B A SCHOUW. SCHOUW. Zware greenen oude Palen. en Petrotailai' ei Tafellampen. THEE. PILLEN HQLIOWAY, URBANUSPILLEN, OPENBARE VERKOOPINC UIT DE HAND TE KOOP: TOT ZEER LAGEN PRIJS TE KOOP Amsterdam, E. BRANDSMA. i KI UT. NAS C°. van16,600 IV. DIJKGRAAF en HEEMRADEN van het Waterschap der 29 Gemeenschappelijke Polders op Texel brengen bij dezen ter kennisse van de Ingelanden, dat, naar aanleiding van Art. 16 der Keur en Verordening voor dit Waterschap, de SCHOUW op het schoonmaaijen en zuiveren der Dijk- slooten van bobbels, kroos, riet en flab, is bepaald op DONDERDAG den 23 OCTOBER aanstaande, op ver beurte eener boete van 1.en bij IIKRSCHOUW van 3. Texel, den 8 October 1879. Dijkgraaf en Heemraden voornoemd, J. J. ROEPER, Dijkgraaf. Sd. KEIJSER Pz., Secretaris. DIJKGRAAF en HEEMRADEN van het Waterschap der 29 Gemeenschappelijke Polders op Texel brengen bij dezen ter kennisse van de Ingelanden, dat, naar aanleiding van Art. 16 der Keur en Verordening voor dit Waterschap, de SCHOUW op het schoonmaaijen en zuiveren der Togtslooten en Cenen van bobbels, kroos, riet en flab, is bepaald op DINGSDAG den 28 OCTOBER aanstaande, op verbeurte eener boete van ƒ1.en bij HKRSCHOUW van 3. Texel, den 8 October 1879. Dijkgraaf en Heemraden voornoemd, J. J. ROEPER, Dijkgraaf. Sd. KEIJSER Pz., Secretaris. op WOENSDAG 15 OCTOBER a. s., des voormiddags tien uur, aan het nolenplein te Helder, ten overstaan van den Deurwaarder J. W. VAN DER WAL Cz., van: P. m. 8000 BADDING- en PLAAT- EINDEN, p. m, 1000 stuks Greenen SLIPPERDEELEN, eene groote partij DEELEN en SCHROOTEN, KOLDERS, JUFFERS, PALEN, BRANDHOUT en hetg'een verder zal worden aangeboden. Daags te voren te bezigtigen. ATB. Aflevering; onmiddellijk na den verkoop, op vertoon van kwitantie of volgbriefje. Te bezigtigen aan het logement VEERBURB, en te bevragen bij den Heer B. BEUKENKAMP, te Anna Paulowna. Adres: P. DUINKER, Aannemer. PETROLEUM-GLAZEN k 2.30 per honderdGAS- GLAZEN (hardglas) a 10 cents per stuk. A. van Willigen, Molengracht 255 en 256. De ondergeteekende, vertegenwoordiger der ^Koninklijke Fabriek van en andere WerKtuigen, Directeur de Heer VAN DER MADE te Amsterdam, beveelt zich beleefdelijk aan tot het leveren en repareeren van STOOMMACHINES, KETELS, DRAAIBANKEN, BOORBANKEN, SCHAAFBANKEN, DRIJFWERKEN, alsmede van IJZEREN BOOTEN, SCHEPEN en BRUGGEN van de nieuwste constructie; evenzoo van GIETW ERK en ZV^ARE GESMEDE STUKKEN. DIRK WIJDOM, Ingénieur Civil Mécanicien. Wormerveer, October 1879. ZWARE SOÜCHON per 5 ons 1.25. FIJN-GEURIGE PECCO SOÜCHON 5 - 1.50. erkrijgbaar bij den Heer J. KORVER, Spoorstrai tuidstraat, te Helder. Per 2| IvG. franco door geheel Noordholland. CJ Behoedmiddel tegen ziekten. Er zijn verscheidene ziekten die in stilte en langzamerhand het ligchaamsgestel van den mensch ver woesten, door de aanstekingstof, de nadeelige dampen, de bedorven lucht, en welke men zou kunnen verdrijven door middel van ecnige dosisen van die wondervolle Pillen. De bedorven gassen dringen in de longeu door, naar mate dat wij adem halen, en besmetten daar bet bloed, dat giftige stoffen door het geheel ligchaam zal verspreiden, ten zij dat een of ander zuiverend middel, zoo als de Holloway's Pillen ingenomen worden, om het ligchaam te zuiveren. De Ilolloway Pillen verdrijven uit het bloed alle schadelijke bestanddeelen, zij zuiveren insgelijks de vaste declen van alle ziekte verwekkende onzuiverheden. Is liet gansche ligchaam niet gevormd uit bloed, en uit niets anders dan bloedHoe noodzakelijk is het dan niet, voor al degenen die prijs stellen op hunne gezondheid, om van tijd tot tijd, eenige afdrijvende geneesmiddelen te gebruiken. Doosjes PIIjueiv en Potjes JBAUF. f 0.80, f 1.85, f3.