dat wel tengevolge van de uitbreiding van het getal leden
van het hoofdbestuur volgens de statuten, en het ontslag,
genomen door den heer van Meurs, aan wiens twee
jarigen onvermoeiden arbeid door de vergadering hulde
werd gebragt.
Aan de orde was het voorstel van het hoofdbestuur
betreffende het opnemen van bestaande Vereenigingen in
de afcleeling Levensverzekering. Dit punt werd niet be
handeld, omdat het aantal leden dat was toegetreden
nog niet voldoende was.
In behandeling kwam verder het voorstel van het hoofd
bestuur betreffende de op te rigten Spaarbank. Het voor
stel van den voorzitter om deze zaak voor 's hands te
laten rusten, totdat het gebleken zal zijn welke verlaging
de minister van Waterstaat enz. in het tarief van over
making van spaarpenningen met de post zal voorstellen,
werd aangenomen.
Het volgend punt: mededeeling omtrent het aanhangig
voorstel betreffende borgstelling van rekenpligtige ambte
naren, werd op voorstel des voorzitters tot een volgende
vergadering aangehouden; terwijl eene nota vau het district
Bergen-op-Zoom, denkbeelden bevattende om dit punt aan
de zaak der Spaarbank vast te koppelen, in banden der
bestaande speciale commissie werd gesteld.
Daarop was aan de orde het verslag van het district
Amsterdam omtrent de oprigting van een centraal-magazijn.
Op voorstel van den voorzitter werd besloten tot het benoe
men eener commissie, om te doen onderzoeken in hoever
het wenschelijk en nuttig is te Amsterdam een magazijn
van levensmiddelen op te rigten. Deze commissie zal
worden zamengesteld uit leden der districten Middelburg,
Haarlem, Dordrecht, 's Hage, Amsterdam, Eindhoven en
Hengelo.
Eindelijk werd ten aanzien van het verslag der com
missie aangaande het voorstel-Purmerend tot het vestigen
eener algemeene afdeeling „onderlinge verzekering tegen
brandschade," besloten zich te vereenigen met het voorstel
der speciale commissie, in deze zaak benoemd.
Uit Oostfriesland schrijft men aan het Rott. Nieuwsbl.
„Ofschoon de landbouw in dit jaar voor den Oostfrieschen
boer goede resultaten heeft opgeleverd, is men toch geens
zins bevredigd van de opbrengst der boerderijen, want de
graanprijzen waren en blijven laag; ook bestaat er weinig
hoop, dat zij tegen het komende voorjaar zullen rijzen.
De weideboer heeft het beter dan de bouwboer; bleef ook
de boter voortdurend laag in prijs, zoo werd hij daaren
tegen door hooge veeprijzen eenigszins schadeloos gesteld.
De gevolgen van de onbevredigde uitkomsten in bouw-
streken doen zich op verschillende wijzen gevoelen. De
bezitters van boerenplaatsen, die in de latere jaren tot
hooge prijzen zijn aangekocht, hebben moeite deze zoo te
verhuren, dat zij 3| of 4 pCt. van hun kapitaal verkrijgen,
en ook met het koopen gaat het niet meer zoo vlug.
Voornamelijk gevoelen het echter de daglooners op onze
dorpen, dat de zak van den boer niet zoo rijkelijk is gevuld
als gewoonlijk. Thans reeds loopen er bijvoorbeeld in de
„Krummhörn" bij Emden, vele arbeiders leeg; zuinigheid
is voor tal van die lieden een onbekende deugd, en het is
te vreezen, dat zij, wanneer er aanhoudende vorst zal komen,
gedeeltelijk door de gemeenten ondersteund moeten worden,
zoo als dit voor 20 en meer jaren somtijds het geval was.
Het dagloon bleef zoowel gedurende den oogsttijd als ook
later betrekkelijk laag. Knechten en meiden zien zich
genoodzaakt hunne eischen te verlagen, zoo zij niet het
gevaar willen loopen zonder dienst te blijven."
Een boerenplaats te Dalen, die in 1848 f1700 waard
was, kon nu f 34,000 opbrengen.
Terwijl jl. Zondag middag de landbouwer v. d. T.
uit Maarssenbroek met eenig gezelschap, waaronder zijne
dochter, aan het arren was, sprong, in de nabijheid van
Breukelen, een voorbijganger uit gekheid achter op de ar.
Het paard schrikte en wilde gaan hollen, waarop v. d. T.
de teugels aantrok; doch nu begon het dier zoo vreeselijk
achteruit te slaan, dat de geheele ar verbrijzeld werd en
het meisje belangrijke verwondingen aan het hoofd bekwam.
