HËLDERSOHE
EN MEI WEDIEPEK COURANT.
en MvertentieMad voor Hollands Noorderkwartier.
1879. N".85.
Woensdag 16 Julij.
Jaargang 37.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
SCHUTTER IJ.
7) LIEFDE EN ONSCHULD.
„W ij huldigen
het goed e."
Verschijnt Dingsdajr, Donderdag en Zaturdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal1.30.
0 0 franco per post - 1.65.
Bureau: MOLENPLEIN N°. 163.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regel» 60 Cents,
elke regel meer 15 Cents.
Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Ellten Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Iiulië.
Laatste Uiting 's avonds 6 uur.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente HELDER
brengen ter kennis van de belnnghebbbenden, dat dc Commissie,
bedoeld bij ait 15 der wet op de Schutterijen, 'zitting zal honden
aan het Raadhuis, op VRIJDAG den 18 JULIJ e. k., des namiddags
ten zes ure, tot het onderzoeken der redenen tot vrijstelling van
dienst, die bij de onlangs gehouden loting en naloting zijn ingediend,
zoomede tot het onderzoeken der redenen tot vrijstelliug of uit
sluiting, die de reeds ingelijfde Schutters mogton hebben voor te
dragen, en tot ouderzoek van hen, die bij nummerverwisseling voor
anderen verlangen op te treden.
Wijders wordt in herinnering gebrngt, dat. degene, welke voor
die Commissie niet verschijnt, gehouden wordt geenc redenen tot
vrijstelling te hebben.
Burgemeester cn Wethouders voornoemd,
Helder, STAK MAN BOSSE, Burgemeester,
den 12 Julij 1879. C. BOON, Secretaris.
HELDER en N1EUWED1EP, 15 Julij.
Zr. Ms. inst.ructiescliepen Zeehond, kommandant kapitein
luitenant ter zee Mac Leod en Uranin, kommandant luitenant
ter zee 1ste klasse S. v. d. Aa, zijn alhier aangekomen.
We maken onze lezers opmerkzaam, dat de heer
Basch op morgen (Woensdag) avond zijue laatste voorstelling
hier geeft, terwijl de heeren Bouwmeester en Comp. tot
a. s. Vrijdag blijven voortgaan met het geven van tooneel-
voorstellingen alhier.
Overgeplaatst van hier naar Nijmegen de apotheker
2de klasse der landmagt A. H. van Doorn.
Aangenomen het beroep naar Vlissingen door den heer
Jobs. Dyserinck, predikant bij de Doopsgezinde gemeente
alhier.
Beroepen te Oosterland op Wieringen de heer W. C. F.
Bange, candidaat.
De Willem Barendsz is den 10 dezer te Vardoe
aangekomen.
Men schrijft ons uit Winkel, dd. 13 dezer:
„De afdeeling Winkel der Verecniging Volksonderwijs
vierde heden haar jaarlijksch schoolfeest.
De stand van het schoolverzuim was wederom betrek
kelijk tamelijk gunstig, alhoewel iets minder gunstig dan
ten vorigen jare; 155 kinderen hadden geen enkelen school
tijd willekeurig verzuimd, cn slechts 1(3 kinderen ver
zuimden meer dan 20 schooltijden. Verzuim wegens slecht
weer, dat als geoorloofd beschouwd wordt, komt zelden
voor, daar de kinderen uit de buitenwijken alsdan door
goedwillige burgers gereden worden.
Het schoolfeest bestond in eene groote prijsuitdeeling in
Novelle van ELISE LINHART.
Vervolg
Blanche had de deur der bibliotheek zacht achter Norring toe
gedrukt zij wilde niets hoorei», niets zien van den band, die
daar geknoopt werd.
Met zinneloozen angst in de groote starende oogen, was zij uit
de kamer geijld in het aangrenzende boudoir, en met knikkende
knieën op een bidbankje neergezonken onder het ernstig beeld der
heilige Moedermaagd. Over haar bevende lippen vloeiden de met
moeite gestamelde woorden: „Heilige moeder! Moeten zij dan
ongelukkig worden? Zij moeten het niet er zijn huwelijken die
nog ongelijker zijn 1" Haar ligchaam rilde krampachtig.
Zij sprong op. Met de beide handen vast tegen het voorhoofd
gedrukt, wandelde zij, in zichzelve mompelend, de kamer op en
neer. „Gij zult vrij zijn, Percy, gij zult kompn als zij reeds
lang vertrokken is en zult alleen mij ontmoetenDe weduwe-
sluijcr is dan Verscheurd ook ik ben weder vrij." Eene
sombere herinnering scheen een schaduw over haar gelaat te werpen,
hare handen woelden diep in haar weelderige lokken. „Laat het
geene verachting geweest zijn geene verachting! Gij zijt immers
de eenige, dien ik ooit bemind heb wacht op mij!"
