welvaart afhangen van den geest van gematigdheid en
wettelijkheid, waarvan zij zich moesten doordringen, door
zich te plaatsen op het terrein van wat verkregen is en de
toekomst aan Gods wil over te laten.
Dr. Lambl heeft een onderzoek ingesteld omtrent
den toestand van den veestapel in 17 Staten van Europa.
Niet alleen in Engeland, maar ook in Frankrijk, Italië en
sommige Staten van Duitschland is de veestapel verminderd.
Daar, waar hij het aanzienlijkst was, moest öf vee worden
uitgevoerd, of het aantal inwoners door emigratie worden
beperkt, zoodat er volgens Lambl een bepaalde verhouding
bestaat tusschen de bevolking van een land en den veestapel,
Wonderlijker ontdekking dan waarvan thans in allen
ernst uit Australië gewag wordt gemaakt, is nog wel niet
voorgekomen. De Brisbane Courrier, welks redacteur ver
klaart de zaak uit eigen aanschouwing te hebben leeren
kennen, deelt niets minder mede, dan dat nabij Sidney thans
proeven worden genomen (de namen van de proefnemers
worden genoemd) om levend vee naar Europa over te
brengen in schijndooden toestand, zoodat ze als pakgoed
overgebragt kunnen worden. Een der heeren had in Zuid-
Amerika een plantenvergif ontdekt, dat de dieren in den
staat van schijndood brengt en daarin zóó lang houdt,
totdat het bloed door een tegengif weder in circulatie en
het hart in werking gebragt worden. Als de dieren in een
genoegzaam koude temperatuur gehouden kunnen worden,
zouden ze maanden, ja misschien jarenlang schijndood
kunnen blijven. Proeven op honden, schapen en andere
dieren zouden de waarheid van 't geen hier verteld wordt
bewezen hebben. Men dacht nu ook een proef te nemen
op een ter dood veroordeelden misdadiger. Men zag in
deze zaak een oneindigen vooruitgang van den vleeschuitvoer
naar Europa.
VisoniDerigten.
Zooals meestal tegen feestdagen, beteebende ook gisteren en heden
de aanbrengst van zeevisch niet veel. De srroote visscliersvloot
viert de feestdagen tehuis en slechts enkele achterblijvers doen ten
slotte nog een klein „vlocdstreekje." Eenige schelvisschcn, een paar
tongen en een enkel tarbotje maken dan ook de geheele aanbrengst uit.
Eenige Texelaars houden zich met de rogvisschcrij op den Zuid-
wal bezig. De gemiddelde vangst per dag bedroeg 25 stuks; de
prijs was 30 a 35 cents per stuk. Ook enkele vletten houden zich
met die visscherij onledig.
De geepvisscherij betcekende dc laatste dagen zeer weinig. Ook
te Wielingen schijnt men dit vischje niet druk meer te vangen.
De pietermannon komen aan en daarmede treden wij Junij binnen.
Staten-Generaal.
Tweede Kaïner.
Zitting van Donderdag 28 Mei. Aangenomen zijn de consulaire
overeenkomsten met Brazilië en de Vereenigde Staten, waarbij de
regering verklaarde dat een uïtleveringstractaat. met Amerika binnen
kort kan verwacht worden en men van Bralilië de toezegging wacht.
Voorts onder meer een ontwerp tot wijziging van het Burgerlijk
Wetboek (dubbele registers van den burgerlijken stand) en tot ver
hooging van hoofdstuk V (credietcn voor het onderhoud van historische
gedenkteekeneu), dit laatste, na bestrijding door de heeren van
Houten en Patijn, met 52 tegen 13 stemmen.
Zitting van Vrijdag 30 Mei. Met eenparige steihmen worden
achtereenvolgens aangenomen deze wetsontwerpen: 1. tot wijziging
en aanvulling van Hoofdstuk VI (Marine) der Staatsbegrooting;
2. tot afstand aan Deventer van de beschikbare vestinggronden
3. tot aanvulling en verbooging van Hoofdstuk Vlli (Financiën)
der Staatsbegrooting; cn 4. tot beschikbaar stelling van gelden
wegens de verstrekkingen door het departement van Oorlog.
