IIELDËRSUHE EN NIEUWEOIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1879. N°. 5. Vrijdag 10 Januarij. Jaargang37. „Wij huldigen het goed e." VerscliijDt Dingsdajr, Donderdag Abonnementsprijs per kwartaal Znturdug namiddag, franco per post 1.30. - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 1regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en N1EUWED1EP, 9 Januarij. Bij vele onzer plaatsgenooten bestaat voorzeker nog de herinnering aan het tot stand komen der Afgescheidene, thans Christ. Geref. gemeente alhier, en aan haren eersten voorganger, ds. W. C. Wust, die met eenige anderen, meestal werklieden van 's Rijks werf, de gemeente tot stand bragt en gedurende eenige jaren haar herder was. Genoemde leeraar is nog in levenhij is predikant te Lodi (Nieuw-Jersey in N. Amerika), doch maakt zich, ofschoon reeds 72 jaren oud, gereed naar Nederland terug te keeren, vanwaar een beroep tot hem kwam, 't welk door hem is aangenomen. Bij den boekhandelaar van der Lee, te Voorburg, is dezer dagen een geschrift uitgekomen van den heer Wust, getiteld: „Het licht ontdekt de duis ternis, het leven wijst den dood aan, en de öprigting verklaart den val." Het Nederlandsch barkschip Vrachtzoeker, groot 450 ton N. M., gebouwd in 1854, is door den makelaar Ed. C. A. Koli, uit de hand verkocht aan den heer M. van Neck alhier en zal thans gevoerd worden door kapt. D. Coole. De bruidsgeschenken, aan H. M. de Koningin aan geboden, bestaan o. a. in de portretten van den vorst en de vorstin van Waldeck, een volledig toiletstel van zilver, verdere toiletzaken in rosekleurig atlas met witte kanten en borduurwerk, door de Prinsessen, de hofdames en dames te Arolsen voor de bruid gewerkt; een aigretto van bril lanten door den groothertog van Saksen-Weimar en zijn gemalin, zes groote sterren van brillanten door den Prins van Wied en andere vorstelijke personen geschonken, een armband met brillanten van Prins en Prinses Hendrik, een aquarel van Camphausen, dat door het regiment te Dusseldorf, waarvan onze Koning chef is, werd aangeboden, en vele, ontelbare geschenken van anderen. Z. K. IL Prins Hendrik is benoemd tot veldmaarschalk. Men meldt uit Luxemburg: Prins Hendrik is door ongesteldheid verhinderd naar Arolsen te gaan. Uit een officiële mededeeling blijkt dat Dc frouwplegtigheid van Z. M. Willem III met Prinses Euinin van WaldeckPyrmout. Arolsen, 7 Januarij 1879. Eene kleine Duitsche stad, zoo lezen wij o. a. in het Rott. Nieuwsblad, te midden van vriendelijke bergen en bekoorlijke bosschen gebouwd, alleen door een postwagen aan het spoorwegnet van het bedrijvig Europa verbonden, naauwelijks iets meer dan 3000 inwoners rijk en prijkende met een aanzienlijk kasteel in sierlijken renaissancestijl, dat door den Souverein van een klein vorstendom, diens gemalin, een zoon en drie schoone jonkvrouwen, hunne dochters, gezellig bewoond wordt welk een idyllisch plekje voor een bruiloft. Zulk een plekje is heden Arolsen, het voor weinige maanden nog slechts aan enkelen onzer bij name bekende Arolsen, dat op dezen dag ter eere der doorluchtige bruid en van haren koninklijken bruidegom het feestkleed aan trekt. Bloemen lagchen er zonnig den kouden winter uit; vrolijk klokgelui roept op tot vreugde en gezang; vrien delijke bruiloftsliederen vullen met hunne opwekkende toonen de lucht, afscheid toezingende aan het meisjesleven en welkom aan dat der vrouw. De vensters van het paleis schitteren van licht; rijke kleederdragten prijken in de ruime zalen; de aanzienlijke bruidsstoet beweegt zich in statigen optogt; het altaar der trouw staat opgerigt in de slotkapel en bij het wisselen der zinrijke ringen doet het oude koninklijke teeken der honderd kanonschoten plus één aan de omgeving kond, dat de wereld eene Koningin rijker is 'geworden, dat eene Doorluchtige Prinses