Ingezonden IVIededeelingen. Nadat, de longziekte in Friesland gedurende 37 achter eenvolgende jaren had geheerseht, is zij door consequente toepassing van den maatregel van afmaking, ook der ver dachte runderen, sinds een jaar volkomen uitgeroeid. Die maatregel heeft in twee jaar tijfis 2230 runderen geëischt, maar niemand zal de overwinning te duur gekocht rekenen, wanneer hij bedenkt, dat onder dc als verdacht afgemaakten, bij de opening reeds 406, d. i. 18 pCt„ kennelijk besmette runderen zich bevonden, die de besmetting al verder en verder om zich heen zouden hebben verpreid, en hij daarbij overweegt, dat het Friesche vee heinde en ver wordt gekocht en heengevoerddat de uitvoer, vooral naar Duitsch- land, sinds eene reeks van jaren, uit vrees voor de long ziekte, minder winstgevend was en eindelijk geheel werd verhinderd. Toch trekt Friesland van het gebragte ofler nog niet de voordeelen, die daarvan billijkerwijs mogten worden verwacht. Wel heeft Duitschland onder zekere voorwaarden den invoer van ons vee weêr toegestaan, doch de daaraan verbonden bepalingen zijn zoo moeijelijk te vervullen en bovendien zoo ondoeltreffend, dat de handel daardoor nog weinig beteekent. Immers de invoerder is verpligt bij het in te voeren vee over te leggen een verklaring van den burgemeester der gemeente van waar dat vee afkomstig is, dat in die gemeente gedurende zes maanden geen longziekte heeft geheerseht cn dat het betrokken vee in die zes maanden niet in Zuid holland is geweest. Hoewel nu ieder burgemeester wel voor zichzelf overtuigd is dat nimmer eenig rund uit Zuidholland in Friesland wordt ingevoerd, zal hij toch zonder twijfel bezwaar maken daarvan eene officiëele verklaring af te geven. De algemeene bekendheid, dat in Friesland geen vee wordt ingevoerd en eene officiëele verklaring van de bevoogde overheid, dat gedurende het vereisclite tijdperk noch in Fries land, noch in een der andere noordelijke provinciën longziekte meer is voorgekomen, leverde een meer betrouwbaren en een voldoenden waarborg voor Duitschland op, om, zonder verdere formaliteiten, den invoer weer open te stellen. Daardoor ware men aan weerszijden gebaat, want ginds bestaat nog behoefte en hier is nog overvloed van vee. Een Engelsch reiziger, Sir Rodwell, die in Augustus jl. een hernieuwd bezoek aan IJsland bragt, schrijft in Nature, No. 518, dat er in de laatste jaren een belangrijke voor uitgang op dit merkwaardig eiland heeft plaats gehad, vooral met het oog op de wegen. Was hiervan nog voor weinige jaren geen sprake, in den laatsten tijd zijn er reeds in verschillende rigtingen uitmuntende kunstwegen aange legd; althans in zoover men in een land dat in een klein bestek 20 vuurspuwende bergen bezit en waar aardbevingen aan de orde van den dag zijn, met billijkheid uitmuntende wegen verwachten kan. In 't vorig jaar werd ook de eerste vuurtoren op het eiland gebouwd, waarvan de kosten reeds bijna betaald zijn door de tollen der in de haven van Reikiavik binnengekomen schepen. En thans denkt men er aan het oprigten van een landhuishoudkundige school, die met het reeds bestaand gymnasium, waar men tevens in theologie en medicijnen studeeren kan, in elke behoefte aan voortgezet onderwijs op het eiland zal moeten kunnen voor zien. IJsland heeft op een oppervlakte van driemaal zoo groot als Nederland een bevolking van ten naastenbij 