Aan de harddraverij tusschen paarden van zessen
klaar, die van woge de UtrechtscheHarddraverij-Vereeniging
jl. Dingsdag in de Maliebaan te Utrecht gehouden werd,
namen 13 paarden deel.
De eerste prijs, f 400, werd behaald door de zwarte
bles-ruin La Yitesse, van Joost Smits, te Dubbeldam,
pikeur A. de Koning. De premie, f 200, werd behaald
door de bruine merrie Susanna, van C. Paarlberg, te
Zijpe, pikeur J. Koster.
Uit Zwolle schrijft men aan het U. D., dd. 7 dezer:
,/Er bestaat hier totaal gebrek aan aardappelen. De
ouden zijn opgeruimd en de nieuwen komen karig ter
markt en zijn zeer duur. De muisjes uit het Westland
en uit de omstreken van Iloorn gelden 65 a 75 cents de
5 liter of de oude 5 kop. De grootste helft der bevolking
moet zich voeden met lepelkost, zooals sommigen dat
noemen. De winkeliers maken zaken met hunne erwten
en boonen en grutterswaren en de volksvoeding vaait er
wel bij, daar aardappelen wel het meest gebruikte, maar
volstrekt niet het beste voedsel uitmaken. Het regen
achtig weder doet ook veel kwaad. Het aardappelland is
zoo nat, dat er bijna niet gerooid kan worden. Met het
hooijen ziet het er ook ellendig uit. De veeprijzen zullen
deze week enorm terugloopen. De berigten uit België
zijn zeer ongunstig: vee onverkoopbaar!"
Gisteren ochtend acht uur is te Heereveen bij het
achteruitgaan van een trein de heer H., onderwijzer, onder
den trein geraakt; hij was onmiddellijk dood. Volgens
zeggen van anderen, zou hij door het grijpen van zijn hoed,
die hem van het hoofd woei, onder den trein gekomen zijn.
Te Veendam, zegt men, zal geen van de vier aftre
dende raadsleden waarschijnlijk worden herkozen, omdat
zij gestemd hebben voor het besluit, dat het gemeentehuis j
niet tot tapperij mag verlaagd worden. Als zij daarom
vallen, zal er op nieuw uit blijken, dat de census laag
genoeg is gesteld, en dat algemeen stemregt het niet beter
zou maken.
Nederland schijnt het land van belofte te zijn voor
de Zigeuners. Te Sittard is weder een troep aange
komen met vijf wagens en vijftien paarden, afkomstig,
naar men zegt, uit Hongarije en wel uit de verwoeste stad
Szegedin.
Dat die menschen zich in ons land vestigen, kan gelukkig
geen wet beletten, maar wat doen zij hier? Zij laten zich
bezigtigen en ontvangen daarvoor Nederlandsch geld, waar
voor zij niets in ruil geven dan het tafereel hunner onbe
schaafde levenswijze. Zoo het ons nationaal vermogen wel
niet gevoelig zal aandoen, kan het toch geenszins de wel
vaart bevorderen, want wat zij ontvangen, zal wel voor
verreweg het grootste gedeelte elders worden besteed.
Tusschen heden en morgen is weder storm en onweder
uit Amerika aan ons toegedacht.
Bijna zou men zeggen, dat het was tot straf van Neder-?
land's ongeloof aan Amerika's voorspellingen, dat wij thans
geen zomer krijgen. Wij naderen de hondsdagen en Sint-
Margeriet, en nog laat de eerste zomerdag zich wachten.
Zoo dit op planten en vruchten noodlottig werkt, ook de
tentoonstelling te Arnhem ondervindt er de gevolgen van.
Het bezoek, op mooije dagen zeer druk, laat bij regen
achtig en koud weer veel te wenschen over en vreemde
lingen komen nog slechts in schaarschen getale. Vooral
de pachters der buffetten lijden er onder. (Arnh. Crt.)
L'industriel elbeuvien verhaalt het volgende: Een
huwelijk, zooals men er weinig ziet, werd jl. Maandag
gevierd. Toen werd de echt voltrokken van Louis Nar-
cisse Crétin, geboren te Parijs den 30 November 1821,
weduwnaar in eerste huwelijk van Julie Piedelieu, in
tweede huwelijk van Josephine Halle-Halle, in derde
huwelijk van Nathalie Philippine Seigneur, in vierde van
Maric Euphrasie Tierce, in vijfde van Marguerite Emille
Leduc, in zesde van llose Hortense Davoult, echtgenoot
in zevende huwelijk van Josephine Labé, wed. Berthe.