Tot candidaten voor het lidmaatschap der Algemeeue Reken
kamer worden gekozen de heeren C. M. van Vliet, referendaris bij die
RekenkamerL. E. Uyttenhoven, controleur der directe belas
tingen enz. te 's Hage en mr. D. J. Zubli, eervol ontslagen
hoofdcommies bij 't departement van Binnenlandscbe Zaken. Deze
nominatie zal tot het doen eener keuze Z. M. schriftelijk worden
toegezonden.
De Kamer is, na 't afdoen van petitiën en na behandeling der
huishoudelijke raming in comité-generaal, op reces uiteengegaan.
Fran K.riJ li-
Het Congres voor de doorgraving van de landengte
van Panama, 't welk dezer dagen onder voorzitterschap van
den lieer de Lesseps te Parijs vergadert, schijnt tot de
conclusie te zijn gekomen, dat het kanaal gegraven zal
worden over Panam.i en Aspinwall. De waterweg zal eene
lengte hebben van 73 kilometer en ongeveer een milliard
kosten.
Men schat het aantal tonnen, dat jaarlijks het kanaal
passeren zal, op G a 7 millioen, waarvan 15 francs per ton
geheven zal worden.
Sara Bernhard wordt dagelijks door de Parijsche
Figaro met aanvallen vervolgd. Dan eens steekt het blad
den draak met haar journalistische werkzaamheid, en dan
weder met de magerheid, waardoor haar gestalte zich
kenmerkt. Thans geeft het blad b. v. weder voor, dat de
tragédienne voornemens is les in de edele schermkunst te
gaan nemen, ten einde de zwaarlijvigheid te leeren bestrijden.
Aan het spoorwegstation te Marseille is jl. Maandag
avond een os losgebroken, die in dolle vaart een gedeelte
der stad doorrende. In de rue du Grand-Ponts wierp
het woedende dier een vrouw omver cn stiet daarna met
zijn hoorns een voorbijganger in de borst, waardoor deze
op den hoek van een trottoir kwam te vallen. De onge
lukkige, wiens schedel door den val was verbrijzeld, gaf
onmiddellijk den geest.
Een treurig ongeluk heeft er plaats gehad in een
paardenspel te Eymet bij Bergerac. De heer Martin en
drie dames bestegen elk een paard. De vrouw van Martin
speelde op de piano een wals van Strauss. Het paard
van Martin schrikte, sprong over de balustrade, en viel
op de pianiste en eenige toeschouwers. De vrouw werd
aanstonds gedood, twee toeschouwers werden zwaar gekwetst,
terwijl de heer Martin zelf een arm en been brak.
Engeland..
Men meldt uit Northsbields, dd. 28 dezer: „De gezag
voerder van de Martino Maria, in de Tyne aangekomen,
rapporteert 30 Maart bij Marsala met stormweder een ont
redderd vaartuig aangetroffen te hebben, waarvan de gezag
voerder en een matroos geheel uitgeput voor in de boeg
van het schip lagen. Het kwam van Castellamare met wijn
en was door eene bui op zijde geslagen, waardoor vier man
de.* equipage verdronken waren. De beide overlevenden
werden door hem van het wrak genomen en te Marsala
aan land gebragt.
Dultsclilaiid.
De zeestrijd, die den 28sten dezer tusschen de Chilineosche
en Peruaansche vloten op de kust van Peru, voor de haven
van Iquique werd geleverd, heeft in maritieme kringen te
Berlijn groote sensatie verwekt, omdat twee gewone houten
schepen van Chili, de Esmeralda met 12 en de Cavadonga
met 2 stukken geschut, terwijl zij zelve zonken, het Peru
aansche pantserschip Independencia met 12 zeventig ponders
en 2 honderdvijftig ponders, ten ondergang bragten. De
Independencia was op een Engelsche werf aan de Theems
gebouwd.
Te Dusseldorf leeft een lOOjarige schoenmaker, die
nog dapper eist en pikdraad hanteert.
Op detegenwoordigehondententoonstellingteHannover,
bevindt zich een hondje waarvoor dezer dagen een Engelsch-
man niet minder dan twaalfduizend gulden bood, zonder in
het bezit van het beestje te kunnen geraken.
Pluslana.
