HELRERSCUE EN NIEUWEIHEPER COURANT. Nieuws- a Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1879. N°. 57. Zondag 11 Mei. Jaargang37. 0 <3 „Wij huldigen het goed e." Verschijui Dingsdag, DonderJag en Zntunlng namiddag. Abouiieuieiitoprijs per kwartaal1.30. f franco ]>er post 1.63. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Kurean: NOLEKPLEIK 163. Prijs der Advrrtenlicn: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meur 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indie. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en NIEUW ED1EP, 10 Mei. Gisteren was liet de 09ste verjaardag van II. K. II. Prinses Willielmina Frederika Louisa Cliarlotte Marianne, tante des Ivonings. Maandag a. s. zal het 30 jaar geleden zijn dat Z. M. Willem III den troon besteeg. Naar aanleiding van de wet van 18 April 1874, regelende liet vesting-stelsel van ons land, is thans bij liet departement van Oorlog een geheel afgerond plan gereed van de verbetering van de stelling Helder. Do alhier te verrigten werkzaamheden, die, naar raming, cenc uitgaaf zullen vorderen van f 2,200.000, zijn in hoofdzaak de volgende: De kustbatterij van 't fort Kijkduin verkrijgt cene grootere uitbreiding, om in tijd van oorlog tc kunnen dienen tegenover de vijandelijke schepen, die het Scliulpengat zouden willen binnendringen om de reedc te hereiken. Het fort moet daartoe bewapend worden met stukken van 28 en 30.5 cM. Ook de landfronten van dit fort moeten verbeterd worden en aldaar zal een torpedo-station worden gevestigd. De batterij Kaaplioofd wordt teruggetrokken tot aan de kustbatterij van 't fort Erfprins; van dit fort worden de werken aan de landzijde geslecht en de zee batterijen Kaaplioofd en Erfprins door een borstwering in de keel gesloten, zoodanig dat de gebouwen van Erfprins buiten de aldus gesloten batterij komen te liggen. Langs de noordkust worden op .3 punten van den Zeedijk, o. a. bij liet Heldersclie plein, remises gebouwd voor ligt geschut, bestemd om met het flankvuur der Oostbatterij de buitcn- glooijing van den Zeedijk te bestrijken, ingeval de vijand hier met sloepen mogt trachten tc landen. Op de Harssens, ten oosten van den havenmond, zal een fort worden gebouwd, liet belangrijkste der in de stelling uit te voeren werken. Het station voor torpedo's, dat op 't ontworpen fort moet komen, zal voorloopig op de batterij Wierlioofd gevestigd worden. Deze batterijen langs de noordkust, waar groote vijandelijke schepen op een afstand van 151700 M. kunnen voorbijvaren, worden ook met zware stukken van 28 en 30.5 cM. bewapend. Van de forten Oost- en West oever zullen voornamelijk de buitenwerken vereenvoudiging in liet tracé ondergaan, tot verkrijging van meer vuur op bet zuidwaarts gelegen terrein. Ook bet fort Dirks-Admiraal zal belangrijk in zijn tracé gewijzigd worden tot betere flankeering van de linie en tot betere verdediging van den spoorweg AmsterdamHelder. De linie tusscben Erfprins en Westoever zal worden opgehoogd tot 5 a 6 M. -f- A. P. Het fort op de Harssens zal zijn een koepelfort, bestaande uit een gepantserden koepeltoren met twee draaijende koepels, elk voor twee stukken van 30.5 cM. De kosten van dit werk zullen belangrijk verhoogd worden door den 6) De Sehilder-Prinses. Novelle van TIIEODOR KüSTER. (Vervolg) Melanie Décnmps was in Zuid-Amerika uit Frnnsche ouders geboren. Haar vader cn de oude consul-generaal Rctcliaw, de vader van William, stonden niet alleen sedert vele jaren met elkander in nauwe betrekking