kroonden, worden voldaan in geld of in medailles, gelijk staande met de waarde der prijzen, naar dezen maatstaf: gouden medaille f 160, zilveren medaille f 10, bronzen f 5. Door het bestuur cTer Friesclie Tuinbouw-vereeniging zijn 12 zilveren en 5 bronzen medailles uitgeloofd. Door het hoofdbestuur wordt f 150, ter beschikking van kenrmeesters gesteld, om daaruit bekrooningen toe te kennen, voor voor werpen, die ter opluistering worden ingezonden. Door landbouwers in de provincie Friesland worden thans pogingen gedaan om hunne boter voor eigen reke ning te Londen aan den man te brengen. Eenigen hunner hebben daartoe te Leeuwarden ecne meeting belegd. De zeer aanzienlijke en nog steeds toenemende aan voer van verseh vleesch uit Amerika heeft in het noorden van Engeland (in steden als Newcastlc, Shields, Sunder- land, enz.) tengevolge gehad, dat de slagters van inlandsch vee den prijs van hunne waar reeds met 10 cents per 5 ons hebben moeten verlagen. Amerikaanscli vleesch van voortreffelijke kwaliteit wordt in de daartoe geopende winkels verkocht tegen 8 tot 5 stuivers per 5 ons. Ook de aanvoer van slagtvee en boter uit Denemarken neemt steeds in belangrijkheid toe. Het getal koeijen in de Vereenigde Staten wordt geschat op meer dan 13 millioen, dat is zesmaal meer dan w in Groot-Brittannië, tweemaal meer dan in Frankrijk, twee en een half maal meer dan in Pruissen, en meer dan er zijn in Groot-Brittannië, Denemarken, Noorwegen, Zweden, Rusland, Oostenrijk en Zwitserland te zamen, ofschoon de bevolking van die landen viermaal grooter is dan de bevol king der Vereenigde Staten. In Januarij sestien hondert zeven en scstig toen vroor en sneeuwde !t seer heftig, stijf ses weken stond de vaart geheel stil, drie weken voer men geheel naar wil. Het voornaamste dat men hier heeft genoleert, is dat er zoo veel ys quarn in de Meert. NOTA. de 16 Meert begon 't weer hart te Yriesen 17 mosten de visschers de winst verliesen 18 liep veel volk voor de laegli op 't Y 19 passeerde men van d' een tot andre Zij 20 bood weer en wind noch weinig soen 21 leek of weer en wind anders wou doen 22 was de wind weer feller aan 't vriesen 23 begon 't ys door de zon hart te verliesen 24 nl vriesend verloor 't ys zijn kracht 25 zijnder veel over 1 komen met voordacht 26 liepen der noch drie van stee over 't Y 's namiddags zeijldcn dc schuyten de stad voorbij 27 heeft d' ooste wind 't ys op Pampus boog opgezet 29 was 't varen daarover nog wel belet 30 quamen eenige daarover varen en loopen mee de 1 April liepen eenige Persoonen noch op Zuiderzee de 2 is in het val een schip door 't Y's vastgehecht. Dit is genoteerd door M. T. de Lootsen haar knecht om Gods groote wonderen en kracht te doeu helpen houden in gedacht. Het bovenstaande, aan oude aauteekeningen ontleend, moge in deze dagen Tan onaangenaam weder tot troost verstrekken. VisoliDeri§ten. Dingsdag kwam binnen de sloep „Titia Jacoba," schipper M. van Delft, aanbrengende 120 levende kabeljaauwen (verkocht a f 3.70 per stuk), 25 levende lengen, 3 heilbotten, 500 schclvisscheu. 9 puntjes rog, 2 manden vleet, 80 doode kabeljaauwen en lengen (verkocht van f 1 tot f 1.15 per stuk). Gisteren arriveerden de Hamburger evers: No. 56, schipper Diers, aanbrengende 360 groote- en 600sluks kleine schol, alsmede 5 tarbottende levende groote schol verkocht per wig»je f 25, doode f 18 en kleine f 15. No. 94, schipper Fock, aanbrengende 150 stuks groote levende en doode schol (verkocht a f 23.50 per wigtje), 600 kleiue (verkocht a 16.50 per wigtje). Deze vaartuigen waren van de Jutlandsche kust naar hier gestormd No. 56 had veel water over gekregen. Benoem j n gen, enz. De kapt.