De regering schijnt thans definitief besloten om een deel
der politieke misdadigers (verdachten) naar het eiland
Sachalin, in de zee van Ochotsk, te zenden, en wel per
scheepsgelegenheid. De stoomboot, die het eerste transport
zal overbrengen, is de Nischni Nowgorod, een der booten
die bij den laatsten oorlog van de vrijwillige gaven werd
aangekocht. Deze boot zal uit Odessa vertrekken, door
den Bosphorus en de Dardanellen, het Suez-kanaal, langs
Arabië, Voor- en Achter-Indië en China eu door de Japansclie
zee in die van Ochotsk komen, dus een weg van nagenoeg
twee-derden van den omtrek van Europa en Azië te zamen.
De veroordeelingen van lieden die beschuldigd zijn van
nihilistische zamenspannïngen, gaan geregeld voort. Zoo
veroordeelde de krijgsraad te Kiew den 17 dezer twee ade-
lijke heeren en een dame, en wel een der heeren, Walrian
Ossinsky, en de dame, Sofie Herzweld, ter dood, en den
ander, Woloschinko, tot tien jaar dwangarbeid. Dat de
regering echter ook preventief te werk wil gaan, blijkt uit
een circulaire, door den minister van onderwijs aan de
besturen der onderscheidene onderwijsdistricten gerigt, waarin
hij hun aanbeveelt, bij de keuze van onderwijzers en op
voeders bijzondere voorzigtigheid in acht te nemen, ten
einde den roekeloozen invloed der nihilisten op de school
jeugd tegen te gaan. Inzonderheid moet er voor gezorgd
worden, dat den leerlingen van de hoogere klassen van
gymnasia en middelbare scholen het onzinnige der socia
listische leer duidelijk gemaakt worde.
Voor de regtbauk te Ivamyschlow stonden eenige
dagen geleden een aantal personen teregt, beschuldigd van
het feit, zich zeiven te hebben verminkt. Gedurende de
zitting bleek dat de beschuldigden, 120 in getal, tot eene
nieuwe godsdienstsecte behoorden, en op grond van hetgeen
hun godsdienst hun voorschreef geen vlcesch nuttigden,
noch tabak rookten of brandewijn dronken. Het huwelijk,
zooals wij het kennen, verwierpen ze geheel. Ook hadden
ze de vreemdsoortige gewoonte bij hunne godsdienst
oefeningen in liet rond te hinken, onder het zingen van
het refrein: „Ik hink, ik hink en kom in het paradijs."
Het verminken van zichzelven was hun tot pligt gesteld.
Allen werden tot deportatie naar Siberië veroordeeld.
Italië.
De Italië deelt mede, dat het Vaticaan van de gouden
bruiloft van den Duitschen Keizer zal gebruik maken om
eene nieuwe poging te doen tot herstel van den vrede
tusschen de Kerk en den Staat. De Paus zou Keizer
Wilhelm een eigenhandigen brief zenden om hem met het
feest geluk te wenschen en terzelfder tijd wijzen op de
noodzakelijkheid om voortaan alle nieuwe conflicten met
de geestelijkheid te vermijden.
Jl. Zondag avond ten 6 ure had er eene hevige
uitbarsting plaats van den vuurspuwenden berg Etna, die
een bijzonder prachtig gezigt opleverde. De laatste uit
barsting van eenig belang had 29 Augustus 1874 plaats.
Het herstel der rust in Birma dankt Engeland voor
een goed deel aan Italië. De Italiaansche regering is tot
nog toe de eenige in Europa geweest, die Koning Thedaw
als Vorst van Birma erkend heeft, en deze meende daaruit
te mogen verwachten, dat Italië zoo vriendschappelijk
jegens hem gezind was, dat hij stellig op de hulp van dat
land tegen Engeland zou mogen rekenen. Toen de Itali
aansche regering hiervan echter kennis kreeg, heeft zij
zich gehaast den strijdlustigen Vorst uit zijne dwaling te
helpen en hem door haar consul, den heer Andreino, doen
weten, dat ook zij zijne buitensporigheden bij het bestijgen
van den troon zeer afkeurde. Dat werkte kalmeerend op
de gemoederen in Mandalay. Verlaten van zijn vermeen
den bondgenoot, begreep Koning Thedaw, dat hij een
gewaagd spel speelde en nam hij een meer vredelievende
houding tegenover de Engelsch-Indische regering aan.
