wijzers aan tle Normaalinrigtingen in Noordholland. Deze vergadering werd bijgewoond door de schoolopzieners van het 6de en 7de district (de heeren M. Luymes en mr. M. Büchner) en 46 onderwijzers. Aan de orde werden gesteld vier vraagpunten, betreffende de splitsing in afdeelingen en klassen der normaalscholen, haar leerplan in verband met haar tafel van werkzaam heden, de practische opleiding der kweekelingen in 't alge meen, en van die der tweede afdeeling met betrekking tot hun theoretische vorming in het bijzonder. Een collectief prae-advies van zeven der directeuren was eenige dagen te voren aan belanghebbenden verzonden, hetgeen veel toebragt tot het in 't regte spoor houden der discussiën. Deze duurden tot 4 uur en leverden hoogst belangrijke resultaten, die den toekomstigen onderwijzers en door hen het onderwijs voorzeker ten goede zullen komen. De bondige vorm, waarin de onderwijzers, steunende op ervaring mededeelden, de onverdeelde aandacht, waarmede de twee schoolopzieners de debatten volgden, de groote juistheid waarmede de inspecteur resumeerde, en uit het gesprokene de conclusiën trok, alles getuigde van de warmste belangstelling in, de meest ernstige opvatting van dit deel van het lager onderwijs, en stempelde deze eerste vergadering tot een gebeurtenis in de schoolwereld. Bij 't sluiten der vergadering sprak de voorzitter den wensch uit, dat, wat er ook met de nieuwe wet op het onderwijs mogt gebeuren, de normaallessen mogen blijven bestaan, en toenemen in bloei, ten bate van het Neder- landsclie volk.-' Mejufvrouw Jacobs, die in het begin dezes jaars aan de hoogeschool te Groningen den doctorstitel in de medi cijnen verwierf en vervolgens het examen als arts deed, waarna zij zich naar Londen begaf om zich in een zieken- inrigting voor vrouwen verder practiscli te bekwamen, komt zich in September te Amsterdam vestigen. Het roggegewas is in het Gooi en Eemland thans grootendeels gemaaid; de uitkomst is als verwacht werd, namelijkweinig korrels, maar veel stroo. Gelijke ver wachting heeft men van de boekweit. De aardappelen geven ook niet veel, doch de kwaliteit is over het algemeen vrij goed. Twee dochters, oud 15 en 22 jaar, van den heer P. Hoebée, scheepstimmerman te Dordrecht, zouden zich jl. Vrijdag avond aan boord van een aakschip begeven. Het schijnt, dat de plank, die zij met dat doel hebben moeten passeren en die met het ondereind rustte op den kant van eene tegen den wal liggende schuit, niet ver genoeg op het aakschip heeft gelegen, hetgeen welligt tengevolge der duisternis door haar niet is opgemerkt, althans, nadat schippers, die in de nabijheid lagen, een plomp in het water gehoord en zich daarop naar de plaats begeven hadden, bleek, dat de plank in 't water lag en de beide meisjes niet te vinden^waren. Terstond is al het mogelijke gedaan om haar uit het water op te halen, dat dan ook met het jongste gelukt is, echter niet dan nadat zij reeds een lijk was. Het oudste is eerst twee uren later levenloos opgehaald. Onder St. Maartensdijk heeft een vogel zich een nest gebouwd.... in den mouw van een potsierlijk aange- kleeden vogelverschrikker. Jl. Vrijdag werd te Utrecht het werklieden-congres gehouden, waartoe het Nederl. werklieden-verbond Patri monium alle Christelijkgezinde arbeiders had opgeroepen, 't Aantal opgekomenen was niet zeer groot. Ten 10 ure werd de vergadering door den voorzitter geopend met een woord van welkom, de voorlezing van 2 Kronijken 20 512 en een gebed. In zijn openingsrede noemde de voorzitter het een gewigtig oogenblik, waarop zij te zamen gekomen waren om de belangen van honderd duizenden werklieden van ons land te bespreken. Lang werd daarop beraadslaagd over het vormen van een pensioenfonds voor werklieden. Het resultaat was het benoemen van een commissie om een uitgewerkt plan zamen te stellen. Ook het denkbeeld om volkskoffijhuizen op te rigten, werd lang en breed besproken, maar