HELDERSOHE EN NIEUWED1EPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1879. N". 144. Zondag 30 November. Jaargang37. „W ij huldigen het goed e." Verschijnl Dingsdag, Donderdag en Zotnrdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalJ 1.80. v franco per post 1.65. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Bureau: MOLENPLEIN N°. 163. Prijs der Advertentièn: Van 14 regels 60 Cents, elke regel meer 15 Cents. Groote letters of vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Eiken Donderdag vertrekt de mail naar Oost-Indiê. Laatste ligting 's avonds 6 uur. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente ANNA PAULOWNA maken bekend, dat op MAANDAG den 8 DECEMBER a. s., des voormiddags ten 10 uur, aan het Raadhuis der gemeente, in het openbaar, alleen bij inschrijving, zal worden aanbesteed: De leverinff van eenige SCHOOLBOEHENT en SCHOOLBEHOEFTI1K voor de Openbare Lagere Scholen te Anna Paulowna, in het Jaar 18SO benoodigd. De voorwaarden liggen dagelijks ter lezing aan de Secretarie der gemeente. Anna Paulowna, 27 November 1879. Burgemeester cn Wethouders voornoemd, C. E. PERK, Burgemeester. A. J. DE JONGH, Secretaris. HELDER en NIEUWEDIEP, 29 November. Zr. Ms. scliroefstoomschip van Galen is van 's Rijkswerf naar de haven verhaald. Als de Marnix van Amsterdam zal zijn aangekomen en het Zilveren Kruis tevens in de haven ligt, is de oefenings-divisie gereed om zee te kiezen. Door den officier van politie aan 's Rijkswerf alhier, de luitenant ter zee 1ste klasse D. G. Brand, is naar de directie der Marine te Amsterdam overgebragt 's Rijks monitor 2de klasse de Bloedhond; Donderdag is hij met de stoomkanonneerboot Vidar, die alhier wordt opgelegd, weder van Amsterdam vertrokken. Gisteren avond hield het plaatselijk departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen eene vergadering "n het lokaal Tivoli. De vergadering ontving mededeeling, dat door het bestuur der Spaarbank de som van f 826.75 aan de kas van het departement wordt teruggegeven, die indertijd door het departement ten behoeve dier inrigting is uitgegeven. Het bestuur der Spaarbank merkte daarbij op, dat het zich niet bepaald vcrpligt rekende tot teruggave dier gelden, door 't departement in den jare 1848 in 't belang van de instandhouding dezer nuttige stichting uit zijne fondsen verstrekt, daar ook andere inrigtingen, door het departement in het leven geroepen, van tijd tot tijd bijdragen uit de kas van het departement hebben genoten, zonder tot teruggave verpligt te zijn. Vervolgens werden Commissiën benoemd, belast met het doen van voorstellen omtrent het beleggen der gelden, aan het departement toebehoorende, en omtrent de wijziging van art. 58 van 27) LIESJE VAN! DEN LOMPENMOLEN. Naar het Hoogduitsch van W. Heimbcbo. het huishoudelijk reglement, luidende: „Het vaste kapitaal wordt in de Spaarbank belegd." Belangrijk was de discussie, die daarna gevoerd werd over eene missive van het hoofdbestuur, houdende aandrang om een volkspetitionnement te bevorderen, in zake beteu geling van het misbruik van sterken drank. Door 'i hoofd bestuur is ter dezer zake een adres aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal opgesteld, en nu zullen pogingen worden aangewend om ook in deze gemeente handteeke- ningen te verkrijgen. Aan het bestuur van 't departement is opgedragen om in deze handelend op te treden, doch wij vertrouwen, dat dit Collegie in groote mate zal kunnen rekenen op de ondersteuning van allen, die beseffen, hoezeer het misbruik van sterken drank de vreeselijke kanker is, die aan 't geluk der huisgezinnen en aan t welzijn der maatschappij knaagt. Ofschoon ook de Hooge Regering, blijkens de Troonrede, het voornemen koestert, om ter bestrijding van het drankmisbruik wettelijke bepa lingen voor te stellen, meende de meerderheid der aan wezige leden met het hoofdbestuur, dat het nuttig zou werken als er een stem uit het volk opging, die verklaarde, dat men verlangend uitziet naar het tot stand komen eener daartoe strekkende wet. Bij ballotage werd het aantal leden