dat wij het eens zijn met den eerzamen D. Burger van
Schoorl, als hij de klachten zijner tijdgenooten overdreven
acht. Geenszins echter stemmen wij met hem in, waar hij
in een „slotveers" zegt:
Zet dan het klagen aan een zij:
Hebt gij zo lang het goed genoten,
Zo draag het quaad, wees stil en blij"
Integendeel zijn wij van oordeel, dat noch van klagen,
noch van stilzitten, maar alleen van inspanning en vlijt
verbetering te wachten is.
J. C. d. L.
Gremeenteraaci.
Zitting van Dingsdag 2 September 1879.
Voorzitter de heer Burgemeester.
Tegenwoordig 15 leden; afwezig, met kennisgeviug vjin verhin
dering, de heeren Groen en van Spall.
De notulen der vorige zitting worden gelezen en goedgekeurd.
Aan de orde is de beëedigiug der leden, tot wier toelating in
de voorlaatste zitting is besloten. De Voorzitter legt in handen
van den Wethouder, den heer Branksma, de bij de wet gevorderde
eeden af, en wordt met zijne herbenoeming tot lid van den Raad
gelukgewenscht. Daarna leggen de heeren Hattinga Raven, Bitter.
Duinker, Manheim en Vliet in handen des Voorzitters die eeden af.
Het woord van gelukwensching doet de Voorzitter vergezeld gaan
van de opmerking, dut de aftredende Raadsleden allen zijn herkozen
en dus blijkbaar handelden in den geest der burgerij, die zij ver
tegenwoordigen. Door die herkiezing mag men aannemen, dat de
gemeentenaren waardeeren hetgeen door den Raad in 't belang der
gemeente wordt verrigt. De Voorzitter wijst verder op de moeijelijke
omstandigheden, waarin de gemeente ten aanzien van hare financien
verkeert, als een gevolg van de wet tot afschaffing der plaatselijke
verbruiks-belastiugen. Eerlang zal de Raad voorstellen ontvangen om
bij de Hooge Regering pogingen aan te wenden ter voorziening in
de bestaande moeijelijkheden voor de gemeente-huishouding. Hij
uit den wensch, dat het gelukken moge om de plaats onzer inwoning,
eenmaal gekenmerkt als een gemeente van levenskracht en bloei,
voor verval te behoeden. Moge, zoo eindigde spreker, onze woon
plaats niet worden wat zekere schrijver van onderscheidene andere
plaatsen des lands heeft gezegdeene der doode steden aan de
Zuiderzee.
De Voorzitter deelt mede, dat de heer Groen, die in deze zitting
mede had moeten beëedigd worden, door treurige familie-omstan
digheden verhinderd is ter vergadering tegenwoordig te zijn.
De zitting wordt hierop gesloten.
HELDER en NIEUWED1EP, 4 September.
Jl. Dingsdag marcheerde het 4de bataillon van het
7de regiment infanterie, alhier in garnizoen, onder kommando
van den luitenant-kolonel van Overveldt, naar buiten deze
gemeente, tot het houden van manoeuvres. Ondersteld werd
dat eene vijandelijke troepenmagt bij Petten was geland
aan het bataillon was opgedragen het voortrukken van den
vijand in de rigting van den Helder te voorkomen. De
wegen, derwaarts leidende, werden door de verschillende
comgagniën bezet, in de lijn van de kolksluis aan het Zand
in de Zijpe tot nabij Callantsoog. Verkenningen werden
gedaan in de rigting, waar het vijandelijk leger ondersteld
werd zich te bevinden.
Voor de verkwikking der manschappen op dezen vrij
langdurigen togt was behoorlijk zorg gedragen. Het
bataillon vertrok van hier 's morgens ten 6| ure en keerde
's namiddags ten 41 ure in zijne garnizoensplaats terug.
Van de geschiktheid der manschappen voor 't doen van
zulk een vermoeijende marsch, wordt gunstig gewaagd.
Heden namiddag werd op het terrein van 's Rijks
werf alhier eene groote parade gehouden door de equipagiën
van Zr. Ms. oorlogschepen en het gedeelte mariniers,
waarbij met gebruikelijke plegtigheid de Militaire Willemsorde
karakter zijus vaders uitdrukkende letters, kwamen hem op het
adres zóó onzeker, onvast en vreemd voor, dat een somber voor
gevoel hem overviel vóór hij den brief had gelezen. Hij richtte
zich in zijn bed op en zeide bij zichzelveu„Zou papa ziek zijn?
Niet waarschijnlijk; de man is altijd gezond en zóó sterk, alsof hij
van ijzer en staal is."
