HELDERSEHE
EIV NIEUWEDIËPEIt 0III t VT.
Nieuws- eu AiverieutieMal voor Hollands NoonMwartier.
1879. N°. 59.
Vrijdag 16 Mei.
Jaargang37.
BEKENDMAKING.
„W ij huldigen
Let goed e."
Verschijnt Dingsda.u, Donderdag t
Abonnementsprijs per kwartaal
middag.
franco per post
1.30.
- 1.65.
Uitg-ever A. A. BAKKER Cz.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
1 regels
Prijs der Advertentiën: Van 1—
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-lndie.
Laatste ligting 's avonds 6 uur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente IIELDEU
brengen ter kennis dat, indien buitengewone omstandigheden zulks
niet verhinderen, de KERMIS of JAAHMA11KT in deze gemeente
dit jaar aanvangt op Maandag den zevenden Julij aanstaande en
eindigt op Maandag den veertienden Julij.
De aanwijzing der plaatsen voor tenten van groote afmetingen
geschiedt op den 23 Jünij aanstaande, des namiddags ten drie ure.
De loting voor kramen, stalletjes, enz. heeft plaats op Donderdag
den 3 Julij a. s., des voormiddags ten 10 ure, terwijl dicnzelfden
dag, des namiddags ten 3 ure, de plaatsen voor enrousels aan de
hoogste inschrijvers zullen worden aangewezen. De iuschrijvings-
billetten, zonder eenige voorwaarden, moeten veertien dagen te voren
bij den marktmeester zijn ingeleverd.
Het marktgeld moet vóór de aanwijzing der plaatsen en loting
worden betaald.
Ieder die een plaats verlangt, moet zich in persoon uf bij gemng-
tigde op den hiervoor bepaalden tijd vervoegen aan het policie-
bureau No. 2 aan het Molenplein.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Helder, STAKMAN BOSSE, Burgemeester,
den 14 Mei 1879. C. BOON, Secretaris.
HELDER en NIEUWEDIEP, 15 Mei.
Z. Exc. de vice-admiraal van Rees inspecteerde gisteren
het Koninklijk Instituut voor de Marine.
Naar wij vernemen wordt de luitenant ter zee lste kl.
Sirks gedetacheerd bij het departement van Marine, ter
vervanging van den luitenant ter zee lste kl. Hudig. De
luitenant ter zee lste kl. Dittlof Tjassens wordt belast met
het onderwijs in de stoomwerktuigkunde aan het Koninklijk
Instituut voor de Marine, tor vervanging van eerstgenoemde.
Den 3 dezer is aan boord van het Nederlandsche
koopvaardijschip Ottoline, kapitein Ouwehand, liggende te
Amsterdam, een ijverig, braaf en oppassend huisvader,
Simon van Riel, alhier woonachtig, doch tijdelijk op dat
schip werkzaam, in 't ruim gevallen en zwaar gekwetst.
Naar het gasthuis vervoerd, heeft de man daar sedert
vreeselijk geleden, en is hij gisteren aldaar gestorven. Hij
laat achter eene hulpbehoevende weduwe en zes jeugdige
kinderen, die, bij het verlies van hun verzorger, nu een
duistere toekomst tegemoet gaan. Het is te hopen, dat
menschenvrienden in deze niet zullen achterblijven om liet
droevig lot dier zwaar beproefde vrouw te verzachten.
8)
Do SoUUder-Prinses.
Novelle van THEODOIt KriSTER.
Vervolg
De aanblik van den armen man, die deze woorden in de hoogste
vertwijfeling uitsprak, vervulde het hart van William met het diepste
medelijdenhij vatte de bleeke, koude handen van Schilfer en
zeide op een goedhartigen toon: „Stel u gerust, mijnheer Sehafer
daartoe kan het niet komen. Ik zal terstond alle bijzonderheden
trachten op te sporen en ik hoop, dat ik u spoedig gunstige be
richten zal kunnen brengen. Doch weet ge mij niet te zeggen door
wien deze harde en onrechtvaardige beschuldiging op haar gewor
pen is?"
