Tengevolge van proeven, door den heer Sietners ge nomen, en de gunstige resultaten daardoor verkregen, worden thans in Engeland de spoorwegbruggen van glas gemaakt. Zij zijn sterker en goedkooper dan ijzeren bruggen. Een vreemde is in het ministerie van Oorlog te Konstantinopel binnengedrongen en heeft vier personen met een dolk gewond. De regering der Peruaansche republiek heeft besloten de gedachtenis van den dapperen admiraal Grau, kominan- dant der Huascar, op grootsche wijze in eere te houden. Het lijk zou met de aan een President der republiek ver schuldigde eer begraven worden, zijn weduwe krijgt een geschenk van 500,000 francs en zijn negen kinderen zullen tot hun 21ste jaar op staatskosten worden opgevoed. Het nieuwe ramtorenschip, dat door vrijwillige giften bekostigd wordt, zal den naam Grau ontvangen en het geheele land heeft voor dertig dagen den rouw over den gesneuvelden admiraal aangenomen. Brieven uit de Hoofdstad. '2 December. Amice, Sinterklaas, goed heilig-man, Trek je beste tabberd au, Rijd er meê naar Amsterdam En breng een burgemeester! mogen de Amsterdammers wel in koor zingen, want als de goede Sint er zich niet meê bemoeit en de stad, die onder zijne bijzondere bescherming staat, niet aan een wakker en kloek leidsman helpt, dan staat liet te vreezen, dat we op primo Januari een tijdperk van gemeentelijke regeeringlooslioid ingaan. En verbeeld u: Amsterdam zonder burgemeester!... Ongeloofelijk groot moet het aantal personen zijn, in alle oorden des lauds, die al voor de Amsterdamsche vacature aangezocht zijnmaar het baantje is zoo weinig aanlokkelijk, dat niemand schijnt te willen toehappen. Er doen dan ook in de laatste dagen ecne menigte namen van candidaat-burgemeesters de rondte door de pers en onder het publiek; doch het zijn allen namen van candi- daten, die het niet willen worden, en daar deze lijst van nict- burgemeesters nog al tamelijk voor uitbreiding vatbaar is, bestaat er alle kans, dat wij nog met tal van nieuwtjes en Contra nieuwtjes op dit punt verrast zullen worden. Gelijk ik u inder tijd schreef, bestond er alle hoop, dat onze wethouder voor financiën, de heer van Tienhoven, als burgervader zou optreden; doch nu deze ten stelligste weigeren blijft, is het zeer twijfelachtig of wel de algemeene wensch in vervulling zal komen: dat een Amsterdammer, iemand die met de belangen en de behoeften der hoofdstad ten volle vertrouwd is, hier aan 't hoofd der zaken zou komen te staan. En 't is ook eigenlijk niet te verwonderen, dat er zoo weinig animo voor het postje bestaat, want de lasten er van zijn vrij wat grooter dan de lusten. Wat plannen zijn hier al niet aanhangig; wat eischt er al niet voorziening en reorganisatie; wat tal van kwestiën zijn er al niet aan de orde. Beurskwestie en Liernurkwestiegas- en politickwestie; belas ting- en reinigingskwestie, en wat niet al meer. Maar het ergste van al het erge is nog wel de geldkwestie. Voor al die fraaiig heden, die ik u zooeven opsomde, ontbreken de contanten, en al wat uit gebrek aan kasgeld te vergeefs op regeling of uitvoering wacht, wordt hier onmiddellijk bijgezet in het heirleger „kwestiën." Daarom zijn we in dit artikel zoo rijk gesorteerd. Want, weet ge, amice, het ziet er hier in Amsterdam, vooral voor den onin gewijde, op velerlei gebied buitengemeen florissant uit, en de energie van het verjongde en zich verjongende Amsterdam heeft eene wijde vermaardheid verkregen; maar eigenlijk komt het meer en meer aan den dag, dat we in den laatsten tijd wat al te veel bezig