—luit. ter zee .1. A. Greve, onderdirecteur cn haven meester der Marine te Ildlevoetsluis, de luit. ter zee 1ste kl. F. J. Stokluiijzcii, gedetacheerd bij 's Ilijks wcrl te Amsterdam, cn de luit. ter zee 2de kl. F. \Y. C. Ledeboer, oflicicr van politie bij liet Koninklijk Instituut voor dc Marine alhier, worden met den laatsten April a. s. op non-activiteit gesteld. Eerst- en laatstgenoemde worden met 1 Mei daaraanvolgende vervangen, respect i vel ijk door den kapl.-luit. ter zee H. J. 8. van den Sloot, cn den luit. ter zee 2de kl. P. F. H. Volckc; terwijl tevens met dien datum de luit. ter zee 1ste kl. 1'. M. IV. T. Kraijenholl' van de Leur, gedetacheerd wordt bij 's Rijks werf te Arasterdam. Voorts wordt mot laatstgenoemde datum geplaatst aan boord van het opleiditigschip Admiraal van Wasseuacr, de luit. ter zee 2de kl. W. Romer. De luit. ter zee 1ste kl. L. Racker Overbeck wordt met 1 Mei a. s. gedetacheerd bij het departement van Marine en toegevoegd aan den inspecteur over de artillerie der Marine. De off. van gez. 1ste kl. 1'. C. Btiyze wordt met 1 April a. s. geplaatst in de rol van het opleidingschip Admiraal van Wassenaer en gedetacheerd aan boord van ecu der tot de opleidiugschepen behoorende iustructievaartuigen. Staten-Generaal. Tweede Einincr. Zïttinsr van Dingsdag 25 Maart. De discussie over de wet tot herziening der ongebouwde eigendommen is voortgezet. Met verwerping van alle amendementen zijn de artikelen 4 tot 9 iu hoofdzaak onveranderd aangenomen. Zij betreffen de schaal van schatting, de zamenstelling der schatlingsdistricten en de taak der schuttiiigscommissicn. Zitting van Woensdag 26 Maart. Er is kennisgeving ingekomen van het overlijden van het lid der Kamer, den heer Gevers Deijnoot. Die mededeeling zal beantwoord worden met een brief vau rouw beklag. De beraadslaging is voortgezet over het ontwerp tot wijziging der belasting op dc ongebmwde eigeudonimen.. Met de behandeling der verschillende artikelen wordt voortgegaan, meer bepaald met die over de zamenstelling der commissiën van schatting. Bij art. 12 wordt een amendement van de heer van Kerkwijk met 37 tegen 25 stemmen aangenomen, houdende bepaling dat het lidmaatschap der Staten-Gcneraal onvereenigbaar is met het lidmaat schap dier commissiën. België. Jl. Vrijdag avond te half tien had aan de werf te Antwerpen een jammerlijk ongeluk plaats. De heer Jan Assum, Hul land scli tooneelspcler, wonende te Amsterdam, is in de Schelde gevallen, terwijl hij aan boord van de stoomboot Telegraaf" wilde gaan. Al de pogingen, aan gewend om den drenkeling te redden, waren vruchteloos. De heer Assum keerde terug van Gent en moest den volgenden morgen te zes uren naar Rotterdam vertrekken hij was vergezeld van zijne vrouw, en zijn zoontje, naauwelijks vier jaar oud. Het ongeluk had plaats onder de oogen van mevrouw Assum, die met haar kindje aan de hand haren man volgde. Op het oogenblik dat het slagtoffer aan boord wilde stappen, riep hij zijne vrouw toe, goed op het kind te passen, daar het zeer duister was. Nauwelijks had de ongelukkige die woorden gesproken, of men hoorde een plomp in het water en de heer Assum was verdwenen. Op het hulpgeroep zijner eehtgenoote kwamen er weldra eenige personen toegesneld, doel» alles was vruchteloos; het