HELDERSCHË
EIV IVIEITYVED1EPER COURAIVT.
Nieuws- ei Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1879. N". 38.
Vrijdag 28 Maart.
Jaargang37.
Mijne nicht Estella.
,,\V ij huldigen
het g o c d e."
Verschijnt Jliiigsdai*, Donderdag en Zatunlag namiddag.
Ab innementsprijs per kwartaalƒ1.30.
w B franco per post - 1.03.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN 163.
Prijs der A dvertentién: Van 14 regels 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer verzenden wij afzonderlijk: 1het Raads-
verslag van jl. Dingsdag2. Kennisgeving van het Gemeente
bestuur; 3. Opgave der Stoomschepen van de Maatschappij
Nederland. Buiten-Abonné's zenden wij dit Bijvoegsel op
aanvrage franco toe.
HELDER en NIEUWED1EP, 27 Maart.
Naar aanleiding van Zr. Ms. besluit van 25 Maart wordt
Zr. Ms. fregat Evertsen met 26 April a. s. in dienst gesteld,
onder bevel van den kapt. luit. ter zee jbr. C. C. Six.
Op verzoek van de Maatschappij tot exploitatie van
Staatsspoorwegen, van de Nederlandsche Rijnspoorweg-
Maatscliappij en van de Hollandsclic IJzeren Spoorweg-
Maatschappij, zijn door den hoogleeraar Donders voorloopig
de eischen vastgesteld voor bet gezigtsvermogen van bet
nieuw aan te stellen personeel bij genoemde Maatschappijen.
Voor dit onderzoek is o. a. bier aangezocht dr. Hellema.
Zestal bij de Hervormde gemeente alhier: Bacli te
Lutkewierum; Bruins te Aartswoud; de Holl te Bedijkte
Schenner; Ter steeg te Terborg; Slotemaker te 's Heerenberg
en Bienfait te Tilburg.
Gisteren avond is door de politie opgevischt liet lijk
van een sedert Vrijdag jl. vermisten tamboer der infanterie,
hier in garnizoen. Op dien avond bad bij, in zeer be
schonken toestand, het Café Concordia aan de Weststraat
verlaten. Hij schijnt regelregt uit dat buis in bet water
te zijn geloopen, want bij werd daar opgevischt.
Schipper Zwartveld, van de viscbsloep Susanna Maria
Catharina, deelt mede, dat bij op 23 dezer ter hoogte van
Doggersbank beeft zien zinken bet barkschip Pan, beladen
met ijs. De equipage, die in het want zat en om hulp
riep, kon door storm en hooge zee, die over bet schip
sloeg, dat geheel op zijde lag, niet gered worden, zoodat
zij met bet breken van de groote mast overboord sloeg en
verdronk. Schipper Zwart aeed verscheidene pogingen tot
redding, doch te vergeefs.
Voor bet leger zijn bij wijze van proef Hongaarsche
paarden aangekocht a f 520, franco naar de garnizoens
plaatsen in Nederland. In de laatste jaren was de remonte-
prijs f 640 a f 650.
Tot directrice van de bewaar-handwerksschool te
Terschelling is benoemd mejufvrouw G. Hartman, onder
wijzeres te Groningen.
Men schrijft ons uit Alkmaar dd. 26 dezer:
„In de heden gehouden raadsvergadering, is liet verzoek
der lieeren Ch. Bosch Reitz c. s. om p. m. 3100 centiaren
gemeentegrond in koop of in erfpacht te erlangen, tot bet
stichten en exploiteren eener ijzergieterij en fabriek van
stoomwerktuigen alhibr, in overweging genomen, en besloten
dien grond op de voorwaarden, door Burgemeester en
Wethouders voorgesteld, doch tegen een koopprijs van f4
per centiare, aan de verzoekers af te staan."
2)
Nnar liet Eugelsch van NELLA PAKKER, door DIENA.
(Vervolg.)