met acht vermeerderd. Volgens rapport van kapitein Smid, voerende het schip Zeemanshoop, van Lovisa alhier binnen, was hij den 1 dezer op 59 gr. 18 min. N. B. en 21 gr. 36 m. O. L. door een zware zee beloopen, waardoor het voorschip belangrijk neerzette en vier man, die bezig aan den kluiver waren, overhoord werden geworpen. Toen het schip weer rees en het achterschip neerzette, werden twee der schip breukelingen weer met een tweede zee op het dek gewor pen, maar de beide anderen kon men niet redden, hoezeer men nog betrekkelijk lang hun hulpgeschreeuw kon hooren. Z. M. de Koning heeft jl. Maandag op een jagtpartij in liet Wiesselsche hoscli 4 groote herten geschoten. Naar men verneemt, zullen HII. MM. de Koning en de Koningin naar 's Gravenhage terugkeeren. Aan het ministerie van Justitie is aanbesteed: het oprigten van een gebouw voor het kantongeregt te Schagen. Minste inschrijver de heer C. N. Vlaming te Schagen, voor f 12,094. In strijd met de berigten, door onderscheidene bladen medegedeeld, verzekert de Standaard, dat dr. Kuyper, wel verre van in zorgvoller toestand te verkeeren, integendeel langzamerhand van zijne krankheid herstellende is en binnen kort zijne werkzaamheden hoopt te hervatten. Men schrijft ons van Texel, dd. 28 dezer: „Het op jl. Woensdag in publieke veiling, ten overstaan {Vervolg.) „Nelly's moeder is ook het slagtoffer van zulke berekening, mijn kindHebt gij haar ooit beschouwd als iemand, die te benijden is? Moet het voor haar niet een vernederend gevoel geweest zijn. te weten, dat haar echtgenoot haar slechts als toegift bij haar ver mogen beschouwde? Omdat hij zijne vrouw niet beminde, leidde hij zulk een wild, teugelloos leven, en toen haar geld verteerd was, schoot hij zich dood. Is dat niet vreeselijk? Lise, mijn kind, zoudt ge willen, dat ik u zoo te gronde liet gaan?" Liesje liet de gevouwen handen hangenzij tastten naar de tafel, bij welke zij stondhare bleeke lippen bewogen zich tot spreken, maar zij konden geen geluid voortbrengen. De kopjes op de tafel rinkelden duidelijk, zoo beefden hare handen. „Lise, om Godswil!" riep tante, en omvatte haar met hare armen. „Ik dank u, vader," sprak Liesje op doffen ♦oon, zich los makende, „ik ik zal u gehoorzamen." Zij keerde zich om en ging langzaam naar de deur; alles draaide voor hare oogenzij hoorde nog de stem van tante toen viel de deur achter haar digt. Zij wankelde de trap op, maar moest zich aan de leuning vasthouden; eiudelijk, eindelijk was zij boven, op haar kamertje en viel op de sofa neer. Haar vader kwam boven, streelde haar de wangen en noemde haar zijn goed, verstandig kind, dat nog eenmaal heel gelukkig zou worden. Tante ging naast haar zitten en sprak nu en dan een woord om haar te troosten. Liesje hoorde het alles aan, alsof het klanken uit de verte waren; alleen dit éóne weerklouk luid en duidelijk in hare ziel: „hij bemint mij niet; hij wil niet mij, maar mijn geld uit nood." Was het dar. werkelijk pas een paar uren geleden, dat zy onder den ouden lindeboom het hoofd aan zijne borst gelegd en geluisterd had naar de woorden, die hy haar toe fluisterde? Was het niet reeds eene eeuwigheid geleden en lag er tusschen het nu en toen niet een geheele zee van lijden en wee? Zij steunde luid en drukte de handen op het hart. Ach, hare kortstondige zaligheid, haar zoete liefdedroom voorbij, voorbij voor eeuwig! Hare wangen gloeideu, toen zij er aan dacht, hoe zij hem zoo vertrouwelijk bekend had, dat zij hem beminde; het was hem immers onverschillig, het moest het hem zijn; hij vroeg niet om hare liefde, hij vroeg alleen haar geld. Waar zou zij zich voor aller gezigt verbergen? Zy sloot de oogen en dacht aan hetoogen- blik, dat hij komen en haar vader hem afwijzen zou. Dat schoone trotsche gelaat, hoe zou het er dan wel uitzien? „En dan zal hij gaan," dacht zij. In den geest zag zij hem uit baars vaders kamer komen en^ door den gang gaan, de hooge gestalte trotsch opge heven hij zal zich niet omkeeren en naar hare vensters zienhij zal gaan gaan om elkander nimmer weder te zien. Nimmer