Uit Bergum (Friesland) meldt men ons:
„Er zijn dikwerf kranken van wien ieder vaderlander
dagelijks het bulletin wenscht te lezen. Tot die kranken
behoort o. a. onze minister van Oorlog, de heer de Roo
van Alderwerelt, maar ook in ons midden bevindt zich
iemand, die zich in een algemeene belangstelling mag
verheugen en van wien het berigt zijner ongesteldheid
in vele couranten werd opgenomen. Velen echter vroegen
te vergeefs waar die kranke zich bevond. Wij bedoelen
den wijd vermaarden man Jan Hannema (Tom Pouce).
Hij is in ons midden, en nu eens hopende op herstel, dan
weer vreezende voor een onverwacht einde. Ziedaar, dat
is het ziekteberigt van onzen kleinen vriend, die door
ieder, die hem leerde kennen en veel met hem omging,
werd bemind."
Het vee is omtrent dezen tijd van het jaar geadeld,
zoo meldt men o. a. uit Londen. De vette os, die voor de
Koningin geslagt wordt heet Baron of Beef, en in elke
groote restaurant wordt dagen te voren geadverteerd, dat
op 25 Dec. een Baron of Beef geslagt en in zijn geheel
geroosterd zal worden.
Op den spoorweg Rostow-Waldskaw, in Zuid-Rusland,
is den 11 dezer een trein ontspoord, met het gevolg dat i
elf wagens verbrijzeld, een aantal passagiers gedood en
ruim 200 gekwetst werden.
Het wordt officieel bevestigd, dat de Emir van Afgha
nistan uit zijn land gevlugt is.
Uit Pera wordt van 20 dezer gemeld:
Het stoomschip Rinaldo, gisteren avond alhieraangekomen,
had aan boord 94 passagiers van het gezonken stoomschip
Byzantin. De gezagvoerder van de Rinaldo rapporteert,
dat, terwijl hij den 18 dezer ten 1 ure namiddag in de
Dardanellen bij Lampsaki voor twee ankers lag wegens
stormweder en op een gezondheidspas wachtende, het
FranschestoomschipByzantin, trachtende ten anker te komen,
voor de boeg van de Rinaldo kwam, waardoor eene ver-
I schrikkelijke averij ontstond, en toen, langs zijde komende
I met het anker dat op de boeg was veel schade veroorzaakte.
De kapitein van de Rinaldo riep de passagiers op de By-
zantin toe om op zijn schip over te springen, doch zij
i waren zoo verschrikt, dat slechts 90 zich op deze wijze
gered hebben. De Byzantin zakte toen achteruit en zonk
achter de Rinaldo met het achterschip het eerst naar beneden.
Door den gezagvoerder van de Rinaldo werd alles in
liet werk gesteld om zooveel mogelijk menschen te redden,
doch de booten, die men uitgezet had, werden door den
storm uit de Dardanellen in de zee van Marmora gedreven.
Te Cornesse had de huisvrouw van R... jl. Maandag
avond twee nevens elkander liggende slaapkamers harer
woning verwarmd, en zich daarvoor van houtskolen bediend,
's Anderdaags 's morgens vond men zes personen der familie
R. verstikt, namelijk vijf kinderen en eene oude tante.
Van een gezin van tien personen blijven er nog slechts
vier over: de ouders en twee kinderen, die zamen op eene
derde kamer sliepen. De moeder ontdekte het eerst wat
i gebeurd was.
Niet onaardig is de statistiek van het afschaffingsge-
nootschap in Canada. In het vorige jaar traden niet minder
dan 8580 personen tot de vereeniging der „Good Templars"
toe in hetzelfde jaar echter schonden 1348 leden de afge
legde belofte van totale onthouding; 879 werden wegens
dronkenschap van hun lidmaatschap vervallen verklaard en
975 om dezelfde reden tijdelijk geschorst. Niet minder dan
4933 leden verloren hun lidmaatschap, omdat zij in gebreke
bleven de geringe contributie te betalen. Het genootschap
verloor dus per slot van rekening in een jaar 2309 leden
zoodat er, als dit zoo voortgaat, na eenigen tijd zeker in
Canada nog maar weinig „Good Templars" zullen overblijven.
