raking brengen met den consument, zonder zelfmoord konden
volharden bij een stelsel van tusschenhandelaars, dat de
onkosten en rekening van koopers en verkoopers beiden
bezwaart! Alsof het geen onzin is, Amsterdamsche handels
huizen, dezelfden die eene petitie onderteekenden tegen de
effecten-belasting, te hooren vragen 0111 vrije vaart op het
Noordzeekanaal, terwijl de noodelooze onkosten, waarmede
de bedoelde Amsterdamsche gebruiken de producten be
zwaren vele en vele malen de betrekkelijk geringe uitgaven
van kanaalgelden overtreffen? Is het geen onzin, de Neder-
landsche belastingschuldigen te laten betalen, opdat de
Amsterdamsche makelaar zijne provisie niet zal behoeven
te verlagen?
Behoort men aan een handel, die wanneer een der beste
havens van Europa ter zijner beschikking wordt gesteld,
zooals Vlissingen ongetwijfeld is, niets antwoordt danik
ga liever bankieren, niet te zeggen: welnu bankier dan en
veel pleizierof moet men zich haasten in diezelfde ont
zenuwde handen nog eenige millioenen rijkskapitaal te
plaatsen in den vorm van een kanaal door deGeldersche vallei?
Dit alles dient overwogen te worden. Wij zijn niet blind
voor het goede in Amsterdam, wij weten, dat er handels
huizen bestaan, eerbiedwaardig door ijver en werkzaamheid,
hoewel men verkeerd zoude doen ze hoofdzakelijk te zoeken
onder de oude Amsterdamsche kapitalisten. Maar zij kunnen
niet oproeijen tegen den stroom, die al meer en meer den
eigenlijken handel dreigt te verdrukken, den magtigen
invloed van de makelaardij en het commissionairs-wezen,
dat zich als een woekerplant om den groothandel slingert,
en doodelijker wordt naarmate het zich vastzet aan langere
takken van den handelsboom; de tweede hand bezwijkt
onder onkosten, die de eerste hand desnoods dragen kan.
Dit schijnt zeker, dat de Amsterdamsche handel geen regt
heeft noch op hulp noch op medelijden voor zijne klagten,
voor hij door eigen inspanning getoond heeft in staat te
zijn, dezen band te verbreken, die elke gezonde ontwikkeling
tegenhoudt.
HELDER en NIEUWED1EP, 13 Mei.
De Zomerdienst vangt op den Hollandschen Spoorweg
den 15 dezer aan. De vertrekuren der treinen van hier
zijn dan als volgt: 's morgens 5.50 en 9.25, 's namiddags
1.15 en 6.45. Op Donderdag vertrekt een trein naar
Schagen 's morgens ten 8 ure, en des Vrijdags en Zaturdags
een naar Alkmaar, mede ten 8 ure 's morgens.
De uren van aankomst zijn 's morgens 9.12, 's namiddags
12.36 en 's avonds 7.18 en 10.52. Op VrijdagenZaturdag
komt hier een trein aan ten 3.54 's namiddags.
De eerste trein, die 's morgens ten 5.50 vertrekt, biedt
voor reizigers uitnemende gelegenheid aan om zich heel
spoedig naar elders te verplaatsen. Ten 10.23 is men
reeds te Rotterdam, ten 9.38 te Utrecht.
De kapitein der artillerie II. H. P. de Wit, alhier
in garnizoen, is aangewezen als adjudant van den bevel
hebber in de 5de militaire afdeeling alhier, ter vervanging
van den kapitein jhr. Alting von Geusau, dezer dagen
bevorderd tot majoor.
Jl. Zondag middag kwam van IJmuiden alhier ter
reede het stoomschip Amsterdam. Met eene commissie
van deskundigen, die zicli aan boord bevond, heeft het
schip een proeftogt gemaakt, die uitstekend is geslaagd.
