HELDERSOHE EN NIEUWED1EPER COURANT. Wienws- ei Advertentieblad ïoor Hollanls Noorderkwartier. 1879. N°. 36. Zondag 23 Maart. Jaargang37. „W ij huldigen li e t goed e.M Verschijnt Dingsdajr, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal/1.30. franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advprtentiën: Van 14 regel» 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. F.lkcn Donderdag vertrekt de mail naar Oost-lndië. L wtste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en NIEUWED1EP, 22 Maart. Door het departement van Marine is jl. Donderdag te 's Hage aanbesteed: het maken van een woongebouw- voor de dienst van het Loodswezen aan de haven van IJmuiden, met den aankleve van dien; minste inschrijvers de heeren Gebr. Moorman, alhier, ad f' 13,700. Te luitenant-kolonel Kromhout, belast met-de leiding der genie-werkzaamheden alhier, zal, volgens nadere be slissing, tevens werkzaam blijven aan het departement van Oorlog. Onder zijn beheer zal de kapitein Schalken optreden als eerstaanwezend ingenieur. Zr. Ms. stoomschip Cornelis Dirks, onder bevel van den kapt.-luit. ter zee Baart de la Faille, is op 8 Jan. 11. naar Pucrto Cabello (Venezuela) vertrokken, daarheen ontboden door den Duitschen consul, tot bescherming van de Nederlandsclie onderdanen en hunne belangen. Genoemd stoomschip is den 13 Febr. in de haven van Cura^ao teruggekeerd. Dr. Pool en ds. Haverschmidt komen voor op het twaalfral te Veendam. Bedankt voor de toezegging van beroep naar Hoorn op Texel door ds. Wieringa, predikant te Sleggerda. De Prinsen Frederik en Alexander en Prinses Marianne hebben de pogingen der commissie, om een hcrinnerings- teeken te stichten ter nagedachtenis van den dichter van Zeggelen, door belangrijke bijdragen gesteund. De beschrijvingsbrief voor de algemeene vergadering van het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap is thans verschenen. Die vergadering zal plaats hebben den 30 en 31 Julij cn den 1 Augustus e. k. te Rotterdam. Onder de punten van behandeling komt o. a. voor: een voorstel tot stichting van een eigen orgaan van het Genootschap, minstens éénmaal per maand op een vasten datum ver schijnende; verder bespreking van deze onderwerpen: 1. Het voortgezet lager onderwijs in verband met deze wet. 2. Op welke uren van den dag kan voortaan het onderwijs in de vrouwelijke handwerken gegeven worden? 3. Wat moet de herhalingsschool worden onder de nieuwe wet? 4. De sol-fa-methode en hare toepassing op de lagere school. 5. Welke kennis van de theorie der muziek is een vereischte voor den onderwijzer der lagere school? 6. Over de practische opleiding der onderwijzers. 7. Hoever gaat onder de tegenwoordige omstandigheden het opvoedend vermogen der lagere school? 8. Hoe kunnen de hoofden der scholen best voldoen aan 't voorschrift in art. 21 der nieuwe wet? 9. Is het waar, dat van de eenzijdige op vatting van sommige paedagogisclie beginselen voor de school gevaar te duchten is? 10. Is invoering van het handwerksonderwijs in de Nederlandsclie lagere scholen wensclielijk? 11. Wat is er voor en tegen het toekennen van beurzen aan jongelieden, die tot onderwijzer worden opgeleid? 12. Welk nadeel is er verbonden aan het gebruik maken van specialiteiten bij de acte-examens voor onderwijzers? Door een bewoner van het eiland Wieringen is een jonge eidergans gevangen, die aan het Zoölogisch Genoot schap Natura Artis Magistra te Amsterdam ten geschenke is gezonden. Het is eene groote zeldzaamheid, dat die soort SZEGEDIIV. Slot. Als een merkwaardige, ongetwijfeld echt Magyaarsche proeve van waterbouwkunst kon voorts de schipbrug over de Theiss worden beschouwd. Nooit had ik vroeger iets dergelijks gezien en ik zal ook wel nimmer weder zoo iets te zien krijgen. Op een twaalftal groote, ongelijksoortige vaartuigen, die zeker sedert vele jaren niet met teer in aanraking zijn geweest, rust een brug van demonische gedaante, scheef en schots, gruwzaam als een akelige droom, als een nachtmerrie. De leuning, ruw zaamgevoegd, bestond uit balken, die door de kracht der zonnestralen waren gebarsten en gespleten; de planken van het dek waren vergaan en versplinterd. Nergens was een spoor te ontdekken van