeld gadegeslagen door menschlievende personen, die middelen beraamden om hen te hulp te komen. Hoe meer zij naderbij kwamen, hoe hooger de vloeibare, geel achtige muur der golven zich verhief alvorens op het strand neer te vallen; het geloei der baren werd nu oorverdoovend. Elisabeth had zich op het dek begeven. Toen zij een- blik op de kust wierp, dreigde zij te bezwijmen; het gevaar stond nu in al zijn afgrijse lijkheid voor haar. Het was of er een nevel voor haar oogen kwam zij zag ter nauwernood dat Salvé aan het roer stondeen dof gerommel dreunde haar in de ooren en allerlei verwarde beelden rezen voor haren geest op. Instinctmatig drukte zij den kleinen Gjert aan haar borst. Eensklaps ziet zij een geweldige massa zand en schuim omhoog stuiven; overal om haar heen klinken angst- kreetende brik wordt tot op een verbazende hoogte opgeheven de groote mast wankelt; er stroomt een geweldige watervloed over Elisabeth heen, die haar medesleept tot aan de trap, aan welke zij zich vastklemt. Tot driemaal toe herhaalt zich dit, waarna de vrouw meer dood dan levend blijft liggen. {Wordt vervolgd.') hebben uit de schaal, niet behoort bij den kerkeraad, maar bij den burgerlijken regter, en dat hij daarom deze zaak niet in den kerkeraad wilde behandelen. Jl. Zaturdag zijn aan het etablissement „Feijenoord," wegens slapte in de werkzaamheden, 25 werklieden ontslagen. Men berigt uit Vlaardingen: Het vermoeden, dat de logger Winschoten vergaan zou zijn, heeft zich, helaas! bevestigd. Dit noodlottig feit heeft op den middag van 19 October plaats gehad en bij deze ramp zijn 11 zeelieden uit deze gemeente omgekomen, waaronder 8 gehuwden. De overige opvarenden waren de machinist en elders woonachtige visscliers. Omtrent het vreeselijk ongeluk te Nieuwveen, waar van wij reeds melding maakten, deelt de Dordr. Crt. de volgende nadere bijzonderheden mede: Mevr. van S. had zich, terwijl haar echtgenoot voor zaken afwezig was, des avonds ten acht ure van huis begeven naar hare mede aldaar wonende ouders. Vóór haar vertrek had zij hare vier kinderen te bed gelegd en den in de slaapkamer aan wezigen kagchel van kolen voorzien. Ongeveer een uur later terugkeerende bemerkte zij bij het openen van de deur van hare woning, dat deze geheel met rook was gevuld, en onderzoek doende naar de oorzaak daarvan, bemerkte men dat die rook kwam uit de kamer, waar de kinderen lagen te slapen. Onmiddellijk spoedde men zich naar de bedjes van de kinderen, ten einde ze uit de kamer te brengen, maar vond slechts de lijken. De kagchel schijnt te hard gebrand te hebben, tengevolge waarvan het behangsel achter de pijp vuur heeft gevat, welk vuur zich aan het papieren plafond heeft medegedeeld. Tengevolge van den daardoor ontstanen dikken rook zijn de kinderen gestikt; zij lagen alle vier nog op dezelfde plaats in hunne bedjes. Jl. Vrijdag werd in de Utrechtsche afdeeling van den Nederlandschen Protestantenbond, door Dr. A. J. Oort uit Meppel, een zeer gewigtig onderwerp behandeldhet gebruik van den Bijbel in de opvoeding der kinderen. Men kwam op tegen de miskenning van den Bijbel door vele modernen, die even eenzijdig het gebruik er van veroordeelen als de orthodoxen het aanprijzen. Men had warme waardeering over voor de vraag om een school met den Bijbel, niet om de vraag zelve, maar omdat de oude liefde tot den Bijbel er uit sprak. Men wees in bijzonderheden aan, van hoeveel waarde de Bijbel ook voor den moderne is, al is het geen school-, maar een huisboek. In de opvoeding der kinderen moet vooral niet vergeten worden, dat ook 't gemoedsleven behoefte heeft aan leiding en vorming, en daartoe is geen geschikter middel dan de Bijbel, waarmee men, met oordeel te werk gaande, de kinderen reeds vroeg eenigermate bekend kan maken. Eerst de moeder, die, haar eigen verstand en gemoed raadplegende, wel een goede keuze zal doen; later bouwt de godsdienstleeraar op dien grondslag voort en zoo wordt het gemoed van den jeugdigen mensch geopend voor dien geest des Bijbels, die onze ge- heele maatschappij doortrokken heeft en aan ieders gemoed bevrediging schenken kan. Het onderwerp behoort wel tot de vragen van den dag, want de klqgt, dat aan 't gemoed zoo weinig regt gedaan wordt, is even algemeen als die over de schromelijke on kunde der hedendaagsche jeugd ten aanzien van Bijbelsche onderwerpen en geschiedenissen. In het voorjaar van dit jaar verdween te Utrecht plotseling de heer