De „ASSOMMOIR" van EMILE ZOLA,
bij vogelvlucht.
I.
„Toen de Assommoir al9 feuilleton in een dagblad verscheen,"
zegt Emile Zola in de voorrede van zijn veelbesproken roman,
waarvaD wij hier in een tweetal opstellen onzen lezers een vluchtig
overzicht aanbieden, „heeft men het werk aangevallen met een
weergalooze brutaliteit, het in een slecht daglicht gesteld en uit
gemaakt voor al wat leelijk is. En wat was, om het in een paar
regels uit te drukken, mijne bedoeling met het schrijven van dit
bock? Ik heb een voorstelling willen geven van den rampzaligen
ondergang van een werkmansgezin, in de verpeste omgeving onzer
voorsteden. Waar dronkenschap en luiheid onbeperkt heerschappij
voeren, worden ten laatste alle familiebanden verbroken, ligt alles
in vuil en drek als op een mesthoop dooreengemengd. raken alle
hoogere aandoeningen meer en meer op den achtergrond, en lost
alles zich eindelijk op in de schande en den dood. Mijn hoek geeft
doodeeuvoudig morale en aclion, zedeleer door feiten."
Dus is de Assommoir een tendenz-roman? Ten volleEr is bijna
geen krachtiger strafpredikatie tegen de dronkenschap en haar lieil-
looze gevolgen denkbaar. Alleen predikt Zola niet met woorden,
maar met feiten en toestanden, koud en naakt, maar levend, maar
tastbaar. Van daar de diepere ontroering die zijn werk teweegbrengt.
„Gervaise had tot 's nachts twee uur op Lantier zitten wachten,"
dus vangt Zola zijn verhaal aan. Gervaise is een knappe blondine
van 22 jaar, vroeger waschmeisjc te Plassaus bij Marseille, thans
zonder wettelijken band, in een schamel verblijf, sameuhuizend met
den hoedemaker Lantier. Toen ze 's avonds huiswaarts keerden
uit hun gaarkeuken, had hij haar en de kindereu vooruitgezonden,
zooals hij sedert acht dagen deed, om dan zelf eerst laat in den
nacht terug te komen. Dien avond meende zij hem op het publieke
bal in liet Grand Balcon te hebben zien binnengaan met de kleine
Adèle, die óók in hun gaarkeuken at. En nu wacht ze hem, totdat
ze eindelijk bij het open venster in slaap valt. In een hoek van
het vertrek, samen in één bedje, sluimeren de kinderen. Claude en
Eticnne, acht cn vier jaar oud. Een oude latafel, waaraan een lade
ontbreekt, drie matten stoelen en een vuile tafel maken het armelijk
ameublement der kamer uit. In een anderen hoek hangt een groot
pakket lombardbriefjes.
Huiverend van koude wordt Gervaise tegen 5 nur wakker. Lantier
is er nog niet. Hij blijft dus den gelieelcn nacht uit, wat hij nog
nooit had gedaan. Weer leunt ze uit het venster om naar alle
zijden rond te zien. „Is de baas niet thuis?" klinkt er nu eeu
vriendelijke, heldere stem achter haar. „Och neen, mijnheer
Coupcau," antwoordt zij met een poging om te glimlachen, liet
was een zinkwerkor, die heel boven in 't huis een kamertje van
tien francs bewoonde, zijn zak met gereedschap hing over zijn
schouder. Daar hij de deur niet op slot vond, was hij even komen
inloopen, als vriend des huizes. Maar hij kan niet veel meer doen
dan haar goeden moed inspreken. En zoo blijft Gervaise wachten
voor het open raam tot acht uur. Eindelijk komt Lantier binnen,
norsch en onverschillig, en strekt zich gekleed eu wel, met laarzen
en al, op het bed uit, waar hij, na Gervaise's klachten en ver
wijtingen op ruwe wijze beantwoord te hebben, weldra naar dron-
kemanstrant ligt te snorken.
Gervaise gaat intusschen hnnr waschgoed saanipakken, neemt haar
bolletje blauwsel en haar stuk zeep en begeeft zich daarmede naar
het waschhuis, na den kinderen, die in een hoekje met oude kurken
zitten te spelen, nog eens op 't hart gedrukt te hebben dat zij heel
stil moeten zijn.
