HELDËRSUHE EN NIEUWERIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1879. N°. 8. Vrijdag 17 Januarij. Jaargang37. KENNISGEVING. NATIONALE MILITIE. KIEZERSLIJSTEN. „W ij li u 1 d i s e n ti e t g o e il e," Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonneraentspriji per kwartaal1.80. B 00 frnnco per post - 1.65. Ui tg-ever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 1C3. Prijs der Advertentiëu: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Grootc letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donder da ff vertrekt de ntail naar Oost-Indië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER; Gezien art. 26 der Wet run den 19 Augustus 1S61 (Staatsblad No. 72); Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat het inschrijvings register en de daarbij behoorende alphabetische naamlijst, betrekkelijk de jongelingen die zich binnen deze gemeente in 1878 hebben doen inschrijven voor de ligting der Nationale Militie van 1S79, op de Secretarie der gemeente voor elk ter lezing is nedergelegd, van heden tot den 23 Januarij aanstaande, van des morgeus negen tot des namiddags een ure, en dat tegen register en lijst, binnen genoemden tijd bezwaren kunnen worden ingebragt bij den Commis saris des Kouings in deze provincie, door middel van een bij den Burgemeester in te leveren, door de noodige bewijsstukken gestaafd verzoekschrift, op ongezegeld papier en onderteekend door hem, die ze inbrengt. Burgemeester en Wethouders voornoemd, Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester, den 14 Januarij 1879. C. BOON, Secretaris. De VOORZITTER van den RAAD der gemeente HELDER; Gelet hebbende op het bepaalde bij art. 7 der Wet van 4 Julij 1850 (Staatsblad No. 37) betrekkelijk liet opmaken der LIJSTEN, aanwijzende de personen, die tot het kiezen van Leden van de Tweede Kamer, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad bevoegd zijn; Noodigt alle inwoners der gemeente uit, om, zoo zij elders in de directe belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór den 15 Februarij aanstaande te doen blijken. Helder, De Voorzitter voornoemd, den 14 Januarij 1879. STAKMAN BOSSE. G-emeenteraaci. Zitting van Dingsdag 14 Januarij 1879. Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig 15 leden; afwezig, met kennisgeving van verhindering, de heeren Braaksma en van Spall. De aanteekeningen van het verhandelde in de vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd. Met eenparige stemmen wordt benoemd tot hulponder- wijzeresse aan de gemeenteschool No. 7 mejufvr. J. L. V. Weckesser, van hier. Tot hooisteker wordt, op voordragt van B. en W., gekozen de heer J. Schilder. Aan den heer H. L. Oudenhoven wordt, op zijn verzoek, 1) MAR.OUSSIA. Door P. J. STA HL. I. De Ukbaine. Ik zal u iets vertellen, dat heel lang geleden is voorgevallen in de Ukraine (Rusland) ergens in een vergeten, maar lief en be koorlijk hoekje van die streek. Ik ben een groot liefhebber van plekjes waarover men zelden hoort spreken, die de vreemdeling onbezocht laat, waarvan men bijna geen notitie neemt, die altijd in liet ongestoord bezit blijven van hunne schuilhoekjes eu hun geheimen, hun bloemen en bun schoonheid, hun moeitevolle zorgen en hun eenvoudige genoegens. Hun geschiedenis is niet voor jan-en-alleman bestemd. Hunne gewoonten en gebruiken hebben iets eigenaardigs, en, als er daar van trotschheid sprake kan zijn, bestaat ze er zonder bet zelf te weten. Men vindt er dingen die men elders overal te vergeefs zou zoeken: menschen en zaken zijn er op en top nieuw. Maar die landen hebben onder ons gezegd en gebleven soms ook hun helden, en helden van de ware soort. Ik heb veel op met helden voornamelijk als zij niet tot de snoevers of pochers belmoren als ze rechtschapen en oprecht zijn, als zij groote dingen tot stand brengen zonder overal rond te bazuinen: «Kijk, kijk eens hier, ik bsn de man die dat alles gedaan heb; beloon er me nu spoedig voor;" maar alleen omdat ze helden geboren zijn en de eigenschappen van een held hebben en dus niet anders dan heldhaftig kunnen wezen. Maar voor