geweest zijn, van den hoogen boom te teren, en dat te bemerken is altijd een pijnlijk gevoel. En het spreekt van zelf, dat die minder aangename toestand er ook niet toe meewerkt om ons spoedig aan iemand te helpen, die de teugels in handen wil nemen van onze dure gemeentehuishouding met een leêge gemeentekas. Ik sprak u zooeven van de Beurskwestie, treuriger gedachtenis. Het zou een respectabele stapel vormen, als men al de plannen en adviezen cn adressen bij elkaar had, die over deze zaak met onvermoeibren ijver zijn in 't licht gegeven, en toen de Gemeente raad dan ook de Beursbouw als hoofdschotel voor een zijner m ij beleedigd vroeg zij zichzelve af, eu een onuitsprekelijke angst voor de trotsebe grootmoeder beklemde hare borsthet was haar, alsof zij nog moest terugkeeren, nog vlugten eer het te laat was; zij gevoelde zich zoo hulpeloos, zoo verlaten; want hij, hij had haar immers niet lief. „Liesje!" riep jubelend eene heldere stem, en in tranen uitbar stende, sloeg Nelly de armen om haar hals. „Liesje! zuster Liesje „Zij duldde hare kussen; als een heldere zonnestraal vloog het over haar gelaat, en daarboven, op den drempel der gezellige wooukamer, strekten zich een paar armen naar haar uit en om vatten haar al vaster en vaster, terwijl haar oor woorden van liefde opving. „Mijne lieve moeder," fluisterde zij en boog zich over de tengere hand, „ik zal u altijd eene gehoorzame dochter zijn en voor Army eene trouwe echtgeuoote." Het laatste kwam er aarzelend en zacht uit. „Een oogenblik geduld, Liesje! Ik wil bij grootmama ons bezoek laten melden," zeide Army. Zij knikte toestemmendhij ging en keerde spoedig zwijgend terug. Haar hart klopte onstuimig; onwillekeurig vouwde zij de handen, terwijl zij beurtelings rood en bleek werd, en op eens stond alles, wat de trotsche oude vrouw haar had aangedaan, in vlammend schrift voor haren geest en voor hare oogeu verscheen een liefelijk beeld oudtante Lisette en een vroegtijdig graf op het kerkhof daarboven. „Mevrouw de barones laat zich verontschuldigen; zij heeft hoofd pijn vandaag en kan niemand ontvangen." Met deze woorden deed Sanna het jonge meisje uit hare koortsachtige gedachten opschrikken. „Dan laat ik verzoeken, mij morgen een uur te bepalen, waarop ik met mijne verloofde een bezoek kan brengen," klonk het schijn baar kalm, maar Army's oogen zagen de oude meid dreigend aan, wier blik met eene uitdrukking bijna van haat op de jonge bruid rustte. Deze had zich onwillekeurig hoog opgerigt; Nelly greep hare hand en streelde zacht hare wangen. „Mama," begon Army en nam op den stoel naast zijue verloofde plaats, „mijn schoonvader laat u om een onderhoud verzoeken, en het zou zeer vriendelijk van u zijn, wanneer gij heden avond met Nelly in den molen kwaamt, ten einde gemeenschappelijk onze „Zeker, Army, zeker! Ik zou heden toch met Nelly gekomen zijn, ingeval het weder het toelaat." „Mevrouw de barones kan vooruit geen tijd bepalen, maar ver zoekt mijnheer de luitenant heden avond een oogenblik bij haar te komen," luidde het antwoord, dat de terugkeerende oude dienst maagd nu bragt. „Het doet mij leed, Sanna, maar ik ben heden avond, zooals te begrijpen is, niét vrij, daar wij beneden in den molen onze verlo ving vieren hoort gij, Sanna, in den molen beneden Het spijt mij voorts, Sanna, dat de barones hoofdpijn heeft en wij dus hare tegenwoordigheid bij het feest moeten missen; voor het overige bevelen wij het verloofde paar ons aan en wenschen beterschap." „Si, Signorl" siste de oude eu verdween. {Wordt vervolgd.) jongste