Jl. Zaturdag avond werd in het lokaal Musis Sacrum
gehouden de gewone driemaandelijkselie vergadering der
Winkelvereeniging van Eigen Hulp. Door de financiëele
commissie werd verslag uitgebragt van haar onderzoek der
administratie, 't Verslag luidde zeer gunstig. De zuivere
winst, in 't eerste kwartaal dezes jaars behaald, bedraagt
f 463,69. Aan de Commissie van beheer werd dank gebragt
voor hare met gunstig resultaat bekroonde bemoeijingen.
Namens de Commissie werd aan de vergadering medegedeeld,
dat de gedane uitnoodiging tot het verkrijgen van een
Ja, eindelijk daar hoorde bij schreden op den traper werd
aan de deur geklopt. „Binnen!" riep Scliafer met. bevende stem
en zijne van licht beroofde oogen richtten zich naar de deur, als
konden zij den binnenkomende opmerken en waarnemen.
„Ik ben het, mijnheer Schater, de consul Itetchaw. Ik heb van
morgen uwe dochter niet in liet Museum aangetroffen, maar op
hare plaats en met haar arbeid bezig vond ik een heer, mij geheel
onbekend. Ik ben nu hierheen gekomen om met mejuffrouw Schater
nog nadere afspraken te maken over de copie van de Murillo, die
zij mij leveren zou. Uwe dochter is toch immers niet ernstig ziek?"
„Mijne dochter? Wildet gij haar spreken? "Weet ge dan niet...."
De stem weigerde deu armen man verder hare dienstenhij kon
niet meer spreken, de ongelukkige vader. Luid snikkende, viel hij
in zijn leuningstoel.
Ontsteld ijlde William naar den schilder. Hij verbleekte. Naar
aanleiding van de laatst gesprokene woorden en bij deze troost.e-
looze gebaren van den blinde moest hij het ergste vreezen. Met
bevende stem drong hij Scliiifer tot spieken en zeide: „Wat is er
met Alice gebeurd? Is zij ziek? O, ik bid u, zeg het mij; dat
onzekere kan ik onmogelijk langer verdragen!"
De schilder hief verwonderd het hoofd op. Deze vreemde, voor
name heer ondervraagde hem zoo angstig, zoo deelnemend naar
zijne dochter. Zijn gelaat werd ernstig, en koel richtte hij tot hem
de vraag: „Kent gij mijn kind dan van naderbij?"
„Ja en neen," antwoordde William, doch beangst over haar
toestand, voegde hij er bij: „Laten we dit echter voor het oogen-
blik in het midden laten, doch zeg mij, wat er met haar is voor
gevallen."
„Ze is gisteren avond in hechtenis genomen en wordt beschul
digd van diefstal, dien zij even zoo min bedreven heeft als ik.
De Murillo, die geplaatst was in de kleine kamer, waarin zij
arbeidde, en die ze voor u copiceren zou, is verdwenen en op mijne
dochter is de verdenking gevallen, dat zij zich aan dezen diefstal
heeft schuldig gemaakt." Met de grootste bitterheid had de blinde
deze woorden uitgesproken.
„Onmogelijk, ten eenenmale onmogelijk!" riep William ontsteld.
„Waarom zou liet onmogelijk zijn, dat de verdenking liet eerst
valt op een arm meisje* dat zich .afmartelt om het brood te ver
dienen voor haar blinden vader en jeugdigen broeder? Op wie
anders en op wie eerder valt de verdenking der misdaad, dan op
de armoede?" zeide de blinde met een zekeren wrok, meer tot
zich/el ven dan tot zijn bezoeker.
„Zij, Alice, eene diefegge?!" riep William vol wanhoop, „neen,
dat kan niemand gelooven, die haar in haar rein, zacht, duldend
en verdragend aangezicht ziet. Het is meer dan belachelijk de
minste verdenking op haar te willen werpen." Toornig liep hij de
kamer op en neêr.
De magere handen van den blinde strekten zich naar de plaats
uit waar de consul zat en met aan waanzin greuzenden nadruk
vroeg hij: „Hebt gij, mijnheer! nog nooit van onschuldig ver
oordeelden gehoord? Wanneer men haar als diefegge veroordeelt,
o, dan is dit vonnis haar en tevens mijn dood!"