„Neen, mijnheer de consul 1 en toch.... Intusschen het zyu maar
gissingen en...."
„Om het even, mijnheer Schilfer! al is alles wal ge mede
deelt slechts gissing, toch moet ge mij alles mededeelen, wat
eeuigszins inet dit droevig geval in verband gebracht kan worden;
dringend verzoek ik het u," zeide William.
„Nu dan, ja, mijnheer de consulIk geloof, dat niemand anders
dan de iuspecteur Brandt de verdenking op mijn kind geworpen
heeft en dat om geen andere reden, dan uit wraak."
„Hoe dat dan
„Eergisteren avond was hij hier en deed op een zeer lompe en
plompe wijze aanzoek om de hand van Aliceook bood hij haar
aan, mij en mijn Frans in zijn huis op te nemen. Mijne dochter
wees echter zijn aanzoek af; zij wendde voor, dat ze geene ver
anderingen in hare omstandigheden begeerde, in waarheid echter
omdat zij den inspecteur en hierin ben ik met haar van het
zelfde gevoelen niet lijden mag en niet achten kan. Verbitterd en
zooals mijne kindereu mij gezegd hebben met verwoede blikken
verwijderde de inspecteur zich, terwijl hij bij het heengaan nog de
woorden uitsprak, dat hij wenschte dat deze afwijzing Alice nim
mer berouwen zou."
William was bij hetgeen Schilfer hem mededeelde nadenkend
geworden, maar tevens was hij er innig over verheugd, dat Alice
dien man afgewezen had. Als uit een droom ontwakende, zeide hij
„Gij zult wel gelijk hebben, mijnheer Schiifcr; de wraak speelt in
deze zaak een groote rol. Intusschen verheug ik er mij van harte
over, dat ge mij deze zaak hebt meegedeeld, want...."
„Nog iets, mijnheer de consul," viel Schilfer hem in de rede;
„de politie-agent, die mijne dochter van hier heeft weggehaald,
Beeft ook het geld meegenomen, dat gy zelve hier hebt achter
gelaten als voorschot voor de copie, die Alice voor u vervaardigen
zou, dewijl hij scheen te gelooven, dat dit geld de opbrengst was
van het verdwenen schilderstuk. We hadden van het geld nog
geen penning afgenomen, want nu juist was de Murillo verdwenen,
die zij voor u zou copiëeren."
„Wees onbezorgd, mijnheer Schilfer! ik zal liet een zoo goed als
het ander in orde weten te brengen. Ondertusschen moet ge mij
beschouwen als uw advocaat en mij vergunnen u eene voovloopige
bydrage voor uwe huishoudelijke uitgaven te overhandigen; wij
De jaarlijksche algemeene vergadering r an de Ainster-
datnsclie Kanaalmaatschappij, jl. Dingsdag te Amsterdam
gehouden, werd bijgewoond door 42 aandeelhouders, die
214 stemmen en een kapitaal van f 363,000 vertegen
woordigden. De rekening, waaruit bleek, dat de ontvangst
f 4,592,528, dc uitgaaf f 4,949,375 bedroeg, werd goed
gekeurd en besloten einde Junij eene buitengewone ver
gadering te beleggen, waarin inededeeling gedaan zou
worden van de onderhandelingen.
De heeren Quien en Waller werden als commissarissen
herkozen.
Door de sedert het vorig verslag plaats gehad hebbende
inwisseling van aandeelen is liet gebleken, dat boven het
toen genoemde cijfer van f 74,900, voor eene nominale
waarde van f 30,700 aan aandeelen wederregtelijk in om
loop is gebragt. Met inbegrip van genoemde som, blijkt
de gezamenlijke nominale waarde der ontvreemde en frau
duleus in omloop gebragte aandeelen f 279,000 te bedragen.
Door den veehandelaar C. Dainen te Langbroek, is,
niettegenstaande de prijzen van liet. vee dalen, aan den
lieer Lekkerkerk te Montfoort, eene kalfkoe verkocht voor
de kapitale som van f 375.
