HELDERSCHE EN MEI H EDIEPER (OIRAT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1879. N°.88. Woensdag 23 Julij. Jaargang 37. LIEFDE EN ONSCHULD. W ij huldigen het goed e." Verschijnt Dingsdag, Donderdag en Zaturdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalJ 1.80. 0 0 franco per post - 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-lndië. Laatste ligting 's avonds 6 uur. HELDER en NIEUWE DIEP, 22 Julij. Naar men ons mededeelt, is door eenige leden van de plaatselijke Weerbaarheids-Vereenigingalhier aan het bestuur het voorstel gedaan om in de maand September a. s. ter dezer plaatse een provincialen schietwedstrijd te houden. Aanleiding tot dit voorstel is, naar men ons verzekert, de omstandigheid, dat door het overlijden van den Prins van Oranje het nationaal concours dit jaar niet zal plaats hebben. Men zal zich herinneren, dat in de jaren 1873 en 1875 alhier provinciale schietwedstrijden zijn gehouden, en dat die, als uitmuntend geslaagd, door de talrijke bezoekers van buiten ten zeerste zijn geroemd, 't Is dus te verwachten, dat, wordt aan het plan gevolg gegeven, door Schutterijen en Weerbaarheids-Vereenigingen van buiten daaraan druk zal worden deelgenomen. Ofschoon over het gedane voorstel in eene vergadering der Veree- niging, die tegen Zaturdag a. s. is uitgeschreven, moet worden beslist, hangt de uitvoering zeer waarschijnlijk af van den geldelijken steun, die aan het plan wordt ge schonken. De vroeger gehouden wedstrijden van dien aard hebben bewezen, dat neringdoenden belang hebben bij zulk een concours, dat tal van vreemdelingen herwaarts voert. Bedankt voor het beroep naar de Herv. gemeente alhier door ds. A. W. van Kluijve, predikant te St. Maarten c. a. De kolonel, kommandant. van het 7de regiment infan terie zal zich over eenige dagen naar hier begeven, ten einde het alhier in garnizoen liggend bataillon, te inspecteeren. Woensdag morgen zal hier van Rotterdam een volks- trein aankomen, om des avonds weder derwaarts te vertrekken. Een achttal Marine-matrozen van een der oorlogschepen in deze haven bragten, voor eenige dagen, liet vreedzame en rustige dorp Anna Paulowna in rep en roer. Van een uitstapje „op den pof" naar Amsterdam terugkeerende, stapten zij aan het station te Anna Paulowna af, met het plan om de verdere reis naar hier per apostelpaarden af te leggen, want zij vreesden met regt, dat zij, naar hier tloor- stoomende, aan het station door de Rijksveldwachters zouden worden verwelkomd, die hun, tegen eene vaste fooi van f 3 de man (vast tarief),, den weg naar boord zouden wijzen. Zij hadden echter buiten den veldwachter van Anna Paulowna gerekend. Deze, die de lucht van hun avon tuurlijk plan scheen te hebben, vroeg hun naar hunne verlofpassen. Daar had hij, naar hun oordeel, niet meê noodig. „Dan," zeide hij, „verklaar ik jelui allen voor mijne arrestanten" en de daad bij het woord voegende, greep hij er een uit den hoop aan, zeker meenende dat dan de anderen wel gewillig zouden volgen. Dat bekwam echter onzen Novelle van ELISE LTNHART. {Vervolg.) I)e oude heer had zich in vuur gepraat. Zijne verstandige grijze oogen hadden meer gezien dan men wel dacht. Zou hij geen poging doen om het jonge paar uit deze in elk geval slechts tijdelijk gedrukte stemming te helpen Hij vermoedde niets van de ontzet tende worsteling achter het voorhoofd van den man, die er zoo koel, zoo onverschillig uitzag. Was hel niet eerloos, Genia, al was 't ook maar voor 't uiter lijke, de zijne te noemen, terwijl zij niet wist, dat hij eenmaal in het krankzinnigengesticht had gezeten, hij, die haar zijn naam gegeven, een van hen, bij 't noemen van wie zij gisteren avond gerild had? Was het niet zijn pligt, haar er van te onderrigten, zoodra hij met haar alleen was? Maar hij zou zich daardoor van de mogelijkheid berooven, om hare liefde deelachtig te worden. Den kreet van smart, dien de gedachte daaraan op 't punt stond hem af te persen, onderdrukte hij met geweld. Vroeger had zij het moeten weten, vóór den beslissenden stap, doch Blanche had gezwegenEn wa}, zou opheldering nu nog baten Als zij hem eens leerde liefhebben, zou de ontzettende zielsziekte niet terugkceren, dat gevoelde hij, zij -had dan niets te vreezen. Leerde zij hem niet liefhebben en dc ziekte kwam terug, hij had het gevoel alsof ze reeds lang hem dreigend boven 't hoofd hing welnu, dan zou ze, hoopte hij, ongeneeslijk zijn, en aan de jonge vrouw daardoor de vrijheid teruggegeven worden. Doch moest dan juist dat uiterste gebeuren? Was het mogelijk dat zij reeds in dit oogenblik zijn gevoelens beantwoordde, al was 't dan ook nog slechts in de kiem? Zij waren over de ontelbare dwarsregels van het kalkgebergtc gestoomd en naderden nu het keteldal van Planina. Doctor Helmroth boog zich haastig uit het raampje. „Zie eens, meneer Norring, zie eens, nog eergisteren, toen ik hier doorreed, was alles groen, en nu is alles in een waterplas vejanderd Norring zag op; Genia's oog had vol teeder medelijden op hem gerust. Was dal geen liefde? Hij sprong op en sloeg zijn arm - om haar middel, schijnbaar oplettend naar de woorden van den doetor luisterend. Het teedere ligchaam Loog zich niet uitwijkend achterover zooals gisteren en vroeger, zij stond de omhelzing toe. Norring's oogen vonkelden van blijde verrassing, hij boog zich zenuwachtig voorover om haar in het afgewende gelaat te zien; hare lippen waren vast op elkaar geperst, de fijne neusvleugels gespannen, de wenkbraauwen scherp in de hoogte getrokken: het was het gelaat van iemand, die zich dwang oplegt om kalm en gelaten smart te verdragen. Langzaam trok hij zijn arm terug en ging weer zitten: voorbij, voorbij dorpsveldwachter zeer slechtzij grepen hem aan, plukten hem de klecren van het lijf, gaven hem een pak slaag en zetten 't toen op een loopen. Jammer dat zij, in hunne vlugt, den verkeerden weg, naar Veerburg, insloegen. De kantonregter, die met hetzelfde spoor was aangekomen en de schermutseling had gezien, preste terstond een twintig dorpelingen om de vlugtelingen op te vangende veld wachter, zoo geplukt als hij was, rende hen, met zijn sabel gewapend, achterna, maar de man moest spoedig den wedloop opgeven. Gelukkiger waren de andere vervolgers, die door den kantonregter, in zijn rijtuig gezeten, werden aan gevoerd. Zij werden weldra ingehaald, door stevige handen gepakt en, met touwen gekneveld, op een boerenwagen geladen, onder surveillance van eenige mannen en den spek slager van liet dorp, die met zijne attributen, slagt- en hak mes gewapend, den gevangen buit naar zijne bestemming bragten. Wij vreezen voor janmaat, dat hier de zuinigheid de wijsheid hebbe bedrogen; voor een enkelen driegulden toch waren ze, tot hier doorgereden zijnde, fatsoenlijk aan boord gebragt. Nu komen zij er zoo goedkoop niet af want desertie, feitelijk verzet tegen een veldwachter, en men weet hoe een krijgsraad gewoonlijk de meest mo gelijke ampliatie in het proces-verbaal aan zulke overtre dingen weet te geven, zullen zeer waarschijnlijk uitloopen op eene zeer gevoelige afrekening, behalve vergoeding van allo mogelijke onkosten. Voorzeker zeer onaangename gevolgen van zulk een uitstapje. Door den machinist 1ste kl. bij de Marine A. Hof man is te Ilellevoetsluis met gunstigen uitslag examen afgelegd voor het vaste korps. In het tijdperk van 15 Junij tot 12 Julij 1879 zijn, blijkens ingekomen ambtsberigten, door longziekte aangetast in Zuidholland 4 runderen. In het vorige tijdvak van vier weeken waren 37 runderen door die ziekte aangetast. Bedankt voor het beroep naar Scharwoude, door ds. W. de Vries, predikant te Hensbroek. In eene vergadering der afdeeling Nieuwe-Niedorp van Volksonderwijs is besloten, aan de schoolkinderen, die van 1 Julij 1878 tot Junij 1879 geen enkel willekeurig schoolverzuim tot hun last hebben, een prettigen dag te bereiden. Met de oudsten zal per spoor een togt naar Haarlem en omstreken worden gemaakt; de jongeren zullen per rijtuigen vervoerd worden naar het zoo lief gelegen Bergen, om daar zich op de duinen en in het bosch te vermaken. Te Schermerhorn is de toestand van den landman niet rooskleurig; het hoofdproduct, de Edammer kaas is nog altijd veel te laag in prijs, in evenredigheid der koop- en huurprijzen van de landerijen. Wel wordt er door enkelen 34 a 35 gulden per 10Ö halve kilo bedongen, doch „Nu, wat zegt ge er van, mevrouw?" De doctor hield nog steeds zijn hoofd