Maar het is hier een ander geval dan bij Hendrik VIII
en bij Blaauwbaard: want de zes vrouwen van dezen
58jarigen Narcissus zijn allen een natuurlijken dood gestorven.
Een brief uit eene badplaats. „Daar u zoo
goed wilt zijn, lieve mama, u met eenige commïssiën voor
mij te belasten, verzoek ik u, mij mijn bonten mantel,
evenals de pels voor mijn echtgenoot, over te zenden. U
zult wel zoo goed willen zijn, ook een bont mutsje voor
Alice over te sturen."
Aan het Ministerie van Financiën werd dezer dagen
een brief ontvangen met het volgend duidelijk adres:
„Zr. Exel. Minister van Finaties, Cantoor Tes en terie."
(Met het laatste woord is bedoeld Thesaurie.)
V isoliL)erlgten.
De eenige visch, die in de laatste dagen ter markt kwam, was
rog, die van Terschelling tangebragt werd. Dingsdag namiddag
bragt men circa 800 stuks aan, zij gold van 33 tot 43 cents per
stuk; gisteren werden circa 300 stuks aangevoerd, zij gold van 38
tot 40 cents per stuk.
Het stormachtige weder houdt de Urker vloot werkeloos in
de haven.
Benoemingen, enz.
Aan den heer H. M. van der Drift, 2de luit. bij de Schutterij
te Alkmaar, is, wegens verandering van woonplaats, eervol ontslag
verleend: bij genoemde Schutterij is tot 2den luit. benoemd de
heer J. Pot.
Tot kantonregter te Medemblik is benoemd de lieer mr. N. Th.
Witkop, thans griffier bij het kantongeregt te Almelo.
Tot kantonregtcr-plaatsvervangers zijn benoemdalhier de beer
P. II. Veisen, ontvanger der reg. en dom., en te Steenwijk de lieer
F. Fontein, ontvanger der reg. en dom.
De kapt.-luit. ter zee J. M. L. A. P. Wirix, van het escader in
Oost-Indië teruggekeerd, is op non-activiteit gesteld.
Aan den gepensioneerden opperstuurman in het vaste korps dek
en onderofficieren der Marine J. T. Meijer is vergunning verleend
tot het blijven dragen der uniform van zijn kwaliteit.
FranJirUü.
De witte slobkousen bij de infanterie zijn veroordeeld,
zoomede het lagere schoeiselin de plaats daarvan komen
geschikte halve laarzen. De roode broek zal waarschijnlijk
mede moeten plaats maken voor eene van meer donkere,
zich beter houdende en minder in het oog springende
kleur. Nog watde trom wordt bedreigd. Er wordt
twijfel geopperd of het wel dienstig is, die bij de linie
regimenten aan te houden. De Avenir militaire betoogde
dezer dagen, dat de tromslager een soldaat is, even nutte
loos in den oorlog als bij den vrede. Hij kan zichzelf
niet verdedigen en wordt in zijne bewegingen belemmerd
door een instrument, dat, wanneer het nat is of bedauwd
in een nacht op bivak, niet eens meer geluid wil geven.
Tromsignalen, voegt bet blad er bij, zijn zeer moeijelijk
te verstaan, en welligt niet één officier of soldaat, in boel
het leger, kan zich beroemen, dat hij ze alle op zijn
duimpje zou kennen. De trom ook kan zich niet op
genoegzaam verren afstand doen hooron, en gevolgelijk
geen officier, die een signaal wenscht te geven, denkt er aan
om daartoe de trom te bezigen, maar wel den hoorn of de
trompet. De tamboer, bovendien, belemmerd door zijn trom,
gaat zelden op marsch in den geregelden goeden pas, en
gevolgelijk wanneer een kolonne op marsch is, en de trommen
houden stil, om de hoorns aan het woord te laten, gaat aan
stonds de marsch levendiger en opgewekter. In het Fransche
leger zijn 8550 tamboers; met andere woorden, een genoeg
zaam getal manschappen om 9 sterke bataillons te vormen
wordt daardoor meer geschoven op de lijst van non-effectief der
landsweerbaarheid. Gevolgelijk, zoo een instrument werd
afgeschaft, dat van geen nut is, en de manschap onder de
bataillons gestoken, zou het numeriek aantal strijders
grootelijks versterkt zijn, zonder rekrutering.