Tot meerdere bekendmaking van de inrigting, die
onder den naam „Proeflioeve te Wageningen zal tot stand
komen, diene het volgende:
De Vereeniging beoogt de oprigting eener hoeve op
ligtere gronden, waartoe reeds gratis liet gebruik van 17
hectaren bouwland, in de nabijheid vr i Wageningen, zijn
afgestaan, met liet uitsluitend doel proeven te nemen be
treffende verzwaring van gronden, verbeterd humusgelialte,
en bijgevolg met het oog op de nog in Nederland in zoo
grooten getale aanwezige onontgonnen terreinen, en dus
eene behoefte te vervullen, een nationaal belang te behartigen.
Dit doel zal natuurlijk in verband staan met de financi-
eele mogelijkheid der verbetering van gronden, o. a. door
groene bemesting enz., maar vooral ook met de zoogenaamde
stalvoedering voor een gedeelte aan te wenden, door som
migen tot dusverre hoog geprezen, door anderen minder geacht.
De Vereeniging tracht dus een algemeen belang voor
den landbouwer en vooral voor den grondeigenaar in
Nederland te behartigen.
Tengevolge van de aanhoudende strenge nachtvorsten
is er in de omstreken van Deventer geen gras in de weiden
en lijdt liet vee, dat er reeds inloopt, groot gebrek. liet
grootste gedeelte van het vee, dat voor de weide bestemd
is, is nog op de stallen. Dientengevolge zijn de prijzen
van liet hooi in de laatste dagen f 5 a f 6 per 1000 KG.
gestegen en die van het gustevee f 25 h 40 per koe gedaald.
zullen later afrekenen." William overhandigde den blinde een
banknoot. „Ik heb uwe dochter langen tijd gadegeslagenhaar
stil, zacht karakter, hare vlijt en gelatenheid, waarmede zij haar
leed bestendig heeft gedragen, dit alles heeft mijne belangstelling
in haar doen ontwaken en ik zal met alle kracht, die in mij is,
voor uw belang handelen, dat verzeker ik u! Mijn advocaat zal ik
de leiding van deze aangelegenheid opdragen en hem mededeelen,
wat ge mij zooeven vezhaald hebt, want dit verspreid veel licht
over deze duistere zaak. En geen oogenblik twijfel ik, of uwe
dochter zal u spoedig teruggegeven worden. Intusschen, God zij
met u!"
Na het uitspreken dezer woorden verwijderde William zich
zóó spoedig, dat de door deze onverwachte hulp bijna betoo-
verde blinde hem ter nauwernood zijn dank betuigen kon. En
William hield woord. Aan den besten advocaat der groote handel
stad droeg hij de waarneming van Alice's rechten op; geen geld
behoefde hij te ontzien om de onschuld van het arme meisje aan
het licht te brengen. Doch niet slechts weken, maar maanden
gingen voorbij, eer Alice uit hare gevangenschip ontslagen werd;
ook de Murillo was en bleef weg.
Eindelijk, na verloop van bijna vier maanden, zou de zaak voor
liet gerecht behandeld worden. Het was een dag van angst
voor allen, die in Alice Schilfer belang stelden, 't. Was een
roerend en treffend beeld des ongeluks, toen dat doodsbleeke
meisje met die stille gelatenheid op de bank der beschuldigden zat.
Een medelijdend gemurmel ging ouder de verzamelde toehoorders
rond. Zacht, nauw hoorbaar, beantwoordde Alice de aan haar door
den president gerichte vragen. Was het vragen afgeloopen, dan
ging ze weder kalm zittenslechts hare groote, treurig starende
oogen hingen als vragend aan de lippen der getuigen. Als door
een boozen droom vernam ze alle gebeurtenissen, die haar in deze
noodlottige omstandigheden gebracht hadden en die door den
Staats-advocaat met juridische scherpzinnigheid voorgesteld, door
de getuigen niet in twijfel getrokken konden worden.
