luister en voortreffelijkheid dezer stede, maar dat ze be
vond, dat de faein die veel te kort dede."
Op een der voornaamste bankierskantoren te Amster
dam is dezer dagen aan een bediende van een andere bank
instelling eene som uitbetaald van f 19,000 in bankbilletten
van f 1000, terwijl hij slechts f 9000 moest ontvangen.
De bediende beweert echter, dat hem slechts 9 bankbilletten
zijn toegeteld. Naar wij vernemen, is de politie met de
zaak in kennis gesteld. (Amst. Crt.)
In de jl. Zaturdag te Noordwijk gehouden algemeene
vergadering der afdeeling „Noordwijk en omstreken" van
de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, trad de heer
dr. O. Petsch, uit Wageningen, als spreker op.
Hij begon met in het eerste gedeelte zijner rede te
wijzen op de schade van al te natte gronden, en de nood
zakelijkheid en het nut om het overtollige water af te
voeren. In het tweede gedeelte zijner voordragt behandelde
spreker het draineerstelsel in de theorie en de practijk,
en toonde op aanschouwelijke wijze aan, hoe diep, op welken
afstand en in welke rigting men de draineerbuizen bij
verschillende gronden leggen moet, welke buizen men
gebruiken en hoe men de slooten graven moet en welke
gereedschappen daarbij zijn aan te bevelen.
Met onverdeelde belangstelling werd de spreker tot het
einde toe door het talrijk opgekomen publiek gevolgd.
De koopman, die op de Gorinchemsche markt twee
paarden van landbouwers te Maurik zonder te betalen
heeft medegenomen, is veroordeeld tot een halfjaar cellu
laire gevangenisstraf.
Aan een brief van een officier van het Nederlandsche
leger in Atsjin ontleent de Middelb. Crt. het volgende:
„Dat- Habib Abdul Rachman en nog een belangrijk
Hoofd zich onderworpen hebben, zal u reeds bekend zijn,
evenals dat eerstgenoemde, omdat hij zoolang tegen ons
gevochten heeft, een maandelijkscli tractement geniet van
f 2500. Habib is een klein man met zwarte levendige
oogen, een grijzen baard en omstreeks 45 jaren oud, heeft
een eerwaardig voorkomen en moet zeer bij de hand zijn;
hij is gekleed in priestergewaad met tulband, spreekt wat
Fransch en Engelsch en is dikwijls in Europa geweest.
Ofschoon deze beide heeren zich onderwierpen, moet men
niet gelooven, dat de oorlog uit is. De XXII Moekims
zijn in lang nog niet ten onder en blijven voor het
grootste deel zeer vijandig; de XXVI Moekims, daar is
nog geen sprake van onderwerping; wij liggen er voor,
doch ze houden zich stil, wat hun geraden is, anders
kunnen ze eenige granaatkartetsen van 12 cM. naar het
hoofd krijgen, die zoo wat in honderd stukken springen,
plus de 200 looden en houten kogels.
Zeer belangrijk is het nieuws waaraan het bestuur
zich echter weinig laat gelegen liggen, daar het tot lieden
geen notitie neemt van de door den doctor en mij inge
zonden rapporten - dat we namelijk op een afgelegen
plekje, waar eenige hoornen staan, bij de benting, zijde-
spinnen hebben gevonden, die witte (hoogst zeldzaam) en
gele zijde spinnen; het boschje zat vol er van, en er zou
bij verstandige behandeling veel uit getrokken kunnen
worden, door overbrenging, enz. Het net en de spin zien
er uk als gewone groote spinnen; het net is echter van
zijde en levert in de zon een prachtig gezigt op. We
hebben ook klosjes zijde gevonden, die langzaam en voor-
zigtig af te rollen waren. Overblijfselen van een huisje
waren nog zigtbaar, zoodat blijkbaar hier de zijdeteelt
werd uitgeoefend, 't Is ten minste bekend, dat de Atsji-
nezen zijde maken en uitvoerende Engelschen hebben er
wel hun voordeel meê gedaan, maar wij bekommeren ons
niet om dat beetje zijde."
Jl. Zaturdag is te Zwolle failliet verklaard de heer
W. Meeter, lid van de gemeenteraad, cargadoor, convooi-
looper, expediteur en koopman aldaar. Voor eenige jaren
bragt hij een paar stoombooten in de vaart tusschen Zwolle
en Amsterdam, waarvoor hij van eenige kennissen en goed-
geloovigen de noodige gelden opnam, onder belofte die
binnen een bepaalden tijd met goeden interest te zullen
aflossen. De laatste aflossing moest ultimo December 1878
plaats hebben. In dien tusschentijd ging hij eene vennoot
schap aan met de gebroeders C. uit Amsterdam, ter exploi
tatie van verschillende stoombootdiensten enz. Al de op
zijn kantoor aanwezige bijbelspreuken hebben hem niet
kunnen helpen, de beloofde aflossingen op tijd te doen
plaats hebben. (Arnli. Crt.)