Met de dwaze gewoonte, die ons dikwijls aanleiding geeft om
lang over een brief na te denken en allerlei zonderlinge combinatiën
te maken, in plaats van ons zoo spoedig mogelijk van den inhoud
te verzekeren, hield ook Guido, als vragende wat dit schrift hem
zou brengen, den brief eenige seconden ongelezen in de handeu.
Eindelijk begon hij hem snel te doorlezen; zij luidde:
z/Mijn geliefde Guido!
Als deze brief in uwe handen zal gekomen zijn, heeft
indieu het noodlot, zooals het wel is waar in de laatste weken
op eene gruwelijke wijze met mij gespeeld heeft, mij niet een
laatste looze streek speelt, en ten slotte mijn kogel niet mist
uw vader, die nog voor weinige maanden de rijke bankier
Felden was, opgehouden oin onder de levenden geteld te kun
nen worden. Wat mij tot dezen wanhopigen stap aanspoort,
mijn zoon, kan ik u in weinige woorden mededeelen. Bij
mijne laatste speculatiën heeft het geluk mij verlatenik heb
ongehoorde sommen gewaagd, verloren en de laatste crisis
heeft mij tot een arm man gemaakt. Verschoon mij, Guido,
dat ik u dit zoo koud en zonder omwegen mededeel. Ik weet,
dat dit bericht u in uw vrolijk leven als een donderslag moet
treffen, doch ik weet ook, dat ik tot een man spreek, die
wat gedragen moet worden, dragen zal, tot een man, voor
wien, trots alles, wat geschied moge zijn, nog eene toekomst
geopend is, die ernstiger behoort te zijn, dan het verleden
geweest is. Voor mij, geliefde Guido! is dat geheel anders.
Voor hem, wien op een ouderdom van twee-en-zestig jaren,
na een leven van arbeid, strijd en worstelen, de prijs van dat
alles verbroken voor de voeten wordt geworpen, bestaat geene
toekomst meer; hij kan het leven niet op nieuw beginnen.
Na al hetgeen, wat in den laatsten tijd is voorgevallen, kan
ik niet meer leven, om uwentwille niet, Guido! Wie zijn zoon
bemind heeft zooals ik, zooals men slechts een éénig kind
beminnen kan, kan liet niet over zijn hart verkrijgen, aan dien
zoon, nadut hij hem alles heeft ontnomen, wat hem tot dus
verre eene levensbehoefte is geweest, ook nog in dat nieuwe,
maar onbeschrijfelijk harder en moeitevoller bestaan den last
van een ouden, gebroken man op de schouders te leggen, die
thans aan zijn geliefden zoon niet meer kan geven, maar in
de noodzakelijkheid verkeert van hem te ontvangen en aan te
nemen. Hoe zwaar het leven in den eerstvolgenden tijd op
uwe schouders drukken moge, geliefde Guido! de gedachte
aan uw vader zal het ten minste niet verzwaren. O, mijn
zoonzullen wij elkander te eenigertijd wederzien Ik waag
het niet te hopen, doch, bestaat er eeue andere zijde, dan
verwacht ik van haar geen schooner en edeler vreugde, mijn
geliefden zoon daar weder te vinden! Wat nog van wenschen,
van hoop op geluk in mijn afgemat hoofd is overgebleven,
heeft alleen betrekking op uw leven, op uwe toekomst, Guido
In den geest vat ik zegenend uwe hand. Vaarwelvaarwel
Uw vader."
Wordt vervolgd.)
4de klasse werd uitgereikt aan den matroos 1ste kl. bij de
Kon. Ned. Marine N. Riehard, die zich bij de operatiën
in het Ghigensche, van 6 tot 24 Mei des vorigens jaars,
bijzonder beeft onderscheiden.
Genoemde matroos heeft den luitenant ter zee 2de klasse
H. M. la Chapelle, die bij eene landing bij Pedir, door
Atsjinezen werd omsingeld en zeker zou zijn afgemaakt,
uit de handen der woestelingen gered. Ilij doodde drie
der aanvallers.
Naar wij vernemen heeft de regelings-commissie voor
de Landbouw-tentoonstelling alhier pogingen aangewend om
eene kunst-broeijerij ter bezigtiging te stellen. Zij is in dat
pogen geslaagd, en zeker zullen velen kennis willen maken
met zoodanige inrigting. Met belangstelling zal zeker ook
worden vernomen, dat de heeren den Duik en van Oterendorp
hun aquarium, thans aanmerkelijk verrijkt met nieuwe
gewassen, op verzoek der Floralia-Commissie weder voor
de tentoonstelling hebben beschikbaar gesteld.
