van liet Noorden Z. M. onzen geëerbiedigden Koning in een gondel willen vervoerenwaarschijnlijk om Sire in do N. Z. Voorburgwal, voor liet Postkantoor en aan de achter zijde van het Paleis, aan val te laten stappen. De eere- wacbt van de jeunesse dorée somewhat ihickly so loohaalt hij als een voorbeeld in Engeland ter navolging aan. En geen wonder: eene Engelsche ecrcwacht bestaat geregeld uit dc onvermijdelijke Rijiemen, die in hunne goedkoope pakjes wel wat op de bewoners onzer burgerlijke straf gevangenissen gelijken. De Engelsclien zijn ook bijzonder ingenomen met onze Koningin, maar spreken over haar als liet Trojaansclie paard voor onze onafhankelijkheid. Het huwelijk van Z. M. is volgens ben de voorbode van de Duitsclie over- heersching. Men staat er van verbaasd, dat de intelligente Engelsclien zulk eene vergezochte gevolgtrekking de aan dacht waardig keuren. Men schrijft uit 's Hage aan bet U. D. Pastor Hirsch uit Lintorf liield den 5 dezer alhier eene toespraak in de Duitsclie kerk over bet asyl voor dronkaards. Wie huivert niet bij het hooren van dien naam, omdat bij ons dadelijk een menigte van die ongelukkigen voor den geest brengt. Ik zal dan ook niet stilstaan bij de beschrijving van de verwoesting en de rampen door den alcohol veroor zaakt: wij kennen ze in ons anders zoo gezegend vaderland, helaas! maar al te veel; maar ik wilde slechts eenigc woorden schrijven over bet verblijdend berigt, dat men niet alleen in Amerika en in Engeland met goed gevolg slaven van den drank had genezen, maar dat men ook in onze nabijheid, te Lintorf, zoo veel zegen cp dit werk bad, dat men tot liet oprigten van een tweede asyl was besloten, en dat hij, pastor Hirsch, zoo gaarne zou zien, dat men in Nederland hun voorbeeld volgde. Hij beschouwde de dronkenschap als eene ziekte, door verschillende aanleidingen ontstaan: door slechte voorbeelden, door gebrek aan goed voedsel, door droefheid en vooral door liet gevoel, dat wij niet in den toestand verkeeren, waarin wij behoorden te zijn en dat men in plaats van dit te hulp te komen door bet werken voor een hooger' leven, zich bedwelmde, 0111 in eene aangename gemoedsstemming te komen. Vele dronkaards toch vonden een waar genot in die bedwelming. Hij verhaalde op even eenvoudige als treffende wijze van de hartverscheurende tooneelen, als een broeder zijn onge lukkigen broeder, een vader zijnen zoon, eene vrouw haren echtgenoot, als een weduwe haren eenigen lieveling en steun bragt, om onder Gods zegen in liet asvl van hunne ziekte bevrijd te worden. Met weemoed boorde men de verhalen over de ongelukkigen zei ven, die in nuchtere oogenblikken hun vreeselijk gebrek beweenden, maar magteloos waren, om er zich tegen te verzetten. De sneltrein van den Nederlandschen Staatsspoorweg, die jl. Zaturdag ochtend ten 10 lire van Vivegnis naar Eindhoven was vertrokken, bevond zich in de kromming bij Herstal, toen de machinist bemerkte, dat een kind op de rails speelde en verpletterd zou worden; hij wendde alle pogingen aan om te stoppen, maar te vergeefs het kind was halverwege den trein toen deze stilstond. Het personeel snelde nu toe en vond den kleine, op den rug liggende, naast den trein, met bet hoofdje tegen den rail, maar zonder één schramalleen de haren waren vuilgemaakt door de wielbanden der wagens. Toen de kleine weêr overeind gezet was, maakte hij zich zoo gaauw zijn been tjes voort wilden, uit de voeten. Op de bouw- en weilanden te Capelle (Langstraat) ziet liet er, den tijd des jaars in aanmerking genomen, niet gunstig uit. De rogge, die gewoonlijk in Mei zoo boog opschiet, dat de aren te zien zijn, staat op vele plaatsen zeer dun cn schraal en naauwelijks ter hoogte van een decimeter boven den grond. Het melkvee wordt een paar malen 's daags in de weilanden van hooi voorzien, zoodat, als er niet spoedig gunstige verandering komt, vele veehouders, die geen goeden voorraad van weiland bezitten, genoodzaakt zullen zijn of hun vee te verkoppen öf weder stalwaarts te brengen. De zeer gewone plaag des landmans, de zoogenaamde vreterij in de jonge granen en zaden, begint te Noordbroek