Te Achlum heeft een paard zijnen meester een half
oor afgebeten.
De eerste, die mij op den 1 Januarij 's morgens
tegemoet trad, zoo leest men in de Haagsche kroniek der
N. Gr. Ct., was mijn brievenbesteller. Hij wenschte mij
op hoog bevel niets, maar stelde er prijs op, mij zelf mijn
brieven en kranten te overhandigen en zich te „verexkuseeren
alsdat hij niet wenschen mogt."
Dezelfde kroniekschrijver schrijft over het besluit om
dames benoembaar te stellen bij posterijen en telegrafie.
„Hier vertelt men en onmogelijk is het waarlijk
niet dat het damesbesluit te danken is aan.... onze aan
staande Koningin. Prinses Emma zou hebben gevraagd
of ook hier te lande al dames bij de telegrafie en posterijen
benoembaar waren en op de ontkennende beantwoording
harer vraag, zou zij haar invloed voor hare zusteren der
schepping hebben aangewend. Natuurlijk met gunstig gevolg.
Indien het feit waar is, heeft men van onze aanstaande
Vorstin veel goeds te verwachten."
Hoe maakt de kwikstaart de lange reis van hier naar
Egypte? Zoo vraagt niet slechts menigeen onzer lezers,
maar zoo vragen ook nog vele geleerden. En waarlijk,
verwondert men zich reeds, dat grootere vogels, zooals
ooijevaars, dagen lang de vlugt over de Middellandsclie
zee kunnen volhouden, des te minder begrijpt men, hoe de
kleinere vogels daartoe in staat zijn. Omtrent de kwikstaart
geeft „die Gartenlaube" het volgende berigt. Wij lezen daar:
Uit Kaïro ons naar de pyramide van Cheops begevende,
werd mijne opmerkzaamheid door eenige kwikstaartjes gaande
gemaakt, en ik riep luide: Jioe hebt gij, lieve diertjes, den
grooten afstand uit Europa naar hier afgelegd? Een bedoeïen,
die dat hoorde, voegde mij toeweet gij niet mijnheer, dat
de kleine vogels door de grootere gedragen worden? Toen
ik hem mijn ongeloof te kennen gaf, zeide hij verbaasd:
twijfelt gij daaraan? En toen ik hem toestemmend toeknikte,
gaf hij zijne verwondering te kennen, en zeide: hiervan is
iedereen in deze streken overtuigd. En een paar Bedoeïen
jongens roepende, zeide hij: weet gij, hoe die kleine beestjes
hierheen komen? En zij antwoordden terstond: „zittende op
de groote vogels." Ik vertelde dit aan den beroemden
Afrikaanschen reiziger Heuglin, die als ornitholoog (vogel
kenner) een grooten naam heeft. Deze zeide mij, dat hij
het niet voor een sprookje hield, al had hij nog te weinig
gegevens, om nu reeds de bewijzen voor de waarheid te
leveren. En nu lees ik in de Reizen in het Oosten door
II. Petermann: „Professor Roth uit Munclien vertelde mij
in Jeruzalem, dat de bekende Zweedsche reiziger Hedenborg,
die zich op Rhodus met der woon gevestigd had, de volgende
interessante opmerking gemaakt had. Hij hoorde menig-
malen, wanneer er troepen ooijevaars in den herfst over
de zee naar Rhodus kwamen, het gezang van kleine vogels.
Eens sloeg hij de vlugt der ooijevaars met meer opmerk
zaamheid gade, en zag, als zij nedcrkwamen, dat kleine
vogeltjes van hun rug afvlogen, die zich aldus over de zee
hadden laten dragen. Hij was er echter te ver van ver
wijderd geweest, om te kunnen zien, wat soort van zangers
die kleine vogels waren."
Bij dergelijke mededeelingcn zal deze of gene zich ligt
opgewekt gevoelen, om de vertrekkende vogels met meer
naauwkeurigheid gade te slaan, opdat men in deze zeker
heid bekome.