Ruim 60 ingeschrevenen hebben inzending van hunne
planten toegezegd."
Het terrein vóór Tivoli wordt reeds voor de Landbouw
tentoonstelling gereed gemaakt.
IIII. MM. de Koning en de Koningin worden den
10 dezer te 's Gravenhage verwacht.
Met den 1 October a. s. worden kaarttelegrammen
voor het binnenlandsch verkeer vervallen verklaard.
Naar men verneemt bestaat bij het Departement van
Marine het plan om, bij genoegzame deelneming, een
weduwen-pensioenfonds op te rigten voor machinisten,
dek- en onderofficieren der zeemagt en onderofficieren der
mariniers.
Volgens een berigt van de directie der Stoomvaart
maatschappij ,/de Rotterdamsche Lloyd" is de brievenmaal
aan boord van het op den 15 Julij jl. bij Guardafui gestrande
stoomschip Overijssel niet gered kunnen worden, en alzoo
als verloren te beschouwen.
In de jongste algemeene vergadering van Eigen Hulp
heeft de directeur der afdeeling Onderlinge Levensverzekering,
jhr. mr. G. de Bosch Kemper, aangespoord tot deelneming
aan deze afdeeling, die, sedert 1 Junij gevestigd, reeds 550
contracten bad gesloten voor een verzekerd kapitaal van
f 175,000 en eene verzekerde rente van f 6000.
Beroepen te Oosterland (Wieringen) ds. D. T. Meinsma,
predikant te Nijega.
Benoemd tot hoofdonderwijzer te Spanbroek, de heer
G. Bol, als zoodanig werkzaam te Schagerbrug.
Tot directeur der gemeentewerken te Rotterdam is
benoemd de heer de Jongh, kapitein eerstaanwezend ingenieur
te Amersfoort.
De Amsterdamsche Diergaarde staat weder op het
punt met een vorstelijken telg verrijkt te worden. De
geboorte van een leeuwenwelp wordt nog deze week verwacht.
De galerij der wilde dieren is overigens sedert kort verrijkt
met een tweetal zeer jonge, regt snaaksche wolven. Het
was bepaald eene leemte, dat Artis geen wolf meer bezat.
Deze wolven hebben de grootte eener kat. Toen zij uit
Hamburg kwamen, werden zij nog gevoed met de zuigflesch.
In de laatste dagen hebben zij de melk echter voor vleesch-
geliakt en broorl verwisseld.
Men deelt aan de Leidsche Crt. mede, dat het eer
gisteren nacht voor den tijd van het jaar hard gevroren
heeft. De damp over de weilanden had zich op het gras
tot ijs gezet. Er wordt andermaal ruw weêr verwacht.
Merkwaardig is in dezen zomer de groote veranderlijkheid
der temperatuur.
De beruchte slagter M. A. v. O., te Breda, die
zich zeiven verwondde, na zijne vrouw gedood te hebben,
is jl. Vrijdag avond zwaar geboeid van het stedelijk
ziekenhuis naar het huis van arrest overgebragt. In het
cellulair rijtuig bevonden zich twee maréchaussees ter
bewaking, uit vrees dat hij de wonde, welke hij zich heeft
toegebragt, weder zou openen. Eveneens bevond zich de
noodige Rijkspolitie achter den ge vangen wagen, terwijl een
inspecteur van politie voorop bij den koetsier had plaats
genomen. Onder een toevloed van nieuwsgierigen werd
v. O. aldus naar zijne bestemming getransporteerd, terwijl,
om op alle gebeurlijkheden voorbereid te zijn, de hoofdwacht
consigne had ontvangen de deur der gevangenis af te
zetten. Het slagtoffer van zijn misdrijf is Maandag morgen
onder algemeene deelneming begraven.
Bij vonnis van den 1 dezer heeft de arrondissements-
regtbank te Middelburg de ,/Vlissingsche Plandelsbank"
verklaard in staat van faillissement.
Op de Goescbe stoomboot Admiraal de Ruijter heeft
jl. Vrijdag een vreeselijk voorval plaats gehad. De boot
deed een extra togt naar Schiedam en had een vat garancine
aan boord, dat tegen den ketel was gelegd en goed was
onderstopt. Het weêr was zeer onstuimig en toen de boot
een eind in het Schaar van Wemeldinge was gekomen,
werd het bewuste vat door het zware slingeren der boot
van zijn plaats geslagen.