Zou alles evenzoo blijven, als Estella bij ons was? Ik beken,
dat ik een weinig benieuwd was dit te weten, toen ik Stepben
goeden nacht wciisclite op den avond, die den dag voorafging
waarop zij komen zou. Misschien was ik eenigszins verdrietig,
omdat hij bij zijn besluit bleef om den volgenden avond niet tc
komen, Hij zeide, dat hij zou wachten tot onze eerste blijdschap
over was. Voor een oogenblik vreesde ik, dat Estella's tegen
woordigheid in ons huis niet dat onvermengde genot zou opleveren,
dat ik er mij van had voorgesteld, doch ik verdreef die gedachte
met zoo goed gevolg, dat, toen ik den volgenden morgen ontwaakte,
mijne verwachtingen omtrent de ontmoeting met mijne nicht zoo
helder waren als de zonneschijn, die door het venster gluurde.
Madame ltenée, in wier huis mijn oom gestorven was, had hare
belofte gehouden en een geleide voor Estella gevonden, zoodat de
bezorgdheid mijner moeder omtrent dal punt verdwenen wa». llaar
besluit om Estella bij hare aankomst te ontmoeten aan het Charing-
Cross station werd bepaald afgekeurd door onze oude dienstbode
Hannah, die zoolang bij ons gewoond had, dat wij geleerd hadden
tot haar op te zien als tot eene getrouwe vriendin, in wier handen
onze belangen even veilig waren, als in onze eigene.
«Er is geen sprake van om u alleen te laten gaan, mevrouw!"
riep zij uit. //Wel, gij zoudt zeker verdwalen in dat groote station,
om nog niet eens te spreken van den koetsier eens zooveel te
moeten betalen als hem rechtmatig toekomt! Neen, neen, gij
blijft rustig tehuis en ik zal zorg dragen voor miss Estella en
hare bagage."
Eeist maakte mijne moeder tegenwerpingen, omdat zij vreesde,
dat Estella het niet vriendelijk zuu vinden, maar ten laatste kreeg
Hannah haar zin. Na gedurende een kwartier verdiept te zijn
geweest in haar Guide to London, zonder de verschuldigde achting,
waartoe niets haar kon bewegen zulke wolven te ontmoeten, als zij
oprecht geloofde dat Loudeusche spoorwegbeambten en koetsiers
waren, en na nog een kwartier te hebben besteed om de kleine
keukenmeid de les te lezen, vertrok Ilanuah, juist terugkeerende,
toen mijne moeder begon le vreezen, dat er een ongeluk had plaats
gehad.
Terstond daarna zag ik het rijtuig den hoek van den weg om
slaan en vloog ik naar het hek van onzen kleinen tuin, om Estella
te ontvangen.
„I' ben zoo blijde, dat ge hier zijtriep ik opgewonden uit,
terw' ik de kleine hand vatte, die zij mij toestak.
„En ik ben nog blijder hier te komen, Marguerite antwoordde
zij, haren dichten sluier opslaande. Daarop hielden wij elkanders
Te Xieuwe-Niedorp werd jl. Zondag liet nieuw-
gestichte kerkgebouw voor de Doopsgezinde gemeente aan
zijne bestemming toegewijd. Des namiddags werden door
een koor van zestig kinderen cenige schoone liederen in
bet kerkgebouw gezongen. Vanwege bet kerkbestuur wer
den die jeugdige zangers en zangeressen rijkelijk onthaald.
Uit Haarlemmermeer wordt bet volgende gemeld:
„Het winterkoren, dat door de langdurige, strenge vorst
veel geleden heeft, ondervindt op nieuw aanmerkelijke
schade tengevolge van bet ruwe Maartweder. De oogst
van dit product zal dus niet gunstig zijn. De toestand
vau den veestapel blijft gunstig. Hooi is er nog in overvloed."
Te 's Hage overleed dezer dagen in 70jarigen ouder
dom de beer jbr. mr. Gevers Deynoot, lid der Tweede
Kamer voor bet hoofdkiesdistrict Dordrecht. Met cenige
tusschenpoozen beeft bij sedert 1852 zitting in die Kamer geliad.
Aan een artikel „Pennckrassen" uit Friesland ontleenen
wij aan bet U. D. o. a. de volgende regelen.
