lijk is. Kortom, alles ziet er flink, degelijk en koninklijk
uitvan de kostbare mahoniehouten deuren aan don ingang
tot de balken der zolders alles overtuigt u, dat er uit
een onbekrompen beurs geput is."
Jl. Woensdag had te Utrecht de aangekondigde ver
gadering van weesvaders plaats. Een 25tal had aan de
oproeping gehoor gegeven, om de belangen der weezen te
bespreken.
Alvorens tot die bespreking werd overgegaan, werd de
Vereeniging geconstitueerd onderden naam van „Vereeniging
van Weesvaders," waartoe al de tegenwoordig zijnde heeren
toetraden, en het definitief bestuur gevormd uit de hoeren
F. Ileusy, te Kampen, 1ste president: G. W. Helms, te
's Hage, 2de president; D. Hendrikus Idsinga, te 's Bosch,
lste secretaris; M. Marchand, te Utrecht, 2de secretaris, en
J. v. d. Laken, te Utrecht, penningmeester. Naar aanleiding
van de vraag „wat er kan gedaan worden om de zorgeloos
heid bij verpleegden in de weeshuizen tegen te gaan,"
ingeleid door den lieer Ileusy, van Kaïnpen, werden zeer
belangrijke discussicn gevoerd.
Op de jl. Woensdag te Dokkum gehouden voorjaars-
markt was de handel nog zeer flaauw. De aanvoer van
koeijen was groot, doch ze konden wegens het lage bod
niet allen verhandeld worden. Het aantal lammeren was
niet bijzonder groot, en die er waren, waren niet van de
beste soort; ook daarnaar was weinig vraag en de prijzen
waren ongehoord laag.
Jl. Zondag middag werd door de schutterij te Wylré
de zoogenaamde koningsvogel geschoten. Om den vogel
te behalen laadde Arn. Akkermans, van het gehucht
Keutenberg, gemeente Wylré, zijn geweer met 3 kogels,
doch het geweer sprong en de linkerhand werd den onge
lukkige half weggescheurd.
Een zeldzaam familiefeest werd onlangs te Vlotho
gevierd. De jongste dochter van een ingezetene der plaats
trouwde met den jongsten zoon van een ander ingezetene,
nadat vroeger reeds drie zusters van de bruid met drie
broeders van den bruidegom in 't huwelijk getreden waren.
De heer Meyers, directeur van den bekenden circus,
is in staat van faillissement.
De heer Gambetta is te Parijs teruggekeerd. De kuur
heeft geholpen; hij is aanmerkelijk geslonken.
Een stoomboot van New-York naar Engeland heeft
dezer dagen op 60 gr. NB. zeer aanzienlijke ijsbergen, uit
het Noorden komende, ontmoet en kon die slechts met
moeite ontwijken. Zoodoende zal zich het gure voorjaar
van 1879 laten verklaren, nu de wind veelal uit het
noorden blaast.
De barbaarsehe staat van beleg, die in Rusland reeds
in de zes voornaamste gouvernementen gold, is door een
Keizerlijke ukase nog uitgebreid.
Een aardig gezegde, afgeluisterd door een der redac
teurs van de Parijsche Figaro en doelende op de bekende
magerheid van de tragédiene Sarah Bcrnhardt„Een
ledig rijtuig houdt stil, en wie zie ik er uit komen?
Sarah Bernhardt."
Coleman County, in den Staat Texas heeft nog een
zeer Primitieve regtspleging. De regter zit op een vat;
de aanklager, de gezworenen en de verdediger in het gras.
Een gevangenis is niet aanwezig en met het oog op dat
feit, bestaan de straffen dan ook alleen maar in geldboeten
en zweepslagen.
V iscliT)er igt en.
Drie Egmonder bommen bragten gisteren flinke purtijen tongen
aan, die tot hooge prijzen van de hand gingen.
De beugers vingen van 10 tot 300 schclvisschen. De prijs was
f 10 a f 10.50 per honderd. De korders bleven in zee.
De geep blijft hoog in prijs, f 14 a f 16 per tal. De aanvoer
van Kolhorn en Wieringen is tot heden gering.