slagtoffer kwam niet meer boven water. De heer Assum is nauwelijks 32 jaren oud; zijne eehtgenoote, Dorothca Wilhelmina Pevpers, is 26 jaar. De droefheid en wanhoop dezer laatste is onbeschrijfelijk. De heer Assum had in zijn zak eene som van OU gulden in geld en bank- billetten, alsook een gouden horologc met ketting, een ring en inanchet-knoopen van hetzelfde metaal. Mevrouw Assum en haar kind hebben den nacht in het gasthuis doorgebragt. De clicp bedroefde vrouw, wier toestand van dien aard was dat men voor krankzinnigheid vreesde, is weder naar Amsterdam vertrokken. Engeland.. De Times deelt mede, dat in Noord-Perzië op 22 en 23 Maart een aardbeving aan de stad Miana veel schade heeft toegebragt. Twee dorpen zijn vernield en bijna 1100 personen omgekomen. Het imitatie-instinct van kinderen en de lust in grappenmakerij bij jongelieden kunnen al vreemd zich te kennen geven en tot hoogst treurige gevolgen leiden. Men weet, dat de onlangs gestrafte booswicht Peacë een naam zoo geheel strijdig met het karakter aanleiding heeft gegeven tot veel, niet alleen nutteloos, maar hoogst verderfelijk geschrijf in dagbladen en goedkoope volks vlugschriften. Zijne jammerlijke levensgeschiedenis en het uiteinde daarvan, hoe afschuwelijk ook, werden in alle bijzonderheden geschetst en verhaald, om 's volks neiging tot horreurs te bevredigen. De ellendeling was als het ware tot een romanheld geworden. Hoe zedelijk-verpcstend dit werkt, schijnt men maar niet te willen begrijpen. Een noodlottig gevolg er van kunnen wij hier constateren. Het schijnt onder de jeugd reeds een geliefkoosd tijdverdrijf te zijn geworden om „Peace" te spelen. Niet. alleen dat knapen, met revolvers gewapend, met bedreiging aanran dingen plegen, zelfs zijn dood wordt geïmiteerd. Reeds vier jongens zijn bij dat spel omgekomen, de laatste een knaapje van 10 jaren. Het schijnt, dat de pogingen der veredelaars van het menschdom door educatie, dus zeer geneutraliseerd worden. Van gevaarvolle grappenmakerij hadden wij dezer dagen een voorbeeld. Te Widnes voor den politieregter verschenen drie jongelieden ,/Van fatsoen lijken huize," beschuldigd van in den avond van 6 Maart telegraafdraden te hebben afgesneden, waardoor de gemeen schap van Liverpool met Londen, Dublin en de V ei'eonigde Staten van Noord-Amerika werd verstoord, tot groot ongerief en schade. Te Liverpool werd het onraad bemerkt en bij onmiddellijk ingesteld onderzoek bleek, dat te Widnes niet minder dan veertien draden waren afgesneden. De daders zijn gearresteerd cn verklaarden, dat zij langs de telegraafpalen gymnastisch waren opgeklommen en het geïncrimineerde feit.' hadden begaan louter uit de grap. Tegen zulke grappen der jolige en gymnastische Britsche jeugd zullen de autoriteiten dienen te waken door het onder den grond leggen der draden of door die hoven den grond zijn op andere wijze te beschermen. Nog wat anders: wat wij van de zucht voor de emancipatie dei- vrouwtjes konden te wachten krijgen. Gewoon zijn wij, helaas! aan gevallen, waarin mannen brutale mishandeling plegen aan hunne echtvriendinnen, maar het vic.e versa kwam althans niet zoo algemeen ter kennis. Voor de politie-regtbank te Leitli stond jl. Maandag teregt Catherine Tough, van Ncwhavcn, beschuldigd van gruwzame mis handeling van haren man Job Methusaleh Banyard. Volgens zijne verklaring, had zij niet alleen hem op den grond geworpen, geschopt en getrapt, maar ook eene groote zaag aangepakt, /blijkbaar om