leidde niet tot eenig resultaat. In zake de uitbreiding der kiesbevoegdheid, werd de wenschelijkheid daarvan uitgesproken. aan. „Gij schertst hij is zoo ernstig!" „Hij was het. Tk herinner mij nog prachtig, dat ik Genia vroeger met haar stijven Klaas van een bruigom plaagde, maar thans gij moet maar eens zien, hoe zijn gelaat verheldert, als wij hem met den kleiuen stamhouder op een zijner havendammen verrassenElk vrij oogenblik komt hij, in z-ijn zweet badende, naar huis loopen, om te zien of ook de een of ander van ons plotseling in de armen des doods is gevallen „Den verren weg van de havenwerken naar de villa?" Frieda zag den jongen man met een medelijdend glimlachje aan. „Was het dan niet veel natuurlijker, dat wij, zoodra Genia gezond was, de steile stegen der voorstad vaarwel zeiden en nabij de nieuwe haven onze tente opsloegen? Maar luister, wat een heraelsche wals! Ik weet toch niet, of ik nog lang den moed zal hebben, de jongelui met een„misschien later" af te schepen Zij wuifde zich met haren waaijcr ijverig koelte toe, en haar gelaat straalde van dans- en levenslust. Warren beschouwde haar met verrukking. Ja, het was Genia; ieder harer bewegingen, elke blik, de toon harer stem, alles her innerde hem aan haaren toch was hij niet bij magte haar aan te zien, zonder den doorn te gevoelen, welke sinds jaren de her innering aan die geliefde vrouw hem telkenmale in het hart drukte. Hij stond op, een levendige blos bedekte zijne wangen, toen bij schier schuchter voor haar. stond. „Ik weet waarlijk niet, of ik mij als danser mag voorstellen, freule Frieda, ik heb in jaren niet gedanst, ik heb het weêr vergeten „Gij zult het wel weer leeren! Wilt gij met mij dansenja?" Hij legde zijn arm om haar slanke taille en zwierde met haar door de zaal. Zij zwommen in de toongolven van de wals. De jonge man had een gevoel, alsof het geluk nog eenmaal vol en warm hem bescheen. Het was Genia's adem, die zijne wangen streelde, haar bekoorlijk ligchanm, dat zich tegen hem aanvlijde, hare oogen, die vrolijk tegen hem lachteu. Stille heldere dagen en weken volgden. Mevrouw de weduwe Z. kon in den beginne maar niet regt begrijpen, waarom haar jeugdige beschermelinge aan de lommerrijke lanen der academie zoo bepaald de voorkeur gaf boven die van het glacis. Eerst toen herhaalde malen dezelfde nette officier haar heel toevallig in de lange kastanjelaan ontmoette, om dan niet meer van Frieda's zijde te wijken en de dames na haar geregelde avondwandeling naar de stad te geleiden, begon er bij de oude dame een vermoeden op te rijzen, en goedhartig begon zij van dit oogenblik af het glacis even onverdragelijk heet en stofferig te vinden als Frieda, en zonder een woord te spreken alle avonden den weg te nemen door de hooge, gewelfde steenen burgtpoort. Verlangde Percy tot dusver alleen daarom naar de tegenwoordig heid van het jonge meisje, omdat zij hem aan Genia herinnerde, Staande de vergadering werd een telegram aan den Koning gerigt, naar aanleiding van het feit, dat een christelijk werkman te Edam, die weigerde den Zondag te ontheiligen door schutterij-dienst te verrigten, in de gevangenis is gebragt. Men heeft des Konings tusschenkomst gevraagd. Jl. Vrijdag avond vergaderde te Arnhem de feest commissie voor het festival, te geven door de inzenders aan de tentoonstellings-commissie, enz. en werd het defi nitief programma vastgesteld. Het feest zal plaats hebben in Musis Sacrum op Zaturdag a. s. Den 10 dezer heeft voor den raad van justitie te Samarang teregt gestaan mr. J. NV. T. Cohen Stuart, beklaagd van smaad, hoon en laster, desbewust gepleegd door middel van een verspreid drukwerk jegens 's Konings vertegenwoordiger in Nederl.