Wordt ver voljd.)
grootcr bedrijfskapitaal de verwachting heeft overtroffen.
Niet minder dan 227 aandeelen a f 5 zijn door de leden
genomen, terwijl 37 aandeelen zijn geplaatst door 't niet
opvragen van liet dividend over 1878.
Bij de cour van voorstelling te 's Ilage had een der
officieren van het regiment grenadiers en jagers het ongeluk,
tengevolge van de gladheid der vloer, bij bet maken zijner
buiging uit te glijden en op den grond te rollen. De
krijgsman viel plat neer, en daar de uniform door zijn
diklijvigheid zeer gespannen zat, sprongen de knoopen los
en rolden over den vloer. De Koningin kon haar gezigt
niet in een ernstige plooi houden, en hare omgeving
evenmin. Toen H. M. den volgenden avond den bewusten
officier op bet bal ontmoette, vroeg zij hem vriendelijk
lagcliend: „Is u gisteren niet geschrokt?" Baron van
Wassenaer van Catwijck stelde bij vergissing den hoofd
ingenieur Waldorp als hoofdingenieur Galand voor. De
Koning echter, die een uitmuntend geheugen bezit, herstelde
dit onmiddellijk en zeide lagcliend„Dag mijnheer Waldorp,
gaat het goecl?"
Als kajuitsjongen voor de expeditie met de Willem
Barentsz is aangesteld, de ISjarige Svbrand van der Sterre,
van het Oudeschild op Texel. De bemanning van het
Poolschip is hiermede voltallig,
Mej. Verwoert verlaat het tooneel. Zij zal in het
huwelijk treden.
In den nacht van jl. Zaturdag op Zondag zijn te
Zaandam vijf pakhuizen, gevuld met granen, en ccn stoom-
rijstfabriek met woonhuis, totaal afgebrand. Ongelukken
zijn niet te betreuren, doch de schade is belangrijk,
De zaak van C. W. Schrikker, bediende bij de firma
L. Hoyack Comp. te Amsterdam, beschuldigd van ont
vreemding van effecten ter waarde van f 15,000 uit een
trommel behoorende aan de moeder der firmanten, heeft
gisteren gediend voor het geregtshof in de hoofdstad.
Het vonnis der regtbank, 1 jaar celstraf, wegens misbruik
van vertrouwen, is door 't hof gedeeltelijk vernietigd, en
gekwalificeerd als diefstal in loontrekkende dienst is
beschuldigde thans tot 15 maanden cellulaire gevangenisstraf
veroordeeld.
Dezer dagen zijn van het regiment huzaren te Haarlem
zes militaire weggejaagd, waarvan drie op één dag.
Te Berg-Ambacht is eene koe gestorven, tengevolge
van het inslikken eener stopnaald.
De heer H. P. Winkelman,burgemeester van Vlissingen,
heeft, wegens voortdurende ongesteldheid, tegen 1 Julij a. s.
ontslag uit zijn betrekking aangevraagd.
Door liet Hof te Arnhem zijn Gerrit Nieuwenlmizen
tot 25 jaren, en de beide andere beschuldigden in zake den
moord te Vollenhoven, Klaas Nieuwenlmizen en Arend
Jongman, ieder tot 20 jaren tuchthuisstraf veroordeeld.
De bezoekers van liet circus van Krcmbsler, dat dezer
dagen te Arnhem staat, waren jl. Woensdag getuigen van
een wedstrijd tussclien een 12jarigen ruiter, zoontje van
den beer Wessels te Velp, en de kunstenaars van genoemd
circus. De heer Wessels namelijk, die paardenkooper is,
had aan den directeur een paard verkocht, bij welken ver
koop deze de voorwaarde had gesteld, dat het paard moest
kunnen springen. Daar 1111 na den toeslag het beest niet
behoorlijk gedresseerd bleek te zijn, eisclite de heer Ivrembsler
zijn geld terug tegen teruggave van het paard, waarop de
heer Wessels, 0111 hem te overtuigen, zijn zoontje er op
afzond, die te midden van oorverdoovende toejuichingen
in het circus al de op 't programma aangekondigdeparforce-
sprongen volbragt.