-, f 6.75, f 13.50 en f 20.50. Ze worden verkocht bij de Apothekers. Voor den verkoop in het groot vervoege men zich bij en Professor IIOLLOWAY, 533, Oxford-Street, Londen. bereid volgens liet aloude en echte recept, waarop men in het bijzonder attent maakt, zijn zeer nuttig in ongesteldheden der MAAG en werken heilzaam op de SPIJSVERTERING, ze zijn uitmuntend tegen de GAL, SCHERPTE in het BLOED en UITSLAG der HUID, ze zijn zacht LAXEREND en SLIJM-afdrijvend. Verzegelde Doozen van 37i Ct. van 75 Ct. en van f 1.50 zijn door ons te Nieuwediep alleen en uitsluitend verkrijgbaar gesteld bij den Heer W. VERHOEVE BRUI WIS, Hoofdgracht. W WAARSCHUWING. In elk doosje is een billet, voorzien met de eigenhandige naam- teekening van de Vervaardigers Wed. KUENEN en ZOON, Apothekers, welke Handteekening zich ook bevindt op het zegellak, waarmede de Doosjes verzegeld zijn. Wij verzoeken de gebruikers instantelijk daar wel op te letten, en raden hun aan wel toe te zien bij wien men de doosjes Pillen haalt. Alleen die Doosjes, waarin een bület met onze Handteekening is, zich aan te schaffen en zich te wachten voor het gebruik van de vele namaaksels. Wed. KUENEN en ZOON. KABOEL. De stad Kaboel, het tooneel van.de bekende bloedige gebeurtenis, ligt aan den zuidelijken oever van den vloed, die denzelfden naam draagt. Zij is altijd een voorname plaats geweest, maar de hoofdstad van het Afghaansche Rijk is zij eerst onder Timur Schach, den zoon van den gi'ooten Achmed, geworden. Kaboel is eene aangename residentie. De lente moet er heerlijk zijn. Tegen het begin van October zijn de heuvels van Kaboel met sneeuw bedekt, maar in de vlakte sneeuwt het zelden voor December. Dan blijft echter de sneeuw tot het midden van Februarij liggen. Op het sneeuwsaizoen volgt het natte jaargetijde, dat tot April duurt. De overige maanden zijn droog. De stichting van Kaboel verliest zich in de nevelen der oudste tijden. Er is zelfs, eene overlevering, volgens welke de stad reeds 6000 jaren oud zou zijn. Doch eerst vóór 100 jaren werd het een hoofdstad. Men beweert, dat Kaboel vóór twee eeuwen, gelijk met Ghazai, een vasallen- stad van Bamian is geweest, welker ruïnen nog wijzen op vroegere grootheid, doch voordat Bamian door de Mongolen was verwoest, had Kaboel zich daarvan weten vrij te maken en was met haai- omgeving in de handen van den veroveraar Mohamed van Ghazni gevallen. Toen de dynastie van de Ghaznividen was gevallen, werd het eigendom van het huis Ghor. Meer dan twee eeuwen na Babers ver overing kwam het in bezit van de heerschers van Delhi, uit wier magt het later overging in die van den Perzischen veroveraar Nadir. De Afghanen-hoofdman Achmed ontrukte het later kort na Kandahar weêr aan de Perzendoch hij maakte Kandahar, en niet Kaboel, tot zijn hoofdstad. Dit was zeer wijs: want Kandahar is veel meer het middelpunt van het land der Afghanen. In 1776 verlegde Timur Schach den zetel zijner magt naar Kaboel. Latere hoofden hebben die politieke fout niet weder goed gemaakt. Afgezien van deze geschiedkundige herinneringen, verdient Kaboel wegens zijn handel alle aandacht. Burnes noemde het een zeer bedrijvige stad en vertelde, dat het