vergaderingen had aangekondigd, dacht iedereen, en mis schien de Raadsleden zelf ook wel, dat omtrent het beginsel: een beurs van gemeentewege of van particuliere zijde, nu althans een definitieve beslissing zou worden genomen, waarop verder kon worden voortgewerkt. Doel» het noodlot had het anders beschikt. De zaak is „commissoriaal" gemaakt. En dat zegt hier wat! Uitgesteld ad gr at ia* kalendnszooals het Raadslid Tack zeide, toen hij zijn Latijn eens wilde laten luchten. Over zes maanden zullen we er nu meer van hooren. In dien tijd zullen alle ingekomen en nog in te komen beursplannen nog eens van meet af onderzocht en bediscussieerd worden, en dan kan het geharrewar op nieuw beginnen. Aangenaam vooruitzicht voor dun nieuwen burgervader! De oude, ik bedoel natuurlijk de tegenwoordige burgemeester, die gisteren de leden van den Raad, wien hij bij dc discussiën met zijn „och kom!" en „och nou!" zoo dikwijls den pas afsneed, aan een afscheidsdiner vereenigde, heeft zich iu de laatste dagen van zijn bewind nog bijna zeer onpopulair gemaakt, door bij wijze van officieus communiqué in het Handelsblad te verkon digen, dat Amsterdam volkomen veilig en de would-bc aange rande met inbraak bezochte personen louter bluffers eu opsnijders waren. Dat zag er fraai uit!.... Dadelijk krachtig protest van de andere Amsterdamsche bladen, die bijna dag aan dag staaltjes van de bestaande onveiligheid hadden medegedeeld en nu leelijk op de kaak werden gesteld, alsof zo opzettelijk onjuiste berichten hadden verspreid. Door met naam en toenaam man en paard te noemen, werd bewezen, dat er volstrekt niets overdreven was en de politie wel degelijk van gebrek aan activiteit of accuratesse was te betichten. En dat is een onvergeeflijke misslag bij het politiewezen, vooral nu er in deze dagen wel dubbel scherp mag toegezien worden. Want de toestand van de lagere en laagste volksklasse, van de duizenden en nog eens duizenden in onze groote stad, die van de hand in den tand leven, is niet zonder bedenking en de vooruitzichten der behoeftigen, nu de winter zich reeds dadelijk zoo kras instelt, zijn werkelijk zeer donker. Overal gebrek aan werk, overal wordt volk afgedankt, en nauwelijks is liet ijs in het water, of (ie eerste levensbehoeften beginnen in prijs te stijgen. Het stedelijk armbestuur, de diüco- niën en de particuliere liefdadigheids-genootschappen mogen zich schrap zetten, want zij zullen met aanvragen om onderstand bestormd worden door de groote schare, die arbeidt en eet zoo lang als er werk en brood is, maar nooit heeft, geleerd te zorgen voor den dag van morgen. Hoe trouw die leus in practijk wordt gebracht, kon ik Zaterdag avond nog gadeslaan, toen ik toevallig tusschen negenen en tienen de Nieuwinarkt passeerde, waar tal van lieden uit de kleine arbeidersklasse zich verdrongen om de uitstalling van den „goed- koopen slager," wiens vermaardheid ook reeds buiten Amsterdam is doorgedrongen. Het was een fantastisch tooneeltje, het penseel van een Gerard Dou ten volle waardig. Op twee handwagens, een eindweegs van elkander geplaatst, lag de verscli afgehakte en bloedige koopwaar: koppen, pooten, lendestukken, lapjes en hoe ze verder heeten, een kolossale voorraad. Aan een der wagens was op eenigszins primitive wijze een weegtoestel aan gebracht, dat waarschijnlijk niet vooraf door de bevoegde auto riteit zal zijn geverifieerd, maar voor het oogenblik voldoende was om in de allereerste behoefte te voorzien. Groot, echter was mijn bewondering voor het stelsel van