Volgens geruchten, ving men op de Zuiderzee van 20 tot 30,000
stuks ansjovis. Als een electrische vonk werkt dit op de visschers, en
zullpn wij de geheele vloot weldra van hier zien vertrekken, om
daarmede den.... stillen tijd te geuioet te gaan.
handel van 37 pCt. tot 4 pCt. is verminderd. Verder bestrijdt
spreker de verdachtmaking, als zouden ten opzigte van dit plan opge
wondenheid en opzwceping merkbaar zijn geweest. Verder wordt
het regerings-voorstel verdedigd door de heeren Godefroi en Rutgevs
cn den minister van Waterstaat. Laatstgenoemde tracht aan te
toonen, dat wij met behoorlijke krachtsinspanning een deel kunnen
verwerven van den meerderen invoer in Duitschland gedurende de
laatste jaren. De meening dat de vermeerdering van handel een
fantasie is, ontkent de minister, vooral ook met het oog op den
aanleg van de haven te IJmuiden. Het amendement Sandberg wordt
door den minister ten zeerste bestreden. De heeren Casembroot en
de Jong blijven het voorgestelde kanaal bestlijden. Eerstgenoemde
houdt zich overtuigd, dat de heer Stieltjes in de tegenwoordige
omstandigheid, met het oog op de financiëele toestand en den handel
van Amsterdam een goedkooper kanaal boven het vallei-kanaal zou
hebben geprefereerd.
In eene uitvoerige memorie beantwoordt de minister van Oorlog
het verslag der Kamer over de begrooting voor 1879. Hij heeft
de begrooting gebragt op f 21,641,900, en verklaart dat hij vele
punten in ernstige overweging zal nemen. Hij heeft met gevestigde
overtuiging de portefeuille aanvaard, en hoopt aan zijne vroeger
ontwikkelde mcening omtrent de organisatie en de defensie-belangen
getrouw te blijven. De minister acht eene eindbeslissing omtrent
de principicele vragen der defensie urgent. Ilij zal onverstoord
arbeiden om ten spoedigste tot die eindbeslissing te geraken, doch
kan zich niet vereenigen met de beginselen omtrent de defensie van
het vorig bewind en kan zich ook niet neerleggen bij de plannen
van ziju onmiddelijkcn voorganger. Zijne ontwerpen liggen zoo
goed als gereed. Ilij hoopt in hel; volgende zittingjaar de militie-
en de schulterijwet te behandelen. De minister zal aan de behandeling
en ontwikkeling van den soldaat en de bezoldiging van den officier
zijne aandacht wijden cn tevens trachten de militaire dienst zoo
min bezwarend mogelijk te maken.
Frankrij k.
Dezer dagen ontstond te Parijs twist tusschen twee
oude bedelaarstcrs, in de nabijheid van St. Rochde woedendste
der twee werd naar bet bureau van den heer Tenaille,
politie-commissaris, gebragt. De ongelukkige verhaalde op
een zoo hartroerende manier haar droevige wederwaardig
heden, dat de commissaris haar in vrijheid liet heengaan,
na haar eerst nog een aalmoes te hebben gegeven. Op het
oogenblik toen zij heenging, liet de bedelaarster een vuur
pot vallen, dien zij onder haren arm droeg, het voorwerp
gaf een metaalaclitigen klankde oude vrouw, den pot
willende opnemen, boog zich zoo vlug, dat de heer Tenaille
achterdocht kreeg en de bedelaarster deed terugroepen.
„Neem die kap weg, welke uw hoofd bedekt," zeide hij
haar plotseling. De oude vrouw moest gehoorzamendoch
zie, toen de kap weggenomen werd, vertoonde zich een
jong meisje, naauwelijks twintig jaren oud. In den vuur
pot heeft men een som van 20,000 frs., in biljetten en goud
gevonden.
Wie de geheimzinnige bedelaarster is, zal het ingestelde
onderzoek wel aan het licht brengen; de gewaande oude
vrouw is intusschen naar de politiewacht gezonden.
Engeland..