wegens liandels-aangelegenlieden, maar ook een vaste vriendschapsband verbond die beide mannen van af hunne jongelingsjaren. Toen Melanie voor cenigen tijd haar moeder had verloren, had mijnheer Dócamps zijn eenig kind aan zijn vriend in Europa toevertrouwd, om de opvoeding zijner dochter aldaar te voltooien. Hare opvoeding was wegens de zwakheid van haar moeder, die het eenig pand harer echtelijke liefde vergoodde en haar daardoor wel eenigszins bedorven had, een volslagen ge brekkige geworden en had uit dat bekoorlijk schepseltje een eigen zinnig wezen gemaakt, dat. wat kundigheden betrof, zicli met geen jong meisje van haren leeftijd en van hare maatschappelijke positie in Duitschland meten kon. Reeds sedert een half jaar bevond Melanie zich ten huize van den consul Retchaw, doch hare opvoeding, die voltooid moest worden, had tot dusverre nog maar weinig vorde ringen gemaakt. Zij wilde zich volstrekt niet toeleggen op datgene, wat iu haar oog overbodig was; wat bij haar helder, gevat en scherp verstand eene kleiuigheid geweest zou zijn te begrijpen, dat gaf ze voor, verre boven hare bevatting te gaan. Wanneer haar over litteratuur, geschiedenis of andere vakken van het onderwijs urenlange voordrachten waren gehouden, die ze met onverdeelde opmerkzaamheid scheen te volgen, deed ze dikwijls een oogenblik later de naïefste vragen en bracht daardoor hare leeraars over den totaal verbeuzelden tijd tot vertwijfeling. En zag ze dan haar leeraar in zijn verbijsterd gezicht anti, dan barstte ze ir. een helde ren, melodieuseu, schalkschen lach uit, en elk harer onderwijzers be merkte wel, dat hij een Danaïden-arbeid ondernomen haden toch, bij al de ondervondene teleurstellingen, konden ze op dat schoone, overmoedige meisje niet in ernst boos worden. Alle vriendelijke en dringende aanmaningen van de moeder van William weerde ze altijd met hetzelfJe antwoord af, dat zij slechts gelukkig en vroolijk begeerde te zijn, niets meer, cn tot dusverre was ze in hare onwetendheid zoo gelukkig en tevreden geweest, dat ze daarom niet meer leeren wilde. Had Melanie met andere meisjes van haar ouderdom verkeerd, dan zou ze wel anders zijn geworden; in elk geval zou ze zich over de meerdere kennis var. anderen hebben verwonderd en aan gespoord zijn geworden om haar hoogmoed tegen te gaan. Thans beweerde zij, dat slechts eene gouvernante, die haar brood met al die kennis en wetenschap verdienen moest, dat alles noodig had te weten, maar dat zij geen lust had, haar jeugdig leven met zulke kwellingen en boekenwijsheid te verbitteren. Aan de andere zijde aanleg van een zceworend glacis, waardoor liet fort moet worden omgeven; de lengte van dit glacis zalp. m. 400 M. bedragen en liet. zal op de hoogte van den vangdam moeten worden opgetrokken. Bij de samenstelling van dit ontwerp is uitgegaan van de groote belangrijkheid van deze stelling, die liet door dringen eener vijandelijke vloot in de Zuiderzee en voor Amsterdam kan beletten, vooral door ondersteuning van eene welgewapende oorlogsvloot. De jaarlijksche algemeene vergadering van de Ver eeniging van Officieren der Schutterij in Nederland zal dit jaar op 25 Jan ij tc Zutplien worden gehouden. Op verzoek van liet regelings-comité zullen de officieren door liet stedelijk bestuur worden ontvangen, waarvoor de Gemeenteraad een crediet heeft toegestaan. Den 20 Junij zal er tusscben de leden der Vereeniging een schietwedstrijd worden gehouden op daartoe zeer geschikte terreinen, onder de naburige