wederzien een bitter, hard woord, een woord dat 'onuitspreke lijke smart in zich sluit I van den notaris W. H. Bruno Bok te Vlieland verkochte huis heeft opgebragt de som van 595. Als eene bijzonderheid kunnen wij tevens vermelden, dat gedurende een tijdvak van 30 jaar op gemeld eiland geen publieke verkoop van onroerend goed was gehouden. Jl. Donderdag werd aan het gebouw van het pro vinciaal bestuur van Noordholland, te Haarlem, aanbesteed: 1. het driejarig onderhoud der Rijkszeehaven liet Nieuwe- diep; minste inschrijvers de heeren Gebrs. Moorman, te Helder, ad f 23,600 per jaar. 2. Het driejarig onderhoud van de Rijkszeewcringen op het eiland Texel: minste in schrijver de heer W. Hillenius, aldaar, ad f 4680 per jaar. 3. Het driejarig onderhoud der Rijks-zee en havenwerken op het eiland Urk; minste inschrijver de heer J. H. Kie viet, te Diemen, ad f 11,972 per jaar. 4. Het driejarig onderhoud der duinen op het eiland Terschelling; minste inschrijver de heer A. C. Zwart, aldaar, ad f7675 per jaar. Als eene bijzonderheid, die bij den landbouw zeer zeldeu voorkomt meldt men, dat van het land van den heer H. Rietdijk, te Schagen, den 20 dezer nog kanariezaad is binnengereden. In de te Alkmaar gehouden Raadsvergadering .^an jl. Woensdag is onder meer besloten, de concessie-aanvraag van de heeren M. W. van der Vliet c. s., voor eene duin waterleiding, in handen te stellen eener speciale Raadscom missie om berigt, consideratiën en advies. Het was jl. Woensdag eene huiselijke, gezellige avond in Maison Stroucken, dien de afdeeling Volksvoordragten der Maatschappij voor den werkenden stand haren bezoekers als den eersten van dezen winter aanbood. Er hadden meer bezoekers kunnen zijn, doch voor de gezelligheid schaadt een niet geheel gevulde zaal minder in Maison Stroucken dan weleer in Frascati. De voorzitter opende met een welkomstgroet, waarhij hij de verhuizing herdacht van de oude naar de nieuwe stad, welke laatste getuigde van de vooruitgang der gemeente. Hij sprak den wensch uit, dat die verhuizing ten bate der volksvoordragten mogt komen, en dat deze in belangstelling mogten winncïIT De spreker van dien avond, de heer Jobs. Dyserinck, uit Vlissingen, had een zeer huiselijk onderwerp: het huis en al wat daarop betrekking heeft. De afleiding, de beteekenis van het woord huis, de verschillende zin, waarin het gebruikt wordt, vele spreekwoorden en spreekwijzen naar aanleiding en in verband met dat woord, werden aange wezen en verklaard. Afgewisseld met aanhalingen uit de Genestet's en Bogaers' gedichten, uit Abraham des Ainorie van der Hoeven Jrs. schets van den vader des huizes en met de voorlezing uit de Camera Ohscura van de ver makelijke ontmoeting des doctors die zijn warmen en van „Och, tante," steunde zij in haar ellende, en de oude vrouw boog zich tot haar. „Schrei maar goed uit, mijn hartediefjel dat zal u verligten." „Och, was het maar eerst voorbij!" fluisterde zij. „Ook de inoeijelijkste uren gaan voorbij, als men maar bidden kan." „Ik kan niet bidden, tante, ik kan niet De nacbt ging voorbij, en de dag brak aan, waarop bij met haar vader wilde spreken. Op Liesje's gelaat lag eene bijna onnatuurlijke kalmte; alleen hare oogen gloeiden koortsachtig; zij nam al hare kleine huishoudelijke pligten waar, ging toen naar hare kamer en nam een boek; tante M.arie kwam boveu en begon vriendelijk met haar te praten over onverschillige zaken; zij luisterde er naar en antwoordde er optoeu ging de oude vrouw weder aan hare bezig heden. Onmerkbaar gingen de wijzers der klok vooruitnu stonden zy op elf uur plotseling bedekte een donker rood hare wangen zij had zijn stap in den gnng herkend, en hoorde nu haar vaders stem. Zij maakte eene beweging, als wilde zij naar de deur ijlen, maar zij sloeg de oogen weder op haar boek; de bladeren trilden onder hare hand; zij legde het boek op de tafel en boog er zich over heen. Werktuigelijk las zij zacht: O! laat mij, vóór gij henengaat Op 't duist're pad van 't leven; Vóór gij dcez' droeve plek verlaat, Nog eens mijn dank u geven! Moog' nooit, in