hem in twee stukken te zagen." Nogthans, ongeloofelijk schier, had de geduldig lijdzame Job, zijn naam volkomen waard (misschien ook steunende op zekere electrischc kracht van zijn anderen naam) ,/geen vinger tegen haar opgeheven, dan alleen afwerend, opdat zij hare ziel met geene grootere zonde zou bevlekken." Na langdurig en naauwkeurïg onderzoek der zaak, alles gewikt en gewogen, werd vrouw Banyard uit het arrest ontslagen, met eene enkele boetcstraf welke natuurlijk op Jobs rekening komt. De Job supra-kwaliteit verklaarde zelf dat het wel beter zou gaan, en zij met hem in vrede en vriendschap zou leven. Of onze geëmancipeerde vrouwen wel vele zulke Jobs zouden vinden, is zeker aan bedenking onderhevig; maar zeker is ook, dat dc zaag in de hand der vrouw, tot vereffening van huwelijks- of huishoudelijke geschillen, een even verwerpelijk middel is, als de vuur- haardpook in de hand van den man. Ruslana. Toen generaal Drentelen jl. Dingsdag namiddag ten 1 ure te St. Petersburg den zomertuin voorbijreed om zich naar de zitting van den ministerraad te begeven, reed een jong rnensch te paard zijn rijtuig achterop. Naast het rijtuig gekomen schoot deze uit een revolver een kogel, die door beide vensters van het rijtuig heen ging. De generaal bleef ongedeerd en behield zijne volle tegenwoordigheid van geest; hij gaf zijn koetsier bevel den vlugtenden misdadiger te achterhalen, doch deze reed veel sneller en kwam zelfs zóó vooruit dat toen zijn paard struikelde en viel, hij nog den tijd had in een huurrijtuig te springen en te ontkomen. Ingezonaen. (Slot vorig nummer.') Mat mag de oorzaak zijn, dat hoogst zelden, ja, men kan bijna zeggen: nooit, een onderwijzer, die zich van zijn jeugd af aan aan het onderwijs heeft gewijd, die zich van kweekeliug tot hulponder wijzer, van hulponderwijzer tot hoofdonderwijzer heeft verheven, jn, menigmaal ëén, twee acten van het Middelbaar Onderwijs heeft ver kregen. tot de betrekking van inspecteur of districts-schoolopziener wordt benoemd? Heeft hel tot oorzaak, dat zc voor die be'rekking de bekwaamheid missen? Helaas! dan slaat de kennis (over wetenschap mogen we niet spreken) van den onderwijzer nog op een zeer lagen trap cn het is tc wenschen, zoo dit de oorzaak is, dat de onderwijzers zich wat meer en beter aangrijpen. Maar dat dit de reden zou wezen, strijdt toch weder tegen het te hulp roepen van de onderwijzers door inspecteur en districts-schoolop- zieners bij het afnemen der examina. Wat mag dc oorzaak wezen dat geen onderwijzers, m.iar wel advocaten, doctoren in philosophie en theologie voor die betrekkingen de geschiktheid hebben? Oogensciiijnlijk zou men zeggende belangen van het openbaar 1. ger onderwijs zijn het bestaan de handen van mannen toevertrouwd, die het lager onderwijs doorkropen zijn. Hier staan we voor raadsels, die het verstand van een burgerman niet op kunnen lossen, maar waar licht moet komen uit hoogcr sfeeren. Het is te wenschen, dat de reden bekend mag worden, en dut er licht uit die hoogere kringen tot ons moge afdalen. Wij allen, niet waar, lezers? lezen couranten, behalve de „Hcldcrsche en Nieuwcdieper," lezen we nog wel een andere, bijvoorbeeld: Het Nieuws van dei» Dag. In elk der voornaamste couranten, ook in„liet Nieuws" is een rubriek waar boven staat OnderwijsLezers! als ge uw oog vestigt op die rubriek, wordt ge dan niet menigmaal bedroefd en geërgerd? Waardoor? vraagt ge. I-el door zulk soort berichten. In de gemeente A. of