buiten het raampje. „Past deze waterplas niet prachtig bij de sprookjeswereld van den Karst?" „Zeker!" O, waarom moest zij antwoorden? Veel liever zou zij vat) harte eens uitgeschreid hebben! De treiu donderde over den viaduct van Santa Croce; hooge rotswanden aan weerszijden belemmerden voor een oogenblik het uitziet. Plotseling werd regls de blik vrij, en nu breidde zich beneden hen de waterspiegel der Adrialische Zee uit, welke daar, waar de schuin nederdalende stralen der avondzon op haar vielen, vonkelde als vloeijend goud. In het westen de kust van Aquileja tegenover het Istrische schiereiland, steil opstijgend uit de golven, en daar, daar schemerde, in de glinsterende avondzon,. Triest met zijne koepels en torens, daar voor een mastbosch van schepen, en in den achtergrond de kale hoogten van den Karst. Zwijgend had Genia de handen gevouwen en aanschouwde met een vochtigen blik dit grootsche tooneel, dat, zooveel grootscher dan zij het z.icli had voorgesteld, toch beur hart zaraensnoerde van stille smart. Wel was het schoon, die zee, dat Triest, en toch hoe geheel anders had zij hare aankomst zich voorgesteld! Zij wierp een schuinen blik op haren man, die onverschillig op de naakte rotsen der tegenoverliggende helling van het gebergte staarde; zij had z.ich nog nooit zoo eenzaam en verlaten gevoeld, zoo alleen, verre van haar vaderland, onder een volk, welks vreemde taal zooeven in de eerste toouen zoo bennauwend hare ooren bereikte, alleen Door het gewoel der straten gaat liet voort, steeds opwaarts, altijd hooger, tot men, de stad diep onder zich latende, den onbe lemmerde» blik laat zweven over zee en land. Hier en daar eene villa, daartusschen tuinhuisjes en prieeltjes, het rijtuig houdt stil voor een in wingerds verborgen traliedeur eener villa. Doch voor dc oogen der jonge vrouw draait alles in een wilden maalstroom, zee en rotsen, paleizen en tuinen, dat alles danst in een helsche rei om een gebogen en matte mannengestnlte, in wier oogen wantrouwen en koele trots staan te lezen, zoo dikwijls ze op haar rusten. Genia had zich teruggetrokken in een der vertrekken, welks deur zich achter haar sloot. God bescherrae haar voor die oogen In eene kamer er naast hoort zij eene onverschillige koele stem den dienstboden bevelen geven; zij verneemt het verschuiven en wegdragen van meubelen. „Breng dat alles boven naar mijne studeerkamer! Ik had er niet aan gedacht, dat ik vaak tot diep in den nacht opblijf om te werken, en soms voor dag en dauw er uit moet; ik zou mijne vrouw storen Dat scheen haar verlichting te geven, en toch deed het zulks niet. Wie zul haar redden uit dien maalstroom, waarin zij zich blindelings en onverstandig geworpen heeft? dit valt slechts weinigen ten deel, daar verreweg demeesten, ook voor zeer goede kaas beneden de f 30 ontvangen. Een gelukkig verschijnsel is bet echter, dat over 't algemeen thans beter kwaliteit van kaas wordt gemaakt dan in vorige jaren, zoodat de gegronde hoop bestaat, dat onze kaas in het buitenland allengst weder meer zal worden gevraagd en gewaardeerd. Ook heeft de hooibouw door het aanhoudend natte weder veel geleden, er wordt daarvan gemiddeld een derde minder gewonnen dan in vorige jaren. De besturen aldaar, met namen van de polders Mijzen en Eilandspolder, gaan desniettegenstaande ijverig voort, krachtige maatregelen te nemen om den toestand der lande rijen meer en meer te verbeteren, zoo door verlaging van den waterstand, als door 't stichten van stoomwatergemalen, waardoor de landerijen meer productief en de kwantiteit en de kwaliteit van 't gewas heter en overloediger zullen worden. Den 2 Augustus a. s. zal te Amsterdam eene natio nale zwemwedstrijd worden gegeven door de Amsterdamsche Zwemclub, in de Bad- en Zweminrigting van den heer C. J. Löwenström, aan den Westerdoksdijk aldaar. Zooals bekend is, werd het lokaal Frascati, in de Nes te Amsterdam, na eerst als concertzaal, later als schouwburg gebruikt te zijn, aangekocht door eene combi natie van notarissen en makelaars, met het doel om daar een verkooplokaal te stichten. Deze heeren hebben zich nader geconstitueerd in de naamlooze vennootschap Frascati en zullen thans aan hunne plannen uitvoering