verf of teer. Toen er een wagen over dit merkwaardig bouwproduct ging, steunde en kraakte en piepte en knarste het in alle voegen en doelen „het riep om den bootsman," zooals zeelieden plegen te zeggen. Ik kreeg geen hoog denkbeeld van de waterbouwkundige ingenieurs uit het Czongrader comitaat. Des avonds was het te Szegediu het schoonst. De groote lui hielden pantoffelparade onder de acasia's langs de wegen. In de rigting van de Theiss verhief zich als in schaduwen gehuld het oude kasteel en daarboven rees de maan, die door de nevelen der moerassen kolossaal werd vergroot, in roodeu, matten weerschijn. Naarmate zij hooger steeg, nam zij in glans toe eu verlichtte het stille water en de stad, waar men, te haren gevalle, de lantaarns niet ontstoken had. Slechts op één plaats, op het marktplein, vertoonde zich licht, en dat wel in groote hoeveelheid. Daar werd namelijk door een koorddansers-gezelschap in de open lucht bij fakkel- en lamplicht een voorstelling gegeven, en het leverde een fantastisch gezigt op als een of ander acrobaat zich in zijn rooskleurig tricot hoog boven de donkere menigte verhief en door den helderen glans der maan beschenen eensklaps duidelijk te voorschijn kwam. De toeschouwers waren ten zeerste voldaan en aan het "Eljen"gercep kwam geen einde. Uit naburige kroegen hoorde men schril en snijdend het geluid van viool en klarinet. Nu en dan voerde de zachte avond wind van de Theiss een minder aangenaam riekenden luchtstroom ganzen naar hier afdwalen. Zij behooren thuis in Noor wegen, alwaar zij groote bescherming ondervinden, omdat zij, evenals de bergeenden, hun nest bouwen met hun eigen dons, hetwelk de bevroners later van het nest weg halen. De vogel heeft de grootte van een rotgans, is donkerbruin van veêren, waarover hij een witten dousachtigen mantel schijnt te dragen. Ter wederzijde van den kop heeft hij een wit schild, en aan het einde van den geelen snavel eene verhevenheid, geheel overeenkomende met den nagel van een vinger. Men schrijft uit Nieuwe-Niedorp, dd. 10 dezer: „Onze leeraar, de heer A. C. H. Calkoen, herdacht heden, naar aanleiding van Psalm 48 .10, zijne op den 12 dezer vervulde 25jarige Evangeliebediening, achtereen volgens in de gemeenten Sint-Maarten en Valkoog, Zuid* Zijpe en Eenigenburg, Winkel en gedurende de laatste 9 jaren alhier. Eene buitengewoon talrijke schare vulde het ruime kerkgebouw, en de plegtigheid werd niet weinig verhoogd, toen aan het einde door den heer dr. J. M. Assink Calkoen, van Sloterdijk, een hartelijk woord tot zijnen broeder, onzen leeraar, werd gerigt. Na afloop der godsdienstoefening zong een kinderenkoor en daarna de gemeente hem eene zegenbede toe in twee voor dit doel vervaardigde liederen. Ilad het onzen feestvierenden leeraar voor veertien dagen bij gelegenheid zijner 25jarige echtvereeniging niet ont broken aan talrijke bewijzen van hartelijke deelneming, waarvan eenige sierlijke geschenken getuigden, ook heden was de deelneming groot. Moge hij nog vele jaren gesterkt worden tot zijnen arbeid en Gods zegen ondervinden bij zijn pogen om der gemeente tot waren herder en leeraar te zijn!" Op 1 April a. s. zullen de post- en telegraafdienst te Enk huizen vercenigd worden, onder het beheer van één ambtenaar, hoofd van het vereenigd kantoor. Jl. Woensdag nacht is te Amsterdam een persoon door twee mannen aangerand en, nadat hij van de weinige voorwerpen, die eenige waarde hadden, was beroofd, in het water geworpen. Hij heeft zichzelven gered. In het Hbl. wordt de aandacht gevestigd op de pleg tigheid, waarmede den 23 Februarij jl. aan de Belgische exposanten op de wereldtentoonstelling van het vorige jaar, de door hen behaalde onderscheidingen werden uitgereikt, in tegenwoordigheid van de koninklijke familie. Daarbij werden 43 industriëlen en ingenieurs door de regering tot ridders van de Lcopolds-ordc benoemd. Opmerking verdient ook, dat toen bij het einde der tentoonstelling de Fransche regering aan de verschillende afgezanten of hoofdcommissiën de vraag stelde, wie van hunne landgenooten zich zoodanig onderscheiden hadden bij gelegenheid der tentoonstelling, dat zij waardig waren met liet Legioen van Eer te worden gedecoreerd, Belgie