De oppasser Reinhardt bevestigde onder eede, dat hij de nu
verdwenen Murillo nog des voormiddags ten tien ure van den
zelfden dag op zijn gewone plaats in dezelfde kamer, waarin de
aangeklaagde arbeidde, gezien had, toen hij aldaar in het voorbij
gaan eenige woorden met haar gewisseld had. Hij moest toegeven,
dat de aangeklaagde wel met zijne voorkennis, maar zonder die
van den inspecteur, heimelijk, voordat de tijd, dat, het Museum
voor het publiek geopend was, aldaar herhaalde malen geweest
was om de schilderij te copiëeren, en dat ze zelve er belang in
gesteld en hem herhaaldelijk gevraagd had, dat de inspecteur
daarvan niets te weten mocht komen. Dit alles was de waarheid
en moest hij bevestigen, maar uit overtuiging voegde Reinhardt bij
zijne afgelegde verklaringen, dat hij Alice Schilfer onbekwaam hield
om zich schuldig te maken aan het feit, dat haar ten laste werd gelegd.
Hierop moest de inspecteur Brandt zijne verklaring met eede
bevestigen. Ook deze was voor Alice bezwarend. Niet weinig
evenwel werd hij in verlegenheid gebracht door de vragen van den
verdediger, of hij niet op den dag vóór het verdwijnen van het
Vet vee is zeer veel voorhanden, doc-li er is weinig kooplust.
De prijzen zijn aanmerkelijk lager dan in de vorige maand.
Van Blussé, zegt Lavater Jr. in zijn Politieke Plioto-
graphiën van de aftredende leden der Tweede Kamer
„Wat Blussé zegt, is oratorisch niet mooi, maar
indrukwekkend; een parlementair redenaar is hij niet; hij
ziet er volstrekt geen bezwaren in om uitdrukkingen te
bezigen als: „nou dan ka'je wel op je vingers uitrekenen
dat je te kort komt" en met „je" bedoelt hij dan
Z. Exc. den minister van Financiën; of: „dat lijkent naar
niemendal en de minister zal me dan ook 'n plezier doen
as hij me 'ris op een stukkie papier die rekening wil voor
leggen." Om 't even Blussé spreekt als een handelsman,
met kennis van de zaken die hij behandelt, met een beroep
doorgaans op de praktijk."
De Keizer van Duitschland is overgrootvader geworden.
Te Eisleben heeft iemand in zijn tuin een perenboom
gerooid en te dier plaatse in den grond gevonden de som
van 27,000 mark in gouden specie.
In Duitschland is, naar de A. Crt. beweert, een
krachtige maatregel genomen om landbouw en veeteelt te
doen bloeijen; alle militairen ontvangen bij hun brood een
rantsoen kaas, ten einde langs dien weg de zuivelbereiding
te steunen. Dat zou de ware bescherming zijn!
De Italiaansche botanicus Odoardo Beccari, die onlangs
van zijne ontdekkingsreis in Oost-Indië en Nieuw-Guinea
teruggekeerd is, heeft op Sumatra een reuzenbloem ontdekt,
die zelfs hare in 1818 gevonden landgenoote, de Raflesia
Arnoldi, die tot dusverre voor de kolossaalste bloem der
wereld werd gehouden, verreweg in de schaduw stelt. Zij
behoort tot het geslacht der Aronskelken, en men kan
zich een denkbeeld van hare bloem vormen, als men zich
de bekende Aetliiopische Calla, in het reusachtige vergroot,
voorstelt. Uit een bol van nagenoeg anderhal ven meter
in omvang komt een enkel in drieën gedeeld blad te voor
schijn, waarvan de witgevlokte stengel een omvang van
90 cM. beeft. De bloemkelk, die in doorsnede 83 cM.
heeft, is van buiten groen en van binnen, namelijk aan
den uitgetakkelden rand, purperrood. Ilij vormt een
trechter van 70 cM. diepte, waarvan de binnenzijde ge
plooid is. Uit deze bloem verheft zich een anderhalve
meter lange vruchtwortel, waarvan het benedenste gedeelte
met roode vruchten is bezet. De geheele plant is in alle
deelen zóó kolossaal, dat na het uitgraven van den bol
t.,ee mannen vereisclit worden om dien van de plaats te
vervoeren.