vandaag al genoeg philosophie, zooals onze school meester zegt, als hij ziet dat men het niet langer met hem eens is. Ik zou een geschiedenis vertellen. Welnu, in dat kleine hoekje waarvan ik sprak, stond vroeger een huis dat er uitzag zooals alle huizen op het plattelanden dat buis was bewoond door een Kozak, Danilo Tchabane en zijn gezin. Nu verzoek ik u, wel deugdelijk onderscheid te maken tusschen de Kozakken uit de Ukraine en die van den Don, die gebaarde schepsels met hunne groote, ronde, schrikwekkende oogen, hun ruwe spraak en onbehouwen manieren; beide soorten gelijken vol strekt niet op elkaar. De bewoners der Ukraine dragen geen baard voordat zij vijftig iaar oud zijn. Daaruit volgt dat ge in het heele land slechts grijze baarden of in het geheel geen baarden ziet. De jongelieden dragen knevels, zooals de Polen. De lieden uit de Ukraine zijn groot, sterk en rijzig. Zij hebben voor het meerendeel regelmatige trekken, zuiver gevormde wenkbrauwen, groote, puntig toeloopende oogen en eene kalme, fiere, min of meer strenge uitdrukking in hun gelaat, die soms tot somberheid schijnt over te hellen. Weet ge wat het woord kozak beteeken t? Het is een Turksch wegens vertrelc uit de gemeente, een eervol ontslag ver leend uit zijne betrekking van Commissaris van liet Zieken huis en de Apotheek der gemeente. De Voorzitter brengt hij deze gelegenheid openlijk hulde aan de uitnemende diensten, door den heer Oudenhoven in die betrekking aan de gemeente bewezen. Door het Dagel. Bestuur wordt, ter vervulling der vacature in het Bestuur der heide genoemde inrigtingen, voorgedragen dit dubbeltal: lste candidaat de heer H. Bitter, 2de candidaat de lieer C. Giltjes. Gekozen wordt de heer Bitter met 12 stemmen; 3 stemmen werden op den heer Giltjes uitgebragt. Voor kennisgeving worden aangenomen deze mede- deelingen: a. dat HIT. Gedep. Staten dezer provincie liehhen terug gezonden de goedgekeurde rekening en verantwoording der gemeente over 1877, en liet batig slot als eersten post van ontvangst hebben aangewezen op de rekening van het volgend dienstjaar, in zooverre daarover alsnog niet is beschikt b. dat de begrooting van de ontvangsten en uitgaven der gemeente voor 1879 door HH. Gedep. Staten is goedgekeurd c. dat Z. M. de Koning LID. goedkeuring heeft verleend aan de raadsbesluiten tot heffing van den hoofdelijken omslag, van de bepaalde opcenten op de hoofdsom dei- Rijks personele belasting en van den accijns op het gedis tilleerd tot 1 Mei 1880; d. dat door HIT. Gedep. Staten is goedgekeurd het besluit tot het verleenen van gratificatiën aan de veld- en brugwachters en aan de ambtenaren der plaatselijke belas tingen; en e. dat op 13 dezer heeft plaats gehad eene verificatie van de boeken en de kas des gemeente-ontvangers, waarbij in kas werd bevonden de som van f 38,897.82®. Door den Voorzitter worden ter tafel gebragt de schuld brieven Nos. 5 en 49 met bijbelioorende coupons van de gemeentelijke geldleening, die ten vorigen jare zijn uitge loot. Staande de vergadering worden die stukken vernietigd. De zitting wordt hierop door den Voorzitter voor ge sloten verklaard. HELDER en NIEUWED1EP, 16 Januarij. In de vergadering der Sociëteit Mars, jl. Dingsdag gehouden, werd de spreekbeurt vervuld door den heer F. H. M. Rant. In zijne inleiding deed spreker uitkomen, dat hij zich had voorgesteld meer bepaald te spreken voor personen, die met het onderwerp van behandeling onbekend waren; ofschoon zijn auditorium anders was zamengesteld, zou hij nu echter zijne lezing voortzetten evenals niemand er ooit iets van had vernomen. Verder merkte hij op, dat hij zich niet zou hebben geroepen geacht tot behande ling van dit onderwerp, als anderen die taak hadden woord en wil in onze taal krijgsman te paard," zeggen. In de diigen toen de Ukraine nog een Republiek was en oorlog voerde met de Turken, hebben die Turken aan de onbekende helden, die zij te bestrijden hadden, den naam van Kozakken ge geven. Ik zal u niet bezig houden met het verhaal van al de oorlogen dezer Republiekdat zou te lang duren. Het is voldoende als ik u