80,000 inwoners. Hoe gunstig het er met de volksontwikkeling gesteld is, blijkt uit de mededeeling, dat slechts 1 pCt. van de volwassenen niet kan lezen of schrijven. Toch heeft men er bijna geen gewone scholen. Vraagt men op het platte land een kind, wie hem zooveel geleerd heeft, dan is meestal het antwoord: „moder min/ mijne moeder. Men kan zich eenig denkbeeld vormen van de enorme hoeveelheden graan, die de Vereenigde Staten uitvoeren, als men weet, dat het jaarlijksch bedrag, als het op wagens van 400 bushels geladen werd, 256,452 van die wagens, zou vorderen. In schepen van 3000 ton geladen, zou er een vloot van 825 schepen noodig zijn om al dit graan naar Europa te brengen. De waarde er van bedraagt 100 millioen dollars. Behalve dit graan en in den laatsten tijd ook voor treffelijk rundvleesch, begint Amerika thans ook visch herwaarts te zenden. Voor eenige dagen zijn er 3000 stuks groote zalmen uit Kanada op de Londensche visch- markt aangekomen. Zij waren kunstmatig bevroren geweest en werden door kenners bijzonder geroemd om hun fijnen Klonken dnar geene haastige schreden achter haar? Ja, en dan de roep „Liesje! Liesjc Zij stond stil, dat was zijne stem; o, als zij hem nu eens te gemoet kon gaan en zich aan zijn arm vastklemmen kon; als hij nu eens zeide: „Ik maakte mij bezorgd over u, daarom kom ik/ maar neen, vader heeft hem zeker mij achterna gezonden, of misschien zou hij ieder ander gevolgd zijn hij moest immers in zulk een storm geene dame alleen hebben laten gaan. „Maar Liesjc, ik bid u/ klonk nu zijne stem, „hoe kunt gij in zulk weer uil gaan Uwe ouders zijn half dood vau angst over u; hier is een doek van tante voor u, en wacht even, de watren moet aanstonds hier zijn; ik heb gezegd, dat hij oogenblikkelijk zou worden nagezonden. Gij zijt toch nog altijd de kleine, goedhartige Lise, wier goed hart in lichtelaaije vlam slaat bij het ongeluk van vreemdenvervolgde hij, haar den doek omslaande. Zij lachte bitter. „De pastorie-bewoners zijn geene vreemden voor mij; zij behooren als 't ware tot onze familie." Hij antwoordde niets op dit bitse gezegde; juist kwam ook de wagen en hield bij hen stil. „Mag ik met u gaan?" vroeg hij, haar bij het instijgen helpende, „of wilt gij liever alleen rijden?" Zij wilde het laatste toestemmend beantwoorden, toen haar blik op hem viel; hij was slechts in zijn rok, zonder overjas. „Ik wil niet, dat gij om mijnentwille kou vat," zeide zij zacht, „ik bid u, ga zitten Na een korten rit hield de wagen stil; Liesje steeg alleen uit en trad de pastorie binnenhet was donker in den gang en stil zij bereikte tastend de deur der woonkamer en klopte aan. Bijna huiveringwekkend luid klonk het, maar geen vriendelijk binnen! liet zich hooren. Een onverklaarbare angst overviel haar hier in het huis des doods, maar moedig tastte zij verder. Daar was de trap en hierboven, regts, het studeerkamertjezacht klopte zij aan weder geen antwoord, maar door eene reet scheen licht zij opende de deur en zag naar binnendaar zat oom de predikant bij de tafel, het gezigt in de handen verborgen, en vóór hem lag de opengeslagen bijbel. „Oom! oom!" riep zij snikkend en legde het hoofd op zijn schouder. „Lise, gij goed kindJa, eene zware bezoeking is over ons gekomen," sprak hij ernstig en streek haar over de natte bruine vlechten, „en zijt gij in dat weêr hier gekomen Wat is dat lief