Koningin Victoria, die binnen weinige dagen haar GOsten
verjaardag viert, is overgrootmoeder geworden, gelijk men
weet. In de noordelijke landen is dit wel een zeldzaamheid
op dien leeftijd.
DuitsoHland.
De bewoners van een huis in de Krausenstrasse te
Berlijn werden dezer dagen bij hun thuiskomst onaangenaam
verrast. De pijp der waterleiding was gesprongen, zoodat
de keuken ongeveer ter hoogte van een voet blank stond.
Er waren geen andere levende wezens thuis dan de kat
met hare twee jongen, die, in de keuken, gelijkvloers met
de straat, door het wassen van het water in groote verlegen
heid geraakten. Wat doet nu de oude, verstandige kat?
Zij neemt hare jongen één voor één in haar bek, draagt ze
uit haar mandje naar een houten bak, dien ze op den vloer
ontdekt heeft, en stapt er eindelijk zelve in. Toen de
ongeruste bewoners de deur openden, zagen zij de kleine
familie zeer rustig in hare veilige ark op het water drijven.
Voor de verkiezing van een lid voor den Gemeente
raad te Zijpe op jl. Donderdag zijn ingeleverd 133 stem
briefjes, waarvan 5 van onwaarde, zoodat het getal geldig
uitgebragte stemmen bedraagt 128. Gekozen is de heer
Gt. Nöbel met 66 stemmen. De heer J. van Beusekom
bekwam er 38 en de heer M. J. Koelman 11.
Ten gevolge van de daling der meeste landbouw
producten staan de vooruitzigten voor de landlieden op
Terschelling niet gunstig. Waren in vorige jaren de meeste
lammeren om dezen tijd al verkocht, verleden jaar voor
f 10 a 12 per stuk; thans durft men wel f 5 bieden voor
de beste soorten. Kalveren welke vroeger met f 20 werden
betaald, brengen nu hoogstens f 12 op en voor de beste
boter kan niet meer dan 70 a 80 cent worden bedongen.
Men schrijft ons uit Winkel, dd. 16 Mei:
„Naauwelijks is de weersgesteldheid iets zachter geworden,
of men ziet hier en daar de koeijen in de weide brengen.
Zij vinden daar echter geen overvloed van gras; integen
deel! maar het geschiedt uit noodzaak, daar het hooi op
raakt. l)e bouwlanden zijn mede zeer achterlijk en hebben
veel te lijden van het gebit. Hier en daar heeft men het
gezaaide reeds eens, ja tweemaal moeten omploegen."
Te Winkel deed zich dezer dagen liet merkwaardige
geval voor, dat een candidaat-notaris aangifte deed van de
geboorte van een kind in gezelschap van twee candidaat-
notarissen, die hem als getuigen ter zijde stonden, terwijl
de ambtenaar van den burgerlijken stand mede den rang
van candidaat-notaris heeft.
In maanden heeft men in Iloogkarspel van geenerlei
ziekte onder het vee gehoord. Longziekte, tongblaar cn
klaauwzeer schijnen voorgoed geweken te zijn. Het is te
hopen, dat het ongunstige voorjaar en het dorre land geen
nadeeligen invloed daarbij uitoefent. Onder de schapen
merkte men wel ziekte, door welke velen stierven en
vooral bij het werpen van jongendit maakt echter op
het groote getal schapen, die in dien omtrek zijn, geen
indruk en veroorzaakt geen groote schade, dewijl de prijzen
voor schapen en lammeren zeer hoog zijn, dat veel vergoedt
evenzoo ging het met de varkens, waar veel sterfte onder
was, maar de goede prijzen vergoeden de schade.
In de Jonker Fransstraat te Amsterdam is gisteren
middag een rijtuig van een begrafenisstoet omgeslagen,
tengevolge van het afloopen van een wiel. De inzittende
personen, drie dames en een heer, kwamen met den schrik
vrij; de stoet moest zoolang wachten, tot een ander rijtuig
was gekomen, waarin de rouwdragenden konden overstappen.