-Indië. Pleiter was mr. de Haas. De eisch van den substituut-officier van justitie, mr. Nieuwenhuys, was één jaar gevangenisstraf. De heer Cohen Stuart is veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf en in de kosten van 't geding. Naar het Mak. Hbd. verneemt, zouden er bij het Hof van Goa grootsche huwelijksplannen bestaan. Een der kleinzonen van den Vorst zou namelijk in het huwelijk treden met de leenvorstin van Bonitwee zonen van den Vorst met Prinsessen van Bima en Sumbawa, en een ander candidaat zou namelijk het oog gevestigd hebben op eene Prinses uit het Rijk Ivocteij. NVij wenschen, zegt het blad, den Vorst succês in zijne plannen, want huwe lijken als bovenstaande zijn ook in ons belang, dewijl zij gesloten worden onder ons goedgezinde vorstelijke personen. De Neue Freie Pressc meent de volgende cijfers te kunnen opgeven, als aanwijzende den vermoedelijken oogst van dit jaar, waarbij het cijfer 100 geacht wordt een gemid delden oogst voor te stellen. Oostenrijk-Hongarije, tarwe 78, rogge 72, gerst 84. Duitschland, 85, 80, 89. Frankrijk, 78, Zwitserland, 80, 90, Italië, 82, Engeland, 76, Rusland, 79, 79. Rumenië, 90, 86, Amerika, 108. Het vorig jaar was de opbrengst, behalve in Frankrijk en Zwitserland, overal boven het gemiddelde. Het onge lukkigst staat het thans in Hongarije geschapen, waar haver, maïs en aardappelen een middelmatigen, maar tarwe, rogge en gerst een gedecideerd slechten oogst beloven. De Oostenrijksch-Hongaarschc monarchie komt daardoor voor 't verbruik 2 millioen centenaars tarwe en maïs te kort. Amerika evenwel heeft een zoo ruimen oogst, dat volgens het blad het gehecle Europesche deficit daarmee kan gedekt worden en dat de prijzen niet noemenswaard zullen stijgen. Gingen cle prijzen in Julij te New-York op de eerste berigten van den mislukten oogst in Europa, sterk naar boven, spoedig daalden zij weder, om zich op een gema tigder standpunt te handhaven. Thans is de prijs te New-York, Parijs en Berlijn niet veel hooger dan verleden jaaralleen te Pestli is nog een aanmerkelijke verhooging merkbaar. Uit Rheiclerland, de prachtige polderstreek van Oost friesland, verneemt men, dat het dorschen van het oliezaad nagenoeg is afgeloopen in den Franschen polder aldaar, waar ongeveer 300 hectaren met koolzaad bezet waren. Van de Hollandsche grens tot ver in Pruissen brandden 's avonds de stroovuren lustig op. De opbrengst is niet slecht: gemiddeld 34 a 35 zak per hectare. Al dat zaad gaat naar de Groninger markt, waar cle prijs veel lager is dan verleden jaar, f 9 a f 10 den zak. „Al onze elegantjes," schrijft men uit een Fransche badplaats aan de Huisvrouw, „trippelen nu op kleine nette klompjes van ebben- of ander donker hout, on met hare naamletters in zilver of oxyde in mozaïek er op. Het staat allerliefst en is ongemeen doelmatig." Waarin het doelmatige gelegen is, zou menigeen .duide lijker zijn, indien de schoothondjes van de elegantjes bedoeld wierden. thans begon hij Frieda zelve te vereeren en te beminnen om de edele reinheid en oorspronkelijke frischheid van haar gemoed; als een zachte heiligenschijn omstraalde het aandenken aan de verlorene, de jeugdige liefde, die in zijn hart ontkiemde. In het meer afgelegen gedeelte van het park, daar waar smalle voetpaden van den hoofdweg uilloopen en cle zon slechts hier en daar een fonkelende lichtstreep in de koele lommerijde schaduw zendt, zien wij beiden langzaam voortwandelen. Teeder witte ane monen bedekken den vochtiger» boschgrond, meiklokjes schieten slank opwaarts uit den groenen stengel. Naast hen murmelt de beek, die verderop uitloopt in het meer, op hetwelk Warren meer dan eens Frieda heeft geroeid, en welk feeën-eiland zoo ge heimzinnig zich verraadt door de boschages die het bedekken. In de kruinen der boomen lokken en fluiten de vogels, de mccrle jubelt boven hunne hoofden zijn luide toonen in de ruischende bladeren. Tante moet wel geraden hebben, dat de jongelui haar wel kunnen missen; zij is eensklaps zeer vermoeid geworden en heeft verzocht, haar na eenigen tijd van haar in 't groen verborgeu plaatsje weer af te halen. Frieda meent dat zij nog nooit in een zoo