gemeente Gorscl. De bemanning van de Willem Barendsz voor den eerst volgenden togt is als volgt zamengesteld: Kommandant: A. de Bruvne, luit. ter zee 1ste kl. Officieren: H. van Brockluiyzcn, id.jlir. H. M. Speelman, luit. ter zee 2de kl.J. II. Calmeyer, id.; A. Faassen, arts, off. van gez., I. L.van Lidth de Jende, doctorandus phylos.; W. J A. Grant, artist. Timmerman: H. J. Latjens, timmerman ter koopvaardij, van Amsterdam. Kok: J. Orre, scheepskok, Kon. Marine. Matrozen: Gorter, stuurman t*r koopvaardij, Wieringen J. van Wilsum, matroos koopv., Vlissingcn; D. J. Velderman, matroos 1ste kl. Kon. Marine; II. Smit, idem 2de kl. Kon. Marine; G. Westerning, vissclier van Dur- gerdam; G. Erkelens, matroos koopv., Terschelling, en een kajuitsjongen, die nog aangesteld moet worden. Den 4 dezer is tc Amsterdam overleden de ZeerEerw. heer II. van de Gijn, Roomsch-Catholick priester, oud pastoor van Langendijk. Aan het gebouw van liet provinciaal bestuur van Nöord hol land, te Haarlem, werd jl. Donderdag o. a. aan besteed: 1. het leveren van brik en stortstecn en liet hestorten der Heldersclie zeewering, in twee perceelen minste inschrijvers voor heide perceelen de liceron Gebrs. Janzen, te Nieuwediep, ad f 2473 en f 6792. 2. Het doen van duinbeplantingen, stellen van rietselmttingen, enz. op Texel en den vasten wal van Noordholland, in 3 perceelen minste inschrijvers: 1ste perceel de heer J. Huisman Gbz., te Texel, ad f' -1397; 2de perceel de lieer C. Constant, te Zijpe, ad f 9400; 3de perceel de lieer .T. Oldenhurg, te Bergen, ad f 8180. 3. Het herstellen en verbeteren van 's Rijks zeewerken op liet. eiland Wieringen; minste in schrijver de lieer B. Beukenkamp, te Anna Paulowna, ad f 8876. echter bekoorde zij door hare wonderbare schoonheid, hare graeieuse gestalte, hare natuurlijke schranderheid eu haar gemakkelijk en ongedwongen gepraat allen, die met haar in aanraking: kwamen. Hartelijk kon zij lachen over die stijve Duitschers en wist ze op zoo'n koddige wijze de gedwongene houding, spraak cn bewegingen van jonge dames, die haar tot voorbeelden ter navolging werden voor gesteld, na te doen, dat ieder gedwongen werd om in lachen nit te barsten, terwijl tevens, en dit was liet aardigste, hoe bespottelijk die dames ook door haar werden voorgesteld, niemand op haar boos worden kon. Op zekeren tijd gebeurde het, dat zc opgewektheid scheen tc gevoelen om het Duitsch te leeren; met groote gemakke lijkheid overwon ze de voor eene Eiai.caise zoo groote inoeielijk- lieden, cn kon zich na eene studie van zes maanden met een voor haar alleraardigst klinkend vreemd accent, doch zeer duidelijk cn tamelijk vlug, met anderen in het Duitsch onderhouden. Met het schoon gekrulde hoofd achterover liggende, met de donkere oogen in de toppen der palmen dwalende, met den lieven mond een weinig geopend, zoodat de sneeuwwitte tanden tc voor schijn kwamen, zachtkens zich heen en wéér in haar stoel schommelende, droomde ze van haar schoon vaderland. Zoo diep was ze in hare droomerijen verzinken, dat ze niet bemerkte hoe zachte schreden haar naderden en William Retehaw zich in de aanschouwing van het bekoorlijke beeld verheugde, dat daar voor hem in den stoel uitgestrekt lag. En wie zou het den jongen man kwalijk kunnen nemen, dat het bloed hem warm naar het harte drong bij den aanblik van deze weelderige schoonheid. Lachend boog hij zich over haar heen en zeide zóó zacht, zóó innig: „Melanie!" dat het jonge meisje, een oogenblik verrast, in het gebruinde, mannelijk