leven op straat des namiddags zoo groot is, dat het onmogelijk is, om verstaanbaar met iemand te spreken. De voornaamste artikelen van den bandel zijn vruchten en Indische waren. Premie De eetlust opwekkend, versterkend voedzaam. iu1ii181iu oid1ponod De krachten herstellend. PARIS, 22, rue Droaot. n ix uu iroTuxix Te Nieuwediep bij W. V. BRUINVIS, Hoofdgracht. Er wordt een belangrijke handel gedreven met Bokliara en Kandahar. Voor elk handelsartikel bestaan afzonderlijke bazars en buitendien een groote bazar, Chouchout of Charchouk genaamd, voor de geheele stad. Deze deed men in 1842 op bevel van Pollock in de lucht springen, maar Dost Mohamed liet de aangerigte schade weder herstellen. Het tegenwoordig gebouw maakt geen aanspraak op architectonische schoonheid. Eigenaardig zijn de openbare keukens, die zeer talrijk zijn, omdat slechts weinig menschen tehuis koken. De „Kabobs," of gekookt vleesch van Kaboel, zijn wijd en zijd bekend. Het heeft ook door andere voedingsmiddelen den naam, dat men er voor een matigen prijs goed wonen en leven kan. Het getal inwoners schat men op 60,000. De tuinen van Kaboel zijn wegens hunne schoonheid bekend en vooral die, welke de tuinen van Timur" heeten, zoowel als de tuin van liet graf van den Keizer Baber. Burnes en andere reizigers hebben van liet schoone uitzigt gesproken, dat men van de torens op de heuvels van de stad heeft. Uitgezonderd in het natte jaargetijde, is Kaboel een zindelijke stad en altijd zeer gezondvoor Europeanen is het een uitmuntend verblijf. Kaboel is aan de zuid- en westzijde door hooge, rots achtige bergen ingesloten. De stad is door muren omgeven, doch deze zijn zeer verwaarloosd. Baber stichtte een kasteel in de stad, Bala-Hissar genaamd; latere vorsten hebben dat kasteel zeer uitgebreid. Het is op een heuvel, aan het uiterste einde der stad, gelegen en beheersclit haar geheel, evenals het slot van Edinburg deze stad. De Bala-Hissar kan nagenoeg 5000 man bergen. Tegen liet Engelsche leger is het kasteel niet bestand. Vóór 50 jaren heeft het langen tijd een aanval van Dost Mohamed weerstaan. Het is uitmuntend geschikt om oproeren van de zijde van het volk te bedwingen; ook als gevangenis voor oproerige vasallen is het veel gebruikt. Bij de nadering van het Engelsche leger zullen de Afghanen het eenvoudig ontruimen, gelijk ze dat in vroegere oorlogen met Engeland gedaan hebben. De bevolking bestaat uit verschillende elementen. De Kisilbaschen van Perzischen oorsprong bewonen een afzonderlijke wijk der stad en zijn zeer ijverig; vroeger vormden zij de lijfwacht van den Koning, maar de Barakzais hebben hen van dit voorregt beroofd. Er is ook een groot Hindu-element in de bevolking; het talrijkst zijn echter de Kaboelezen, de echte Afghanen. Het fanatisme der Muzelmannen is er groot. Niettegenstaande de aanraking met talrijke vreem delingen en kooplieden uit Turkestan, Bokhara, Khiwa en Indië, zijn de Kaboelezen niet beschaafder geworden. Het is te bejammeren, dat de toekomst van zulk een gunstig gelegen plaats door de barbaarsche daden, die onlangs hare straten hebben bevlekt, in de waagschaal gesteld is; mogelijk zal het gebeurde het verlies van haar privilegies tengevolge hebben. De grootste straf voor de Kaboelezen zou zijn, dat zij als hoofdstad vervangen werd door het oude Kandahar. De landbouwer R. J. Blauw schrijft aan de N. Gr. Crt.: „De aardappels zijn van ?t jaar niet volwassen, diens volgens bevatten ze