Alexander Dumas, de oudere, was, zooals men weet,
ofschoon hij als schrijver groote sommen verdiende, bijna
schilderstuk aan de aangeklaagde een lunvelijksvoorstel had gedaan
en door haar afgewezen was geworden. Op deze vraag was hij in
liet geheel niet voorbereid, maar hij moest tocli de waarheid
toegeven, dat het verband der zaak aldus gelegen was. Ook de
verdere vragenof hij liet geweest was, die het eerst aan de ver
denking tegen Alice Schiifer woorden had gegeven en haar bij de
bevoegde macht als de vermoedelijke diefegge had aangeklaagd,
moest hij bevestigend beantwoorden. Men zag hoe moeielijk hem
dit viel. Doch daarentegen bevestigde hij met eede, dat hij kort
vóór de opening van het Museum de aangeklaagde zich haastig en
zichtbaar angstig bad zien verwijderen en bovendien had bemerkt,
dat ze iets onder haar omslagdoek verborg.
Ook de beide als getuigen opgeroepen arbeiders bevestigden deze
verklaring.
Toen de president aan Alice vroeg, wat ze tegen deze verkla
ringen had in te brengen, antwoordde zij„Ik verwijderde mij
vóór elf ure, omdat ik den lieer inspecteur hoorde komen en den
oppasser, die mij op een tijd had binnengelaten, toen het Museum
nog niet geopend was, geene onaangenaamheden wilde berokkenen.
Onder mijn omslagdoek droeg ik de portefeulle, die ik altijd, als
ik aan mijn arbeid ga, medeneem en op denzelfden morgen na elf
ure ook weder in het Museum onder mijn doek heb teruggebracht.
Nauwelijks een half uur na de opening van het Museum, en
vóór dat nog cén van de vreemde bezoekers, die de tentoonstelling
bezochten, zich verwijderd had, was het verdwijnen van het schilder
stuk ontdekt geworden.
De rede van den Staats-advocaat was kort, zakelijk en de con
clusie was, dat hij de aanklacht voor bewezen hield.
De verdediger wees in warme en overtuigende woorden aan, dat
niet het geringste bewijs van schuld aangevoerd was, dat de aan
geklaagde den diefstal zou hebben bedreven. Geen mensch heeft
haar in het bezit van het schilderstuk gezien; in hare woning was
geen spoor er van gevonden; het daar in beslag genomen geld
kon niet in het minste verhand staan met het verdwenen schilder
stuk en was daarom dan ook reeds sedert lang teruggegevenrail
elke minuut vóór en na het verdwijnen, hoe de aangeklaagde haar
tijd had doorgebracht, had ze de beste en onwederlegbaarste in
lichtingen gegevcu. In zijne praktijk was dit voor hem een geheel
nieuw en nog nooit voorgekomen geval, dat onder zulke omstan
digheden eene zaak voor de rechtbank der gezworenen is gebracht
intusschen was hem dit in het belang van de aan zijne zorg nan-
bevolene welgevallig, want nu juist werd aan de gezworenen de
openlijke gelegenheid geschonken, de eer van de aangeklaagde weder
te herstellen, dat nu op eene betere en nadrukkelijker wijze ge
schieden kon, dan wanneer het onderzoek en de behandeling dezer
zaak in alle stilte waren geschied.
De Staats-advocaat zag van repliek af. Het resumé van den
president was Alice gunstig. De gezworenen verwijderden zich en
na eene afwezigheid van nauwelijks vijf minuten was hunne éón-
parige uitspraak: Onschuldig! Alice werd vrijgesproken en terstond
uit hare gevangenschap ontslagen.
{Wordt ver coljd.)