Lang wandelde zij zoo op en neêr in het schemerachtige vertrek
have oogen gloeiden van wilden gloed, en hare lippen brandden
koortsachtig. Doch allengskens werden hare trekken kalmer. Zij
scheen geen angst meer te voeden. Een eenvoudig medaillon uit
haren boezem te voorschijn halende, staarde zij lang op het portretje
dat zich er in bevond. Een zacht gelaat met zware, vlasblonde
vlechten en onuitsprekelijk tieurige oogen staarde haar aan. Zij
maakte den zwaren gouden ketting, waaraan zij het gedragen had,
van luiren hals los, wond hem om den voet van het crucifix, en
kuste vurig portret en lijst, ja zelfs de blaauwe steentjes, waarin
het gevat was.
Toen zij opstond, was haar voorhoofd ellen; met een kalmen
blik ging zij voor den spiegel staan, bragt zorgvuldig hare lokken
weêr in orde, nam een licht rooskleurige aster uit de bloemvaas en
stak die in bet haar, staarde peinzend op de gestalte, die door het
spiegelglas weerkaatst werd, en trad, met een bekoorlijk glimlachje
om den ietwat bleeken mond, de woonkamer weer binnen, juist
toen Norring uit de bibliotheek kwam.
„Nu, mijnheer de inspecteur, zijt gij over mij tevreden?"
Hij maakte eene eerbiedige buiging en kuste, nog bevend van
opgewondenheid, bare hand, die zij hem toestak.
„Uw eigen hart zal u zeggen, dat gij iemand gelukkig gemaakt
hebt ik dank u, mevrouw 1"
het kerkgebouw, die geopend werd met eene toespraak
van den president, den heer J. Breebaart Kzn., die een
en ander omtrent den toestand en de werking der afdee
ling mededeelde. Daarna werd een wedstrijd van kinder
spelen gehouden, waarbij aan alle deelnemers nog een
prijsje werd uitgereikt.
Blijkens gisteren bij het Gemeentebestuur ontvangen
berigt, heeft do Minister van Waterstaat de plannen voor
het Post- en Telegraafkantoor goedgekeurd. De aanbeste
ding zal nu spoedig volgen."
„Van de opleidingsklasse alhier zijn twee leerlingen
bevorderd; de een tot de Normaalschool, onder genot van
een Rijksbeurs te Alkmaar, de ander tot de Rijkskweek
school te Haarlem."
Door 275 /belastingbetalende ingezetenen" van
Amsterdam, allen slagters, kooplieden, in- en aanvoerders
van vee, is een adres aan Gedeputeerde Staten gerigt, met
verzoek hunne goedkeuring te blijven onthouden aan het
raadsbesluit tot het aangaan ecner leeniug van 0 millioen.
De bezwaren van adressanten bestaan vooral in de kosten
van onderhoud van een abattoir (9 ton) en bovendien in
de omstandigheid, dat zij het gansche leeningsbesluit niet
in overeenstemming achten met de draagkracht der ge
meentenaren.
De Engelsche barones Buixlett-Coutts, bekend wegens
hare milddadigheid, is gisteren met haar.jagt Walrus in
het Westerdok te Amsterdam aangeland en in het Amstel-
Hótel afgestapt.
Een paard van de te Haarlem in garnizoen liggende
cavallerie, hetwelk den 15 April 11. publiek verkocht was
en daarna door den stalhouder V. gebruikt werd, is jl.
Zaturdag nacht uit een weide buiten de stad, nabij de
Rozenpriëelstraat, ontsnapt en naar zijn gewone standplaats
in den cavalleriestal teruggekeerd.
liet geregtshof te 's Gravenhage heeft gisteren uit
spraak gedaan in de zaak van H. de J. (Jan Kastanje),
uit Rotterdam. Het Hof heeft hem wegens moord veroor
deeld tot 15 jaren tuchthuisstraf.
De verheerlijking van het schandaal openbaart zich
nu ook in de zaak Pincoffs. Diens inboedel te Rotterdam
wordt verkocht en duizenden nieuwsgierigen vragen toe-
gangsbilletten om te zien aan welke tafel en op welken stoel
hij gezeten heeft, uit welke glazen en kopjes hij heeft
gedronken, welke schilderijen aan de wanden zijner kamers
hingen, hoeveel geld hij voor zijne meubelen moet hebben
uitgegeven. Waarschijnlijk zal ook de verkooping eene
aanzienlijke som opbrengen, daar velen eene herinnering
zullen verlangen van den man, /die zich verwijderd heeft."