Twee personen van de bemanning, Jan Veele en Willem
Melieste, wilden het weder goed leggen, toen door een
zware zee het vat van stuurboord tegen de verschansing
rolde. Genoemde mannen wilden met alle geweld het vat
onderstoppen, niettegenstaande de kapitein hen waarschuwde
en hun o. a. toeriep: Jongens, laat dat vat maar rollen,
daar is toch geen houden aan." Tot vier a vijfmaal toe
riep de kapitein: //laat dat vat los!" doch zij bleven vol
houden, met liet noodlottig gevolg, dat zij met het vat door
de verschansing over boord vielen en, zonder dat zij nog
een kreet aanhieven, jammerlijk verdronken.
Aan pogingen om te redden viel niet te denken. Door
dit ongeval zijn twee gezinnen in diepen rouw gedompeld
en verliest de directie der stoomboot twee oppassende,
ijverige mannen.
Jl. Zondag middag had in de nabijheid van Deventer
een droevig ongeluk plaats. Toen de stoomboot van
Rotterdam naar Deventer bijna deze stad genaderd was,
speelde een der matrozen van gemelde stoomboot met een
kindje van den tweeden stuurman, wiens vrouw met eenige
kinderen voor pleizier naar Rotterdam was geweest. Hij
struikelde over een sleewagentje en sloeg met den kleine
overboord. Niettegenstaande de boot onmiddellijk stopte,
bleven alle in het werk gestelde pogingen om de drenke
lingen te redden, vruchteloos.
Het heeft in den nacht van den 2 op 3 dezer te
Deventer reeds streng gevroren, waardoor aan de augurken,
snij- en princesseboonen alsmede aan de boekweit veel
schade is toegebragt.
De leden der firma Mulder Co., te Winschoten,
hebben het huis van arrest met hunne respectieve woningen
verwisseld. Zij blijven daar "evenwel onder bewaking.
Te Dobr/.yca zijn vijf dames wegens het ontheiligen
van den-Zondag, door liet breijen aan de openbare straat,
I voor het politie-geregt geroepen; vier harer zijn tot geld
boete of subsidiaire gevangenisstraf veroordeeld.
Hoogte van enkele spoouweglijnen. De
spoorweglijn over de Apenijuen in Italië bereikt een hoogte
van 2024 Engclsche voeten boven het oppervlak der zee,
de hoogte der lijn in het Zwarte Woud is 2789 voet, de
Semmering-lijn 2920, de lijn over den Kaukasus 3198 voet,
de St. Gothard-tunnel 3786, de Brenner 4475, de Mont-
Cenis-tunnel 4390, de Xorth Pacific 7021, de Union Pacific
8573 voet, terwijl een spoorweglijn over de Andes klimt
tot 15,646 voet.
V isclilDeristeii.
De geheele Urker vloot ging jl. Dingsdag in zee, doch keerde
's avonds gedeeltelijk terug met onbeduidende vangst. De overigen
kwamen gisteren morgen binnen; ook hunne vangst was niet groot.
De gemiddelde vangst was 1 a 3 maudjes scholletjes (verkocht van
f 2.25 tot f 2.70 per mandje), 3 a. 20 roggen (variëerende van
58 tot G4 cents per stuk), weinig scharren en 20 ii 70 middelsoort
en groote tongen, 100 a 150 kleine dito en enkele tarbotten. De
prijzen van long en tarbot waren zeer hoog.
Een lOtal blazers braglen lieden morgen rog van Terschelling
aan, die van 38 tot 45 cents per stuk verkocht werden.
Gisteren ging de iloot door den harden wind niet naar zee,
zood.it heden geen visch aan de markt is.
Benoemingen, enz.
Met ingang van 1 Oct. a. s. is bevorderd tot off.-mach. 1ste kl.
bij 's Rijks stoomvaartdienst die der 2de kl. J. A. van der Meer.
FranlLrUli.
Op een uitgestrekt terrein, achter den Jardin des
Plantes en de straat Geofiroy-Saint-Hilaire, wordt alle jaren,
omstreeks het begin der lente, de meest excentrieke en minst
poëtische markt van Parijs gehouden: de paddenmarkt.
Men vindt er evenals aan de Halles koopers en verkoopers,
alsmede opkoopers in 't groot, die zich van bijna de geheele
markt meester maken, om het gekochte aan Engelsche tuin
lieden en hoveniers over te doen. Zij koopen ze te Parijs
voor 60 francs de honderd en verkoopen ze te Londen weêr
voor 90 francs, hetgeen zou kunnen bewijzen, dat de Engel-
schen practischer zijn dan de Franschen en beter bekend
met de goede diensten, die deze nuttige beesten aan den
landbouwer verschaffen door de schadelijke insecten te
verdelgen.