geheim zinnige, diepe stille des wouds heeft gewandeldmet een onstuimig kloppend hart luistert zij naar dc woorden, die ernstig en zacht, en toch zoo teeder, haar toegefluisterd worden. „Ep gij zoudt werkelijk kunnen besluiten, Frieda, de inijue te worden, ook als ik u zeg dat ik Genia bemind heb, meer.... meer dan woorden zouden kunnen zeggen?" Met haar vollen blik, vol openhartig, deemoedig vertrouwen ziet zij hem aan. „Het beste wat ik heb, heb ik van Genia wilt gij het met mij wagen, Percy?" Hij is blijven staan en houdt hare haud vast in de zijne. „En de ring dien gij aan den vinger draagt?" „Zal mij geluk aanbrengen, meer dan haar! Ik vermoedde lang, dat gij slechts Genia in mij bemindet, maar ik ben er tevreden mee ik ben niet jalocrsch." „Niet Genia in u, dat behoede God! Uw eigen, bekoorlijk wezen is het, dat ik bemin, ofschoon nu, ik wil het niet verzwijgen ofschoon ik er wel nooit aan gedacht zou hebben, u te beminnen, als gij niet trek voor trek op Genia geleekt!" „Onverschillig, waarom het gebeurt als gij het maar werkelyk doet; ik heb u immers zoo lief, zoo hartelijk lief, Percy." Hij buigt zich gelukkig neder naar de hoog blozende Frieda en drukt een eersten kus op haar maagdelijke lippen. Door de in den wind zich nijgende en buigende berken dringt de aangenaam bedwelmende geur van versch hooi. De vink op den overhangenden elzentak kijkt nieuwsgierig op het jeugdige paar neder, dat, de wereld vergetende, onder hem voortwandelt; dan vliegt hij, met luiden slag slaande, dieper in het struikgewas, om zijn wijfje, dat hy zich onlangs gekozen heeft, gezelschap te houden. (Slot volgt.) De Romeinsclic elegantjes van minder onschukligen aard, droegen haar naam en adres van onderen in holle letters in de voetzool gesneden. De letters drukten zich clan bol af, zooclat belangstellenden onmiddellijk wisten waar zij zich hadden aan te melden. Een Amerikaansch blad bevat het volgende berigt: „De eerwaarde predikant Jonas Thomsen, van de Andreas- kerk te New-Y'ork, hield zijne afscheidsrede voor eene groote menigte toehoorders. Met een bewogen gemoed deelde hij hen mede, dat de geneesheer hem eene reis over de Atlantische zee had aangeraden, om onder Frank- rijk's schoonen hemel zijne gezondheid terng te verkrijgen. Na eene hartelijke toespraak rigtte hij zijne oogen ten hemel en zond een vurig gebed op tot God plotseling liep hij hardweg en de Beasit-straat af. Daar hielden straatjongens hein tegen en bonden hem een strop om den hals. Nu liep hij nog wilder en wilder in de rondte, totdat een politie-dienaar hem met een goed gemikt schot uit zijn revolver doodschoot." Deze zonderlinge gebeurtenis dankt haar ontstaan aan eene vergissing van een zetter, die bij ongeluk het slot van een berigt over een dollen hond bij het begin van een berigt over de afscheidspreek had gevoegd. Als een bewijs dat men ook in Amerika niet onbekend is met de antecedenten van L. Pincofts, en dus de meening van velen dat hij daar als een „gentleman" wordt geacht, onjuist is, kan dienen, dat in de National Police Gazette van New-Yovk, van Zaturdag 12 Julij 1879, zijn portret voorkomt, met een artikel, getiteld„Een IloUandsche bankroetier uit de groote tcereld," waarin zijn gedragingen verteld worden. Hoeveel is de helft van negen? Vier en een half, zult gij zeggen. Mis, want vier en een half is half vijf, en half vijf is twee en een half, en twee en een half is half drie, en half drie is anderhalf, en anderhalf is half twee cn half twee is een. Ergo is de helft van negeneen. Benoemingen, enz. De kapt. ter zee A. N. L. Koops en de luits. ter zee 2de kl. J. E. Sickens, J. A. P. van Dorth en S. K. Sybrandi, van het escader in Oust-Indië teruggekeerd, ziju op non-activiieit gesteld. V iscii Toeristen. Met goeden moed ging de hier vertoevende visschersvloot gisteren nacht naar zee om de vloedstreek te doen. De vangst bestond alleen uit eenige mandjes scholletjes (verkocht