van u? Niet waar onze Karei, Liesje! onze lieve wilde jongen o, het valt zwaar, niet tegen God te morren. Mijne arme Rosine Hij was immers haar trots." „Ach oom, oom!" snikte zij diep bedroefd; „waarom is het leven toch zoo treurig, zoo moeijelijk!" „Gij hadt hier niet heen moeten komen, goed kind," werd haar smaak. In weerwil van de gvootere kosten van vervoer, waren zij veel goedkooper dan de zalm die er uit Neder land aangevoerd wordt. Een Amerikaansclic philantropische Vereeniging heeft in haar onlangs gehouden vergadering besloten een prijs van 5000 dollars uit te loven aan den uitvinder van een veewagen, waarin het vee bij lange trajecten op dc spoor wegen gevoederd cn gedrenkt kan worden. Verder werd zeer aanbevolen bet vee voor het vervoer niet te bevrachten per stuk, maar bij gewigt. De aangekondigde veldslag in Peru is geleverd. Chili triomfeerde over zijne vereenigde vijanden. Men mag hopen, dat nu de oorlog spoedig zal geëindigd zijn. Geen enkel bezoeker van de Arnhemsche tentoonstelling is, zegt de geeslige schrijver van de „Brieven uit de Hofstad" aan de Arnh. Crl. o. a., ook dezen zomer meer bestand geweest tegen de op eiken toon geuite aanbiedingen der oppassers, om u voor 50 cents het stuk een onbeperkt getal aandcelen in de verloting te leveren, dan nw onderdanige dienaar. Maar, dc fortuin heeft ook hare vriendjes onder de menschen- kinderen, en één van die gelukkigen is mijn vriend X. Een week of zes geleden leest hij me op de sociëteit eene advertentie voor, waarbij, officieel en eerlijk, elf aandeden in de Arnhemsche ten- loonslelliug8-verloting voor vijf gulden wotden verkrijgbaar gesteld en hij stelt mij voor om er eens voor gemeenschappelijke rekening elf te laten komen. Ik weiger, omdat geen enkele loterij (zelfs die voor de nationale niet, die me met 9 verraste) mij ooit eenig voordeel had opgeleverdmaar op zijn geluk vertrouwende, dat hem bijna in elke loterij een goeden prijs bezorgde, liet ik mij door hem overhalen. Kort en goed, wc lieten elf aandcelen komen, en trokken.... elf nieten. Ik beklaag me daar volstrekt niet over mijn ongeluk blijkt krachtiger geweest te ziju dan X's geluk, terwijl daaienboven de vaderlijke zorg van de Arnhemsche verlotings- commissie, waardoor, tegen de verwachting van alle aandeelhouders, doch, bij gebrek aan beding, niet onregtmatig een deel van de verkregen gelden aan hun natuurlijk doel onttrokken is geworden, nog de partij van mijn ongeluk tegen zijn geluk gekozen had. Vóórdat ik echter wist, dat mijn ongeluk zulke krachtige bond- genooten had, heb ik de grootste ongerustheid doorgestaan. Met zoo'n gelukkigen compagnon zamen spelende, begon ik verwachting te krijgen van een grooten prijs, ja van den allergrootsten, van het ameublement. En nu bekroop mij dag aan ilag de lastige vraag: what will you do icith it? Twee jongelui, op kleine kamers gehuis vest, met een prachtig salon-aineublement opgescheept, ziedaar dezelfde onpleizierige positie, die Phaedrus ons in de fabel beschrijft van de twee kaalkoppen, die... een kam gevonden hebben. De Frnnschen hebben de spreekwoordelijke uitdrukking vau iemand, die in eene loterij een olifant gewnuen heeft, maar diens weder waardigheden holen niet bij de mijne, die gelukkig maar denkbeeldig bleven. Wel schikt het ook den meesten lieden niet, om zoo'n dier, hoe leerzaam en belangwekkend het ook wezen