deze was de vader van William. De consul-generaal Retcliaw was tusschen de zeventig cn tachtig jaar oud, doch zijne levendige oogen getuigden nog van een helderen en frisschen geest, die de reeds eenigszins gebogene gestalte bezielde en beheerschte. Zijne echtgenoote had, wegens hare frissche 011 blozende gelaatskleur, nog een veel jeugdiger voorkomen, ofschoon zij ook reeds boven de zestig jaren telde. Een sterk sprekende trek om haar mond en de scherpe blik hnrer oogen deden hare overigens zeer regelmatige gelaatstrekken nadeel; haar geheele uiterlijk droeg de duidelijkste kenteekenen van dc pijnlijkste regelmatigheid; iedere beweging was afgemeten, geen vouwtje in haar kleed mocht zich vertoonenhaar geheele uiterlijk was bedaard tot aan het angstvallige toe; haar spreken was kalm, verre verwijderd om eenig effect te willen maken, cn geen prikkel, al ware hij nog zoo hevig, zou in staat zijn geweest haar boven hare gewone bedaardheid te verheffen. Met inachtneming van alle vormen, zooals zulks in de lioo- gere kringen van deze groote handelstad, even als in Enge land, met pijnlijke nauwgezetheid plaats heeft, had men zich aan tafel gezet. Het gesprek werd voornamelijk door Melanie en door de oude echtgeuooten levendig gehouden. William deelde er weinig inzijne gedachten schenen in geheel andere oorden rond te dwalen. Midden in zijne droomen werd hij meermalen door een helderen lach van Melanie opgeschrikt. Toen na het diner de dames zich verwijderd hadden en vader en zoon onder een glas wijn en een sigaar waren blijven zitten, zeide de oude consul, bedenkelijk een onderzoekenden blik op de beteckenisvolle gelaatstrekken van William vestigende: „Waar peinst gij over, William? Reeds aan tafel waart ge zoo stil en naamtgein liet minst geen deel aan onze onderlinge gesprekken, en waarlijk, Melanie heeft geen reden om uwe galanterie haar bewezen te roemen en te prijzen, want ge gedraagt u jegens haar alsof ze u een geheel vreemde was, en ge hebt haar met zulke ernstige en donkere blikken gadegeslagen, dat het scheen alsof het een straf voor u was in de tegenwoordigheid van het lieve kind te moeten verkeeren en haar aan uw arm naar tafel te geleiden. Hebt ge dan volstrekt geen vurig bloed meer in uwe aderen, jongendat dit bekoorlijke meisje u zoo koud en gevoelloos laten kan? Toen ik op uwe jaren was, had zulk een schoon kind als Melanie mij in vuur en vlam gezet, dat verzeker ik u William antwoordde niets; hij stootte bedaard de asch van zijn havannah af en de oude heer ging ongestoord voort: „'t Is waar, zij is ze is zeer levendig van aarddoch ze is tevens goed en daar enboven wel zóó verstandig, dat, als ge u met haar in onze gezel schappen vertoont, ze u geen blos op het aangezicht zal jagen; zij weet veel aangenamer en gezelliger te praten, dan al die geleerde dames van den tegenwoordigen tijd, achter wier weten waarlijk ook altijd niet heel veel wijsheid verborgen zit. Daarentegen is zij veel schooner dan al de anderen te samen en gij zult om haar zeer benijd worden." Wordt vervolgd.) weder vrij erg te worden. Geheele stukken tarwe zijn reeds, na door de ritnaald vernield te zijn, weer omgebouwd. Ook vele stukken garst en haver worden reeds te dun om te laten staan. Ook de jonge klaver verdwijnt nogal veel, nadat ze eerst vrij goed voor den dag kwam. Bovenstaande plagen, gevoegd bij dc daling der stroo- graan- en veeprijzen, maken over het geheel den toestand des landbouwers bij de in de laatste jaren enorm verhoogde uitgaven van belastingen en dagloonen, niet erg rooskleurig. Ook aldaar zou men graag zien dat er te 's Hage op den een of andere post van uitgaven iets kon worden uit- gezuinigd. Volgens eene berekening in het Album der Natuur zou de geheele voorraad goud, over de aarde verspreid, niet meer bedragen dan een klomp van 8 meter lengte, 5 meter breedte en 5 meter dikte, alzoo 200 kubieke meter. Als die berekening juist is en bet Album der Natuur zal niet op losse gronden zulk eene verklaring afleggen dan zou men oppervlakkig beschouwd zich kunnen verbazen, dat over zulk eene nietigheid, in vergelijking met andere