„Geen leven maken, hoor! Zoet wezen! Vader slaapt."
Gervaise heeft echter haar ongeluksdag. Bij de andere vrouwen,
die reeds druk aan 't wassrhen zijn, voegt zich later ook „de lange
Virginie," dc zuster van de kleine Adèle, die Gervaise's jalousie
had opgewekt. Voorloopig schijnen beiden niet veePnotitie van
elkaar te nemen. Doch kort na Virginie komen er twee kinderen
het lokaal inClaude en Etienne, de eerste met den sleutel van
Gervaise's kaïner in de hand. „Wel, roept ze verwonderd, waarom
breng je me dien sleutel?" En het eenig antwoord van het kind
luidt; „Vader is weg!" Inderdaad, Lantier heeft gevolg gegeven
aan zijn bedreigingen en is met pak en zak vertrokken. Gervaise
is radeloos, der wanhoop nabij. Hij is weg; voor altijd! Met
Adèle?.... Die vraag brengt haar tot de werkelijkheid terug. Zij
slaat de oogeu opzoekt de gehate figuur van de „lange Virginie"
en ziet dat deze haar spottend uitlacht. Gervaise is zich zelve
geen meester meerzij snelt op haar vijandin toe, grijpt in het
voorbijgaan een volle emmer water eu giet dien als een razende
furie over haar uit. En nu volgt er tusschen de beide vrouwen
een langdurig, hardnekkig gevecht, dat Zola tot in de kleinste
bijzonderheden beschrijft, de vermaarde „waschhuis-scène," die mede
oorzaak is geweest van den feilen strijd in de opinies over VAssommoir.
liet gevecht eindigt met de zegepinal van Gervaise, die haar tegen
partij, ten aanzien van al de vrouwen en den oppasser, een geducht
pak slaag op de partes posteriore9 toedient. Met haar kinderen
thuis komende, vindt Gervaise een sou op den schoorsteenmantel:
de nalatenschap van Lantier. Twee kinderen en een sou; het voor
uitzicht was niet bemoedigend!
Nadat Lantier zich „verwijderd" hecfr, ontstaat er tusschen
Gervaise, die zich met handenarbeid er zoo goed mogelijk tracht
doorheen te slaan, en haar buurman Coupeau, den zinkwerker, een
zekere vriendschappelijke vertrouwelijkheid, Coupeau gevoelt respect
en nog wel wat meer voor een mooi vrouwtje (al gaat ze ook, als
Gervaise, een weinigje mank aan de rechterzijde), dat in zulke om
standigheden nog 't hoofd boven water weet te houdencn Gervaise
is meer dan zc wel zeggen wil ingenomen met de knoppen, oppas-
senden werkman, die eeu model iu zijn soort mag heetcn. 't Is
dan ook geen wonder, dat in Coupeau's bol een plannetje rypt..
O, neen, maar daar wil Gervaise niets van hooren. Duizend bezwaren
Zij. „een oude vrouw, die al een slungel van acht jaren heeft;"
wel neenMaar eindelijk dan toch na veel over en weer praten
en bij Gervaise's zwak om met iedereen goede vrienden te blijven
en niemand iets te kunnen weigeren, raken ze het toch eeus: ze
zullen in alle eer en deugd een huishoudcutje opzetten, liet is een
genot, de bludzijden te lezen, waarin Zola die toenemende genegen
heid tusschen Gervaise en Coupeau tot in de fijnste trekjes heeft
weergegeven. Coupeau is in de wolken met zijn aanstaande en
haast zich haar voor te stellen aan zijn zuster en zwager, de
Lorilleu's, goudsmeden (want man en vrouw beoefenen beiden de
kunst.), bij wieu hij 's middags ging eten, tegen wekelijksche ver
goeding. Van de zijde der Lorilleu's is de ontvangst bitter koel
zij verliezen in den zinkwerker, als hij trouwt, een kostganger, en
zij zijn ook niet ingenomen met Gervaise, die niets dan twee „dood
eters" mee ten huwelijk brengt. Coupeau's moeder verdiept zich
in die quaestiën over Gervaise's verleden niet; „een getrouwde
zoon" zal haar zeer aangenaam zijn. En zoo breekt dan de gedenk
waardige Zaterdag aan, waarop het huwelijk zal plaats hebben en
trekken bruid en bruidegom met de familieleden cn de getuigen
iu optogt. naar de mairie en van daar naar de Zilveren Molen,
waar de bruiloftsdisch is aangericht. Vreugde in top! al blijkt de
verhouding tusschen de Lorilleu's en Gervaise niet van de aange
naamste te zullen wezen. Doch niet dit, meer een geschil met den
kastelein over de gemaakte verteringen, wierp eeu duistere wolk
over de laatste oogenblikken van het feestmaal, en was oorzaak dat
de fimilie in min vreedzame stemmiug scheidde. Voorloopig betrekt
het jonge pa ir Gervaise's kamer, waar ze hun huishoudentje beginnen
met de ronde som van.... zeven stuivers: „trois gros sous et un
petit sou," zooals de zinkwerker lachend aan zijn wijfje mededeelde.