R., secretaris van de Nederl. Centraal Spoorweg-Maatschappij, nalatende een tekort van circa f34,000. Alle nasporingen hier en in het buitenland bieren te vergeefs, totdat men hem jl. Vrijdag meent gevonden te hebben; althans bij het houden eener drijfjagt op de buitenplaats „Oostbroek," van den heer B. v. L., op een half uur gaans van Utrecht, vond men een lijk, goed gekleed, in zittende houding, tegen een boorastruik, in ver gevorderden staat van ontbinding; parapluie en hoed stonden naast hem op den grond. Daar er geen uiterlijke verwon ding te bespeuren is, vermoedt men vergiftiging. Dat het lijk zoolang heeft gelegen, zonder ontdekt te worden, komt, omdat niemand, zonder uitdrukkelijke permissie, zich in het bosch mag begeven. Uit Middelburg meldt men dd. 9 dezer: „Heden nacht heeft alhier een zoo herige orkaan gewoed als volgens inenschengeheugen nog niet is voorgevallen. Er waren enkele oogenblikken dat men aan eene aard- schudding dacht. Overal zijn boomen ontworteld; schoor- steenen naar beneden gekomen en niet vele daken zijn gespaard gebleveu van pannen te hebben verleren: de winddruk was veel heviger dan bij den bekenden Pinkster- storm. Dat het verwisselen der pootaardappels van den grootsten invloed is op de voortdurende goede opbrengst van het gewas, blijkt ook weder uit het resultaat, dat men in dit jaar te dien aanzien heeft geconstateerd te Hunsingo (in Groningen), overal waar men ook dit jaar weder zijne eigen poters heeft gebezigd. Een Engelsch blad bevat de volgende advertentie: „Te koop een aap, een kat en een papegaai. Te be vragen bij den heer B. Davids. L, Square, die deze beesten niet meer noodig heeft, aangezien hij gaat trouwen." Een feestelijke soiree. De administratie van het meest gelezen Parijsche dagblad, de Figaro, heeft namens de Parijsche dagbladpers een soirée aangeboden aan een dertigtal buitenlandsche commissarissen-generaal der Wereldtentoonstelling en een honderd twintigtal adjuncten, in het fraaije gebouw, waarin de rcdactie- bureaux, de administratie, de zetterij en de drukkerij van genoemd blad gevestigd zijn. De Parijsche correspondent der Haarl. Crt. deelt omtrent die feestelijke soirée mede: Tegen tien ure waren de gasten genoodigd en ten elf ure was het gezelschap (uitsluitend heeren) compleet. Daar zich in het gebouw slechts ééne zaal van matigen omvang bevindt en deze ruimte te gering geoordeeld werd, was een muur, die scheiding maakt tuschen het Figaro-hótel en een aangrenzend, aan de vennoot schap behoorend perceel, voor deze gelegenheid doorgeslagen, en had men op de binnenplaats van dat huis eene Oostersche tent ingerigt, versierd met Turksche, Arabische, Ilindoesche en Egyptische stoffen en meubelen, in het midden ruimte openlatende voor bloemen en tropische planten. Voor het decoreren van deze herschapen biunenplaats was gezorgd door dezelfde firma, die ook den wintertuin van het Nijverheidspaleis, voor het feest der prijsuitdceling, in orde brngt. In tweemaal vier-en-twintig uren was zij met haren arbeid gereed. De planten en de bloemen werden geleverd door drie vermaarde tuiniers. In één perk stond voor eene waarde van 22,000 francs bijeen. De zaal, waarin de expeditie- en abonncments-kantoren uit komen, was door middel van draperien en bloemen in een schouw burgzaal veranderd, tevens concertzaal. Aan de zijden bevonden zich de buffetten, bediend door de firma Chevet, en waar een ieder de spijzen en dranken van zijne keus vinden kon. Tot twee ure in den nacht werd door de genoodigden van die vergunning gebruik gemaakt. De bediening liet niets te wenschen over. De eigenlijke gastheer was de administrateur de Villemessant, die uit eigene middelen al de kosten van het feest bestreed. Hoewel het aantal der uitnoodigingen tot enkele honderden beperkt had moeten blijven en de vreemdelingen talrijk waren, bevonden er zich niettemin de meest vermaarde personen uit de wereld der Fransche kunst en der Fransche letteren, terwijl op het geïmproviseerd tooneel, door voorname acteurs en actrices, nu dit, dan dat werd voorgedragen. Sara Bernhardt las „Lucie" van de Musset; mad. Marie Laurent reciteerde „le Rcvenarit" van Victor Hugo. Van Emile de Najac werd een onuitgegeven tooneelstukje vertoond: „Madame recoit-elle?" Mad. Schneider zong twee nieuwe coupletten, bestemd voor de aanstaande hervatting van „la Grace de Dieu." Mad. Judic, mad. Granier en mad. Théo zongen elk eene nieuwe