Majesteit werd, dat een vorstelijk paar de trouwbeloften wisselde van man en vrouw. Nadat heden namiddag ten half twee ure de leden der vorstelijke familie zich aan een familie-dejeuner in de Porseleinen Zaal hadden vereenigd, terwijl de leden der verschillende Hofstaten in de Steenen Zaal omstreeks het zelfde uur aan den disch de zoogenaamde maarschalks tafel waren gezeten, was ten 5| ure het oogenblik genaderd, waarin het huwelijk tusschen Z. M. den Koning en Prinses Emma zou worden voltrokken. Op het in het programma bepaalde tijdstip verzamelden zich alle genoo- digden tot het feest in gala-costuum (de heeren met witte pantalons) in de Slotkapel, waar hun door den kamerheer von Gerssdorff hunne plaatsen werden aangewezen. Allen bevonden zich te midden van groen en bloemen, de hoofd versiering van den kleinen gewijden tempel. De Slotkapel is eene ruime zaal met koepeldak. Het plafond is overdekt met schilderstukken van godsdienstigen aard. Het stelt de vier Evangelisten voor, door engelen omgeven. De nissen van de Hofkapel zijn gevuld met groepen van cypressen, laurieren en myrten. De lijnen zijn met festoen versierd, waartusschen rozetten en deco- ratiën. Prachtige wapens, zoowel de Nederlandsche als de Waldecksche, schitteren in al hunne kleurenpracht aan de wanden ter voltooijing van de groenversiering. de Prins door de mazelen is aangetast; de ziekte is gelukkig niet van ernstigen aard. Het jongst ontvangen telegrafisch berigt meldt, dat de ziekte een geregeld verloop heeft, de nacht rustig was en de toestand bevredigend is. Ook een der hofdames, freule van Sypènstein, is door dezelfde ziekte aangetast. Het gerucht dat Prins Frederik meer dan erg onge steld zou wezen, wordt gelukkig weerlegd door het feit, dat Z. II. dagelijks van het Huis de Paauw te 's Hage komt. De Huisvr. toont zich ingenomen met het koninklijk besluit, waarbij is bepaald, dat bij de kantoordienst der posterijen en der telegrafie voortaan ook vrouwen en meisjes aangesteld zullen kunnen worden, ofschoon de bepalingen, dat geenc vrouwelijke beambten op een lioogerc bezoldiging dan f 1000 's jaars zullen worden benoemd en dat haar aantal beneden het i van het aantal mannelijke beambten van denzelfden rang zal blijven, den gunstigen indruk van den maatregel wel wat verzwakken. Doch hierbij wil de Huisvr. niet lang stilstaan. Alles wordt niet in eens ver kregen. De nu genomen maatregel is een eerste stap op dit gebied, die voor latere uitbreiding en verbetering vat baar is. Daarom wil zij nu niet den nadruk leggen op hetgeen er in het verkregene nog onvolmaakt is, maar zich van harte verheugen over het genomen besluit. Dit is vooral ook om de moreele beteekenis hoogst gewigtig. Wanneer de regering bij zoo belangrijke takken van dienst, tot zelfs in de hoogere rangen, vrouwen en meisjes tot hare ambtenaren aanstelt, wie zal dan nog voortaan beweren dat het de beschaafde vrouw vernedert, wanneer zij door eigen arbeid in haar onderhoud voorziet? De regering zelve geeft het voorbeeld om met vooroordeelen te breken, rele veert den arbeid der vrouw en opent voor haar buiten den huiselijken kring eene eervolle maatschappelijke positie. De Huisvr. hoopt nu, dat onze vrouwen en meisjes van intellectueele ontwikkeling toonen zullen ook de energie te bezitten om van de gelegenheid, die haar geopend is om een belangrijken werkkring te aanvaarden, gebruik te maken, en zij hoopt vooral, dat ouders uit de beschaafde klasse, bij de opvoeding haver dochters in acht zullen Het prachtige tapijt met de vereenigde wapens van het bruidspaar, door de dames van Arolsen aan de Vorstin aangeboden vóór het verlaten van de plaats, waar zij door hare beminnelijkheid zoovele aangename herinneringen achterlaat, bedekt den vloer. Vóór de hoogste nis verheft zich het altaar met een gouden crusifix. Een