In de Figaro wijdt Albert Wolff' een geestig hoofd
artikel aan de betrekking, waarin Ismail Pacha stond tot
Parijs. Vooral financiëel was die band zeer sterk; hij kon
van de Parijzenaars zooveel millioenen krijgen, als hij maar
wilde. Vroeger vertoefde bij zeer dikwijls in de hoofdstad
van Frankrijk en bad daar door zijn geestigheid zich veler
harten gewonnen. En als hij dan vroeg om geldelijke hulp,
aan wien zouden de Parijzenaars dan liever hunne millioenen
geven, dan aan den man die Egypte wilde beschaven, die
Caïro wilde hervormen in een sukkersale van Parijs, die
allerlei grootsche dingen wilde tot stand brengendie voor
de jonge krokodillen van den Nijl lagere scholen wilde
openen, omdat er aan hun onderwijs tot lieden zooveel
ontbroken had; die van het denkbeeld zwanger ging, om
de woestijn in een Bois de Boulogne te herscheppen. Aan
zulk een werk der beschaving was het immers de pügt van
den Parijzenaar mede te werken. Hij was er zelfs trotsch
op, dat Ismaïl zijn millioenen niet aan Engeland vroeg,
maar zich bij voorkeur rigtte tot het geliefde Parijs.
Ondertusschen moesten die millioenen nog wel voor wat
anders dienen. Een groot deel daarvan viel in handen van
den Sultan van Turkije, die zelf niet meer kon krijgen,
maar die nu door middel van den Khedive van Egypte en
het Fransche geld zijne harems kon onderhouden. Bij elke
reis naar Ivonstantinopel was er een groot feest in de harems;
het regende dan juweelen en de dichterlijke Fatma zeide
dan tot de zachte Zanaira: „bekijk eens, mijn schat, die
prachtige bracelet, die de Khedive voor mij heeft mede-
gebragt; dc Parijzenaars hebben er voor gezorgd." Op die
wijze gaat de schijver voort met de onnoozele Parijzenaars
te spotten. Maar hij eindigt op ernstigen toon en betreurt
bet, dat de straf, die den Khedive trof, niet in verhouding
staat tot zijn misdrijven.
Tengevolge van het stormachtige weder is de ballon
captif te Parijs jl. Zaturdag slechts eenmaal opgestegen.
Dat luchtreisje onder regen en wind is medegemaakt door
Victor Hugo en een twintigtal zijner vrienden en getrouwen.
Jl. Zaturdag werd er te Parijs om het hardst gereden
door den heer X. Girardin, met het beroemde Russische
renpaard Verny en den heer Paillard, met een eenvoudig
dienstpaard, dat den vöelbeteekenenden naam Dwarskop
voerde. De rit begon 's ochtends ten 8 ure bij de Are
de Triomphe, terwijl men tot Mantes rijden moest en dan
naar de cascade in het Boulogner woud terug. Alleen
Verny kon echter den rit volbrengen; hij was ten 5 ure
terug en had dus 120 kilometers in negen uren afgelegd.
Dwarskop viel bij zijne aankomst te St. Germain plotseling
dood. Het gold eene weddenschap van 20,000 francs.
De Temps deelt nu mede dat „Verny," het prachtige
Russische paard van den heer Girardin, insgelijks dood bleef
tengevolge der doorgestane vermoeijenis toen het in den stal
teruggebragt werd.
't Is jammer, zegt het blad, dat de maatschappij tot
bescherming van dieren niet tijdig onderrigt was van de
zware proef, waarop men de krachten dezer edele dieren
wilde stellen. Zij heeft thans een vervolging tegen de
beide eigenaars ingesteld.
Terwijl het 18de Fransche artillerie regiment onlangs
in de nabijheid van het dorp Lagavigue sciiietoefeningeu
hield op grooten afstand, werd het paard van een artillerist
die op een nabijgelegen weg op post stond om alle verkeer
te beletten, in tweeën geschoten door een projectiel, dat
buiten de schietlijn was geraakt. De soldaat bekwam niet
het minste letselalleen was hij geheel met bloed bevlekt.
De Fransche bladen hebben dezer dagen bij herha
ling melding gemaakt van generaal Guzman Blanco, pre
sident der "republiek Venezuela, die zich naar Frankrijk
begeven had om handelstractaten te sluiten, betrekkingen
aaii te knoopen, enz. Het schijnt echter, dat hij, bij nadere
kennismaking, niet in de schatting der Franschen is gere
zen. Althans de hooggestemde toon van een deel der
dagbladpers is aanmerkelijk gezakt. Thans heeft hij bij
Paul Dupont eene brochure in het licht gegeven, die
zeker niet geschikt is om hem gunstiger te doen beoor-
déelen. Nederigheid is althans het kenmerk van dezen
grooten man niet. Ten bewijze deelt een der dagbladen
het volgende staaltje, hoe hij over zichzelven denkt, mede:
„Als legerhoofd," schrijft hij, „heb ik geen mededinger,
in Amerika niet, ja zelfs niet in Europa.