„Het leven der Friesclie landlieden toch „rolt" niet langer
„genoeglijk,' want hooge buren en dalende prijzen liggen
als hoekige steenen op den weg. Die toestand was te voorzien
en dat niemand verraden beeft, hoe bij den tijdgeest bet:
Menernene, tekel, voorden boerenstand zag schrijven, getuigt,
dat onder de Friesclie opmerkers bet verstand zich huwt aan
de gave der profetie.
In doorsnede genomen, toch hadden de Friesclie land
bouwers dit zwak. Zij geloofden, dat de hemel hun uit
sluitend mannelijke telgen schonk, om te waken, dat de
boeren in Friesland niet langzamerhand wegstierven als
bet ras der Indianen in Amerika en boe dikwerf ook de
natuur protest liet aanteekenen tegen die meening, door
bet schenken van talenten, die de reuzen naar den geest
vormen, het nationale in bet Friesclie karakter, stijfhoof
digheid, verloochende zich nietde zoon moest als de vader
boer worden en met de spade op den rug de mollen ver
volgen, of in kruiwagens bijeenbrengen, wat de koeijen in
haar, ver van vlekkeloozen levenswandel lieten vallen, in
plaats van een sieraad voor den kansel, voor de balie, of
vodr bet Parlement te worden. Zoo werd langzamerhand
de verhouding tusschen bet aantal eandidaten en „te buur
geboden" boerderijen, ongeveer als die tusschen de sprink
hanen en de korenaren op den akker en bet gevolg daar
van, dat hooger huurprijzen geboden werden, dan zelfs de
gunstigste opbrengst dekken kon. De landeigenaars lachten
achter bet scherm en papa betaalde uit zijn beurs de
glorie van zijn zoon. Nog een andere zwakke zijde bad
ae boerenstand. Hij respecteerde voor zijn vak de weten
schap, zooals de Khedive van Egypte de adviezen der
Engelscbe financiers respecteert; bij zag in baar niet zijn
bondgenoot, maar zijne vijandin en als bij zijn akker bebouwde,
zijn vee opvoedde voor bet mes van den slager, altijd
droeg bij nog de pantoffels van zijn over-grootvader.
hand vast, zoonis wij deden toen wij kinderen waren, en traden in
den gang, waar mijne moeder Estella opwachtte.
Zelfs nu, terugziende, kan ik nauwelijks zeggen, vanwaar de
overtuiging kwam, gedurende de eerste uren van haar verblijf in
ons huis, dat Estella veranderd was, hoewel ik onmogelijk had
kunnen zeggen, waarin die verandering bestond, want zij was even
beminnelijk en vriendelijk als altijd; evenwel gevoelde ik het en
was eenigszins teleurgesteld. De kamer, die voor haar bestemd
was, grensde aan de mijnedoch vóór zij bij ons kwam had ik
gehoopt, dat zij liever de mijne met mij zou willen deelen, omdat
deze veel grooter en naar het mij voorkwam veel aangenamer was.
Mijne moeder had echter wijselijk besloten, dit geheel en al aan
Estella's keuze over te laten. Toen ik het voorstel deed, weigerde
zij zeer vriendelijk en op eenc wijze, die bet volkomen duidelijk
maakte, dal zij daarin geen genoegen kou neinen.
„Ik ben somtijds droefgeestig, Marguerite," zeide zij met een
treurig glimlachje; „droefgeestige mcnschen zijn het liefst alleen.
Overigens en een zweem van wat zij vroeger was keerde terug
wil ik niet, dat gij of rnijue tante mij moede wordt en wil u
slechts de beste zijde van mijn karakter toonen. Ik zeg u echter
dank voor uwe vriendelijkheid, ma cousine; ik zal zeer dikwijls bij
u komen zitten in uwe kamer."
Van dat oogenblik af begreep ik, dat Estella wensehte, dat er
eene zekere afscheiding tusschen ons zou bestaan en was mij na
tuurlijk niets anders overgelaten, dan dien wensch te eerbiedigen.