verlichting, dat bij deze voedzame uitstalling was aangebracht en zelfs den groot sten vegeteriaan een goedkeurend knikje zou afgeperst hebben. Op iederen wagen was namelijk een stut geplaatst, en daarover liep van den cenen wagen tot den anderen een zware koperen pijp ter dikte van een mans arm, met een aantal dunnere pijpjes rechtstandig daarop geplaatst. In de dikke pijp werd petroleum gegoten, in de dunnere een pit van lampenkatoen geplaatst... voila tout. Maar welk een licht! Hoe poëtisch speelde het over de ribstukken eu de ossentongen! Hoe grillig wierp het zijn rossen, schemerenden gloed over de onderzoekende aange zichten der vieeschlustige huismoeders, die de verzoeking niet konden weêrstaan om een deel van 's mans zuurverdiend week loon te offeren voor vleesch. ad '27 i cent het pond, dat ze stellig nooit, gekocht hadden als het 30 was geweest. Maar voor zóó'n koopje bezwijkt alle huishoudkunde. En mijn slagertje had er slag van om zijn beestjes aan den man te brengen. Even origineel als zijn verlichting, was ook zijn manier van reclame. Zoodra de wagens geplaatst, de „weegschaal" bevestigd, de koopwaar gesorteerd en de pitten ontstoken waren, plaatste hij zich in zijn volle lengte op de voorste kar, en riep met zeker eigenaardig Ooetersch accént uit alle macht: „Help!" Krachtiger tooverwoord om in Amsterdam een standje bij elkaar te krijgen is niet denkbaar. Maar hij liet het er niet bij. Steeds crescendo ging het luidkeels: „Help! help! help!...." tot twintig of dertig maal toe. En toen eindelijk de nieuwsgierige menigte verschrikt van alle kanten bijcenstormde, kwam het refrein: „Help! help!.... me van me waar af!".... Het volk lachte, en het succës van den slager was voor dien avond weêr ver zekerd. In weinig tijds was hij „uitverkocht." Voor de algemeene veiligheid is het te hopen, dat er spoedig uitvoering worde gegeven aan een verleden week genomen Raads besluit om de spreekwoordelijk bekende smerige Amsterdamsche straten voortaan van gemeentewege te laten schoonhouden, en dit werk 's nachts te doen geschieden. Ontegenzeggelijk zullen èn het openbaar verkeer èn de openbare veiligheid bij de toepassing van dien maatregel winnen. Geen inbreker toch, of hij moet al verbazend groen in 't vak zijn, zal het in 't hoofd krijgen, zijn handwerk uit te oefenen op een gracht die met bezemen gekeerd wordt, terwyl de burgerij 's morgens bij haar ontwaken haar paneelen onbeschadigd en haar straat „aan kant" vindt, precies als wanneer wc onze ontbijtkamer binnentreden op een dag, dat de meid geen lust had zich te verslapen. Laat ons intusschen hopen, dat deze nachtelijke schoonmaak beter resultaten oplevere dan hetgeen men tot nog toe bij daglicht beproefde. Bij de helaas zoo strenge vorst, die op 't oogenblik zijn ijzigen scepter zwaait, hebben we wat de straten aangaat natuurlijk geen reden tot klagen: maar wee ons als we met sneeuw en dooi bezocht worden. Dan plast cn ploetert en baggert al wat beenen heeft door een modderzee, die u bij eiken voetstap tot over enkels en knieën spat. En het ergste is, dat er niets tegen te doen schijnt. Oud en jong weet niet beter of het is altijd zoo geweest-, onver schillig wie met de reuzentaak der Stadsreiniging was belast: het vuil was altijd even dik, de modderzee altijd even diep. Zal de gemeente zelve er nu met hare nachtelijke Herculessen in slagen den Augiasstal te reinigen? Wij willen er het beste van hopen. Kenners echter beweren, dat do ooi-zaak in de slechte methode van bestrating schuilt, cn daar het een onbegonnen