voortbrengselen der natuur, zooveel beweging is gemaakt en dat het goud zulk eene eerste plaats inneemt in de geschiedenis van volken en personen. Om vee van ongedierte, zooals, luizen, vlooijen, teeken, enz. te zuiveren, words als zeer doelmatig en onschadelijk aanbevolen gebruik te maken van aardappelenwater, dat is water waarin aardappelen zijn gekookt, en dat dus overal kosteloos verkrijgbaar is. Eene wassching is gewoonlijk voldoende om het lastige volkje te verdrijven. Niet zeldzaam zijn advertentiën, waarin een man het publiek waarschuwt, geen erediet te verleenen aan zijne vrouw, doch zeker komt het omgekeerde minder dikwijls voor. Het Vad. ontleent nu aan een ander blad bet vol gende: „De ondergeteekende waarschuwt een ieder, geen gelden of goederen af te geven aan haar man, zonder hare voorkennis; zal anders door haar niet betaald worden. Mej. A. M. K. Prins Alexander van Battenberg, wiens verkiezing tot Vorst van Bulgarije door Duitschland, Frankrijk en Engeland is goedgekeurd, beeft zich naar de Krim begeven, om zijnen oom, Keizer Alexander, te Livadia te bezoeken, die den wenscli heeft geuit hem te zien. In een brief uit Londen van Edw. Rooze in het N. v. d. D. leest men 0. a.„Te Londen zijn ook schilders, die de publieke straat tot hunne ateliers verkozen hebben. De Londensche trottoirs zijn niet van asfalt gemaakt, maar van groote gladde steencn, die een bewonderenswaardig effen paneel vormen. Schilderen op doek en paneel, dat is zoo oud als de weg naar Rome, de methode van Michel Angelo, Raphaël en Teniers, de kunst, waarmede Reinbrandt en Jan Steen luin brood verdienden Het genie, dat o\eral van alles partij weet te trekken, heeft niet zoodra gezien, hoe verruk kelijk op porselein geschilderd wordt, of.... men heeft aanstonds het Londensche trottoir als ecu veld bij uitnemendheid herkend, om dezen tak der edele kunst eene verdere uitbreiding te geven. Talenten, die nog nooit het daglicht zagen, die opzolderkamertjes ontloken.... die alle opleiding en ontwikkeling missen moesten, die neiging gevoelden om de verleidelijke verven als voedsel te bezigen, omdat honger zoo weinig achting voor kunst en poëzie verkiest aan dag te leggen..,, maar in elk geval toch nog talenten en geniën, wreekten zich op hunne eigenaardige, onverzettelijke manier.... en wierpen de kunst op straat! Met uw verlof, mijn wandelaar, kijk voor u uiteen weinig links af..... Ziet gij niet, hoe dat heerschap op hel trottoir eenige kunstproducten gewrocht heeft? Het is niet in olieverf, maar eene studie in krijt. Zijne mengeling van kleuren is toch verrukkelijk en met zorg gekozen. Het zijn slechts zes doekjes. Nummer één stelt een schipbreuk voor... let vooral op het schuim der golven; nummer twee is eene Madonna met smachtenden blik, overigens welgevormd en beter doorvoed, dan misschien de vrouw van den schilder, wanneer zij tot model gediend heeft.... alle zes tafereeltjes zijn verschillend; de schilder is oogenschijnlijk een man van veel talent, in vele genres tc huis.... Wilt gij zijne kennis maken? Daar zit hijeen afgesleten jasje vol plooijen, een broek uit, ver schillende stoffen zaraengesteld. Zie niet naar zijn schoenen want.... hij draagt geen kousen.... wees niet kieskeurig op son linge. De kunst, mijn vriend.... kan wel door kleêren een man maken, zooals het spreekwoord zegt, maar het is veel grooter kunstom die kleêren le betalen!!.... Talm nu niet.... ta9t eens diep in je zak.... een paar koperstukjes.... werp ze maar nonchalant op het tableau, ge zult dat zonnestraaltje van liet landschapje aan uwe voeten op het vermagerd gelaat van dien schilder zien weerkaatsten, en zeg dan bij uw terugkomst in Amsterdam, dat ge iets voor de kunst hebt gedaan.... dat gij de kunst patroniseert. Weet ge, waarom de kunstenaar met krijt en niet met verf ge schilderd of geteekend heeft?.... Wanneer het avond wordt en de tahleaux met vetkaarsen tusschen vloeipapieren ballons verlicht zijn geworden.... dan komt als een donkere schaduw.... de alomtegen woordige policeman te voorschijn, en de concessie aan den schilder stelt de onherroepelijke voorwaarde: dat, wanneer de schilder huis waarts keert, zijn kunstproducten ook mede verdwijnen moeten.... Dat heeft zijne eigenaardige moeijelijkheden, wanneer die producten op het trottoir gegrift zijn... schuren, ploeteren en wrijven.... is het einde der tentoonstelling, en wanneer de laatste omnibus voorbij- gerold en het publiek den kunstzin verloren heeft, dan is de kunst te niet gegaan en zijn de producten van den schilder onherroepelijk verdwenen. Maar nanuw wordt het weêr dag... 0 de schilder snelt terug naar zijn atelier, het krijt, in een zakdoek gewikkeld wordt uitgestort de schilder is aan het werk... O. Israël, 0, Ten Kate!.... Och. Mesdag.... zoo spoedig kunt gij geen Madonna, geen Ecce Homo en geen landschap wrochten. I bet you a Souvereigu V isolitocristcn. Donderdag kwamen tal van schuiten binnen, aanbrengende van 100 tot 250 scbclvisschen. die verkocht werden voor f 21 a f 23 't honderd. Een honderdtal kabeljaauweii hadden zij gezamenlijk gevangen. Gistcien zijn alleen eenige beugers in zee geweest. Zij bragten van 100 tot 200 scbelvissclien aan, die f 12 a f 14 't honderd golden. Kabcljaauw werd niet aangebragt. De korders bragten niet veel van beteekenis aan. De geepvisscherij wil zich nog maar niet herstellen. De aanvoer blijft luttel en de prijs is f 23 a f 25 per tal. Gisteren lagen alhier 42 loggers en sloepen en 235 kleine schuitjes in de haven. Staten-G-eneraal. Tweede Kamer. Zitting van Donderdag 8 Mei. Het algemeen debat over de Kanalenwet is geëindigd. De heer van Delden bestreed het ontwerp wegens den vorm en de onvolledigheid, omdat daarbij niet de matigheid was betracht. Alleen de Rijnverbiuding voor Amsterdam was geregtvaardigd en daarvoor mogt geleend worden. De heer Zijlker verJedigde het ontwerp en bragt hulde aan de beide ministers vooo hunne kloekmoedige politiek. De heer Casembroot sloot zich bij den heer van Delden aan. De minister van Financiën verklaarde, dat, de k sten der werken door leening gevonden moeten worden. De renten en aflossing ad 4^ pCt. kunnen gevonden worden uit de gewone middelen, als de inkomsten met 4 inillioen vermeer deren en de progressie der middelen aanhoudt. Wegens dringend noodigc werken behoeft men dus niet te schromen, die uitgaven tc doen. Dc discussie over artikel 1 is aangevangen. Zitting van Vrijdag 9 Mei. Met dc behandeling der Kanalen wet wordt voortgegaan, en meer bepaald wordt behandeld het voorstel tot het graven van een kanaal, voor rekening van den Staat, van Amsterdam door de Geldcrsche vallei naar de Roven-Wnal. Belangrijk was de uitvoerige en zaakrijke rede van den heer Roctl, die de vraag steldeis dit groote werk van algemeen belang of slechts uitsluitend in 't belang van de hoofdstad? Spreker trekt het algemeen nationaal belang zeer in twijfel, twijfelt mede aan de uitvoerbaarheid er van en wenseht dc benoeming eener Stasts-Com- missic om te onderzoeken wat het algemeen belang eischt. Hij wil de regering behoeden voor de uitvoering van een maatregel, die nadeel aan 't land zou toebrengen. Hij wijst op de defensie en openbaart zijn vrees, dat een indringende vijand door het aan te leggen kanaal een welkome gelegenheid zal vinden om op korte en zeer gemakkelijke wijze de hoofdstad te bereiken. Engelana. In Willis' Rooms werd den 5 dezer, onder presidium van den Prins van Wallis, liet jaarlijkscli banket gegeven door de Londcnsclie liuurkoetsiers-vereeniging Cabdrivers bene- volent association). Tegenwoordig waren kardinaal Manning, Musurus-paclia, de Perzische gezant, de Lord-mayor van Londen, de Lord-opperregter van Engeland, veldmaarschalk Strathnairn en meer andere personen van hoogen rang, in 't geheel ongeveer 200 personen. Aan den toast op het welzijn van de „huurkoetsiers- vereeniging" knoopte de Prins van Wallis een lange rede vast, waarin hij hoofdzakelijk de eerlijkheid van de Londensche „cabbins" prees. Als voorbeeld haalde de vorstelijke spreker aan, dat de huurkoetsiers van Londen verleden jaar aan de politie 16,000 a 17,000 in de huur rijtuigen achtergelaten voorwerpen, ter gezamenlijke waarde van ongeveer 20,000 p. st., hadden terug