I11 de gemeente Vries zou dezer dagen het huwelijk
van een paar voltrokken worden, doch de gasten en alle
anderen konden onverrigter zake huiswaarts keeren, omdat
de bruid, toen het op stuk van zaken aankwam, verklaarde
van het huwelijk af te zien.
De Javasche Courant deelt omtrent de aardbeving te
Tjandjoer liet volgende mede:
In den avond van den 28 Maart jl. tot in den morgen
van den 29 d. a. v. werden te Tjandjoer herhaaldelijk lievige
schokken van aardbeving gevoeld.
Alle landsgebouw en aldaar werden zwaar beschadigd en
ontruimd.
Eenige huizen van Europeanen en Chinezen stortten in
en bijna alle woningen waren zwaar beschadigd.
Soekaboemi en Sindanglaija hadden niets geleden.
Vele personen, waaronder de regent, werden gekwetsten
zeven, waaronder de hoofdpanghoeloe, kwamen 0111.
De kwetsuur van den regent heeft niet veel te beduiden.
De schokken hielden den 29 den geheelen dag en nacht
aan. Er werden zeer zware gevoeld 0111 1 uur des nachts
en in den morgen van den 30sten 0111 7 uur 45 minuten
en 9 uur 25 minuten.
De aardbeving heeft, volgens voorloopige berigten, te
Tjipanasweinig of geen schade aangerigt.
Ook te Bandong werden in den avond van den 28sten
drie schokken waargenomen.
De inlander heeft omtrent eene aardbeving een curieus
bijgeloof. Soms, zegt hij, is het zoo muisstil op de aarde,
dat Toekan Allah denkt, dat de boel uitgestorven is. Dan
schudt hij eens aan de aarde, 0111 te zien of er nog menschen
zijn, en 't is daarom zaak bij zulk een gelegenheid maar zoo
spoedig mogelijk teek enen van leven te geven, daar Toekan
Allah dan mogelijk ophoudt met schudden. Men hoort dan
ook in de Soenda-landen en op Batavia, waar bijna alle
bedienden Soendaneezen zijn, bij eene aardbeving de inlanders
van alle kanten roepen: „aja! aja!" ik ben er! wij zijner!
De regering van Rusland heeft weder 50 millioen
roebels geld laten drukken.
De vermoeijenissen en beslommeringen, waaraan
Garibaldi zich door zijn reis naar Rome heeft blootgesteld,
hebben een nadeelige invloed op zijn gezondheid uitgeoefend
hij is niet meer in staat bezoeken te ontvangen.
De Liberlé verhaalt, dat een geneesheer te Cliicago
een onfeilbaar middel gevonden heeft om dronkaards te
genezen, bestaande in de roode kina.
Hij neemt een pond verschen bast der plant, maalt die en
laat haar 48 uur lang in alkohol trekken c-n Herleidt liet
vocht vervolgens door uitdamping tot een Half pint. Het
aldus verkregen drankje wordt den lijder om de drie uren
bij theelepels ingegeven en bovendien moet de eerste twee
dagen de tong tusschentijds er mede bevochtigd worden.
De behandeling, waarbij de dosis eiken dag verminderd,
wordt, duurt tussclien de vijf en veertien dagen. Men
verzekert, dat aldus verwonderlijke genezingen, zelfs van
delirium tremens, verkregen zijn.
Acle Tan beschuldiging tegen Cb. H. Tan Santen Kolff.
Deze zaak zal den 28 Mei voor liet geregtshof te Amsterdam
worden behandeld. Den beschuldigde wordt ten laste gelegd, dat
hij in den nacht van 22 op 23 Jan. 11. op de bordeelhoudster
Josephiuc Juliette Yiry moedwillig uit een met vijf kogels geladen
revolver een scliot heeft gelost, zoodat de genoemde vrouw aan het
hoofd verwond en weinige oogenhlikken later overleden is.