zeg, dat zij zich lange jaren achtereen om zoo te zeggen „tusschen twee vuren" geplaatst zag: het groote Rusland en Polen. Men zou bijna kunnen zeggen „tusschen vier vuren," als men de Turken en de Tartaren meerekent. Ten slotte had deze Republiek, die het met de Polen niet eens kon worden, de „broederlijke" voorstellen van Rusland aangenomen. „Wij zijn te zwak om nog met onze naburen te worstelen. Wij hebben tot nog toe den oorlog op roemrijke wijze volgehouden, dat is niet te ontkennen; maar ten langen laatste zullen wij toch het onderspit moeten delven. Rusland slaat ons voor, een verbond te sluiten: laten we dien voorslag aannemen." Zoo dacht en zoo sprak het oude opperhoofd Bogdan Khmielnitski, en het volk had aan zijn raad gehoor gegeven. In het eerst ging alles goed. Gelijkheid, broederschap, vrijheid, de Russen hadden er diepen eerbied voor; maar langzamerhand namen de zaken een keer. Nog eer er een jaar om was, had het volk duizenderlei redenen om tot den hoofdman Bogdan te zeggen„Wat hebben wij gedaan?" De oude Bogdan, wien deze dingen ter oore kwamen, stortte, naar men zeide voor het eerst van zijn leven, tranen. „Wij zullen het trachten te verhelpen," sprak hij toenmaar het gelukte hem niet en hij stierf vnn hartzeer. Na zijn dood had de Ukraine zware beproevingen te verduren. Zij werd verdeeld in twee partijen; de eene hield het nog met Rusland, de andere was op de hand van Polen. Ook bad er zich nog een derde partij gevormd. Deze was bepaald voor algeheele onafhankelijkheidongelukkigerwijs was deze groep niet talrijk. In den tijd dat de zaken aldus geschapen stonden, valt de aanvang onzer geschiedenis. De Kozak Danilo Tchabane bewoonde dan met zijn gezin een huis op het platteland. De moeilijkst te bevredigen mensch zou met die woning in zijn schik zijn geweest. Danilo had dit huisje geërfdzijn vader, die het van diens vader had, die het ook van den zijnen ontvangen had, had het bij zijn dood aan hem overgedragen. Ik weet niet hoeveel geslachten der Tchabane's daar al gewoond hadden. En let welin welke woestijn een familie uit de Ukraine zich ook gaat vestigen, het eerste voorjaar het beste zal die woestijn reeds met bloemen getooid zijn. Ge kunt dus nagaan, welk een paradijsje van bloemen het huis van Danilo zijn moest nadat zoo veel geslachten der Tchabane's kun aandeel in de bloemen geleverd aanvaard, die meer dan hij konden influënceeren op maat schappij en huisgezin. Hij verzekerde echter, dat het hem niet ontbrak aan groote belangstelling in het algemeen welzijn en zich dus tot spreken opgewekt voelde. Ondanks de scherpe critiek, die het onderwerp van behandeling „De wet der bevolking" ondervindt, toonde spreker aan: de neiging van elk organisch wezen om zich sterker te vermenigvuldigen dan de middelen van bestaan toelaten. Als gevolg daarvan schetste hij den strijd om liet bestaan, waarbij in planten- en dierenrijk en bij de onbeschaafde volken de zieken en zwakken plaats moeten maken voor de krachtige naturen. In eene beschaafde maatschappij worden zieken en zwakken door de weten schap gesteund en geholpen om het bestaan te rekken en wordt zelfs met succes gestreefd naar het doel om ziekten te voorkomen, en de gemiddelde levensduur wordt daardoor langer. Minder sterfgevallen dus, maar ook meer geboorten. Tengevolge hiervan armoede en ellende. Ziekten, die ontstaan door slechte voeding, slechte kleeding en dekking en slechte woning. Onzedelijkheid, later door gebrek aan onderwijs, het naauw op elkander wonen in groote steden en het gemis van dat gevoel van zelfstandigheid, van eigenwaarde, dat den mensch in staat stelt waarlijk menscli te zijn. Het volgend deel van sprekers rede was gewijd aan de bespreking van datgene, wat, naar veler oordeel, kan worden aangewend om den geschetsten nadeeligen toestand der maatschappij te verbeteren. Ten slotte uitte hij den wensch, dat door het gesprokene de aanwezigen mogten zijn opgewekt om het onderwerp van behandeling nader te bestudeeren, ter bevordering waarvan de titels van eenige werken, daarover handelende, werden opgegeven. Jl. Zondag