slapeloozen nacht, 't Verleden u bekoren De toekomst, die u tegenlacht, Is reddeloos verloren! „Is reddeloos verloren," herhaalde zij bijna luid. „En hoeveel tijd ons hier ook wordt gegeven, Nooit zullen gij en ik dien zaraen meer doorleven." „Nooit meer!" Het boek viel op den vloer. Was het niet ver keerd van haar, hem hel leven door te laten gaan zonder baar steun? Zij had hem kunnen redden van armoede en schande; het was toch Army, haar oude speelkameraad; nog is het niet te laat, alles kan nog teregtkomen Zy verliet de kamer; bij den trap bleef zij staan. „Ach neen," sprak zy „ik vergat het immers; hij heeft mij niet lief." Weder moest zij haar eergevoel wakker schudden, dat door liefdetoonen in slaap gesust was. Wat bleef hij lang by baar vader! Hoor, daar ging de deur was dat Army? Zij boog zich over de leuning; hij ging juist nanr de voordeur zij zag zijne donkere lokken ouder de muts te voorschijn komen; wat ging hij regtop! Haar hart klopte geweldig; de herinnering aan gisteren overweldigde haar in al haar gloed en zaligheid; en nu, nu had hij de deurkruk in de handwanneer de deur zich achter hem sloot, dan was alles voorbij voor altijd reddeloos verloren. „Army!" riep zij op eens en vloog de trappen af; maar daar sloeg juist de zware eikenhouten deur dreunend digt, zoodat het geluid door den hoogen gang klonk. „Army!" herhaalde zij nog eenmaal zacht en strekte de armen uit; beete tranen ontrolden aan hare oogen en langzaam ging zij weder naar haar kamertje. Reddeloos verloreu! Hoe ledig, hoe naamloos ledig was de wereld haar geworden De oude barones verbeidde in haar kamer ongeduldig de komst van haar kleinzoon. Reeds driemanl had Sanua bij de dames beneden naar hem gevraagd, en telkens was zij met het berigt bij hare meesteres teruggekeerd, dat de luitenant nog niet van zijne wandeling terug was. „God sta mij bij!" klaagde de oude dame, „wat zal er var liem, wat van ons worden? Daar gaat hij in alle kalmte wandelen, zonder er aan te denken, boe bij den val van bet huis Derenberg kan verhinderenvan mij heeft hij waarachtig geen droppel bloed in de aderen orribile!" Zij zag naar buiten, naar het park, dajWaar in doodsche kille winterpracht voor haar lag; de middagzóflglinsterde op den ijzcl der boomen en op den besneeuwden grond. Een doodsche stilte en eenzaamheid heerschten in het rond. Wijd en zijd geen levend wezenHoogstens een paar hongerige vogels op de kale stammen En zoo eenzaam en verlaten wa3 het nu sinds jareu reeds om dit oude slot. Onwillekeurig huiverde zij. „Waarom?" vroeg zij zich- zclve af; zij was er immers aan gewoon, zoo vergeten te leven. Maar zij had in den laatsten tijd zooveel aan vroegere zorgelooze dagen gedacht; cn nu zou zij ditzelfde eentoonige, welligt nog ellendiger leven moeten blijven leiden, indien de hertog van R. haar wensch niet vervulde! Neen, neen, dat was immers onmogelijk. „Als hij niet zij balde de kleine vuist. „O, die slang, die Blauka!" fluisterde zij somber. Hare trekken helderden ook niet op, toen op dit oogeublik het roode deurgordijn opengiug en Army binnentrad. „Zijt gij waarlijk reeds terug van uwe wandeling?" vroeg zij spottend. „Ik was niet gaan wandelen," antwoordde hij schijnbaar kalm, maar de oude dame bad zijn bitteren toon opgemerkt en zag hem uitvorschend aan. „Niet? WTaar waart gij dan? Ik heb reeds drie- of viermaal naar u laten vragen. Een onderhoud met mij was van vrij wat grooter noodzakelijkheid dan dat, wat gij van plan waart. Maar het is nu eenmaal niet andersgij hebt bet karakter uwer moeder gij zijt ten uiterste onverschillig." „Integendeel, grootmama ik heb luist beproefd een uwer raadgevingen op te volgen; maar de proef mislukte totaal." Hij streek zich met den zakdoek over het verhitte gelaat en wierp zijne muts op de -tafel. „Wat?" vroeg zij, „ik begrijp u niet een mijner raadgevingen?" „Zeker, ik wiide ik heb zooeven gepoogd een rijk huwelijk te doen, maar zooals ik zeg De barones deed een stap achteruit en staarde hem aan. {Wordt vervolgd.1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 1