De acté van hesehuldiging, gesteld door den advocaat-generaal
mr. W. R. Op ten Noort, vangt aan met de bekentenis van den
besch., van beroep agent van buitenlandsche huizen en geboren te
Botterdam. Hij heeft de verslagene in 't laatst van 1875 leeren
kennen; met haar in konkubinaat levende, had hij evenwel bemerkt,
dat zij ook omgang had met zekeren E. B. te Brussel, eigenaar
van het bordeel. Toen deze dat wilde verkoopen, verschafte v. S. K.
tot dit einde contant f 5000 en later f 6600, om biljetten, ten
laste der verslagene in omloop, op te koopen. Haar omgang met
B. werd echter niet opgegeven.
Verwijdering en herhaalde twisten waren 't gevolg; ten laatste
zelfs eene scheiding. Na zes weken bragt de verslagene een bezoek
aan v. S. K., dat tot verzoening leidde, en 't konkubinaat werd
hersteld. De oude twisten echter ook. De beschuldigde moest de
herhaalde aanzoeken om geld van dc hand wijzen. Hij had in zijn
omgang met haar nooit meer dan eens f 100 van haar bekomen.
Eenige dagen vóór 2-2 Jan. vroeg zij hem naar de oorzaak van den
geagitccrden toestand waarin hij verkeerde, en openbaarde hij haar
een valschen wissel van f 600 te hebben gemaakt. Zij beloofde te
zullen helpen door tusschenkomst van iemand te Antwerpen, waar
heen zij zelf kort daarop vertrok.
Na met v. S. K. meerdere telegrammen over de geldkwestie
gewisseld te hebben, kwam zij 22 Jan. terug. De ontmoeting was
koel van weerskantenbesch. begreep, dat zij zich wederom met B.
had opgehouden.
Te huis gekomen, zeide dc vrouw hem, dat zij van hem ontslagen
wenschte te worden; waarop hij antwoordde: „In Godsnaam, dan
moet 't maar uit zijn."
Hierop heeft hij zich naar boven begeven, om den revolver, met
5 kogels geladen, welke daar in eene lade van de verslagene lag,
te halen. Na dit wapen in een zijner zijzakken te hebben gestoken,
verzocht hij, dat de verslagene boven zou komen, daar hij haar
wenschte te spreken, 't Gesprek duurde een half uur en ging ver
gezeld van hevige ruzie. Jidiettc zeide o. a.: „Toen jij geld hadt,
vond ik je aardig, maar nu vind ik niets meer aan je."
Het einde was, dat hij besloot weg te gaan. Bij 't afscheid nemen
hebben de verslagene en haar moeder hem echter nog omhelsd en
zij hem 200 francs aangeboden, welke door hem geweigerd werden.
In den gang riep Juliette hem nog terug, maar hij gaf geen gehoor.
Daarop begaf hij zich naar een café in de Nes, waar hij zijn
vriend v. M. ontmoette. Er werd overeengekomen, dat v. M. over
't bijleggen der zaak zou gaan onderhandelen en binnen een kort
tijdsverloop terug keeren. Toen v. M. tegen middernacht niet terug
was, begaf v. S. K. zich naar de Beulingstraat, waar hij de ver
slagene, v. M. en vijf vrouwen aantrof. „Wat ziet ge valscli uit
uwe oogen!" merkte Juliette aan.
Daarna haalde besch. den revolver uit den zaken schoot op haar
zij viel op den grond en liet geen enkel woord of snik meer hooren.
Alle aanwezigen zijn hierop gevlugt; hij is alleen in de kamer
gebleven, heeft dc verslagene opgebeurd, haar op de canapé gelegd,
is daarna naar de keuken gegaan, om zijn zakdoek te bevochtigen,
heeft haar aangezigt er mede gebet en zich toen naar buiten begeven,
waar hij drie heeren voor de deur aantrof, wien hij verzocht een
doctor te gaan halen. Tien minuten later kwam de polieie, nam
den revolver in beslag, haalde geneeskundige hulp en arresteerde
den beschuldigde.
Besch. heeft, vóór hij zich verwijderde, het lijk willen omhelzen,
hetgeen door getuigen werd belet.