schoone gelaat blikte. Het was een geheel nieuwe toon, dien William aansloeg, want van allen in hare om geving toonde hij zich het gestrengst tegenover haar, daar hij altijd ernstig, soms brommende hare vleierijen afgewezen haddikwijls was zij dan ook jegens hem koel, ja wreed, opdat ze ver schoond kon blijven een goed woord tot hem te richten. Ook thans lachte ze hein met haar zilverheldere stem in zijn ernstig bewogen gezicht uit en hem plagende, iiep ze: „O, dat is volkomen Duitsch! zóó heb ik mijn naam nog nooit hooren uitspreken!" En met een smachtende» oogopslag herhaalde ze met bevende stem „Melanie!" Daarop lachte ze weder in haar overmoed en lette er niet op met welk eene uitdrukking de donkerblauwe oogen van William op haar gevestigd waren. De jonge consul wist, dat het zoowel dc innige wensch van zijne eigene ouders, alsook die van den vader van Melanie was, hunne tot dusverre vriendschappelijke en handelsbetrekkingen door de vereeniging van hunne beide kinderen nog nauwer toe te halen. Melanie bezat, trots hare verrukkelijke schoonheid, dc macht niet om liet hart van den man, die reeds veel levenservaring had opge daan, te winnen. Was William Retchaw slechts vijf-en-twintig W ie in het maatschappelijk leven eene vergissing begaat, komt er op terug en maakt, zoo noodig, zijne verontschuldiging en alles is weder in orde. Alleen de regter, die een doodvonnis uitsprak over een onschuldige, en dc spoorwegwachter, die den wissel verkeerd stelde, kunnen zelfs door de opregtste schuldbelijdenis hunne ver gissing niet meer goedmaken. De doodstraf is afgeschaft en de regters zijn dus voor zulke noodlottige abuizen bewaard; maar cle wissel wachter blijft, zoolang er treinen zullen loopen, blootgesteld aan cene vergissing, die aan velen het leven kosten kan. Wanner men dit in aanmerking neemt, dan begrijpt men volkomen de daad van den Leidschen tabakshandelaar, die hij zijn vijf-en-twintigjarig huwelijksfeest aan alle haan wachters op de lijn AmsterdamRotterdam, aan wier oplettendheid hij hij zijne talrijke reizen het behoud van zijn leven te danken had. oen kistje sigaren en twee pond tabak heeft geschonken. Voor deze menschen ware het te wenschen, dat geheel Nederland zoo dankbaar was en op soortgelijke wijze dit gevoel uitte. Dit zal wel niet gebeuren, maar misschien, nu deze zilveren bruidegom liet. voorbeeld gaf, zullen meer landgenooten op het denk beeld komen, dat er nog anderen zijn dan verpleegden in gestichten, wien men hij feestelijke gelegenheden bedenken kan allereerst de haan- en wisselwachters op onze spoorwegen. (Arnh. Crt.) Dc Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij heeft het tarief op hare lijnen voor hen die niet van kaartjes zijn voorzien, gebragt op 12 A cent. Kaartjes zijn evenals vroeger hij hoeveelheden van vijf-en-twintig stuks a 10 cents per stuk te hekomen. De arrondissements-regtbank te Rotterdam heeft jl. Donderdag den arbeider 1L, uit Berkel, die door het openzetten van een brug oorzaak was dat de burgemeester der gemeenten Berkel en Rodenrijs in het water geraakte, veroordeeld tot twee maanden celstraf. Het was vermakelijk, zoo meldt men o. a. uit Londen aan het Rott. Nbld., om de Engelsche dagbladen over de Koningsfeesten in Nederland te lezen. Het aristocratische weekblad the Whitehall Re view is een der weinigen ge neest, die een verslaggever naar Amsterdam afgevaardigd hebben. De verslaggever was hijzonder verbaasd, dat hij, als eerste Engelsche courant, zijn weekblad