Er was echter nog iets anders, dat mij verwonderde omtrent
mijne nicht. Ik wist, dat zij treurde om liet verlies haars vaders,
zooals vrouwen dikwijls treuren om vaders of eebtgenooten van
wie ze weinig meer ontvangen hebben dan venvaarloozing en on
rechtvaardigheid, doch dat was zeker geen reden voor de klaar
blijkelijke moeite, die zij deed, om er zoo onvoordeelig mogelijk
uit te zien. Al wat zij deed kon hare wonderbare schoonheid niet
verbergen, maar, ik moet zeggen, zij deed haar best om die te
verminderen. Er was niet de geringste versiering aan haar diep
rouwgewaad te bespeuren, en wns ik niet een weinig verontwa ir-
digd geweest, dan zou ik mij vermaakt hebben met hare vruchte-
loozc pogingen om de golven uit haar dik zwart haar te borstelen
doch het hielp niets, het nauwsluitend zwart kleed, bijna non
achtig in eenvoudigheid, deed Estella's volmaakte taille op het
voordeeligst uitkomen en haar blanke huid nog blanker schijnen
door het contrast," terwijl de wijze, waarop zij de haarslrengels
achter op het hoofd bevestigde, in volmaakte overeenkomst was
met hare klassieke schoonheid. Werkelijk, ik vermoed, dat, terwijl
ze trachtte er onbehagelijk uit te zien, ze hare schoonheid meer in
het oog deed loopen door hare verregaande miuachting voor mode.
Wat mij nog meer verwonderde, was de ontdekking, dat dit geen
nieuwe gril was, want toen ik haar den volgenden morgen hielp
in het ontmakken en arrangeeren van hare garderobe, bemerkte ik,
Dc gevolgen konden niet uitblijven cn zij zijn ook niet
uitgebleven, zoonis de ondervinding nu reeds leert.
Aan de Maatschappij van Landbouw komt de eer toe der
toepassing van een krachtig geneesmiddel; het afvaardigen
eener commissie naar Denemarken, om de zuivelbereiding
in baar ganschen omvang na te gaan. Hulde der commissie
voor baar uitstekend rapport! YVij wenschen liet de eere
plaats toe in het gezin van iederen landbouwer, ook buiten
Friesland.
Met genoegen constateeren wij daarnevens het feit, dat
de daarin gegeven wenken reeds hier en elders opgevolgd
worden, omdat we daarin een bewijs zien, dat het rijk, waar
Huurgeest en Vooroordeel den heerscliersstaf zwaaijen,
tusschen enger grenzen zamen getrokken wordt.
In bet hoofdkiesdistrict 's Hertogenbosch is jl. Dings
dag tot lid der Tweede Kamer gekozen de lieer mr. J.
de Bruyn, met 1444 der 1588 uitgebragte stemmen. Op
mr. F. baron van Rijckevorsel werden 128 stemmen uitgebragt.
Eene commissie uit de kiezers van Middelburg over
handigde dezer dagen aan den lieer mr. D. van Eek het
hem toegedachte geschenk (een tafelstuk), wegens zijn
30jarig lidmaatschap der Tweede Ivamer. De heer v. E.
ontving de leden der commissie, cenige ministers en de
meeste veteranen der Kamer aan zijne tafel.
De nommers van gestolen banknoten is men gewoon
aan de bankiers te zenden.
Te Hildeslieim heeft de politie dit stelsel toegepast op
veertig erkende dronkaards, en eene lijst van hunne namen
gegeven aan de houders van tapperijen, met verbod hun
te tappen.
In den regel waclit de dief van effecten zich wel om die
ter inruiling aan de bankiers te geven en zeer waarschijnlijk
zullen de veertig dronkaards zich evenmin bij de tappers
van Hildeslieim aanmelden. Zij zullen zich van tusschen-
personen bedienen en toch dronken worden. (Arnh.Crt.)
„Een drooge Maart is geld waard," zoo meldt men uit
Varsseveld, was de spreuk der vaderen en ook nog dc onze,
maar zoo'n vinnig koude wind als nu waait, die door „linnen
en wollen" gaat, en wiens ijzig kille adem het reeds eenigs
zins ontluikende landschap weer een graauw, treurig winter-
aanzien heeft gegeven, zoo'n kou, gepaard met felle vorst,
zullen ze er wel niet bij bedoeld hebben. De tuin- en landbouw-
werkzaamlieden, die verleden week in vollen gang waren,
zijn dan ook allen als met een tooverslag gestaakt en de
velden zien er even verlaten uit als in het hartje van
den winter.