Men heeft dikwijls gesproken over den langen duur van
hun bestaan, van de eigenschap die ze zouden bezitten om
eeuwen lang te kunnen leven zonder voedsel en lucht;
men zou er zelfs een gevonden hebben in een steenen bal,
afkomstig uit den tijd der Ivarthaagsche oorlogen, die, nadat
de steen verbrijzeld was, alle blijken gaf van zeer levens
lustig te zijn! Hoogstwaarschijnlijk zullen dergelijke verhalen
wel tot liet gebied der legenden behoorenwat echter zeker
is, is dat op Cevlon, waar de kruipende dieren in menigte
voorkomen, de bewoners er allen groote huis-padden op
na houden, die, onze honden en katten vervangende, in de
huizen leven, tam gemaakt zijn en met haar meesters in
hetzelfde vertrek slapen. Moedig en verstandig, dooden ze
de slangen en waarschuwen voor gevaren, waarom ze dan
ook worden aangebeden. Niettegenstaande haar groote
afmetingen, zijn ze de speelmakkers der kinderen.
Met 1 October a. s. treedt in de Opéra Comique
te Parijs een jong tenor op, die kort geleden nog geen
enkele noot muziek kende, en er toen verre van was te
vermoeden, dat hij ooit die loopbaan betreden zou. Ilij
was een visscherszoon en oefende zelf het vaderlijk beroep
uit, maar zanger van natuur en met een schoon geluid
begaafd. Tijdens zijn militaire dienst bij de jagers, nu
vier jaren geleden, was hij onder de wapenen bij een revue
te Longchamps, door maarschalk Mac-Mahon gehouden.
In de rustpoos werd Mouliérat, ouder gewoonte, door
zijne kameraden uitgenoodigd wat te zingen. De groote
kring die zich dadelijk om hem vormde, trok de aandacht
van generaal Bocher. Getroffen door zijn buitengewone
stem en zuiveren zang, maakte de generaal den soldaat
een hartelijk compliment en ontbood hem tegen den vol
genden dag aan de Ecole Militaire. Het gevolg van dit
onderhoud was, dat Mouliérat, na volbragten diensttijd,
niet weder naar zijn schuit en netten terugkeerde, maar
met een aanbeveling van den generaal naar den heer
Grosset, professor aan het Conservatoire te Parijs, die hem
aan Ambroise Thomas, den directeur, voorstelde. Dadelijk
werd de 24jarige tenor geplaatst, en zijn opvoeding als
toonkunstenaar begon. Dat bij zoo buitengewonen aanleg
de uitkomst voortreffelijk was, behoeft geen betoog. Hij
zal op genoemden schouwburg in la Perle du Brésil, van
David, debuteren.
Dultsolilanci.
Te Berlijn heeft den 2 dezer, door prachtig weder begunstigd,
de groote Keizersparade plaats gehad. Prins Frederik der
Nederlanden, die den vorigen dag van Muskau aldaar aan
gekomen was, woonde haar aan de zijde van Keizer Wilhelm bij.
Maandag namiddag heeft de Keizer aan Prins Frederik
der Nederlanden, onmiddellijk nadat deze was aangekomen,
een bezoek gebragt in het Nederlandsche paleis. Ten 9 ure
was de Prins op theevisite bij den Keizer en de Keizerin
in het koninklijk paleis.
De Keizer zal den 18 dezer te Straatsburg aankomen
en tegelijk met hem de Koningen van Saksen en van
Wurtemberg, de Duitsche Kroonprins, de Groothertogen
van Baden en Mecklenburg, Prins Friedrich Ivarl, Prins
Albrecht, de Kroonprins van Zweden, graaf Moltke en tal
van andere hooggeplaatste binnen- en buitenlandsche offi
cieren, waaronder een Japanscb en een Chineesch generaal.
Allen zijn de gasten des Keizers. De groote parade zal
den volgenden dag te 11 uur tussclien Königshofen en
Kronenberg plaats hebben.
Keizer Wilhelm heeft gisteren den Keizer van Rusland
te Alexandrowo ontmoet.
De internationale Visscherij-tentoonstelling, welke in
April 1880 vanwege de Duitsche Visscherij-Vereeniging
te Berlijn zal gehouden worden, is de eerste wereldtentoon
stelling van dien aard. Geen enkel werelddeel, behalve
Australië, heeft zijne deelneming onthouden, geen enkel
Europeesch Rijk, behalve Spanje, en wat liet officieel
karakter der deelneming betreft, Frankrijk. Uit Noord-