eene lijst gaf van 25 verdienstelijke industriëlen, terwijl namens Nederland het antwoord luidde: de hoofdcommissie. De schrijver wijst op dit voorbeeld van Belgie, opdat de Nederlandsclie regering wete, dat de industriëel, die zich opofferingen getroost om de eer van zijn land ook in het buitenland te handhaven, volkomen het regt heeft op eene vorstelijke onderscheiding, die hem zeiven aanmoedigt en anderen aanleiding geeft, om bij de eerst volgende tentoonstelling hem na te streven en evenzeer te geraken tot eene openlijke erkenning van aan het vaderland bewezen diensten. Hij hoopt, dat ons tegenwoordig ministerie aan, die zich vereenigde met den walm van de fakkels en met den kruiddamp van een klein vuurwerk, 't welk het gezelschap ten besluite der voorstelling ten beste gaf. Het feest leverde een belangwekkend, eenvoudig, vrolijk geheel op. Ja, eenvoudig en vrolijk!... Nu is alles door de vuile wateren van de Theiss bedekt en geheel Szegedin is een puinhoop. De augst der arme bewoners voor de ramp moet gruwelijk geweest zijn, even gruwelijk als hun ongelukkige toestand. Ik heb zulke zaken mede doorleefd. Onder dc technische werken van den mensch kan men zich moeijelijk iets prachtigers denken dan de dijken, die zich aan de kusten der Noordzee, van Jutland af tot Frankrijk toe en ver landwaarts in langs de monden der rivieren, uitstrekken. Zij worden met buitengewone naauwgezetheid onderhouden en heb ben van hoogerhand aangestelde opzigters, dijkgraven geheeten, onder welke b. v. ook eenmaal Otto von Bisraarck-Schönhausen behoorde. In de Noordzee is het verschil tusschen den gewonen eb- en vloedstand gemiddeld 12 voet; bij stormweder stijgt het water dikwijls tot 30 voet. Tot op die hoogte verheffen zich ook de dijken, magtige wallen werken waaraan eeuwen lang is ge bouwd en waarachter het land zich bevindt, dat in den regel lager is gelegen dan de normale stand van de watermassa, legen wier geweld het moet beschermd worden. Als zich echter springtij en stormvloed vereenigen, als de noorden- en noordwestenwind de wolken uiteenjaagt en de wateren der Noordzee tegen de dijken en in de rivieren drijft, dan stijgt het zoo hoog, dat het tot aan den kruin der dijken staat. Dan ziet men voor zich de geweldige massa van de zee en aclitcr zich, dertig voet dieper, de groene weiden, de rijke boerenhofsteden, de vette kudden en een angstig gevoel bekruipt den toeschouwer. En daarbuiten blijft de storm de zee opzweepen, de zware golven rollen dreunend aan en kijken met hur. witte koppen begeerig over de dijken naar het land daarachter. Als het water dan honger en hooger stijgt, gelijk b. v. in 1825 het geval was, als de branding boven aan den kruin, waar de dijk slechts circa 12 voet breed is, wroet en scheurt, en boort en de grond bezwijkt... lieer mijn God, dat is vreeselijkEn als dan daarboven een stuk door het water wordt weggerukt, dan is de bres gemaakt. Immer sterker dringt het water aan, altijd grooter ten minste toonen zal te beseffen, dat decoratiën niet alleen als speeltuig voor hovelingen en ambtenaren zijn ingesteld; zoolang handel en nijverheid het hoofdbestaan uitmaken van Neêrlands welvaart, dient allereerst de verdienste erkend te worden van hen, die daaraan al hunne talenten wijden. In de omstreken van Sloten (Noordholland) heeft de rogge door de nachtvorsten der laatste dagen zoozeer geleden, dat verscheidene stukken omgeploegd moesten worden. Aanvankelijk stond dit gewas, evenals de tarwe en andere gewassen, naar wensch. De oogst van 1878 is over het algemeen niet meegevallendit, gevoegd hij de lage prijzen van koren en stroo, heeft tengevolge, dat het afgeloopen jaar voor de landbouwers niet tot de voordee- ligstc behoort. Bij koninklijk besluit is de heffing van den gemeente- accijns op liet gedistilleerd, ad f 12 per HL., voor de gemeente Hcllevoetsluis bestendigd tot ultimo April 1880. Opheffing of vermindering dier plaatselijke belasting zou tot eene zeer ongewenschte verhooging van den hoofdelfjken omslag hebben geleid. De uitgeloofde pachtsommen van het wei- en hooiland te Capelle (Langstraat) bedragen gemiddeld 25 a 30 pCt. minder dan verleden jaar. Alleen de puike kwaliteit weiland doet weinig