kruis, bekleed met rozen en camelia's, verrijst achter het altaar voor het oog. Tot de merkwaardigheden van dit bedehuis behooren nog de reliëfwapenen en in hout gesneden figuren, op verschillende punten zigtbaar. Ten 5| ure haalde Z. D. H. de Vorst Z. M. denKoning af en geleidde HD. in de vertrekken van II. D. H. de Vorstin, alwaar het liooge huwelijk in de registers van den burgerlijken stand geteekend werd. Het gevolg begeleidde hierbij Z, M. tot -do Witte Zaal. Nadat de inschrijving in de registers van den burger lijken stand had plaats gehad en nadat de hofmaarschalk aan Z. D. H. den Vorst had aangekondigd, dat de pleg- tige huwelijks-voltrekking kon plaats hebben, begaf zich het hooge bruidspaar door de salons van de bovenverdie ping en de Witte Zaal naar de Slotkapel. In de Roode Priisenszimmer sloot zich de vorstelijke familie bij het paar aan. Van de zijde van den hofstoet geschiedde dit in de Witte Zaal. Klokgelui deed zich gedurende den gang naar de kapel hooren. Koorgezang weerklonk zoodra de voorsten van den stoet het oostelijk portaal gepasseerd waren. De orde van den stoet bij het intreden der kapel was als volgt: Hofmaarschalk-kabinetsraad von Stockhausen, de kamerheer graaf van Bylandt, admiraal van Oapellen, graaf Schimmelpenninck; het Hooge Bruidspaar; de hof dames von Riedei*, Huydecoper, barones van Hogendoi-p, freule van der Goes; de Prinsessen Pauline, Helene en Elisabeth van Waldeck-Pyrmont, de Vorst van Waldeck- Pyrmont met de Gi'oothertogin van Saksen-Weimar-Eise- nach; de Groothertog van Saksen-Wei mar-Eisenach met de Vorstin von Scbaumburg-LippePrins August van Wurtembei'g met Prinses Marie; de Vorst von Schaumburg- Lippe met de Voi'stin zu Wied; Prins Wilhelm van Wurtemberg met gravin von Stollberg; Prins Otto von Schaumburg-Lippe, graaf Stollberg, de Erfprins en graaf Adelbert van Waldeck; de afgezanten van vreemde Hoven de leden der gevolgen van de vorstelijke personen. De veelkleurige prachtige costumes leverden een ver blindend schouwspel op. De bruid droeg een met zilver gestikt kleed van wit atlas en, overeenkomstig Duitsch gebruik, een myrthenkrans, alsmede een met myrthen bezetten sluijer; op het bekoorlijke hoofd zag men een uit diamanten bestaand diadeem van leliën, dat, naar oude gewoonte door elke Waldecksche Prinses bij do voltrek king van haar huwelijk gedragen wordt. De bruidegom droeg de admiraals-uniform. De geestelijkheid begx'oette het Hooge Bruidspaar aan den ingang van de Slotkapel en begeleidde het naar het altaar. nemen de eischen, welke de nieuwe toestanden aan die opvoeding stellen. Ook de Prov. Gron. Crt. is zeer voldaan over het genomen besluit. Het ijs is nu gebroken. Do funda menten zijn gelegd, waarop kan worden voortgebouwd. En voor de ouders, die met dochters gezegend, maar niet bij magte zijn haar middelen na te laten, is thans een nieuwe weg geopend, om de toekomst van hunne kindex-en te verzekeren. Twee dingen onderstelt de toepassing van den maatregel: allereerst, dat de ouders hunne dochters niet van de prilste jeugd af het trouwen voor oogen houden als hare eindbestemming, en vervolgens: dat zij aan het onderwijs hunner dochters niet minder zorg be steden, dnn aan dat hunner zonen. Ten opzigte van de meisjes is de overtuiging nog geenszins algemeen bij de ouders doorgedrongen, dat goed onderwijs de eerste voor- waarde is, om haar eene onbezorgde toekomst te verze keren. En dit moet het geval zijn, zal de toepassing van het besluit mogelijk zijn, zal de vrouw kunnen mededingen naar betrekkingen, die de maatschappelijke toestanden 't steeds meer noodzakelijk maken, dat voor haar even goed als voor den heer der schepping toegankelijk zijn. Professor Buys maakt in de Gids den minister Kappeyne een verwijt van zijne werkeloosheid. Noch de medische politie, noch het armwezen, noch de banken van