geven, daar de verbouwing, die plaats vindt onder leiding van den ingenieur-architect, den heer A. L. van Gendt, op den 17 dezer is aanbesteed en gegund aan den heer B. van der Weerden, voor de som van f 55,620. De hoofdtoegang tot het gebouw komt op den O. Z. Voorburgwal, waar een gevel in renaissancestijl zal ver rijzen. Door eene ruime vestibule komt men in een bree- den gang, die naar de monsterzaal en de eigenlijke verkoopzaal leidt en waarboven zich de woning van den administrateur bevindt. De monsterzaal wordt door een lantaarn op het noorden verlicht, is met asphalt bevloerd en rondom van eene galerij voorzien. De verkoopzaal, die eene oppervlakte van ruim 23 bij 15 meters beslaat, wordt door drie lantaarns verlicht, terwijl daarenboven nog verscheidene groote zijramen zijn aangebragt. Tegen één der zijwanden bevinden zich 16 kamers, geheel van elkander afgescheiden, die door met gaas voorziene vensters de koopers in de gelegenheid stellen, zonder gezien te worden, de verkooping te kunnen bijwonen. Deze kamers zijn ook te bereiken van uit de Nes, waar liet lokaal een toegang heeft. De plaats voor den afslag is in onmiddellijke verbinding met een aantal verkoop kamers, die door eene afzonderlijke deur in de Nes haar Weken zijn vervlogen nog altijd blijft die vraag onopgelost. Wie zou haar ook helpen Zeker waren er weifelende en moede- looze harten genoeg, één meer of minder, dat was immers zoo onverschillig! Genia had nooit gedacht, dat men zooveel schreijen kon nis zij deed, zonder er blind van te worden. Ze zijn zoo eentoonig, hare dagen, waarop zij hair brein afmartelt om iets te vinden wat Norring genoegen zou kunnen doen, waarbij hij haar niet ruw van zich stoot, zooals hij steeds deed als zij hem hartelijk en welwillend tegemoet kwam en hem in eene vrolijke stemming trachtte te brengen. Ze zijn eentoonig, hare nachten, waarin zij de kussens met hare tranen doorweekt, terwijl voor haar zielsoog steen voor steen wordt afgebroken van dc wereld van het schoone en ideale, waaraan zij gelooft. Zij is zeer verstandig geworden in de weinige weken, waarin zij de oogen open hield voor wat er in de wereld gebeurt. Zij is verstandig geworden, maar zij huivert voor dat verstand terug. Het rukt alles omver, wat in hare oogen heilig was. In donkere schaduwen gehuld ligt de wereld vóór haar, uit welke die ideale liefde verdwenen is, voor welke zij gedweept heeft in de werken der dichters. Er bestaat geene liefde, zooals zij die gedroomd heeft, geene onstoffelijke, alleen de zielen vereenigeude liefde! Aan het stof gekleefd, van het stof zich voedend, verdwijnt zij, waar haar dat voedsel wordt ontnomen. Hoe ware het anders moge lijk, dat bij haren gemaal in hetzelfde oogenblik koelheid en onverschilligheid in de plaats konden treden van liefde voor haar, toen hij zag, dat die aardsche stof zich aan hem onttrok? Wat goeds was cr nog aan eene wereld, wier polsslag gaande gehouden werd door lage driften? Wat heiligs aan een God, die zoodanige wereld geschapen heeft? Terwijl op deze wijz.e voor Genia het rijk der idealen ineen stortte, ging haar echtgenoot eenzaam en zwijgend zijn weg. Hij had tegenover haar reeds herhaalde malen er op gezinspeeld, dat hij haar heure vrijheid zou teruggeven, zoodra zij dat wenschte, en zegende toch den schroom, waarmede zij voor zulk een geweld- dadigen stap terugdeinsde. Hij gevoelde, dat hij de afwezigheid der slanke bekoorlijke gestalte, die in zijne woning vertoefde, niet zou verdragen; hij hoopte nog altijd, hoopte, schoon hij tot zich- zelven moest zeggen, dat zijne prikkelbare ruwe houding jegens zijne vrouw, haar van dag tot dag al meer en meer van hem verwijderde. En zacht en vleijend hare liefde trachten te verwerven? Dat verbood zijn trots hemBeminde zij niet, dan zou zij ook niet vermoeden, dat hij beminde! Donker was het lot geweest, dat van zijn vroegste kinderdagen boven zijn hoofd had gezweefd. Dat het dun zijn loop vervolge zoolang het kan, eenmaal moet er met alles toch een einde aan komen Pebcy. De laatste dag der Meimaand was aangebroken. Uit de ouder- wetsche poort van den tot een militaire academie ingerigten Her-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 1