Thans is vastgesteld, dat de algemeene tentoonstelling
van vee, voortbrengselen van en werktuigen voor den landbouw,
vanwege de Maatschappij van Landbouw en Veeteelt in
Friesland, den 26 en 27 Augustus e. k. te Leeuwarden zal
worden gehouden. Een groot aantal prijzen is uitgeloofd
die van liet hoofdbestuur zullen, naar verkiezing der be-
dat de kleederen, die zij vóór den dood van mijn oom gedragen
had, allen op dezelfde wonderlijk eenvoudige wijze gemaakt waren.
Indien ik mij niet bewust was geweest van de groote verande
ring in Estella, zou ik toen zelf getracht hebben mijne nieuws
gierigheid te bevredigen, want ik kende de denkbeelden van mijn
oom omtrent damestoiletten en wist ook, dat Estella voorheen
verplicht was geweest deze te bestudeeren; dat zij dit gedurende
den l.iatsten tijd niet had gedaan, was echter klaarblijkelijk.
„Mama, ik vrees, dat onze rozen dezen zomer niet zoo goed
zullen uitkomen als verleden jaar," zeide ik, terwijl ik naar het
venster trad, waar mijne moeder op den avond na Estella's aan
komst zat te werken. „Ik ben benieuwd of Estella weet.... Maar
waar is zij?" vroeg ik, toen ik de kamer rondzag en bemerkte,
dat mijne moeder alleen was.
„Zij is naar hare eigene kamer gegaan en heeft mij verzocht om
u ,goeden nacht" te wenschen, als zij u niet meer zou zien."
„Waarom? Is zij ziek?"
„Neen, maar zij wist, dal Stephen kwam en scheen nog zoo
angstvallig om iemand te ontmoeten, dat ik hare wenschen niet
kon weerstaan."
„Maar, mama, Stephen is geen vreemdeling en hij mocht zich
beleedigd gevoelen, als hij dacht, dat Estella hem vermeed." Ik
wil haar gaan vragen om in elk geval te komen theedrinken."
„Neen, Marguerite," zeide mijne moeder bedaard, „het zal het
best voor Estella zijn, in zulke zaken voor ziehzelve te oordeelen
en," voegde zij er met een glimlach bij, „ik denk, dat gy wel in
staat zult zijn Stephen dezen avond als naar gewoonte te amuseeren."
„Wel, ik kan Estella niet begrijpen," verklaarde ik een weinig
gemelijk; „zij schijnt zoo vrecselijk veranderd."
„Groote smart verandert den meiisclf," zeide mijne moeder
ernstig. „Gij zijt ongeduldig gewoonlijk, Margue ite. Wees
tevreden cenigeu tijd te wachten en gij zult zien, dat Estella even
gezellig wordt, als zij placht te zijn."
Hierop antwoordde ik niet, want ik gevoelde, dat mijne lieve,
geduldige moeder, hoewel ze gewoonlijk juist was in hare argu
menten, in dit geval niet zoo duidelijk zag als ik, maar natuurlijk
had zij niet zooveel verwacht en kon zich daarom niet zoo bitter
teleurgesteld gevoelen. Daar ik niet wilde redetwisten over Estella's
eigenaardigheden, ging ik naar mijne geliefkoosde zitplaats in het
kleine zomerhuis terug, met het voornemen een boek te halen, dat
ik 's morgeus daar had laten liggen. Doch ik was in geen stem
ming om te lezen en toevallig opziende, toen ik onverschillig een
blad omsloeg, zag ik Estella voor haar geopend raam zitten tee
kenen. Mijn ergernis verdween als sneeuw voor de zon, want juist
toen ik opzag legde zij haar penscel neer en haar gelaat op hare
hand latende rusten, zag ?y over de velden, die zich aau de achter
zijde van ons huis uitstrekten, met zulk een treurigen, peinzenden
blik in hare oogen, dat myn hart, zonder te weten waarom, mede-