minder af, doch op het hooiland is het verschil zeer belangrijk. De verhuring der landerijen te Blokzijl levert een scherp contrast met vorige jaren, wat betreft het bedrag der huurgelden. Zoo werd op het eind van het Steenwijker diep een perceel gehuurd, dat in 1878 opgebragt lieeft f 48 en nu slechts tot f 23 klom, dus meer dan 50 pCt. gedaald is. Als oorzaak van dezen achteruitgang meent men mede te moeten noemen, den weinigen aftrek van hooi naar Holland en Engeland. De pastoriegoederen te Nooixldijk, groot 1G bunder best hooi- en weideland, zijn jl Donderdag verhuurd voor f 1400, terwijl in 1877 daarvoor werd besteed f 2400 en in 1878 nog bijna f 2100. De knecht van den timmerman Verhagen, die voor eenige dagen te Vrijhoeven opzettelijk het huis van zijnen baas trachtte in brand te steken, heeft gulhartig hekend, dat hij, die reeds een huis gehuurd en met Mei zou gaan trouwen, van gedachte was dan spoedig in de klanten van zijnen haas te zullen komen, omdat hij hem verscheidene jaren zoo trouw gediend had. Bij den landbouwer C. van Elten, te Nieuwerbrug bij Bodegraven, heeft een schaap 5 bonte lammeren geworpen, die allen springlevend zijn. Te Beusichem heeft de „oude schimmel" van den heer C. Koedam deze maand zijn drie-en-veertigste jaar bereikt, zeker wel eene zeldzaamheid onder de paarden; vooral als men er bij weet, dat het dier nog vlug ter heen is en nog dikwijls voor den ploeg loopt, om zijne jongere natuurgenooten te dresseeren. Uitgezonderd liet kaauwen, vertoont die nestor onder het paardengeslacbt dan ook nog geen enkel der gebreken, anders aan zulk een leeftijd eigen. Door den raad van Kampen zijn B. en VV. gemagtigd, om a. s. Donderdag over liet oprigten eener modelnoeve op liet Kampereiland met den heer Sluis, van den Beemster, te onderhandelen. Te Leeuwarden is eergisteren in 74jarigen ouderdom overleden de heer dr. J. G. Ottema, die zich door zijne wordt de scheur; het gaat als een waterval, die van oogenblik toi oogenblik aan kracht wint, naar beneden. De dijk waukelt en bezwijkt, en door de veroverde ruimte komt met donderend geweld de zee, dat wangedrocht, in het land, begraaft menschen en vee en alle bezittingen; en over de vette, weiden ligt de zware water massa een ontzettend gezigt! De arme Szegediners moeten gruwzamen angst hebben uitgestaan toen de graauwc Theiss over den spoorwegdijk kwam aanrukken. O, het water kan akelige toonen doen hooren Het suist: „Ik kom!" Het roept: „Ik kom!" Het schreeuwt: „Ik kom!" Het buldert: „Ik kom!" Het brult: „Ik kom!"... En dan is het er, eerst laag, in het volgende oogenblik ontzettend veel hooger; het komt van alle kanten aanzetten, springt als 't ware uit den gl-ond op, dringt voort, klopt aan alle deuren, drukt de glazen in, dringt door de ramen binnen, rukt alles mede wat verplaatsbaar is, verdrinkt menschen en vee. Wee het huis, dat zich verdedigt en niet in verdedigbaren staat is. Wee de menschen, die er zich aan toe vertrouwen. De vloed rijst en beweegt zich tot dc muren wankelen, tot de balken kraken. De arme menschen binnen zien het ijselijkste en hooren de akeligste geluiden! Maar het woeste dier buiten breidt zijn geweldige schouderen streds verder uit: „Ik kom!" De muren bezwijken, de gebindten van het dak bewegen zich, het dak stort naar beneden cn begraaft alles in den vloed. liet is voorbij De stroom gaat verder, verder, verder! Lijken van menschen en dieren, huisraad, de gehecle have is in de kleverige watermassa begraven. Alles is te gronde gegaan; alleen de ganzen bewegen zich als witte stippen boven het graf. Eindelijk houdt dc aandrang op; het niveau is bereikt, het water rust, rust met spiegelgladde oppervlakte eu inct niet weer te geven kalmte op zijn vernielingswerk. Dan komt het morgenrood en spoedig daarop rijst de zon naar omhoog, lagchende en zich met de meeste onverschilligheid iu het blanke water spiegelende, het water 't welk zoo helder schittert, dat men er naauwelijks de oogen op gevestigd houden kan. Als de zon weg is, komt het avondrood en dan verrijst de zilveren maan uit de uevelen der moerassen en beproeft op hare beurt hetzelfde spel... Die arme menschen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 1