mag. in huis te houden, maar men kan het aan een dierentuin cadeau doen en wordt zoodoende als een weldoener der wetenschappen voor het nageslacht vereeuwigd (vooral indien het waar is, dat de olifanten meer dan honderd jaar oud worden) Heeft men een scherper oog op zijn voordeel, dan sluit men een contractje met een slagter, cn voorziet zijne stadgenooten jaren lang tot hooge prijzen van bief-, neen, olifantstuk, terwijl men zijne kamer met. de tanden opsiert en van des slagtofl'ers snuit desvefkiezende een telephoon kan laten maken. Vlsciiljcrigton. De visscherij der schuitjes is thans geheel gestaakt door het ijs; ook van de sloepen is vooreerst niet veel te verwachten, daar de Pernissers en de schoeners van „Ncptunus" nog in Engeland binncnloopcn en 13 sloepen van Middelliarnis om de Zuid ingevroren zijn. Er is ook behoefte aan aas. Benoem 1 n gen, enz. Tot inspecteur dpr reg. en dom. van de 3de kl. in de divisie van inspectie Gorinchem is benoemd de heer G. Mulder, thans ontv. der reg. en dom. te Schagen. De luit. ter zee lslc kl. jhr. J. C. L. von Schmidt auf Altenstadt en dc off. van gez. 1ste kl. B. II. Thomson, van het escader in Oost-Indië teruggekeerd, zijn op non-activiteit gesteld. Staten-Generaal. Tweede Kamer. Zitting van Woensdag 4 December. Het Hoofdstuk Justitie is unaniem aangenomen, nadat de minister nog toegezegd had eene wet op de visscherijen en op het dooden van vogels. De discussie over het Hoofdstuk Binnenlandsche Zaken is daarop aangevangen. De heeren Moens en Meyier drongen aan op de invoering der onderwijswet in 1SS0; de eerste wenschte zelfs door een memorippost de regering daartoe te nopen. De heeren Bargc. Elout en Keuchenius bestreden sterk de onderwijswet cn dc rede van den heer Sixde toegefluisterd, en de kleine vrouw met vochtige, roodgeweende oogen, die binnengekomen was, hief haar hoofd op en kuste haar. „Het maakt u van streek en gij zoudt ziek kunnen worden." „Mag ik Karei niet nog eens zien? Ik bid u, tante!" vroeg zij, nog altijd snikkend. In de kamer daarnaast lag een bleeke knaap op het sneeuwwitte kussenzij trad zacht naderbij en staarde op de lieve welbekende trekken hoe dikwijls had die mond tante Liesje" tegen haar gezegd, hoe vaak hadden die groote oogen haar l.igchend aange zien, en nu zoo stil, zoo stom! De kleine vrouw drukte het gelaat weêr in de kussens van het bedje, en de vader stond aan de andere zijde en staarde op dat, wat hem was overgebleven van zijne droomen der toekomst. Liesje's tranen echfer hielden op te vloeijen er straalde zulk een wondervolle vrede van het kinder-aangez.igije daar voor haar hoe schoon moest het zijn, zoo zacht te slapen, met zulk een gelukkig lachje, zonder de smart des levens te hebben ondervonden „Ween niet, tante! Hij slaapt zoo rustig; hij ziet er zoo geluk kig uit." Toen keerde zij zich om en ging langzaam heen. In het kamertje bleef zij staan. „Oom," sprak zij zacht en legde de kleine hand op zijn arm, „mag ik u op dit oogenblik wel met eene vraag lastig vallen?" „Ten allen tijde, ook nu, mijn Liesje! Heb ik gelijk, als ik meen, dat hei u en Army betreft? Daar heb ik heden iets van gehoord." „Ja, oom, en ik kan niet heengaan, zonder dat gij mij gezegd hebt, hoe ik handelen moet." Zij ging op de kleine sofa zitten. „Mijn vader weigerde zijne toestemming," vervolgde zij, „en tante zeide, dat mijne vereeniging