werk is, de geheele stad volgens een nieuw stelsel te plaveien, zouden we eigenlijk tot de conclusie moeten koinen, dat er aan de vuile straten niets te doen is, en dus voortaan moeten spreken vande modderkwestie, zooals ik hierboven sprak van een beurs kwestie, een Liernurkwestie, enz., enz. Misschien echter weet de nieuwe burgemeester er raad op! Ge zult misschien de opmerking maken, amice, dat ik zeer veel van dien nieuwen functionaris verwacht. Het is zoo; maar ik ben in dezen slechts de tolk van de wenschen en begeerten mijner stadgenooten. De verwachting is hooggespannen, want er is zeer veel voor 't mes, begrijpt ge? En voorts wensch ik u en alle lezers van de Heldersche en Nieuwedieper Courant, kleintjes en grooten, een recht genoegelijken Sinterklaas t. t. AMSTELAAR. V lsolitoerlsten. Gisteren kwamen binnen de sloepen „Onderneming,schipper Jan dc Gast, aanbrengende 2200 sehel- visscheu (dood eu levend) en 6 puntjes rog; de schelvisch gold f 25 't honderd. „Zeemanshoop," schipper A. 't Hart, aanbrengende 2700 schel- visscheu (dood en levend) en 6 puntjes rog; de schelvisch gold f 27 't honderd. Eenige Urkers verkochten hunne visch, welke zij des Dingsdags gevangen hadden, van f 37 tot f 38 't honderdkabeljaauw gold f 1.75 a f 2.25 per stuk. Heden zijn de schuitjes niet naar zee, daar door de felle vorst het viscbUiig niet te gebruiken is. Benoemingen, enz. Benoemd tot lid van de Algemeene Rekenkamer de heer jhr. mr. S. M. S. <le Savornin Lohman, secretaris van de Algemeene Rekenkamer, Benoemd tot burgemeester van Graft de heer T. Haitsma Muiier, burgemeester van de Rijp. Aan den lsten luit. der iufunterie op non-act. J. Haver Droeze is op zijn verzoek, eervol ontslag uit dc militaire dienst verleend. De surnumerairs bij dc posterijen P. Rentmeester en A. H. M. B. Vis Dieperink, zullen hunne functicn uitoefenen respectivclijk te Alkmaar cn te Schagen. Htnten-Goneraal. Tweede kamer. Zitting van Dingsdag 2 December. Het hoofdstuk Buitenland- sche Zaken is aangenomen met 62 tegen 4 stemmen. De minister verklaarde geen tegenstander te zijn van arbitrage. Het uitleverings- tractaat met Noord-Amcrika zal waarschijnlijk binnenkort gesloten kunnen worden. De nederzetting op Burneo was geen politieke vestiging. De Regering heeft zich bij Engeland vergewist, dat niets wordt gedaan in strijd met den geest van het trnciaat van 1824. De Regering blijft de belangen der handelspolitiek voorstaan. Het verbod tot vee-invoer in Duitschland zal waarschijnlijk in het voor jaar worden opgeheven. Bij Engeland wordt eveneens aangedrongen t.t opheffing der verbodsbepalingen. De behandeling van het hoofd stuk justitie is aangevangen, waarbij tal van punten werden besproken. Zitting van Woensdag 3 December. Voorzetting der beraad slaging over het hjofdstuk Justitie. Onderscheidene leden voeren het woord cn spreken over de invoering der nieuwe regterlijke wetten, de wenschelijkheid van eene herziening op de vennootschappen van Koophandel, de verhouding van den Staat tot de openbare zedelijkheid, de adviezen van den Raad vau State over de afschaffing der doodstraf, de wenschelijkheid van de herziening van liet burgerlijk wetboek, over het vóór en tegen vau de bestaande Zondagswet, en meer andere aangelegenheden, tot het departement van Justitie behoorende. Duitscniana. De reizen, in den jongsten tijd door den Ilussischeu Grootvorst-troonopvolger in Zweden en Denemarken gedaan, hadden te Berlijn aanleiding gegeven tot het vermoeden, dat Rusland tracht deze twee mogendheden tot zich