Omtrent den koninklijken stal te 's Hage meldt men
o. a. aan het Hbld.:
„Nu alles afgewerkt 'is, en de bevoorregte paarden er
eenvoudig hebben in te stappen, beseft men nog oneindig
moer wanverhouding tusschen zulk een prachtigen stal en
het deerniswaardig paleis. Gelijk het bij de inrigting van
een modernen stal behoort, zijn de nieuwste uitvindingen
en verbeteringen daarbij toegepast. De architect Vogel
heeft inzonderheid van Amerikaansche verbeteringen gebruik
gemaakt, welk land op dat gebied schijnt uit te munten.
De boxes der raspaarden zijn zoo keurig ingerigt, dat men
ze Carré's Hongaarsche hengsten zou toewenschen, die
ongetwijfeld, met al hun gaven, zulk een weelde nooit
gekend hebben. AUervernuftigst is de inrigting voor de
kribbebijters. Ruif, haver- en drinkbak verdwijnen in den
muur of komen weer voor den dag, naarmate men een
knip verschuift. Heeft de kribbebijter naar hartelust
gegeten en gedronken en wil hij aan het bijten beginnen,
dan verdwijnt eenvoudig, evenals in den schouwburg, de
geheele gedekte tafel.
De ruime manége met zijn loges ziet er nu helder,
vrolijk en sierlijk uit. Vóór de heide koetshuizen biedt
eene overdekte, breede galerij, zooals onze spoorwegstations
die bezitten, gelegenheid om de paarden voor de rijtuigen
te spannen, koetsen schoon te maken, kortom: allerlei
werkzaamheden te verrigten, waartoe hij regen of slecht
weer het groote open plein minder geschikt is. De onge
huwde stalknechten vinden op de bovenverdiepingen eene
reeks van kamers, die zoo vrolijk en helder zijn, dat liet
voor hen ligt een oorzaak kan worden, om het celibaat
langer te rekken dan voor onze Haagsche meisjes wensclic-
val was. Zwijgend zaten vader en zoon in het kabinet van den
eerste tegenover elkander; de telegraaf had hun zoo even eene
depêche in cijferschrift gebracht en William had den inhoud cr van
ann zijn vader medegedeeldde onmogelijkheid meldende van eene
aanzienlijke, juist in den tegen woord igen tijd dubbel gewichtige
contante betaling te erlangen, waarop de firma niet alleen recht
had, maar bovendien ook zeker rekenen mocht. Deze „onmogelijk
heid" stond met een verlies gelijk. Op deze som hadden vader en
zoon met zekerheid gerekend.
Gebogen en moeielijk ademhalende zat de oude heer in zijn
leuningstoel voor den schrijflessenaar. Als dit nog eenigen tijd zoo
nmest voortgaan, dan zag hij het einde vooruit. Een eenig red
middel was nog overig, doch daarvan moest hij afstand doen,
want dat stond met liet levensgeluk van zijn zoon in verband, dat
hij zoo vurig verlangde.
Melanie's vader had met hem veel verloren; hunne ondernemin
gen waren dikwijls gemeenschappelijk geweest. Evenwel wist de
oude consul, dat, als deze zich met hem verbond, de opstekende
storm gemakkelijk bezworen- kon worden, daar ginds de verhou
dingen van den handel geheel anders en de bronnen van Décamps
bijna onuitputtelijk waren. Eene verbinding van de handelszaken
kon alleen tot stand komen als de verloving van zijn zoon met
Melanie plaats vond, en William moest dan tevens de opvolger in
de zaken van den ouden Décamps worden.