met Army een ongeluk voor mij was, oom, omdat hij niet aan mij, maar alleen aan mijn geld dacht; vader deed een beroep op mijn meisjestrots. Eerst voegde ik mij naar zijn wilhet was zulk een verschrikkelijk gevoel dat te ondervinden, ik wilde ook sterk zijn, oom, maarteen toen kwam zijne moeder en jammerde, hij wilde weg naar Amerika, en toen, oom, voelde ik mij naar hem toe gedreven, en ik bad hem, niet weg te gaan; ik wus half waanzinnig van angst en smart. Hij moest mij beschouwen als een goede kameraad, heb ik tegen hem gezegd En toen heeft mijn vader ingewilligd, omdat ilc hem zoo vurig smeekte; op mijne knieën heb ik gelegen ik zou immers ge storven zijn, als Army naar Amerika bad moeten gaan, zonder dat ik alles beproefd bad om hem te reddenArmy weet niet eens, welk een strijd het mij gekost heeft. En nu valt het mij zoo onuitsprekelijk zwaar, als ik naast hem sta; bij elke schrede aan zijne zijde doet mij het hart z.oo zeer, en nu komt mijn trots er tegen op, dat ik wel is waar zijne verloofde ben, maar niet zijn beminde. Ach, oom, ik ben zoo ongelukkig!" {Wordt vervolqd. heer Keucheuius kondigde eene motie ann om de iuvoering der onderwijswet uit stellen tot de herziening van het kiesregt. Zitting van Vrijdag 5 December. Voortzetting der beraadslaging over het Hoofdstuk Binnenlandsche Zaken. Na breedvoerige disenssiün komen in stemming deze moticn: 1. van den heer Keuchenius luidende, „de kamer van oordeel zijnde dat in afwachting ecner herziening van het kiesregt de invoering der wet op het lager onderwijs behoort te worden uitgesteld, gaat over tot dc orde van den dag;" en 2. van den heer Heydenrijck, aldus luidende: „de kamer van oordeel, dat aan de invoering der wet op het lager ouderwijs behoort vooraf te gaan de regeling der financiële vraag stukken, die daarmede in verband staan, gaat over tot de orde van den dag." Beide motieu werden verworpen, de eerste met 56 tegen 22, de tweede met 46 tegen 27 stemmen. Franürljls.. Jl. Donderdag heeft de regering het door haar verlangde votum van vertrouwen van de Kamer ontvangen. Terwijl de regterzijdc zich van de stemming onthield, werd met 343 tegen 107 stemmen eene motie aangenomen, waarmede de regering zich had vereenigd. Oostenrljü. Dezer dagen was de Kroonprins in het Kragoniczaer- wond op de jagt. Den straatweg naar Galicië, die door het bosch loopt, overstekende, om weer in het digte hout te dringen, zag hij niet ver van zich een wagen staan, waarbij vier Galicische boeren handel stonden te drijven over een voer aardappelen. Een van hen hield zijn hand op om den koopprijs te ontvangen, toen een' windvlaag den ver- kooper een muntbillet van vijf gulden uit de hand rukte. Op hetzelfde oogenblik weerklonk een schot en het papiertje vloog in de lucht aan stukken. Verrast keken de boeren op en herkenden den Kroonprins, dien zij eerbiedig na derden. Toen de Prins, die, om een proefje van zijne schutterskunst te geven, op het muntbillet had aangelegd, de schade dubbel wilde vergoeden, weigerde de man echter het geld aan tc nemen. Hij was zoo vereerd, dat de Prins op zijn eigendom geschoten had, dat hij verklaarde gaarne zijn geheele vermogen in de lucht te willen werpen, als de Prins er op wilde mikken. Slechts een sigaar nam hij van den Prins aan; hij wilde dien als aandenken bewaren. Ruslana. De Keizer is jl. Donderdag te Sint-Petersburg