Naar aan de N. Rott. Crt. wordt gemeld, heeft het
bestuur der Ambachtsschool te Rotterdam aan curatoren
in den hoedel van L. Pincoffs voorgesteld, de waarde der
stoommachine, door hem indertijd aan die inrigting geschon-
„En wat, meent gij nu, wat ik intusschen voor heden namiddag
bedacht heb?"
Blanche zag hem schalkachtig vragend aan. „Mij dunkt wij doen
heden allen per rijtuig een pelgrimstogt naar de Rosalia-kapel,
waar men, uren ver in den omtrek, de schoonste gezigtspunten
heeft. De heilige is immers jonge geliefden zeer genegen
Meisjesdroom en.
Een strenge winter rust op de vlakte en ligt koud op de bergen
en bosschen. Yan den bergketen is bijna niets te zien, mat en
flaauw komt zij uit tegen den witgraauwen avondhemel, slechts de
roodachtige marmergroeven van Wand en hier cn daar eene donkere
plek van het woud, waar dc wind de sneeuw van de kruinen der
boomen heeft geschud, komen duidelijk zigtbaar uit tegen liet een-
toonige wit.
Doch de zon daalt meer en meer en kleurt den achtergrond
hoogrood, op welken de bergketen in onzekere lijnen en omtrekken,
gelijk door een kinderhand geteekend, schijnt te rusten. Hare met
ijs bedekte toppen gloeijen, en verblecken langzamerhand tot steeds
matter wordend violet. Van de Leitha klinken vrolijke stemmen.
Daar waar de stroomvallen der rivier snel voorwaarts schieten,
heeft deze zich niet in boeijen laten staan. Ducli al hare zijtakken
en ondiepe waterpoelen, die tusschen de eilandjes liggen, zijn tot
aan den bodem digtgevroren. Van een dier eilandjes klinken
vrolijke stemmen over het veld.
Ongeveer dertig schreden van elkander is eene borstwering van
sneeuw opgeworpen waarachter overvloedige munitie van reus
achtige sneeuwballen ligt. Een meisjeskopje, met een frisschen blos
op de wangen, komt er van achter te voorschijn.
„OpgepastDe Turk komt
Dc ballen bombardeeren de vijandelijke schans, doch de aanval
wordt niet beantwoord.
„Zijt gij stijfgevroren, Eriedatje of kapituleert gij?" Geen
antwoord. De gestalte, die achter de borstwering ligt geknield,
gaat langzaam opstaan, om het vijandelijke leger te verkennen.
Daar voelt zij zich in den rug door goedgemikte schoten getroffen.
„De olifant van Indië veidedigt zich van achteren. De
vijand is om u heengetrokken, Geni
Frieda staat juichend voor haar verraste zuster. Hare oogen
schitteren van strijdlust; zij zwaait overmoedig twee ballen in de
handen.
„Wacht sluwe vijand!" „De olifant van Borneo, mijn
schat verdedigt zich van voren, zal ik u eens toonen hoe
hij dat doet?"
Ook de aangevallene heeft beide handen vol munitie. Doch
plotseling werpt Genia al haren schietvoorraad op het ijs en vliegt
naar den oever.
„De postbode komt, Eriedatje; hij brengt mij zeker eeu brief
ken, te doen taxeeren. Door de vrijgevigheid van een der
leden van genoemd bestuur, die verzocht heeft zijn naam
geheim te houden, is het in staat gesteld, alsdan het bedrag
der taxatie aan de curatoren ten behoeve der crediteuren
te voldoen. Daarmede wordt voldaan aan een wensch,
onlangs op de algemeene vergadering der leden van ver
schillende zijden uitgesproken.
Wat velen begint te kwellen, is de vrees voor mis
gewas of schralen oogst, en reeds hooi de men spreken van
aanstaande dure tijden, gebrek, enz. Men wachte zich toch
in deze voor overdrijving. De vrees voor misgewas is
voorbarigslechts eenige drooge, warme dagen en nog kan
alles teregt komen. Enkele gewassen mogen geleden
hebben, de meeste staan nog te velde en behoeven slechts
korten tijd goed weder, om te kunnen worden geoogst.
Men late zich niet overbluffen door klagten, die niet
gegrond zijn en geheel uit ongepast eigenbelang voort-
vloeijen, en wachte, alvorens zich ongerust te maken, den
tijd af voor een op de resultaten gevestigd oordeel. Hierbij
moet niet uit het oog worden verloren, dat, bij het uit
gebreide en snelle verkeer, misgewas in één land betrek
kelijk weinig beteekent, indien elders de oogst gunstig is.
(Rott. Nbld.)
Te Waardenburg, op Tuil's grondgebied, zijn twee
vreemdelingen gearresteerd, die hun werk maakten van het
stelen van jonge ooijevaars. Beiden werden gesnapt, nog
in het bezit van een zak vol van die dieren.