Ook William was het zich bewust, dat deze verbintenis het
eenige redmiddel van de firma was, en dat wanneer hij uit eigen be
weging dit redmiddel niet aangreep, zijn oude heer er hem niet
toe noodzaken kon. Een zware strijd had reeds lang in zijn boezem
plaats gehad; hij beminde Alice nog altijd, misschien meer dan
ooit, nu haar bezit hem thans onbereikbaar toescheen. Na den dag
waarop zij uit hare gevangenschap ontslagen was, had hij haar
niet wedergezienhij wendde alle moeite aan om haar tc vergeten,
doch hoe nader het uur der beslissing kwam, des te meer gevoelde
hij, hoe onuitsprekelijk ongelukkig hij worden zou, wauneer hij, om
de rust van zijne ouders en om de eer van zijn naam, zijue liefde
voor Alice opofferde, om Melanie tot zijne eqhtgenoote te maken,
Melanie, die hij niet beminde en voor wie hij nauwelijks de achting
kon koesteren, die de man a in de gezellin zijns levens, die hij voor zich
heeft uitverkoren, toch behoort te bewijzen. En bovendien, zou ze
hem nog begeeren, nadat bij zich gedurende de laatste dagen zoo
onvriendelijk, zoo gestreng, zoo koel jegens haar gedrageu had
Het scheen, dat een besluit bij hein tot rijpheid gekomen was.
Het leed, dat zijn vader ter neder drukte, kon hij niet langer
aanzien, noch de stille smart zijner moeder verdragen; zij vermoedde
nauwelijks hoe ongelukkig het met het crediet van het handelshuis
gelegen was. Mocht hij zoo ongevoelig zijn, de redding van allen ter
wille van een poëtischen drooin iu gevaar te brengen?
{Wordt verwijd.)
Benoemingen, enz.
Met 6 Junij a. s. worden geplaatst:
aan boord van het rnmschip Stier: de luit. ter zee lste kl. II.
J. R. Sutlierland, die der 2de kl. N. W. van Arnmers, W. II.
Dittlof Tjasseos en P. C. W. Vaudevelde, de off. van gez. lste kl.
G. Karssen en de off, van adm. lste kl. G. D. van Werdt, eerst
genoemde als lste officier;
nan boord van den monitor Krokodilde luits. ter zee 2de kl.
H. E, Verheggen, A. G. J. baron van Plettcuberg, F. Böhtlingk
eu J. D. barou van Wassenaer tot Catwyck, de off. van gez. lste kl.
C. C. Yigelius en de off. van adin. lste kl. L. C. Duhne, eerst
genoemde als lste officier;
aan boord van den monitor Adder: de luits. ter zee 2de kl.
H. L. C. Wolterbeek Muller, J. Luytjes, J. van Brakcl Schimmel
en jhr. G. S. Borcel, de off. van gez. 2de kl. J. P. M. Trousselot
en de off van adm. 2de kl. P. K. S. Metman, eerstgenoemde als
lste offcier;
nan boord van het wachtschip te Ilellevoetsluisde luit. ter zee
2de kl. M. J. P. Westveer.
De luit. ter zee 2de kl. P. T. M. van Leeuwen wordt met den
21 dezer geplaatst aan boord van het wachtschip alhier.
De off. van adm. 3de kl. H. J. van der Meer, dienende aan
boord van het wachtschip te Hellevoetsluis, wordt met den 31 dezer
op non-activiteit gesteld en met 1 Junij vervangen door den met
dien datum tot off. van adm. 3de kl. bevorderden scheepsklerk
S. Hummeliuck.
De scheepsklerk O. van Merkesteyn wordt met 1 Junij a. s.
geplaatst op het opleidingsschip Admiraal van Wassenaer.
Staten-Generaal.
Tweede Kamer.
Zitting van Donderdag 15 dezer. liet debat over het kanaal
door de Geldersche vullei werd voortgezet. De heeren Bastert,
van Houten, Itoëll, Begrara, van Stolk en Casembroot bleven het
bestrijden uit verschillende financiëele en handelsoogpunten. De
heer Kool betoogde, dat het kauaal voor de defensie eer voordeelig
dan nadeefig zou ziju. De heeren Holtzmnn en Meir.esz verdedigden
het kanaal. De heer Sandberg stelde als amendement voor, om
het kanaal door de Geldersche vallei uit art. 1 weg te laten. I)e
lieer van Houten gewaagde waarschuwend van ernstige, bedroevende
tijdingen omtrent faillissementen van groote handelsfirma's te
Rotterdam.