Vermakelijk is het volgende staaltje van nationale
jalousie. Een gerenommeerd Londensch landbouwblad deelt
met niet weinig zelfvoldoening mede, dat Amerika niet
langer bogeit mag op het bezit van de grootste hoornen die
op aarde bestaan. Het blad zegt: Het is van algemeene
bekendheid hoe onze Amerikaansche neven pogchen op hunne
reusachtige voortbrengselen, op hunne kolossale hotels,
fortuinen, branden, zwendelarijen, watervallen en hoornen.
Als een Yankee met een hooge mate van trots wijst op de
90 meter hooge stammen van een Sequoia gig antia in Californië,
is 't grappig voor een Engelschman wanneer deze van hem
moet hooien: „dit is een vrij wat grooter product uit het
plantenrijk, vreemdeling! dan gij op uw klein eiland kunt
aantoonen!" Welk een spijt, zoo gaat het blad voort, moet
hij (de Yankee) nu wel gevoelen, als hij verneemt dat in
Australië nog grooter boomen gevonden zijn. De grootste,
met naauwkeurigheid gemeten, Sequoia of Wellingtonia,
onder welken laatsten naam de boom meer bekend is, staat
in de „Calaveras-grove" in de nabijheid van Stockton
(Californië) en is precies 98 meter, dus ongeveer zoo hoog
als de Westminster-toren te Londen. Er zijn er wel is
waar meer van dergelijke en van nog aanzienlijker hoogte,
doch geen Sequoia bereikte meer dan 120 meter. Nu zijn
onlangs, bij nieuwe ontginningen in Gippsland, Victoria
(Australië) enkele merkwaardige exemplaren ontdekt van
een andere boomsoort, nl. van Eucalyphuswaarvan er een
door den Rijkshoutvester gemeten is, die op de oevers van
de Watt's-rivier stond en 130.5 meter lang was. Deze
boom, ongeveer in het midden afgebroken, had daar nog
een omtrek van 10 meter, terwijl de hoogte, toen hij nog
in vollen groei was, op meer dan 150 meter werd geschat.
Een ander, nog levend exemplaar van Eucalyptus amygdalena
heeft men onlangs in dezelfde landstreek ontdekt, die, van
den grond tot aan den eersten tak 114 meter en tot aan
den bovensten top 135 meter lang was en die als de hoogste,
tot nu toe bekende boom te beschouwen is. Zijn omtrek,
24 meter, is echter niet zoo groot als van menïgen Sequoia.
Het valt overigens niet meer te ontkennen dat, wat de
lengte betreft, de Californische reuzenboom, waarvan tegen
woordig ook reeds vele exemplaren in onze tuinen voor
komen, voor de Australische de vlag moet strijken.
oïa.*fc>ö:r±gt 0:0..
Gisteren kwamen binnen:
„Willem Schoon," schipper P. v. d. Hoeven, aanbrengende 1200
schelvissohen (verkocht a f 36 't honderd).
„Lichtstraal," schipper Burg Meijbooin, aanbrengende 220 levende
kabeljaauwen (verkocht a f 3.90 per stuk), 40 levende lenngen,
300 schelvissohen, 4 bennen vleet, 466 doode kabeljaauwen en
lengen (verkocht ?i f 1.25 tot f 1.55 per stuk).
„Watergeus," schipper P. 't Hart, aanbrengende 60 levende kabel
jaauwen (verkocht a f 5.05 per stuk), 28 levende lengen, 1200
schelvissohen, 2 heilbotten, 403 doode kabeljaauwen en lengen
(verkocht a f 1.35 tot f 1.55 per stuk).
Een dertigtal schuitjes met 60 tot 200 schelvissohen (verkocht
voor f 46 a f 52 per honderd).
^eeXXC9e>X21iX3.SeX3., &ZX3Z.
Aan den vice-admiraal P. A. Tan Rees, directeur en commandant
der Marine alhier, en den inspecteur van de geneeskundige dienst
bij de zeemagt H. L. Oudenhoven zijn vergunningen verleend tot
het aannemen en dragen der versierselen, respcctivelijk van groot
kruis van de Zwaard-Orde en commandeur 2de kl. der YVasa-Orde,
hun door Z. M. den Koning van Zweden en Noorwegen geschonken.
De luits. ter zee 2de kl. H. M. Speelman en L. R. Kooleman3
Beijnen, behooreude tot de rol van het wachtschip te Amsterdam,
worden met den laatsten dezer op non-activiteit gesteld.
De luit. ter zee 2de kl. L. A. T. J", F. ven O ij en, van het
eskader in Oost-Indië teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld.
is..