chansonuette, te dezer gelegenheid voor haar vervaardigd. Céline Chaumont zong „le Befraiu favori," Céline Montaland eene romance uit „Coco," terwijl Delaunay met de Mussets „Soirée Perdue" optrad, en de vermaarde equilibriste van het Cirque des Champs Elysées, mad. Océana, een fonteinworp van vruchten ver toonde. Al de acteurs en actrices, wier rol dit medebragt, waren in costuum. Hunne vrijheid was geëerbiedigd. Zij hadden hunne eigene kleedkamers en konden zich naar welgevallen al dan niet onder het gezelschap mengen. Nog verdient vermelding, dat de Parijsche correspondent der New-York-IIerald, die 's nachts om 1 uur het feest verliet, bij het heengaan de verzekering kon geven, dat de 100,000 geabon- neerden van dat blad den volgenden morgen om 8 uur een verslag (ter lengte van een kolom) van de soirée zouden lezen. Benoemingen, enz. Tpt commandeur der Orde van den Nederlandschen Leeuw is benoemd de heer mr. J. Kappeyne van de Coppello, minister van Binnenl. Zaken. De off. van gez. 2de kl. A. Pieters, geplaatst bij het hospitaal der Marine alhier, wordt met 20 dezer op non-activiteit gesteld. Staten-GreneraaJ. Tweede Kamer. Bij het onderzoek van het hoofdstuk Waterstaat der Stnats- begrooting klaagde men over de kostbare inrigting van het depar tement en de verhooging der tractementen van het personeel. Ver scheidene leden vreesden, dat de minister de zorg voor den landbouw achterstelt bij de belangen van handel en scheepvaart. Aungedrongen werd op wetten betreffende de tucht op koopvaardijschepen, con- cessiën en middelen van vervoer, organisatie bij het personeel van den Waterstaat, afscheiding van de objecten van den Rijks- en den Provincialen Waterstaat, voorziening in den treurigen toestand der kleine rivieren. De posten voor hel onderzoek van den water staatkundigen toestand van het land en de nieuwe peilschalen werden vooral met het oog op den toestand van de financiën afgekeurd, terwijl oveiigens omtrent tal van andere posten nadere toelichting werd gevraagd. FranKrlJIi. Het artillerie-museum te Parijs is, volgens den „Avenir militaire", verrijkt met een zeer merkwaardig toestel, namelijk met een der vormen, die onder de regering van Lodewijk XV dienden, om kanonnen van ijs te ver vaardigen. Het was een luim der favorite van dien vorst, om dit eigenaardig geschut te doen aanmaken. Er werd een vorm voor uitgedacht, en het ijskanon kwam tot stand. Toen het gereed was, deed men er een lading kruid en een projectiel van hard gevroren sneeuw in en ontstak daarna het kruid. De proef gelukte, het schot ging af en de kogel doorboorde op 50 pas afstand een planken beschot. Het volk, dat getuige was van de zaak, was opgetogen, door dit nieuwe schouwspel en doopte het kanon1'artillerie de la favorite. Er schijnen tal van liefhebbers en ook van liefhebsters te zijn om een handje te helpen bij het inpakken op de ten einde spoedende Fransche wereldtentoonstelling. Zoo betrapte men op heeterdaad een vrouw, terwijl zij in de Engelsche afdeeling zich verwijderde met een damesmantel ter waarde van omstreeks 800 francs. Wel verklaarde zij, dat het haar alleen te doen was geweest om het model van het kleedingstuk, maar de politie scheen tot hare blijkbare verontwaardiging daarin juist een reden te zien om haar aan hetnaastbijgelegen commissariaat de gelegenheid te geven zich nader te verklaren omtrent den schoonen vorm van het patroon. Reeds meermalen is er op gewezen, dat de verglaasde oppervlakte van zoogenaamde porseleinen visitekaartjes hoogst vergiftige bestanddeelen bevat in den vorm van lood wit. Een jeugdig echtpaar, te Parijs woonachtig, heeft dat dezer dagen op maar al te treurige wijze bewaarheid gezien. Beiden willende uitgaan, hadden zij hun kind, ruim een jaar oud, dat in de wieg zat te spelen, dergelijke kaartjes gegeven om het stil te houden. Bij hun thuiskomst vonden zij het hevig schreeuwende terug en blijkbaar aan gedaan door vreeselijke kramptrekkingen. Spoedig was een geneesheer ontboden en deze constateerde vergiftiging door loodwit ten gevolge van het zuigen op de gladde opper vlakte der kaartjes. Weinig tijds later was liet kind bezweken. De Lyonsche dagbladen maken melding van een geval van watervrees, waaraan een tienjarig meisje is over leden, dat de ongelukkige gewoonte had zich door een hond in het aangezigt en dus ook op de lippen te laten likken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1878 | | pagina 2