a f 1.7 5 per mandje) en eenige roggen (verkocht a 35 cents per stuk). Door opkomend stormweer kon de vloot niet iu zee komen en moet zij ook heden wederom gedwongen rust houden. België. Mgr. de Montpellicr, bisschop van Luik, is jl. Zondag morgen overleden in den ouderdom van 72 jaar. Te Ostende is op de plaats waar gebaad wordt, een gleuf in het strand ontstaan, waardoor bijna een groot ongeluk was veroorzaakt. De badgasten, onbekend met de ontstane diepte, begaven zich in het water en spoedig waren er eenigen in de diepte verdwenen. Gelukkig waren er stoutmoedige en bekwame zwemmers bij de hand, die ter redding toeschoten. Twee dames werden bewusteloos aan het strand gebragt, doch herstelden spoedig, zooclat er geen menschenlevens verloi*en gingen. FranHLrijlL. Bij het spoorwegongeluk in de nabijheid van Fiers hebben 9 menscben het leven verloren en werden 51 gewond, van welke velen zeer ernstig. De vergoeding, welke de Wester-Spoorwegmaatschappij zal moeten betalen, wordt op 2 millioen francs geschat. Engeland.. Het Engelsche blad de Truth deelt een brief mede van eene dame, die op klaarlichten dag te Londen in de straat Sonthampton door twee mannen is aangevallen, die haar kleederen scheurden en op de borst sloegen, om haar povtemonnaie te rooven. Deze viel op den grond, doch de dame zette haar voet er op. Daarop vlugtten de laf hartige aanvallers. De mishandelde dame, die een voorbeeld van tegenwoordigheid van geest gaf, vraagt: „Is het waar, dat wij in Londen politie-dienaars hebben, om ons te beschermen?" Te Warrington is dezer dagen een jagt op olifanten gehouden. De twee grootste van den bekenden circus Meijer waren, door de herhaalde aanvallen en het blaffen van een hond, derwijze uit hun gewonen goeden luim gebragt, dat zij cle tent, waarin zij gestald waren, omver wierpen en cle stad inrenden. Het personeel van den circus en een aantal constables snelden hen na. Bij cle markt werden twee personen door hen vertrapt. Hun oppasser, die wanhopige pogingen aanwendde om hen magtig te worden, is tegen een muur verpletterd. Eindelijk toch werd de overmagt, met beleid te werk gaande, hen meester. Een belangwekkende blik in het leven van een oorlogs correspondent vergunt ons de heer Archibald Forbes te slaan, waar hij in de Daily News zijn togt van Ulundi naar Landmans-Drift beschrijft. De overwinning bij Ulundi was behaald, de strijd vol- streden, Ulundi brandde, de Zoeloes werden door de ruiterij achtervolgd, maar het feit was beslecht, er bleef den ver slaggevers slechts over zooveel mogelijk hunne dépêches te verzenden. Forbes, die van 's morgens vijf uren in den zadel geweest was, reed met Francis, den correspondent van de Times, naar het kamp, vanwaar Guy Dawnay, die den vorigen dag met dépêches was aangekomen, nog dienzelfden avond met dépêches naar Landmans-Drift zou vertrekken. De correspondenten maakten ijlings hunne dépêches klaar en rekenden er op, dat Dawnay die zou medenemen. Tot verbazing van Forbes zeide lord Chelmsforcl hem echter, dat dien avond geen courier zou gezonden worden en dat hij tot den volgenden dag wilde wachten, om dan meer bijzon derheden te kunnen melden. Zulk een uitstel vond Forbes na zulk eene gewigtige overwinning zoo ongerijmd, dat hij het geduld verloor en verklaarde, in dat geval zelf te zullen gaan. Het was louter verontwaardiging, die hem dreef, want door het uitstel zou hij het voordeel gehad hebben, eene uitvoerige beschrijving te kunnen gereedmaken. Naauwelijks had hij gezegd, zelf te zullen gaan, of hij had er berouw over. Maar hij was te trotsch of had den moed niet om zijn woord terug te nemen. Iedereen raadde het hem af en verklaarde zijn onderneming voor dolle- manswerk. Een escorte werd hem door lord Chelmsford niet aangeboden en hij wilde er niet om vragen. De duisternis begon te vallen. Hij moest beginnen dat was het gevaar-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 2