Men schrijft uit Neder-VelinveHet was een goed denk
beeld van onze afdeeling der Geldersche Maatschappij van Landbouw
den heer VV. Sluis, uit Beemster, uit te noodigen, «Ie nieuwe me
thode voor 't maken van boter en kaas te Vvageningen te komen
verklaren en aanschouwelijk voor te stellen. Immers was 't te ver
wachten dat ook de leerlingen der aldaar gevestigde Rijkslandboinv-
school gretig van de gelegenheid zouden gebruik maken, om zich
met de nieuwe procédés op dat gebied eigen te maken. In die
rerwaehting is men niet teleurgesteld; de meeste leerlingen en
leeraren der school waren aanwezig cn onder het talrijk opgekomen
publiek waren ook eenige vrouwen.
Spreker had onderscheidene afbeeldingen, vaten en werktuigen
voor de bereiding naar hier meegevoerd om reeds bij de voordragt
ter verduidelijking te bezigen. Over de vereischten voor goede melk
werd uitvoerig gesproken cn duidelijk gemaakt hoe men, volgens
rijn ondervinding, aan den melkepiegel kan zien, of een koe veel
of weinig melk geeft. De boterbereiding, volgens de methode
Swartz, werd breedvoerig uiteengezet; waar uieu in Denemarken de
i boter meer maakt van 't zuivere botervet, daar blijft ze in Neder-
land te veel met kaasdeeltjes gevuld; dientengevolge sterker gezouten,
verliest de boter den lekkeren smaak. Den aanwezigen werd verder
een dubbele zeef vertoond, waarvan 't gebruik bijna onmogelijk
I maakt dat haartjes of vuil in de boter aanwezig blijven. De wijze
waarop de melk, vóór 't karnen, kan verkoeld worden tot 4 gr. Celsius
door t^e melkvaten in gemetselde bakken met water te plaatsen, en
hoe daarbij 't 'gebruik van ijs weiischelijk is, werd zeer juist aange
toond. Yoor 't afkoelen van 1000 liter melk behoeft men 1 M.3
ijs. Hoe gemakkelijk en goedkoop het is zelve een ijsbcwaarplaats
aan te leggen, daarvoor gaf de heer Sluis eene beschrijving van
een, die hij in zijn boomgard had deen graven, waar hij tnsschen
de ijsstukken turfmolm of houtzaagsel had gestrooid en het geheel
eerst inet stroo en daarna eveneens met houtzaagsel had gedekt.
Midden in de maand Julij haa'de hij daaruit nog liet beste ijs.
Vooral op zindelijkheid drong spreker aan; waar wel eens van
Nederlandsche zindelijkheid gesproken wordt, daar moet in de eerste
plaats een compliment gemaakt worden aan de buitenlandsche zindelijk-
heid, die de heer Sluis vooral in Slecswijk heefr, gezien.
I Over de wijze van karnen, over boterkneden, boterverf en boler-
j kneedmachines, hoe men kan zien of de boter goed is afgescheiden
van de melk, enz. werd vervolgens gesproken. Hoe men sterke boter
weer geheel den wansmaak kan ontnemen in water, door bijvoeging
van koolzure soda, werd met belangstelling nangehoord en velen
verwonderde het niet na het heden gehoorde ook te vernemen,
dat door de nieuwe methode 10 pCt. boter meer geproduceerd
wordt, dan bij de bereiding op oudcrwetsche manier, en die boter,
door beter eu zindelijker behandeling, bovendien eene veel grootere
waarde heeft.
Na de boterbereiding werd het maken van kans besproken, alles 1
opgehelderd door teckeningen of werktuigen, zooals die op zijne
eigene boerderij in gebruik waren of door de Kijkslandbouwschuol
welwillend ten gebruike waren afgestaan. De beste toestellen voor i
verwarming der melk werden uitvoerig behandeld, alsmede thermo
meters, roommeters en melkmeters als onmisbaar voor kaasmakers
nanbevolen. De groole voordeelen van de Swartzschc methode, boven
de gewone, bleken voornamelijk te zijn: het sparen van arbeid, het
meer produceeren van kaas dan men op de gewone wijze doet, het
bereiden van smakelijker kaas, met minder zout en meer kaasstof, enz.
Spreker gaf den wensch te kennen dat een zoo voorname tak van
wetenschap als de zuivelbereiding, ook aan 's Rijks landbouwschool
zou verbonden worden; tevens deelde hij mede hoe hij, in verbinding
met drie zijner vrienden, wilde trachten in de Beemster eene school l
voor zuivelbereiding te bekomen, met eene fabriek voor kaas en I
boter, om verband te brengen voor de jongelui tusschen theoretisch i
en practisch onderwijs.