leening, noch vooral de administrative regtspraak worden door den premier tot het onderwerp eener regeling gemaakt, die sedert vele jaren dringend noodzakelijk is en voortdurend noodzakelijker. De zeldzame veelzijdigheid van den lieer Kappeyne acht de hoogleeraar misschien de oorzaak, dat hij niet komen kan tot die zekere eenzijdigheid, ter oplossing van kwestiën onmisbaar. Omtrent het niet toezeggen van maatregelen tegen het misbruik van sterken drank, zegt de heer Buys: „Met het bestrijden van volkszonden heeft naar uwe uit spraak de wetgever niet te doen. Zeer zeker niet, en toch geene uitspraak heeft ons in uwen mond meer verbaasd en dieper te leur gesteld dan juist deze, dan dat koude antwoord op liet ernstig betoog over de dronkenschap. Neen, helaas! de wetgever kan geen zonden uitroeijen; Nadat de hovelingen zich zoodanig achter de vorstelijke personen hadden geplaatst, dat zij bij het verlaten der kapel weder onmiddellijk naar voren konden treden, brak het gewigtige oogenblik der huwelijks-inzegening aan. Na het gebruikelijke gebed en nadat de toonen van het gezang van Psalm 121 waren weggestorven, sprak de hofprediker Scipio HH. MM. aldus aan: „Er is thans een dier gewigtige oogenblikken aange broken, waarin de mensch diep gevoelt, dat hij op zijn levensweg aan een beslissend keerpunt is gekomen, het welk op de toekomst van ingrijpende beteekenis zal zijn. Deze indruk vervult in deze stonde ook uwe harten, Doorluchtig Paar, nu gij op het punt staat, voor God en deze Christelijke getuigen elkander wederkeerig huwelijks liefde en trouw tot in den dood te beloven, en aan dezen band voor het leven de kerkelijke wijding te laten geven. Hoevele innige geluk- en zegenwenschen worden u heden tocgebragt. Maar in die wenschen ligt ook de erkentenis opgesloten, dat hunne vervulling niet in de hand van den zwakken sterveling ligt, want 's menschen doen en laten staat niet in zijne mngt; het staat in eene andore Magt, hoe hij leven of zijn weg gaan zal. Hoe bemoedigend is daarom het blijmoedig geloof, waarmede de zwakke mensch zeggen kan: Mijne hulp komt van den Heer, die hemel cn aarde gemaakt heeft. Daarheen wendt zich-thans ook uwe ziel en in het opzien tot den levenden God ligt uw vertrouwen in dit heilige uur. Vele harten zenden met li gebeden tot God op, dat Hij in de volheid Zijner liefde dit echtverbond voor u eene bron doe zijn van rein en duurzaam levensgeluk. Uwe Koninklijke Majesteit verheugt zich in dezen feestkring in de tegenwoordigheid van deelnemende hooge bloedverwanten; maar gij gedenkt ook uwe heengegane, hoogvereerde Koninklijke ouders, den zaligen Koning Willem II, roemrijker nagedachtenis, en de onvergetelijke Koningin-moeder Anna Paulowna, die, beiden in den geest tegenwoordig, dit echtverbond zegenen. Gij Koninklijke bruid smaakt het geluk van door uwe vorstelijke ouders, broeders en zusters omgeven te zijn, die met den zegen van trouwe liefde u hier naar het altaar en ook op uwen verderen levensweg in den gebede begeleiden. Dat Gods goedertierenheid en barmhartigheid u volgen mogen uw leven langdat gij aan de zijde van uwen Koninklijken gemaal diens getrouw en edel volk tot een zegen inoogt zijn en dat gij daar van ganscher harte moogt kunnen zeggen: uw volk is mijn volk, daartoe roepen wij allen met u den bijstand in van den levenden God, die hemel en aarde gemaakt hoeft. Wie bij Pletn alleen hulp zoekt, kan zeker zijn van deze to vinden, zooals het ook in onzen Psalm zoo troostrijk luidt. In Zijne heilige tegenwoordigheid en in het vertrouwen op Zijne hulp sluit gij thans uwe echtverbindtenis, waarin gij voortaan met elkander en voor elkander wilt leven, zoodat vreugde en leed u altijd gemeen zij, en ieder uwer slechts in die mate gelukkig kan zijn, waarin hij den ander

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 1