En nu volgen er een viertal jaren van harden, ingespannen arbeid.
„De vrouw werkte twaalf uien per dag (als waschvromv en strijkster)
bij mad. Fauconnier, en wist er raad op om thuis haar boeltje op
orde te houden en 's avonds en 's morgens de grage monden te
vullen. De man bedronk zich niet; bracht trouw zijn geld thuis;
rookte eer hij naar bed ging een pijpje voor het open raam, om
een luchtje te scheppen. Iedereen roemde hun vriendelijkheid. En
daar ze met huil beidjes bijna negen francs daags verdienden,
begreep men dat zij een aardig potje moesten maken." Maar
vooral in den eersten tijd hebben ze groote moeite om de tering
naar de nering te zetten. Hun huwelijk heeft hun een schuld van
tweehonderd francs op den hals gehaald. En re wilden zoo gaarne
wat beter wonenGelukkig wenscht een oude kennis te Plassans
de opvoeding voor zijn rekening te nemen van de twaalfjarige
Claude, die hun de ooren van 't hoofd eet. Met den jongste alleen,
gaat het nu meer voor den wind. In zeven en eeu halve maand
sparen zij drie honderd vijftig francs op. Den dag o'at zij bij een
uitdrager hun meubels inkoopen, doen zij, vóór ze naar huis gaan,
een heerlijke wandeling langs dc buiten-boulevards, het hart vol
van een blijmoedige, rechtmatige trots. Een uitstekende woning
vinden zij rue Neuve de la Goutte-d'Or, bijna vlak over mad.
Fauconnier, veel beter dan de oude, waar ze nu ruim acht maanden
gewoond hadden. Hoe gelukkig is Gervaise nu, als ze in haar eigen
kamer met haar eigen meubeltjes rondziet! Een wensch, één droom,
waarvan ze nooit durfde reppen, is het bezit van een pendule, die,
weet ge, o zoo snoepig zou gestaan hebben op haar kastje met
marmeren bladEn ze zou bet nog gewaagd hebben haar pendule
tc koopen, als er geen schreeuwertje op de komst was geweest. Met
een zucht wordt lief plan dus tot nader order uitgesteld.
Precies den laatsten April komt het levenmakertjeeen flinke
meid, „juist wat ik besteld had!" verklaart onze zinkwerker aan
zijn vrouw: „doe je dan altijd alles wat ik wil?" En vol verrukking
drukt hij zijn schalje, zijn Nana, in zijn armen. Het doopmaal
wordt met zekere 1 ec-st el ij k heid aangericht. Ook de. bewoners van
het achtergedeelte van Coupeau's huisje nemen er deel aan. De
Goujet's, moeder en zoon, leven zeer ingetogen, zelfs eenigszins
terughoudend. De vrouw is kantwerkster; de zoon, smid van beroep,
werkt op een ijzerfabriek; eu beiden zijn door hun bescheiden
manieren en hulpvaardigheid oorzaak, dat Gervaise groote genegen
heid voor hen opvat. De eerste dagen was de smid Goujet zeer
bedremmeld tegenover Gervaise; doch allengs wordt dit beter en
gaat hij met de ougekuustelde hartelijkheid van een broeder met
haar om.