te veel vocht, te veel waterdeelen en vandaar, dat ze te weinig melig, te weinig bloemrijk zijn. Dat te veel water, die te veel vochten moeten er uit verdreven worden, en om dat te doen, graaft men kuilen tot op vier voeten breed en één dM. diep. De uitgegraven aarde legt men tot 2 voeten breed aan weerszijden van den kuil, waardoor deze dan ongeveer 2 dM. diep is geworden. Aan de lengte van den kuil is men niet gebonden en kan men dien zoolang nemen als men denkt voor het bergen van de aardappels noodig te hebben. De losse aarde wordt schoon uit den kuil verwijderd en op de kanten gelegd, de bodem van den kuil wordt effen gemaakt en daarna brengt men de aarpappels er in, schept ze hoog en scherp op; ter dikte van een halven dM. bedekt men ze dan met rogge- of tarwestroodat stroo moet zoo goed als 't mo gelijk is regt op en neer liggen met de kopeinden er van naar het bovendeel van den kuil en daarop wordt het geheel bovendien nog met een laag aarde bedekt ter dikte van 2 dM. De aardappels moeten van 't jaar broeijen, omdat ze veel vocht bevatten, dat er uit moet, en op de navolgende wijze is dat te doen. Heeft men de aardappels op de door mij beschreven manier ingekuild, dau komen ze in broeijing, dat is zeker, maar dat moeten ze ook; doch om nu te zorgen, dat ze er integendeel onberekenbaar veel beter door worden, gaat men, onmiddellijk na het inkuilen, te werk, op afstanden van 1| Meter boven in dèri kop van den kuil met de hand gaten te maken, zóó, dat op die plaatsen de aardappels blootliggen. Men neemt dan dakpannen en legt die het onderstboven in het dwars boven die gaten. Heeft men het een of auder op voorschreven manier gedaan en de aardappels beginnen te broeijen, dan beeft men zoovele luchtpijpen, waaruit de waterdampen yan de aardappels onbelemmerd ontsnappen kunnen, als men gaten in de kuilen heeft gemaakt en er dakpannen boven heeft gelegd, en de aardappels worden dan meer duurzaam, meer melig, meer bloemrijk. Zullen of moeten de aardappels tot in de lente in de kuilen blijven, dan wacht men met het opbrengen van de zoogenaamde „winterlaag" totdat het goed vriest. De dakpannen neemt men dan weg, de gaten er onder stopt men met stroo digt, de kuilen, en ook nog twee voeten breed aan weerszijden er van, dekt men met stroo ter dikte van een decimeter en overdekt dan het geheel met een laag aarde ter dikte van twee decimeter. En heeft men dat gedaan, terwijl het tamelijk erg vroor, terwijl de grond reeds hard en koud was, dan heeft men de koude er onder gedekt. De warme dagen, die wel eens vóór de lente komen, hebben dan geen invloed op de aard appels, mits men de „winterlaag" en de geheele bedekking op de kuilen laat zitten, tot zoolang dat men ze er uit haalt, al is het ook tot in 't begin van April. Maar dan moeten ze er uit, en toch zijn ze op vooruehreven manier van behandeling dan nog zoo goed als niets ontkiemd. Ik sprak ook over het bergen van aardappelen in den kelder, maar vooral van 't jaar, behoort men ze te bergen in open houten bakken of op zijn minst op een houten vloer doch vooral niet op een steenen vloer en dat wel in donkere, doch luchtige en gemakkelijk uitdampende kelders. En heeft men alles gedaan, zooals 't mij een genoegen is aan de hand te kunnen geven, dan zullen in wel 97 van de 100 gevallen de deugd en duurzaamheid van de aard appels zeer veel verbeterd kunnen worden. Stoomsnelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 4