bezorgd. Men zegt wel, dat een koetsier het niet van zich verkrijgen kan, een parapluie terug te geven; maar voegde Z. K. H. er schertsend aan toe die blaam kan toch onmogelijk op hem rusten, daar iemand zonder parapluie, als 't regent, zich eer van een rijtuig zal bedienen, dan iemand met een parapluie. Te Londen telt men tegenwoordig 11,000 ii 12,000 huurkoetsiers en voor ritten met huurrijtuigen werd in de hoofdstad gedurende één jaar de kolossale som van 4 u 5 millioen p. st. uitgegeven. Staande den maaltijd werd voor 1400 p. st. aan bijdragen geteekend voor het fonds van de Vereeniging, waaruit bejaarde en tot werken onbekwame koetsiers een jaargeld bekomen tot een bedrag van f 144, waaruit kleine voor schotten tot zeer matige renten worden verstrekt en waaruit voor onschuldig aangeklaagde koetsiers de proces-kosten worden betaald. In het Lagerhuis deelde de Engelsche regering jl. Donderdag mede, dat in Amerika onder de varkens typhus heerseht en dat daarom bevolen is met 1 Junij alle uit Amerika aangevoerde varkens in de havens van Engeland, waar zij aan wal gebragt worden, te slagten. Rusland. Uit St. Petersburg wordt berigt, dat de regering zeer vertoornd is over betgeen de buitenlandsche pers mededeelt omtrent den binnenlandschen toestand en dat zij maatregelen tot beteugeling zal nemen tegen de correspondenten van buitenlandsche bladen, op welke de verdenking rust, dat zij den Keizer en zijne regering zwart maken en met de nihilisten, wier plannen zij kennen, in betrekking staan. Die correspondenten zullen aan een streng toezigt onder worpen worden, en telkens wanneer een brief, waarin iets dergelijks voorkomt, in beslag genomen wordt, volgt de in-hechtenis-neming van den schrijver. De regering be weert, dat de zaken volstrekt niet zoo erg zijn als de buitenlandsche pers ze voorstelt. Het volgende is echter aan de Odessaër Boten, en dus aan een Russisch blad zelf ontleend: In den nacht van 1 April 11. werd er aan liet huis No. 43, op den grooten Boulevard te Odessa, hevig gescheld. De portier deed open, docli stortte terstond doodelijk getroffen ter aarde. Den volgenden morgen vond men zijn lijk aan stukken geitouwen voor de deur liggen en daarbij een schrijven aan generaal Totleben, luidende: „Zoo zullen al "uwe creaturen behan deld worden. Het uitvoerend bewind." Geen wonder dan ook, dat er tegenwoordig weinig liefhebbers voor liet portierschap zijn Sedert onheugelijke tijden was het. in Rusland in het district Pokrovsk onder liet gouvernement Wladiwirsk gebruikelijk, dat de geestelijken tegen Paschen ten platten lande van huis tot huis met heiligenbeelden rondgingen, en den landman met zijn gezin, zijn vee en have zegendenin vele dorpen was liet daarenboven gebruikelijk, dat de geeste lijke, op verzoek der gemeente, zich over het veld letterlijk liet kruijen. Kinderen en jonge meisjes begeleidden den geestelijke en den koster op het gemeenschappelijke veld der gemeente en kruiden beiden daarover, 0111 een rijken oogst te erlangen. De geestelijken zijn thans niet meer genegen, om die gewoonte langer 11a te komen, tot groote teleurstelling der landlieden, die thans over een goeden oogst bekommerd zijn. Amerllia. Door de onverschrokkenheid van twee jonge dames, die op een concert, te Wilmington in Amerika gegeven, toen er brand werd geroepen bleven doorzingen, werden alle onheilen die van zoodanige alarmkreten het gevolg plegen te zijn, voorkomen. Aan zulke trekjes herkent men de echte Amerikaansche dames, die met revolvers in den zak togten ondeimemen en de sterkere sekse beschaamd maken Ingezonden. Buitenlandsche loterijen. Herhaaldelijk komcu in de dagbladen aankondigingen voor van buitenlnndschc loterijen. Het publiek is reeds dikwijls attent gemaakt op dc wijze waarop deze aankondigingen gesteld zijnmaar nu treft men in de Ileldersche Courant, uitgever de heer S. Giltjcs, van 3 Mei, bovendien de volgende reclame aan „BELANGRIJK is de geluksaankondiging van Sa nuel Heckscher Senr., in Hamburg, welke zich in dit noramer bevindt. Dit huis heeft zich door zijne

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 2