Zitting van Vrijdag 16 Mei. Voortzetting der beraadslaging
over 't kanaal door de Geldersche vallei. Een groot deel dezer zitting
wordt ingenomen door de rede van den heer van Tienhoven, die de
regerings-voordragt met warmte verdedigt. Spreker betoogt in het
breede de dringende noodzakelijkheid der verbinding van de Noord
zeehaven met de rivieren en het centrum van Europa. Hij wijst
daarbij op de treurige omstandigheid, dat de Amsterdamsche Rijn-
Ken huwelijksmakelaar te Weenen.
Eenigen tijd geleden maakten buitenlandsche bladen gewag van
een eigenaardig proces, dat te Weenen tegen een huwelijksmakelaar
gevoerd werd. I)e zaak is nu afgeloopen en de man vrijgesproken,
doch het verhandelde levert een interessanten blik in het wezeu der
industrie, die de beschuldigde uitoefent..
Anton Saller, zoo heet de man, was door verscheidene huwelijks-
candidaten van bedrog beschuldigd, omdat hij hun een voorschot
van vijf gulden had doen betalen, zonder beu later in eenig opzigt
van dienst te ziju. Men grondde de aanklagt o. a. op het feit dat
de huwelijksannonces, waardoor deze vijf-gulden-mannen in den val
gelokt waren, door Saller zelf opgesteld en op zijn last geplaatst
waren. Het was een „jouge weduwe," die een „eerste poging"
aanwendde om te hertrouweneen bemiddelde dame, die er goed
uitzag cn „niet ongenegen* was; een jeugdige wees, die in het
huwelijk vergoeding hoopte te vinden voor hel gemis harer ouders,
en eindelijk een schoon meisje, met 150,000 gulden, waarvoor men
een man zocht. De beschuldigde ontkende niet dat hijzelf die
annonces had doen plaatsen, doch hield vol dat de daarin bedoelde
dames werkelijk bestonden en hij op min of meer bedekte wijze
last gekregen bad om te zien of hij ze aan een man kon helpen.
Saller wees voorts op een aantal werkelijk door hem tot stand
gebragtc huwelijken, o. a. dat van zekeren granf H. met de dochter
van een rijk fabrikant K., 'twelk hem een voordeeltje van f 6000
had opgebragt, maar „hij had het ook werkelijk niet minder kunnen
doen, want de graaf huwde in een familie van millionairs." Zulke
zaken deed hij meer en dat kon hij bewijzenmaar sommige heeren
waren zoo ongeduldig, klaagde hijals zij niet binnen acht dagen
geholpen werden, dan dachten zij dat men hen bedroog.
De president wees hem er op dat de portretten, die hy aan de
klagers gezonden had, niet die der bedoelde trouwlustige dames
waren. Saller vertelde toen hoe hij er toe kwam om Talscho
fotografiën te gebruiken. Daar hij herhaaldelijk met zijn lastgevers
of geefsters ongenoegen gehad had over portretten die in verkeerde
handen waren geraakt, had hij een advertentie geplaatst waarin een
dame gevraagd werd om in een groot magazijn nis kassier te fungeeren.
Tal van brieven met portretten waren daarop ingekomen en nu ge
bruikte Saller deze portretten om aan de trouwlustige beeren te
zenden, die op zijne advertentie schreven; hy deed dit om te zien
of het dezen briefschrijver ernst was. Kou hij dit uit het antwoord
opmaken, dan zond hij hun een „lieusch portret" en verzocht het
vorige terug, dat hij „bij vergissing" had gezonden. Kreeg hij
geen verder antwoord, dan was er eenvoudig een waardeloos portret
verloren. Saller noemde dit. de „interims-fotografie."
Om te bewijzen hoe „x^cél" hij zijn zaken dreef, legde hij een
dik boek in heraelsblaauweu band over, waarin de volgende rubrieken
voorkwamen: 1. naam der dame; 2. huwelijksgift; 3. verder ver
mogen en verwachtingen; 4. karakter; 5. eischen; 6. aanbevolen
door.... Dezelfde rubriekenvond men op de formulieren, die hij
gewoon was zijn lastgevers -fcn klanten te doen invullen. Nadat hij
de regtbank deze inlichtingen gegeven had, begon hy te spreken