De verslagene stierf in het gasthuis, toen ze aldaar op een bed
werd gelegd.
In de acte van besch. is het gepleegde feit gekwalificeerd als
moedwillige doodslag.
X7" IsoHtoerlgten.
Zaturdag was de prijs der schelvisch f 1G per honderd.
Gisteren bedroeg de gemiddelde vangst 250 schelvisschen per
schuit, prijs f 16 a f 17.50 per honderd. Deze prijs geldt voor
de beugschei viseli; de korviseh was maar f 11 en f 12. Enkele
roggen golden 30 cents per stuk. Kleine hoeveelheden tong en een
enkele roode poon bragten hooge prijzen op.
Met de geepvisscherij blijft liet sukkelen; de prijs was gisteren
zelfs nog f 23 a f 21, heden f 18 per tal.
Benoemingen, enz.
Op pensioen gesteldde kapts. ter zee W. C. Klis, J. K. van de
Kruysse Bil aar en A. J. van Mansvclt, en het bedrag van dit
pensioen voor elk hunner bepaald op f 2100 's jaars, met verhooging
van dit bedrag wegens werkelijk verblijf in 's Bijks overzeesclie
bezittingen, voor den eerste met f 1425, voor den tweede met
f 1200 en voor den derde met f 975 's jaars.
Bevorderdtot kapts. ter zee, de kapt.-luits. E. F. Hanel van
C'ronenthall, E. J. van der Sleyden en W. F. Meijentot kapt.-luits.
ter zee, de luils. ter zee 1ste kl. A. J. Visser, G. Doorman en S. Kraijenhoff
van de Leur; tot luits. ter zee lste kl., de luits. ter zee 2de kl. A. G.
Ellis, W. A. Kok en M. C. van Doorn.
Met ingang van 1 Junij a. s. wordt bevorderd tot off. van adm.
3de kl, de scheepsklerk S. Hummelinck.
Staten-Generaal.
Tweede Kamer.
Zitting van Maandag 12 Mei. Aan de orde is de voortzetting
van 't debat over dc Kanalen-wet en meer bepaald over liet kanaal
van Amsterdam naar de Boven-Waal. Belangrijk vooral was de rede
van den lieer Lenting, die als Gcldersch afgevaardigde, zich op een
geheel onpartijdig standpunt kon plaatsen. Spreker verdedigde de
wet tegen de aanvallen, die zij had te verduren en trachtte te betoogen,
dat het kanaal niet slechts de hoofdstad, maar ook de algemecne
welvaart des lands ten goede komt. Hij achtte het kanaal in 't belang
van handel en nijverheid en wees er op dat de handel van geheel
Noordholland, vooral die in kaas, door het te graven kanaal in groote
mate zal worden gebaat, 't Gevoelen van den heer Lenting werd echter
op krachtige wijze bestreden door den heer van Kerkwijk. Deze
spieker beweerde dat de voordeelen van 't voorgestelde kanaal lang zoo
groot niet zullen zijn als de voorstanders meenen. Het nieuwe kanaal
zal krom en bogtigzijn. Zeilschepen zullen liet niet kunnen gebruiken,
hetzij ze gesleept worden, 't Loopt bovendien voor een goed deel
door ccn onbewoonde streek. Tal van sluizen en spoorwegbruggen
bemocijelijkcn de vaart; de overtogt van den Bijn is zeer bezwarend.
Spreker wil Amsterdam een goed kanaal bezorgen naar Rotterdam;
de afstand is dan wel grooter, maar 't getal sluizen veel minder.
Ten slotte wijst spreker op de zonderlinge houding der „solide"
Amsterdammers, die adressen indienen tegen de effecten-belasting
en even daarna roepen om de Kanalen-wet. Denken die heeren,
vraagt spreker, dat wij kanalen kunnen maken zonder geld? {Gelach)
FranKrljK.
Er zijn tc Parijs berigten ontvangen, dat de ex-Keizer
lijke Prins die, zooals men weet, in 't zuiden van Afrika
verwijlt ernstig ongesteld is. De Bonapartisten ver-
keeren in groote bezorgdheid.