Hoeveel stremsel men moet gebruiken en hoe men 't zelf kan j
maken, hoeveel kleurstof (annatto) met moet bezigen enz. werd
duidelijk aangetoond; de annatto werd een noodzakelijk kwaad ge
noemd, tot gebruik waarvan men gedwongen wordt door de lagere
prijzen die men bedingt, wanneer men 't niet gebruikt.
Vrijdag werd, 't geen den vorigen avond was verklaard, in practijk
gebragt. De werktuigen der Rijkslandbouwschool kwamen daarbij
goed te stade. Nadat de heer Vreede, voorzitter der landbouw-
afdeeling, den aanwezigen een welkom had toegeroepen, begon de
heer Sluis met het maken van kaashij had daartoe 60 liter melk,
die, na 48 uren in een kuip met water te hebben geslaan, nog
zuiver zoet was ('t geen bleek door 't insteken vau een papiertje
met lakmoes). De melkweger gaf voor de melk 15£ pCt. aan.
Nadat de melk tot 29 graden Celsius verwarmd was en er 5 cM3
annatto (middel van bedrog) als kleurstof was bijgedaan, benevens
eenige cM3 van Chr. Hansen's kansstremsel (14 cM3 op de 100
liter) was de stremming na 45 minuten volbragt. Daarop werden
in korten tijd 3 Edammer kaasjes gemaakt, ruim G KG., waarbij
het aan de noodige verklaringen niet ontbrak.
Daarna werd ook boter gefabriceerd, 't geen door omstandigheden
wel niet geheel naar wensch ging, maar de boter was toch in den
bepaalden tijd (35 miuuten) gekarnd. Men bekwam 4| KG. boter
van 60 liter melk.
I Nadat spreker er op gewezen had welke soort van kaas voor deze
streek liet best was te maken, zei de hij dat op gewone boerderijen
de Swartzschc meihode moeijelijk kan worden toegepast, daar het
i vooral in den zomer lastig is het water tot 4 gr. Celsius terug te
brengen. Hij wilde daarom nog niet aanbevelen de tegenwoordige
werktuigen, emmers enz. te verkoopen, neen, ook de landbouwer
j moet zijn voordeel zoeken, doch zoo veel mogelijk met den tijd
meegaan. Gaarne zou hij aan dc alhier bestaande imigting voor
landbouw ook eene voor zuivelbereiding verbonden zien; hij achtte
het noodig bij de hocgc regering daarop aan te dringen,
i Nadat de voorzitter der afdeeling zijn dank gebragt had aan den
heer Sluis voor zijne gehouden voordragt en aan allen, die tot het
welslagen van een en ander hadden medegewerkt, sprak de heer
Jongkindt Couinck naar aanleiding van den wensch van den heer
Sluis in zake een school voor zui vel bereid img alhier. Hij durfde
verzekeren dat. wanneer de heer Sluis over een paar jaar alhier
nogmaals optrad, het aantal van de heden gebruikte hulpmiddelen
der school nog belangrijk zou zijn toegenomenofficieel blijkt echter
uit de Staatscourant dat bij de Volksvertegenwoordiging het hooge
belang der zaak nog niet gevestigd is. Door het houden van voor
dragten, zooals die van heden, kan men die overtuiging meer en
meer versterken. De heer Coninck wcnschte dat de heer Sluis
daaraan nog lang zal medewerken eu nog laug dc vruchten van
dien arbeid zal zien." (N. Rott. Crt.)
Staten-Generaal.
Kerste linmcr.
Zitting van Maandag 23 December. De artsenwet is heden aan-
l genomen met 16 togen S stemmen. Morgen zijn de hoofdstukken
I I, VIIo en de wet op de middelen aan de orde.
Tweede Kamer.
Zitting van Zaturdag 21 December. Na eenige discussie is met
51 tegen 6 stemmen aangenomen de begrooting voor Koloniën en
voorts dc begrootingen van Suriname met 53 tegen 3 stemmen en
van Curacao unaniem. Met 36 tegen 22 stemmen besliste de Kamer
voorts dat er geen aanbevelingslijst zal worden opgemaakt ter voor
ziening in de vacature van den lloogen Raad. Daarna ging de
Kamer tot nadere bijeenroeping uiteen.
T)e Kanier heeft jl. Vrijdag avond het hoofdstuk Onvoorziene
Uitgaven en de Wet op de Middelen met algemeene stemmen aan
genomen. De minister vau Financiën zeide omtrent de zeepbelasting,
dat bij niets liever verlangt dan de bezwaren aan die belasting ver
bonden weg te nemen: hij beeft de zaak nog niet opzettelijk over
wogen, maar verzekerde dat hij die kwestie niet uit liet oog verliest.