Die veldmaarschalken reiken mij niet tot aan de heup,
als opperbevelhebbers.
Een goed krijgsman te zijn is dan ook geen kleinigheid.
Napoleon zelf was geen compleet goed soldaat, want hij
deugde niet ingeval van nederlaag. Frederik, de groot
meester der moderne krijgsschool, was het evenmin, want
hij wist van de overwinning geen partij te trekken.
Napoleon was, na iedere nederlaag, als vernietigd. Frede
rik daarentegen nam daarna terstond nieuwe en betere
stellingen in, terwijl de vijand zijne dooden begroef en de
gekwetsten opzocht.
De beroemde Moltke schittert bij een inval en gedurende
de overwinning, maar wij hebben hem nog niet gezien hoe
hij zich bij eene nederlaag zou gedragen, of hoe hij een
terugtogt zou kommanderen in den stijl van Xenophon,
het grootste model der oude en nieuwe tijden."
Het dagblad, waaraan deze korte bloemlezing uit het
geschrift van Guzman Blanco wordt ontleend, geeft niet
onduidelijk te kennen, dat deze onovertroffen generaal in
eigen oogen, nu gerust uit Frankrijk kan „aftrekken."
Drie personen uit één gezin, twee broeders en eene
zuster, die met den veldarbeid bezig waren nabij de gemeente
Urt (Basses-Pyrenees) werden jl. Vrijdag allen op hetzelfde
oogenblik door den bliksem getroffen, terwijl zij zich op
eenigen afstand van elkander bevonden, en tegen den grond
geworpen. De zuster lag met bet gelaat voorover; de
borst vertoonde blaauwe vlekken, het gevolg van uitstorting
van bloed. In de nabijheid ontdekte men vijf gaten van
twee a drie decimeter diepte. De oudste broeder lag op
den rug uitgestrekt, den mond met schuim bedekt. Beide
ongelukkigen hadden het leven verloren. De derde, de
jongste broeder, verkeerde buiten bewustzijn, doch de te
hulp geroepen geneesheer mogt er in slagen hem na ver
loop van twee uren uit dc verdooving te doen ontwaken.
Men hoopt hein in het leven te behouden, hoewel hij
gedeeltelijk verlamd is.
Engeland..
Het lijk van den gesneuvelden Prins Napoleon zal bij
zijne aankomst te Spithead door Prins Jonehiin Murat en
de graven Turenne en Aguado ontvangen worden en
daarna terstond overgebragt aan boord van het admiraals-
jagt Enchantress. De Engelsche schepen hijschen inmid
dels de rouwvlag. De Enchantress, met zwart gedra
peerd en van alle verguldsel ontdaan, wordt heden te
Woolwich verwacht. Het lijk blijft dien nacht nog aan
boord, doch wordt den volgenden ochtend direct naar
Chislehurst gebragt en Zaturdag ter aarde besteld. Volgens
den wensch der ex-Keizerin zal het niet in praal tentoon
gesteld worden en is ook liet programma der plegtigheid
zoo eenvoudig mogelijk ingerigt.
De jongst ontvangen Cape Argus (van 10 Junij)
bevat nog eenige nadere bijzonderheden over de noodlottige
verrassing, die den Keizerlijken Prins van Frankrijk het
leven heeft gekost. De kraal dat blijkt er hoofdzakelijk
uit - - waarin de kleine verkenningstroep was aangekomen,
was aan drie zijden geheel met digt gewas begroeid. In
liet front echter was een open ruimte, waar de Zoeloes
gewoon schijnen geweest te zijn hun pot gereed te maken.
Op dit punt werd op last van den Prins een uur halt
gehouden. Twee of drie benden van de Zoeloes waren
daar achter gebleven. De onderstelling is gewettigd, dat
hun eigenaars niet ver af waren en de bewegingen van den
troep bespiedden. Inmiddels was men in het kleine kamp
op niets verdachtde Prins praatte gezellig met zijn
kameraden. De paarden liet men rustig grazen. Alle
mogelijke kalmte heerschte er.
Inmiddels werd de gruwelijke aanval beraamd. Uit een
diepe donga sprongen 40 of 50 Zoeloes plotseling te voor
schijn, kwamen sluipend langs de rivier en vertoonden
zich toen op eenmaal van achter het digte gewas, waar
zij waarschijnlijk het oogenblik van wanorde, door de toe
bereidselen tot vertrek te weeg gebragt, afwachtten om
den verraderlijken slag te slaan.