B. staan zoovele kinderen op de schoollijst en gedurende die en die maaud hebben z >o vele kinderen zoo vele schooltijden, soms leest men zoovele schooluren verzuimd. Leest, schrijver dezer letteren zulke berichten, dan denkt hij altijdArmzalige tijddooderij urn die stomme tabellen op te maken. Hoe vele schooluren worden daarmede niet verknoeid, daar toch gedurende den schooltijd boek gehouden moet worden en de oorzaak der afwezigheid aangeteekend moet worden hoeveel tijd wordt daardoor aan het onderwijs onLstolen. Dit is echter nog het ergste niet. Maar hoezeer wordt daardoor gemeente A. of B. en in die gemeente de persoon C. of D. gebrandmerkt, als niet belangstellende in het onderwijs. In ons strafrecht is de tepronkstelling afgeschaft, maar worden door zulke berichten gemeente A. of B. en in die gemeenten dc personen C. of D. niet te pronk gesteld? Van alles krijgen we statistieken en tabellen, zelfs hoe- vele mudden van dit of dat soort graan in een gemeente zijn geteeldmaar nimmer hebben we nog gelezen of de Provinciale Inspecteur van het lager onderwijs jaarlijks de scholen aan zijne inspectie toevertrouwd wel heeft bezocht en welke scholeu hij heeft overgeslagen; nooit lezen we hoe dikwijls de districts-schoolopzicner ecu bezoek aan de scholen van zijn district heeft gebracht cn of in de scholen alles wel in orde is bevonden. Wel vernemen we het verzuim van de schoolgaande kinderen, maar nooit iets van het verzuim van dc schooltijden of schooluren van den hoofdonderwijzer, nooit iets hoe vaak de hulponderwijzers uit zijn geweest. Dat is onrechtvaardig, dat is onbarmhartig en kwamen de tabellen van dit verzuim ons onder de oogen, ze zouden er even zwart uitzien, als het verzuim der schoolkinderen in vele gemeenten. Met de Nieuwe Rottcrdamsche Courant hopen ook wij, dat de nieuwe wet door beter schooltoezicht verbetering brengen zal. Even bedroevend is het gesteld als we ons oog vestigen op het plaatselijk schooltoezicht. Hue dat in de steden is, kan schrijver niet beoordeelen, ofschoon hem wel eens ter oore gekomen is, dat de leden van de schoolcommissie in enkele steden ook alles behalve homogeen zijn. Een dorpbewoner weet beter hoe het op de dorpen is gesteld. De taak om toezicht uit te oefenen is op de dorpen, beneden 3000 inwoners, aan burgemeester en wethouders opge dragen. Hebben die mannen de bekwaamheid om die taak te vervullen? Denkt niet, dat ik kwaad van hen wil spreken; maar welk een belangstellend hart voor het openbaar onderwijs zij in zich omdragen, waarlijk men beliegt en belastert heu niet, als men zegt: bij al hunne goede cn eerlijke bedoelingen, missen ze de bekwaamheden om een redelijk toezicht te houden. Het eenige wat de schoolcommissie teil platten lande doen kan, is: toezicht houden of de school ook te laat begint en te vroeg eindigt, of de ouderwijzers ook dikwijls het schoollocaal verlatenmaar om toezicht te houden over het onderwijs, neen, in den regel zijn ze daartoe onmachtig. En zijn er onder de burgemeesters en wethouders enkelen ten platten lande die in slaat zijn, den gatig van het onderwijs beter te beoordeelen, deze mannen hebben wegens hunne maatschappelijke betrekking geen lijd zich veel met het schooltoezicht te belasten. Wat baat het nu, of die plattelandsche schoolcoinmissiën ccu-"of tweemalen iu de maaud hunne schreden naar het schoollocaal richten, die mannen staan niet op de hoogte; ze weten niet, wat men bij goed onderwijs, van kinderen van 10 