in een Neder- landscli liötel ontmoette. Ongelukkig geeft hij niet op, waar hij zijn intrek genomen heeft, en mogen wij dezen aanhef als eene beleefdheid aan de redactie van zijn blad beschouwen. Hij was hijzonder getroffen door de onge- proportioneerde lengte der vlaggen, maar vond geen stad zoo geschikt ter versiering als Amsterdam. Natuurlijk acht hij het eene helecdiging aan den goeden smaak, dat Sire in een rijtuig zijn intogt hield, en even alsof de verslaggever hij Ilavard ter scliole geweest is, had hij in het Venetië jaar ud geweest, clan liad liet bezit van de weelderige schoonheid der Creole hem misschien meer benijdenswaardig toegeschenen; doch thans w.ts hij reeds in die jaren, waarin de liefde van den man meer gewicht hecht aan ziel cn hart, dan aan de uiterlijke voortreffelijkheden der vrouw. Toen William de oranjerie binnentrad, kwam hij juist van zijne ouders. Deze hadden hem aangespoord om de hand van Melanie tc verwervenzij hadden hem al hare goede eigenschappen en hoedanigheden voorgesteld en hem gezegd, dat zij, onder zijne bedaarde eu mannelijke leiding, zeker eene goede, trouwe echtge noot zou woulen. Hij was nu met het doel naar de oranjerie gegaan, om in het spotachtige, koude wezen van Melanie eene nieuwe aanleiding te vinden voor de weigering om den wensch van zijne ouders te vervullen; maar toen hij dat schoone, liefelijke heel I, zooals het daar in den stoel lag, voor zich zag, begonnen zijne vaste voornemens te wankelen, en had Melanie op dat oogen blik een blik vol liefde tot hem gericht, een vriendelijk woord hem toegesproken, in plaats van met hem den spot te drijven, hij zou haar aan zijn hart gedrukt en getracht hebben haar bezit voor zich deelachtig tc worden; doch nu ze'.de hij bij zich zei ven, terwijl hij een somberen blik op haar wierp: „Zij is eene ijskoude, coquette vrouw, de liefde van een man niet waardig en in ieder geval zij is niet de cchtgenoote, die ik mij gedroomd heb." Misschien ware Melanie niet zoo spoedig en zoo hard door hem veroordeeld geworden, indien niet bet beeld van eeu ander zijn luirt binnengedrongen ware; had hij niet in het Museum dat schoone, blceke, beleefde en geestvolle meisje gezien, geheel het tegendeel van de stralende schoonheid van Melanie, en toch in zijn oog veel schooner clan deze, want haar zacht, duldend en dragend engel achtig gezicht had meer bekoorlijkheid voor hem, dan dat over moedig heldere lachen van cle schoone Creole. „Mijne ouders wachten ons," zeide de jonge man op een eenigszins ruwen en barschen toon, terwijl hij zich gereed maakte om heen te gaan; maar snel en gemakkelijk sprong Melanie uit haar stoel en haar arm in dien van William leggende, zeide ze knorrende: „kijk nu tocli niet zoo droef en breng me nu eens heel galant naar tafel." William scheen nauwelijks het plagend gesnap van Melanie te hoorenook had hij geen blik van bewondering voor de kleine wille hand, den klassiek scboonen arm, die in de zijne lag; ook d.it lachend gelaal en die heerlijk schoone taille schenen voor hem niet tc beslaan. Het gedrag van het meisje kwam hem kinder achtig voor; haar gracieus en elegant toilet maakte op hem den indruk van geraffineerde coquettcric. De gedachte om haar tot zijne vrouw te nemen was in die oogenblikken verder van hem ver wijderd, dan ooit te voren. In de degelijk geincubelccrde eetzaal, waar alle overbodige weelde verwijdcid was, zat een oud heer met sneeuwwit haar opdesopha;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 1