De senaatsverkiezingen zijn jl. Zondag ten voordeelc der
republiek uitgevallen. Niettegenstaande de poging, nog
ter elfde ure door de regterzijde aangewend, om de kies-
geregtigden te bewegen konservatieven of monarchalen
in het Hoogerhuis te brengen, behaalde de linkerzijde
een schitterende overwinning. Van de aftredende kon-
servatieve leden werden niet meer dan dertien herkozen,
daarentegen viel aan al de aftredende republiekeinsclie
leden een herkiezing ten deel. De nieuwe senaat zal dus
bestaan uit 119 konservatieven en 176 republiekeinen, van
welke laatsten 64 dien dag hun mandaat gekregen hebben.
De republiekeinsclie meerderheid is dus 57.
Te Parijs is dezer dagen een gebogchelde overleden,
die een groot liefhebber was van de statistiek en zijn ge-
heele leven heeft besteed om bijdragen te doen verzamelen
tot de statistiek van.... den bogchel. In plaats van een
testament vonden de erfgenamen een lijvig handschrift, een
zeer uitvoerige monografie van den bogchel van omstreeks
2000 bladzijden. De man was rijk en ongetrouwd, en
daar hij zich in eene goede gezondheid mogt verheugen,
kon hij zich geheel wijden aan de taak, die hij zich tot
levenstaak had gesteld.
Hij deinsde voor geen vermoeienissen en opoffering terug,
om de talrijke bijzonderheden, die in zijn handschrift zijn
opgeteckend, te verzamelen. Hij heeft overal gereisd,
vooreerst door geheel Frankrijk, waar hij het aantal ge-
bogchelden per gemeente had nagespoordverder heeft hij
alle landen van Europa doorreisd, en Amerika, Australië,
Indië en China bezocht. In Europa, onder dc gematigde
luchtstreek, ontmoette hij de meeste gebogcheldenvooial
Spanje schijnt daarmede rijk gezegend te zijn in een dorp
aan den voet van de Siërra Morena vond hij 1 gebogchelde
op de 13 inwoners. De gemiddelde verhouding van het
aantal gebogchelden tot de overige bevolking geeft hij aan
als 1 per duizend, zoodat ruim 1 millioen gebogchelden de
aarde zouden bewonen. De gemiddelde hoogte van den
bogchel is, volgens de berekening van onzen statisticus, 20
centimeter hij heeft meer dan 6000 berekeningen gemaakt
om tot die uitkomst te komen vermenigvuldigt men nu
die gemiddelde hoogte met liet aantal gebogchelden, dan
krijgt men tot resultaat, dat alle bogchels te zamen genomen
eene hoogte hebben van 200,000 meters.
De laatste bladzijde van dit opmerkelijke handschrift
bevat het testament van den schrijver, waarin o. a. bepaald
wordt, dat op zijn graf een in marmer uitgehouwen bogchel
al gedenksteen moet worden geplaatst, met het opschrift:
Ci git tin bossu
Qui de la bosse eut
Le goütet sur la bosse sut
Plus quaucun bossu.
Twee vrienden, geslagen vijanden van alle formali
teiten, hebben zich te Parijs in de nabijheid van een dei-
grootste speelgoedfabrieken inde rue Sint-Martin geposteerd
en maakten gebruik van het oogenblik dat een pas opgeladen
wagen onbewaakt was gebleven, om een paar groote kisten
daarvan op een door hen meêgebragten handwagen te laden
en daarmee op den loop te gaan. Bij deze handige operatie
waren zij echter bespied door twee in burgerkleeding ver
momde politie-agenten, die hen spoedig naar hun bureel
hadden overgebragt. Hiermede was echter de zaak nog
niet afgeloopen. Bij een onderzoek, in het verblijf dei-
twee boeven ingesteld, werd men verrast door den aanblik
van een keurig gedekte tafel er zouden dien avond gasten
komen voorzien van pasteijen en taarten, fijne wijnen
en likeuren, bonbons en glacés, enz., alles door middel van
diefstal afkomstig uit magazijnen of van winkel uitstallingen.
Natuurlijk veroorloofden do politiebeambten zich de plaats
der onschadelijk gemaakte booswichten in te nemen en de
honneurs op te houden bij de genoodigden, twee jonge
dames, „goede kennissen" der leden van het dievengilde,
die al heel gaauw in de gelegenheid werden gesteld aan
het politie-bureel de kennis met haar galante gastheeren
te hernieuwen.