De Cape Argus voegt er bij, dat het paard van den
Prins zeer koppig was, gewoonlijk zijn bereider het opstijgen
bemoeijelijkte, dat liet verschrikt was door de schoten en
dat het een beest was van 1 meter 625 millimeters.
De internationale Telograaf-Conferentie te Londen
heeft in beginsel besloten tot aanneming van het woord
tarief, teiwijl bovendien voor elk telegram een vaste som,
gelijkstaande met den prijs van 5 woorden, betaald zal
moeten worden. De prijs en de grondslagen van het
internationaal tarief zijn nog niet vastgesteld.
De Times meldt uit Zuid-Afrika, dat luitenant Carey
die voor een krijgsraad ter verantwoording is geroepen en
beschuldigd wordt: „Prins Napoleon te hebben verlaten,"
bij zijn verhoor heeft geantwoord: dat hem nooit den last
was gegeven den Prins als een koninklijk persoon te
behandelen, zoodat hij (Carey) hem als een gewoon officier
beschouwde.
Ruslanci.
Het leger wordt weder op voet van vrede teruggebragt.
Bij ukase van den 1 dezer is generaal Totleben van zijn
post als opperbevelhebber van het active leger ontslagen
en zijn staf ontbondenook het legerbestuur voor liet
active leger werd opgeheven en een tijdelijke commissie
blijft slechts te Odessa, om voor de afwikkeling der nog
loopende zaken te zorgen.
Turkije.
De Vorst van Bulgarije, Alexander I, is jl. Maandag
namiddag te Varna aangekomen en werd door de bevolking
feestelijk en met geestdrift ontvangen. In de proclamatie,
waarbij hij verklaart de regering te aanvaarden, zegt hij,
dat hij van de heiligheid der door hem te vervullen taak
overtuigd is en dat hij al zijne krachten, zijn gansche
leven aan het geluk van Bulgarije zal wijden. Bulgarije,
tot dusverre een deel van het Ottomanische Rijk, is alzoo
een vassalstaat geworden, waarover de Porte de suzereiniteit
heeft; bovendien heeft zij de souvereiniteit over de thans
volkomen onafhankelijke vorstendommen llamenië, Servië
en Montenegro verloren, en nu moet, volgens geruchten,
te Konstantinopel het plan bestaan, zoo mogelijk, vergoeding
te erlangen voor het gemis van een zoo aanzienlijk deel
van het grondgebied. De Ottomanische regering zou nl.
niet vreemd zijn aan het denkbeeld die vergoeding te vinden
op de kusten van Barbarije, en mag men de Gazetta
d'Italia gelooven, dan is die stoute politiek een uitvloeisel
van Ruslands drijven. Wat aldaar verloren ging moet in
Afrika genomen worden, en met dit doel zou er sprake
zijn van de zamenvoeging van Tunis en Tripoli tot een
Villayet. Gelukt dit, dan staat men voor eene herhaling
van hetgeen eenige jaren geleden in Tripoli gebeurd is,
toen onder een of ander voorwendsel de souvereine familie
Karamanly van hare bezittingen beroofd en haar uitgebreid
grondgebied bij het Ottomanische Rijk ingelijfd werd.
Amerika.
De bladen bevatten een depêche van Kingston, van
den 7 dezer, dat Port-au-Prince geheel in brand staat,
alle zaken er stilstaan en verscheidene wijken Vernield zijn.
Burgerlijk© Stand.
Gemeente HELDER. Van Dingsdag tot Donderdag.
ONDERTROUWD: Geene.
GETROUWD: D. van Hoolwerff en J. Greven. A. F. Janse
en M. A. Broekman.
BEVALLEN: R. A. Ie Roy, geb. Scbone^eld, D. 'M. C. Bijl,
geb. de Smit, Z. C. II. Koopman, geb. Brouwer, D. T. Griek,
geb. Kok, Z.
OVERLEDEN: Geene.
Gemeente ZIJPE. Van 16 tot 30 Junij.
ONDERTROUWD: Geene.
GETKOUWD: Jan Rehag.;n en Maartje Fijnhaar.
GEBOREN: Duifje, dochter van Klaas Schaap en Grietje de
Leeuw. Ariaantje, dochter van Jncob Thomasz en Ariaantje Ossen.
Jogchem Jacobus, zoon van Arie Iloogerwerf en Trijntje Groot.