tot 12 jaren eischcn mag; zij kunnen niet vragen, onderzoeken, zelfstandig oordeelen. Dc scholeu bezoeken, ja, dat kunnen zc, maar toezicht houden, al hebben ze nog zooveel belangstelling, dat kunnen zc niet. Of moet men zich nu maar troosten met het spreekwoord: een doode kat is toch ecu schrik voor de muizen. Een ieder voorzeker zal het de N. Rottcrdamsche Courant toe stemmen: de wet van 1878 op het lager onderwijs kan veel verbetering leed in hare droefheid. Hoe vreemd scheen het mij toe, Estella daar te zien zitten, zoo eeuzaam in hare liefelijkheid, terwijl ik, Marguerite Crawfurd, mot niet de helft van hare talenten en zelfs Stephen zou het bekend hebben, niet een tiende deel harer schoonheid rijk was in liefde en hoop, zonder dat, zoover als ik kon zien, de schaduw van eene wolk mijne toekomst verduisterde. O, hoe onuitsprekelijk gelukkig was ikHoe onuitsprekelijk gelukkig was ik geweest sedert dien helderen Aprilavond, toen iemand anders verkoos, Ilannah's plicht op zich te nemen, om mij veilig tehuis te brengen van een der vele aaugename croquet partijen, waarop ik die lente tegenwoordig was geweest. Ik durf zeggen, dat onze kleinsteedsche vermaken zeer saai zouden hebben geschenen voor een meisje, gewend aan de opge wektheid van een Londensch seizoen, maar zij waren mij voldoende en het verminderde niet in het minst mijn genoegen, te weten, dat mistress Smith en mistress Staines elkaar hun tafelzilver leenden voor hunne respectieve partijen, omdat hunne namen beiden met S. begonnen en liet zooveel beter scheen alle vorken gelijk gemerkt te hebbenof dat de pièce de milieu van dc familie Matthews, „Matthcw8's epergue," zooals iedereen het noemde, zeker verscheen op iedere feestelijke bijeenkomst bij eenig lid vau de familie, of dat wij meisjes bijna altijd konden raden hoe ieders toilet zou zijn en te voren konden zeggen wie elkander in ieders bijzonder huis zouden ontmoeten. Toen mistress Sherwin, die de leidsvrouw was van onzen kleinen kring, haar voornemen te kennen gaf om een buitengewoon groote partij te geven, met de bedoeling haren neef Stephen met ons allen iu kennis te brengen, omdat deze van een langdurig verblijf iu den vreemde teruggekeerd en deelgenoot in de zaken van 7.ijn vader geworden was, hetgeen wil zeg gen 1000 pjiul 's jaars my dear, zooals mistress Sherwin tot mijne moeder zeide, waren wij na tuurlijk vol verwachting en ik denk, dat er op deze partij twee of drie nieuwe toiletten waren, die gekocht en gedragen werden min der ter eere van de gastvrouw, dan wel van haren neef; ik denk wezenlijk, dat de draagsters geen berouw hadden over hunne buitensporigheid, want met zijn fraai gelaat, zijne aangename, innemende manieren en zijn 1000 pond 's jaars, was Stephen Sherwin iets meer waard dan een nieuw kleed. Niet dat ik mij over dat alles verontrustte gedurende dien tijd, want ik was in die dagen meer genegen, gedeeltelijk uit trotschheid, gedeeltelijk uit onafhankelijkheidsgevoel, om geen heldinncnrol in eene liefdes geschiedenis te spelen. Zoo dacht ik er dien avond over, maar later, toen ik Stephen dikwijls ontmoette ten huize van verschillende vrienden, begon ik van hem te houden om zijue oprechte natuur en zijne vriendelijke gedachte aan anderen, die doorstraddc in bijna alles wat hij zeide of deeddoch dat ik voor hem of hij voor mij meer dan vriend schap gevoelde, moet ik eerlijk bekennen, dit nooit te vermoeden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 2