De minister verdedigde zijne cijfers tegenover de financicele bereke
ningen van den heer Corver Hooft en speciaal zijn standpunt ten
aanzien der Indische bijdrage. Hoezeer onze standpunt ook ongunstig
zijn moge, twee lichtpunten zijn op te merken. Ten eerste de toestand
der Indische kas. Het saldo over 1878 zal het geraamde bedrag
van f 2,366,000 met 2 millioen overtreffen, terwijl de toestand der
Indische kassen op dit oogenblik li 7 ton beter is dan ten vorigen
jarc. De Nederlandsche middelen zullen ook, al valt December
tegen, 12 ton meer dan de r-iming opbrengen. Desniettemin blijft
het eisch en pligt, voor alles onze financicele huishouding in orde te
maken, niet hier of daar een steen af te breken cn door een anderen
te vervangen, maar pal te staan voor regeling onzer financicele
huishouding. Daarom dringt de minister aan met hem mede te
werken om den toestand moedig in 't gelaat te zien cn niet, als
sommige individuen in den oorlog, door de kauonkoorts bevangen,
toevliigt nemen in een iufirmeriewagen. De minister zal, bij her
ziening der patentwet, die in onderzoek is, verhooging voorstellen
van het patent der kroegen eu tapperijen.
PTanlirij Isl.
Zaturdag avond kwam te Parijs aan de Gare du Nord
met den trein van Calais een schoone, elegant gekleede
jonge vrouw aan, die in de felle koude en de sneeuw voor
liet. station bleef wachten. Zij bleef zoo lang staan en gaf
zoo merkbare teekenen van ongeduld, dat bet de aandacht
trok van een politie-agent. Toen zij eindelijk een fiacre
nam, deed de agent ook alzoo en volgde haar. Aangekomen
op het plein du Palais Iloyal, stapte zij uit en bleef even
wachten. Evenzoo de agent, die zich schuilhield. Eindelijk
verveelde het hem, kwam hij voor den dag (het was 2 uur
geworden) en vroeg aan de vrouw wat zij daar middenin
den nacht deed. Zij schrikte, mompelde iets en gaf daarop
den agent zoo'n geweldigen stoot, dat hij neertuimelde.
Zij aan de haal en hij haar achterna. Zij scheen goed te
kunnen loopen, want het duurde lang eer hij haar inhaalde.
Maar hij had ook tijd noodig om snippers van een papier,
dat zij in duizend stukken scheurde en verstrooide, op te
rapen. Eindelijk arresteerde hij haar, toen zij weer in een
fiacre wilde stappen. De rit ging toen naar het politiebureel.
De dame wilde echter niets vertellen en de snippers papier
gaven geen inlichting. Men dacht te doen te hebben met
een persoon, behoorende tot een bende pickpockets, wier
aankomst uit Londen was aangekondigd.
ESngeland..
Te Dover overleed dezer dagen mr. Schofield Payne,
bijgenaamd de „Koning der Engelsche clowns." Zijn eerste
optreden te Londen dagteekent van 1825. De mantelteen
zeer tal rijke nakomelingschap clowns, arlequinsencolombines.
De heer Hughes, een Protestantsch leeraar die sedert
kort uit Afghanistan is teruggekeerd, waarheen hij als
zendeling vertrokken was, heeft dezer dagen, in een rede
voering, te Chester gehouden, de volgende mededeelingen
gedaan omtrent Shir Ali: De Emir is geen onderwezen
man, zegt hij hij kan lezen noch schrijven en vraagt waar
toe dat zou dienen, als men daarvoor over honderden
personen kan beschikken. Hij is intusschen zeer goed op
de hoogte der geschiedenis, zooals alle Oostersche Prinsen.
Hij kent haar door zijn omgang met wetenschappelijke
personen, dien hij op hoogen prijs stelt. In het openbaar
is de Emir matig, maar in zijn paleis is hij een dronkaard.
Hij is oorlogzuchtig van aard en een echt soldaat. Zij,
die hem te Umballa hebben leeren kennen, zeggen dat hij
al de eigenschappen heeft van een uitstekend generaal.
Maar eveneens kan men verzekeren, dat hij een wreed
karakter heeft. Toen de Emir den troon beklom na den
burgeroorlog, heeft hij de drie personen, aan wie hij zijn
succes te danken had, allen verwijderd. Van dezen liet
hij zijn broeder worgen; zijn neef zond hij naar Lahore,