In de Rappel komt een vermakelijk politiek overzigt
van Frankrijks binnenlandschcn toestand in het afgeloopen
jaar voor, waaraan het volgende ontleend is:
Januarij. De Broglie spant zamen. De Meaux wenscht
den 16 Mei terug. De Fourtou gelooft niet, dat de Kamer
een persoon van zijn kracht op zwart zaad zal durven
zetten. Fcbru.irij. De Senaat benoemt een legitimist tot
onafzetbaat' senator. Yoor dien legitimist stemmen de
bonapartistische partij, die den hertog van Enghien heeft
gefusilleerd, de orleanistische partij, die voor den dood van
Lodewijk XVI heeft gestemd. Maart. Aanvullingsverkie
zingen voor de Kamer. Van de 13 republikeinsche kandi
daten zijn er 12 tot afgevaardigde gekozen. De bonapar
tistische bladen besluiten 'hieruit, dat het algemeen stemregt
een belagchelijke uitvinding is, en dat dus de tijd voor
gezegde partij gekomen is, om zich de partij van het beroep
op het volk te noemen. Mei. Opening der Wereldtentoon
stelling. De conservatieve partij, die nog op een Lourdes-
wonder hoopte, om te beletten, dat de Tentoonstelling
geopend werd, is zoo overbluft, dat de Broglie deze
maand het zamenspannen vergeet. Voorjaars-droomen
doen den ex-keizerlijken Prins aan Prinses Thyra denken,
die, van haar kant, op den hertog van Cumberland
het oog gevestigd houdt. Juuij. Verdaging der Kamers.
Feesten. Julij. Paris-Capitale houdt op dagelijks te ver
schijnen. Paris-Capitale houdt op tweemaal 's weeks te
verschijnen. Paris-Capitale heeft niets meer om op te
houden en houdt dus geheel op. Augustus. De Broglie
is weder aan het zamenspannen. De Meaux heeft genoeg
van het openbare leven, omdat, naar hij waant, het open
bare leven genoeg van hem heeft. De Fourtöu verklaart,
dat. de Kamer zich zich nooit zal durven ontslaan van een
man van zijn kracht. September. Besluit betreffende de
Tentoonstellingsloterij. Verbazing der wet van 1836. Reis
van Gambetta naar Grenoble, waar hij kegelt. October.
Uitdeeling der bekrooningen aan de inzenders der Tentoon
stelling. Batbie neemt een lot in de loterij met een noinmer
er op, hetwelk het. aantal malen aangeeft dat Mac-Mahon
het woord Republiek uitsprak in zijne bij die gelegenheid
gehouden redevoering. De Broglie spant alweer zamen.
De Fourtou zie boven. November. Heropening der
Kamers. Vernietiging der verkiezing van Paul de Cassa-
gnac, idem van de Mun, idem van de Fourtou. Aanneming
van het budget. Einde van het jaar 1878 en der conser
vatieve partij.
3E3:o.g?©l£*,:EL(ca..
Lloyds agent te Hong-Kong meldt, dat aan boord van
de stoomboot Tokushima Maru, die Osaka 28 Oct. jl.
verliet, aan den avond van dien dag op de hoogte van
Tsuda een lievige kruidontploffing het schip in een oogen
blik totaal vernield heeft. De 83 passagiers en de uit
twaalf personen bestaande ekwipage verloren bij deze
ontzettende ramp het leven. Volgens een andere lezing
zou het springen van den stoomketel oorzaak van het
ongeluk zijn geweest en zou het aantal slagtoffers zich
bepalen tot 56 passagiers en 14 man van de ekwipage.
De boot was o. a. met indigo geladen.
Te Blackburn zijn thans 15,000 menschen zonder
werktwee groote fabrieken zijn voor onbepaalden tijd
gesloten en men verwacht, dat twee anderen dit voorbeeld
zullen volgen. Te Sheffield is ruim 8600 p. st. bijeen-
gebragt tot leniging van den nood. Ruim 1000 werklieden
in de dokken van Huil hebben het werk gestaakt wegens
vermindering der loonen. Te Leeds zijn de loonen van
de metselaars en schrijnwerkers met een halve penny per
uur verminderd; te Preston staan 4000 weefgetouwen stil
De groote ijzergieterij te Sirhowy is gesloten en 250 man
zijn daardoor zonder werk. Het werk in de katoenspinne
rijen van Oldham zal worden hervat. De werkstaking
duurde 5 weken en de werklieden hebben, naar men
berekent, niet minder dan 60,000 p. st. daardoor verloren
en zich ten slotte in de loonsvermindering moeten schikken.
De regering heeft van de spoorwegondernemingen in
Duitschland behalve Beijeren berigten ingewonnen
over de doelmatigheid der duurzaam of bij wijze van proef
aangewende getneenschaps-signalen tusschen de reizigers en
het treinpersoneel. Uit die berigten is gebleken, dat bij
30 spoorwegondernemingen 12 verschillende signaal-stelsels