te trekken door een bondgenootschap, en nu wordt 's Prinsen bezoek, aan het hof van Berlijn gebragt, aangemerkt als het middel om dit vermoeden te doen verdwijnen. Om dezelfde reden zouden de Koning en de Koningin van Denemarken in Duitschlands hoofdstad gekomen zijn, zoo althans is het gevoden van den Berlijnschen correspondent van de Times, in wiens brief over dit onderwerp men o. a. het volgende leest: „Op het oogenblik dat de Keizer, naar het schijnt, alle misverstand tracht weg te nemen, hetwelk Rusland en Duitschland verdeeld zou kunnen houden, kon de Grootvorst-troonopvolger, door zijnen schoonvader, den Koning van Denemarken, te bewegen in Berlijn te komen, niets beter en geschikter doen om aan de Duitsche rege ring de ongegrondheid van dien argwaan te toonen, indien hij werkelijk bij baar ontstaan ware. De pogingen van den erfgenaam der Russische Kroon, om eene toenadering tusschen Duitschland en Denemarken te bewerken, werden te Berlijn zeer gunstig opgenomen; zoo gebeurde het dan ook dat, hoewel de Koning en de Koningin niet langer dan een etmaal in die stad moesten vertoeven, de Keizerin uit Coblenz derwaarts kwam om hem te begroeten, en de Duitsche Kroonprins, die eerst op het einde van December uit Pegli zou terugkeeren, zich haastte om in Berlijn te wezen. Dit alles bewijst, dat het bezoek van den Koning en de Koningin van Denemarken de eerste stap is om te te geraken tot een modus vivendi, die een einde zal maken aan den wrok en de onvriendschappelijkheid, welke tot dus verre bij alle gelegenheden door Denemarken tegenover Duitschland zijn aan den dag gelegd." Burgeriijlte ötana. Gemeente HELDER. Van Dingsdag tot Donderdag. ONDERTROUWD: Gecne. GETROUWD: H. v. d. Wiele en T. Koningstein. F. Meijer en H. de Ring. P. Wout en A. E. P. v. Mosselaur. C. R. Verbeek en B. v. Kesteren. S. Kamsma en S. Smit. J. Troost en J. M. Brouwer. II. Koenot cn G. Bronwer. BEVALLENA. de Jong, gcb. ten Caat, D. A. C-. Goverts, geb. Brandt, Z. S. F, Ebbiukhof, geb. Verboon, Z. S. Sluijter, geb. v. d. Giiauw, Z. OVERLEDENJ. Rieuwerts, 33 j iren. A. Lebbing, weduwe van P. Valk, 74 jaren. A. J. Kouseband, 3 jaren. Gemeente TEXEL. Van 26 November tot 3 December. ONDERTROUWD: Geene. GETROUWD: Martinus Knol en Klaasje Buijs, weduwe van Cornelis Mulder. GEBORENCornelia Catherina, dochter van Cornelis Witte en Geertje Daalder. Trijntje, dochter van Fulps Duinker eu Tetje Dekker. OVERLEDEN: Geene. Gemeente SCHAGEN. Van 25 November tot 1 December. ONDERTROUWD: Dirk Roggeveen, Aveduwnaar van Maartje Ruijs en Trijntje Kramer, weduwe van Abraham Wit. GETROUWD: Geene. BEVALLENTrijntje Kweldam, geb. Denijs, Z. Aaltje Spaans, geb. van Voorst. D. Margaretha Hoogakker, geb. Komen, Z. Trijntje Rot, geb. Veltkamp, D. OVERLEDENCornelis Hoogeboom, 60 jaren. Egbert Hoog land, 4 maanden. Weêrküiiiliïe Waarnemingen te Helder, danistet.) F c Windrigting Barometer Thermometer A .*>0 Toestand D en mm. C. -c 0 van Kracht. Stand. Afw. Stand. Afw. - de zee. 3 12 nno. 17k. 758.32!- 1.4 -1.0 - 6.4 0.73 weingolv 4 8 o. 7„ 756.50 - 3.2 - 6.4 -11.0 0.74 4 12 ono. 15„ 755 36 - 4.3 -6.7 - 12.0 0.69 Golvend Weê sgesteldheid3 Dec. 12 u. Helder, ligtbewolkt, vorst. 4 Dec. 8 u. Ligtbewolkt, winderig, felle vorst. 4 Dec. 12 u. Idem. Gevroren dikte van 2 op 3 Dec. 28 mM. 3 4 Dec. 39 Op den 2 dezer ten 15 u. 10 m. 48 KG. winddruk. Gemiddelde miswijzing van het kompas in Nov. jl. 16° 19' 13"t.W, Laagste temperatuur 3 Dec. 's avonds 8 u. 10 m. 16 gr. Fahrenheit.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 2