Het nagras werd jl. Zaturdag te Deventer tegen zeer
hooge prijzen verkocht. In het vorige jaar besteedde men
f 15 per 500 kilogram en thans werd dezelfde hoeveelheid
voor f 30 verkocht.
De haan van den toren te Oldenzaal, die in het
voorjaar toen de wind aanhoudend oost was, is vastgeroest
en sedert onverbiddelijk oost wees, is, naar de Tw. Crt.
meldt, door den harden wind van jl. Woensdag weder tot
zijn pligt teruggebragt; hij draait weêr. In de vorige
vergadering van den raad was juist een som uitgetrokken
om den haan in orde te maken.
Te Giethoorn is de groote zomerverhuring afgeloopen,
weêr met ongunstiger resultaat voor de landeigenaren dan
't vorige jaar. Bedongen zij verleden jaar den halven
prijs van dien in 1877, nu kon hij weinig meer dan een
derde er van bedragen. En die uitkomst ja, de prijzen
zijn ook elders lager behoeft nog niet zooveel ver
wondering te wekken, als maar bekend is, dat de halve
massa hooiland dier gemeente onder water staat. Het
meeste land moet met hooge laarzeklompen gemaaid worden
en welk soort hooi geeft dat?
Het dagelijksch bestuur van Leeuwarden heeft besloten,
begonnen met den 14 Julij, op iederen Maandag, aan de
waag gelegenheid te, geven tot het aanvoeren, doen wegen
en verkoopen van vaten boter. De Friesche Maatschappij
van mijn bruidegom."
De beide vlugge meisjes snellen langs den ellén oever naar den
dorpsweg, waar de postbode juist verdwijnt.
„Och, Geni, zeg toch niet altijd „bruidegom!" Dat klinkt zoo
dwaas, als gij er meneer Norring meê bedoelt."
Een bestraffende blik treft de vermetele. „Waarom?"
„O, een bruidegom moet er natuurlijk heel anders uitzien I"
„En hoe moet hij er dan uitzien?"
„O, regt, en sterk en schoonen vriendelijk
„En dat alles is mijn bruidegom niet?"
„O hemeltje, neen, luj is zoo zwart en droefgeestig als een uil!
Adi. Geni, schrijft elkander toch niet zoo ontzettend veel! Gij
beantwoordt nu zeker weêr terstond zijn brief
Frieda wierp een bedroefden afscheidsblik op de kampplaats,
greep toen de vlechten harer zuster, die onder de met pels omzoomde
muts te voorschijn kwamen, en liet zich toen door de voortspoe
dende Genia op haar gemak meeslepen. „Op den duur kuunen
mijne vlechten dat niet uithouden! Als gij echter verstandig zijt
en mij wilt loslaten, beloof ik u, dat ik den brief alleen lezen, en
niet terstond beantwoorden zal. Wij laten dan lawinen van den
slotberg naar beneden rollen. Zijt gij nu tevreden?"
„Gij zijt een engel, Geni. Eu nu wil ik ook nooit weêr iets
onaangenaams van uw verloofde zeggen!"
Zij had dc geïmproviseerde teugels losgelaten en huppelde aan
de zijde harer zuster vergenoegd het voetpad op. Genia was echter
reeds met hare geheele ziel bij den verwachten brief, die alle
weken van de blaauwe zee over de Alpen tot haar kwam over
vliegen, en haar steeds opgeruimder en zenuwachtiger maakte, hoe
meer de winter de lente naderde.
Hoe bemint zij hem, die haar dit krachtig, gespierd letterschrift
zendt! Zij is zich niet bewust, dat liet eigenlijk volstrekt niet den
ingenieur Norring is, wien zij hare van verlangen gloeijende brieven
schrijft; dat zij ter naauwernood regt meer weet, hoe hij eruitziet,
en die haar zoo vreemd geweest was, zoolang hij iu hare nabijheid
had verkeerd. Al wat groot en goed is, al wat haar ooit in
mannen-gestalten uit gedichten had aangetrokken, daarmede tooide
zij onmerkbaar het ideaal, dat zij zich gevormd had, terwijl het
ook uiterlijk langzamerhand datgene geworden was, wat haar tot nog
toe als de hoogste mannelijke schoonheid voor oogen had gezweefd.
Het was een rijke meisjesphantasie en een warm, ligt bewegelijk
gevoelsleven, die haar verwijderden verloofde in een stralenkrans
van schoonheid en goedheid hulden.
En zijne brieven hadden haar nog nooit teleurgesteld! Zij
stroomden over van verlangen, van vreugde over hare liefde. Hij
gevoelde zich niet meer door het hem vijandige lot heen en weêr
geworpen, hij verzette er zich niet meer hardnekkig tegen; hij
broedde niet meer in somberen menschenbaat over zijn verlaten