aange komen. Hij werd door de vergaderde menigte en de in rijen opgestelde soldaten niet geestdrift begroet, en begaf zich in eene opene slede naar het winterpaleis. De toestand van de Keizerin, die zooals men weet te Cannes ziek ligt, is van dien aard, dat men het noodig oordeelde haar den aanslag voorloopig nog geheim te houden. Bcrigt aan ieder, die zich goed wil kleeden. Allen, die hunne aankoopen voor den winter gedaan hebben in de groote Kleêrenmagazijnen van de „EBHEiIjIE JA El MI*7 IKKE}'1 te Parijs, hebben dat huis hunne inge nomenheid betuigd over de soliditeit, de élégance en de goede snid hunner kleederen. Wij bevelen onzen le/.ers, die hunne winterkleederen nog niet besteld mogten hebben, daarom bijzonder aan, zich tot de RKLIiE JAltIM AIKRK te wenden, overtuigd als wij zijn, dat zij ons erkentelijk zullen wezen voor dien raad. De prachtige geïllustreerde Catalogus wordt gratis en franco toegezonden aan ieder, die daarvoor franco aanvrage doet. Burgerlljlte Stand. Gemeente HELDER. Van Donderdag tot Zaturrh g. ONDERTROUWD: Geene. GETROUWD: J. D. v. Garderen en P. J. Sporrij. BEVALLENJ. Pronk, aeb. de Jong, Z. A. Dijker, geb. Kimmel. 1). M. C. Duijvelshoff, geb. Pot, Z. D. Tol, geb. Stoker, Z. OVERLEDEN: M. v. d. Bergen, 57 jaren. J. v. Kijken, geb. Ploinp, 69 jaren. Gemeente WIERINGERWAARD. Van 1 tot 30 November. ONDERTROUWD: Geene. GETROUWDJ. Bakker en N. Dekker A. Wit en J. Bruinema». BEVALLEN: S. Hoenson. geb. van Lith, 1). A. Boekei. geb. IJf, D. A. Oudendijk, geb. Beek. D. D. Slikker, geb. Edam, Z. A. Smit, geb. Breed, 1). T. Breed, geb. Mosk, D. J. Wit, geb. Bruineman, Z. A. Kaan, geb. Schenk, D. A. Bakker, geb. Hoenson, D. OVERLEDEN: J. Kooij, 27 jaren. W. Slikker, 16 dagen. Levenloos aangegeven 1. Gemeente ANNA PAULOWNA. Van 1 tot 30 November. ONDERTROUWD: Geene. GETROUWD: R. Kaan en N. Waiboer. J. Langedijk en A. Woudenberg. BEVALLEN: J. Wiggers, geb. West, Z. E. Voorman, geb. Boersen, I). C. Komen, geb. Hout, Z. A. Kooij, geb. Prii.s, D. S. Wiggers, geb. Krijnen, Z. K. Bakker, geb. Heerschap, Z. M. Kapitein, geb. Groot, D. J. Wissekerke, geb. de Vrie9, Z. OVERLEDENC. Kamp, 8 weken. K. Tiel, 10 jaren. Gemeente ZIJPE. Van 16 tot 30 November. ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene. GEBORENGeertruida. dochter van Gerrit Kaper en Maartje Tol. Tryntje, dochter van Gerrit de Koning en Maartje Slommer. Catharina, dochter van Jan Slikker en Cornelia Weij. Gerrit, zoon van Jan Pot en llendrica Philipsen. Bregtje, dochter van Dirk Kouwenberg en Antje Schrijver. Anlje, dochter van Jan vau Til en Maartje Glas. Willem, zoon van Hendrik Jimraink en Maartje Stam. OVERLEDEN: Jannetje, 13 maanden, dochter van Pieter Heertjes cn Maartje Meijer. Aagje Mooij, 72 jaren, weduwe van Jan Slommer. Weêrtaitee ffaaruemmeen te Held tr. iLaudsteet.) 11 -O E 09 c Uren. Windrigting en Kracht. Barometer mm. Thermometer C. Vochtigh. procent. Toestand van de zee. Stand. Afw. Stand. Afw. 5 12 110. 15k. 750.5GJ- 9.1 -3.0 - 8.2 0.67 Golv* 6 8 no. 0.2„ 757-65 - 2.2 -3.4 - 7.8 0.96 Vlak.* 6 12 noto. 0.6 760.83f 1.0 -1.7 - 6.8 0.94 Vlak.f WeêrsKesteldheid5 I)ec. 12 u. Ligtbcwolkt., vorst. 6 Dec. 8 u. Betrokken, vorst, sneeuwbuijen. 6 Dec. 12 u. Bewolkt. Vol ijs. f IJs op siroom. Gevroren dikte van 4 op 5 Dec. 52 mM. 5 6 Dec. 23

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1879 | | pagina 2