stond het hek van het park van het Loo open. Men beschouwde dit als eene stilzwijgende uit- noodiging om binnen te treden en op de vijvers te gaan rijden, wat de Koning vroeger dikwijls vergunde en bij welke gelegenheid zelfs ververschingen werden beschikbaar gesteld. Toen een aantal rijders op de bevrozen vlakte waren, verschenen de Koning en de Koningin gearmd onder de menigte en werden met gejuich begroet. De Koning verlangde, dat men een wedstrijd op schaatsen zou organiseren, die nu, daargelaten de ingevallen dooi, wel geen plaats zal hebben. De Amsterdamsche Courant is van oordeel, dat het thans, na den dood van Px-ins Hendrik, niet meer aangaat de fonteinen op Soestdijk te doen stellen. Zij acht die levendige, bruischende fonteinen te weinig overeenstemmend met den gemoedstoestand der weduwe. Daarom wenscht genoemd blad, dat in de plaats van het vastgestelde geschenk een ander worde gekozen: de vergroote buste van den Prins op een monumentaal voetstuk. De opper-cei-emoniemeester maakt bekend dat, inge volge de bevelen des Konings, het Hof den rouw zal hadden bij de bloemen hunner voorvaderen. Trouwens, het moet gezegd worden dat Danilo's huis nooit of nimmer eenige gelijkenis met een woestenij had gehad. Integendeel: bekoorlijk gelegen als het was tusschen een uitgestrekte steppe en een even uitgestrekt woud, tusschen een diepe rivier en een rijk bewassen vlakte, tusschen een hoogen berg en een frisch dal, was het, zoodra men het in het oog kreeg, een lust ora te zien. Ten noorden breidde zich de eindelooze steppe% de balsemgenrige steppe uit. Men zou het een oceaan van groen hebben kunnen noemen, hier en daar afgewisseld door bloemen. Zuidwaarts ver hieven zich de bergen, hier met bosschen beplant of als smaragden schitterend onder het welig struikgewas, ginds weer onbebouwd en steenachtig van aard. De bekoorlijke vallei, waar de diepste een zaamheid heersehte, waar geen wegen of paden te vinden waren, strekte zich oostwaarts uit. De donkerblauw getinte rivier bespoelde de oevers der vlakte. Hier weerkaatste ze in haar strooming het azuur des hemels tusschen de buigzame riethalmen, verderop weer slingerde zij zich tusschen de rotsen en kronkelde zij schui- meud voort onder een gewelf van donkergrauw graniet. Godenwat was het heerlijk in dat hoekje van de wereldAls de zon opging, fonkelde het rijkbedauwdc veld als onder een regen vnn diamanten. De vogels, halverwege tusschen de twijgen ver scholen, begonnen te fladderen en te zingen, en een lichtbewogen nevelsluier, door de stralen der ochtendzon als verguld, wiegelde zich zachtkeus boven de rivier. Mijn hemel! hoe liefelijk geurde heel die stille vallei onder den eersten aanblik der zon. En de toppen der bergen? Zij schitterden als metaal. En het bosch? Het begon langzamerhand te ontwaken'. En de steppe Het was er óón en al mengeling van schaduw eu van licht, zoover het oog door kou dringen in haar diepten en haar vlakten. Zoo was er de dageraad, de ochtendstond; maar de dag, hoe u dien af te schilderen? Een stortvloed van licht onder een azuren gewelf, de zegekreeten der vogelen, het gemurmel der golven, heel de natuur zich badend in een zee van vreugde en van vrede! Als de avond kwam, die vreedzame en liefelijke avondstond in de Ukraine gij vermoedt het reeds: de sterren allengskens zich vertoonend om hare hulde te brengen aan de maan, als deze in ul den glans harer zachte majesteit verschijnt: en, aan den horizont, violetkleurige streepen van allerlei schakeeriug, die straks geheel verdwenen zullen zijn, maar nu nog een laatste schijnsel werpen op de half sluimerende en zwijgende steppe. De zoom van het woud wordt somber, bijna gestreng; een groote rots, in een geheim zinnig duister gehuld, laat haar schaduw vallen op een andere rots, haar zuster, die er uitziet als een blok zwarte git, waarop van boven het licht valt. En eindelijk de kleine, lommerrijke tuin, vol bloeiende kerseboomen, waarachter het aardige venster van het huisje tusschen de takken der wilde rozenstruiken heen schemert,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 1