woning en het raadhuis weldra huiten gevaar waren. De
brand, waarschijnlijk ontstaan door het stoken op waschdag,
heeft intusschen het gelieele gebouw benevens 7 schapen
en eenige kippen vernield. Het pand zelf was verzekerd,
maar niet *t geen zich daarin bevond.
Een juffer, dienstdoende in den winkel hoek lleeien-
gracht en Ileerenstraat te Amsterdam, kreeg jl. Maandag
middag een paard voor den toonbank, nadat de deur was
verbrijzeld en de wagen, waarvoor het paard was gespannen,
op de stoep was omgevallen. De nieuwe klant liet het daarbij
en rigtte geen verdere verwoestingen aan. Het dier was er
zelf het onpleizierigst aan toe, want het kwam niet zonder
kwetsuren van de boodschap af.
Heeft te Arnhem een bakker brood gegeven voor de
armen, te Amsterdam heeft een glazenmaker kosteloos glas
en stopverw beschikbaar gesteld voor armen, die gebroken
ruiten hebben.
Naai* aanleiding der mededeeling van de Nederlandsche
Stoombootmaatschappij, dat zij bij een bestelling van haar
booten bij den scheepsbouwmeester John Lain in Schotland
25 pCt. minder betaalt dan hier en levering binnen de
helft van den tijd, bier bedongen, heeft de Werkmansbode
gevraagd waaraan dat kan toe te schrijven zijn, vooral
waar men staat tegenover het feit, dat de loonstandaard
in Engeland zooveel liooger is dan hier te lande. De
heer Edward Rooze te Londen heeft daaromtrent een
onderzoek ingesteld en deelt 't resultaat daarvan in het
N. v. d. D. mede. Hij heeft van drie competente ingenieurs
schriftelijk advies ingewonnen en allen stemmen in hoofd
zaak met elkander overeen. Resuineerende verkrijgt hij
het volgende resultaat:
John Lain te Sunderland in het bijzonder en de Schotsche
of Clyde-seheepswerven in het algemeen kunnen goedkooper
werken, dan eenige Nederlandsche firma
a. Omdat hun fabriek van zooveel grootere afmeting
en er zooveel beter op ingerigt is.
b. Omdat zij op hetzelfde tijdstip zooveel meer werk te
gelijk in handen hebben.
c. Omdat de schaal waarop gewerkt en besteld wordt
zooveel grooter is, zooveel meer verbeterde werktuigen,
machines en gereedschappen aangewend worden, waaraan
in Nederland nog geen behoefte gevoeld is, door het
betrekkelijk klein aantal te bouwen schepen.
d. Omdat de Britsche werkman met behulp dier
appliances (hulpmiddelen) zooveel meer werk kan verrig-
ten, dan de Nederlandsche met hetgeen hem in de hand
gegeven wordt.
e. Om den minderen prijs van het ijzer (1015 pCt.)
Om den minderen prijs van kool en stoomvermogen.
In aanmerking genomen deze gegevens, vinden mijn
adviseurs het verschil van 25 pCt. nog niet eenmaal groot
genoeg, en dat dit verschil niet hooger is, pleit, in aan
merking genomen de onvermijdelijke bezwaren, aan de
ijzerindustrie in Nederland verbonden, in elk opzigt ten
voordeele onzer Hollan:ische industriëelen.
Dat het niet in den werkman zit, bewijst de volgende
opmerking, die door een Schotsch ingenieur aan den heer
Rooze werd gemaakt: „Geef mij Engelsche werktuigen,
Engelsche hulpmiddelen, goedkoop ijzer en kool.... en
Nederlandsche werklieden, en wij maken stoombooten,
daar èn van der Made èn John Lain van versteld
zouden staan."
In eene vergadering, dezer dagen te 's Gravenhage
gehouden, werd als voorzitter van den algemeenen Neder-
landschen landbouwraad gekozen de heer mr. C. J. Sickesz,
van Lochemals onder-voorzitter de heer J. A. van der
Burgh, van Breda, en als secretaris de heer P. F. L.
Waldeck (secretaris derHoll. Maatschappij van Landbouw).
De statuten zullen, wanneer ze gereed zijn, na arrestatie
in de bladen bekend gemaakt en aan de verschillende
Maatschappijen van Landbouw ter overweging worden
toegezonden.
Ter verbetering van een vorig berigt verneemt de
N. Rott. Crt., dat de heeren Lee Son, de gewezen aan
nemers van het Noordzeekanaal, f 1400 aan de armen van
van Beverwijk en f 550 aan die van Wijk aan Zee hebben
geschonken. Deze gelden zijn het restant van een indertijd
ten behoeve der kanaalwerkers opgerigt fonds.
In zijne voordragt over de kennis der hemelligchamen,
te Rotterdam gehouden, zegt professor Oudemans o. a.:
„De zon is ééne gloeijende massa, die echter zichzelve
verteert. Hare bestemming is langzame afkoeling, en als
die afkoeling er is, dan zal van zelf op de aarde alles
vergaan, daar, door de ontzettende koude, niets meer op
hetgeen wij „deze wereld" noemen zal kunnen leven."
Niettegenstaande deze somber-wetenschappelijke voorspelling
van den ondergang der aarde, vond de spreker levendige
toejuiching. We haasten ons er bij te voegen, dat, naar
de hypothesen der wetenschap, de afkoeling van de zon
eerst over 18 a 20 milliocn jaren zal intreden, zoodat de
menschhcid, in spijt van de felle koude van December
1879, nog den tijd heeft om zich op haar ondergang voor-
te bereiden.
De aandeelhouders in de Rotterdamsche Tramway-
maatschappij werden jl. Dingsdag opgeroepen, om eenige
wijzigingen te brengen in de statuten, noodzakelijk geworden
door de handelingen van twee der directeuren, die moesten
ontslagen worden. Sommige leden stelden het verlies, dat
de Maatschappij daardoor geleden heeft, zeer donker voor;
volgens een was er zelfs een bedrag van f 250,000 „naai
de maan." Dit nu is overdreven, meende de voorzitter
van commissarissen dit kapitaal is wel is waar niet meer
in klinkende munt voorhanden, maar daarvoor is de concessie
aangekocht, de weg is gelegd, er zijn paarden en rijtuigen
aangeschaft, er zijn gebouwen gezet, hetgeen alles een deel
uitmaakt van de onderneming.
Intusschen werden de overblijvende bestuursleden zeer
hard gevallen, dat zij de malversatiën van hunne ont
slagen medeleden niet in tijds hadden bemerkt en ver
hinderd. Vooral tegen den president-directeur, den heer
Reints Bok, waren de aanvallen gerigt; hij werd door
sommigen onbruikbaar geacht, en er werd zelfs een voor
stel gedaan de 9 pCt. aandeel, die hij in het dividend
geniet, te laten vervallen, totdat hij 't bewijs zal hebben
geleverd, beter op de hoogte van zijne betrekking te zijn.
Dit voorstel kon echter niet aan de orde komen, omdat
het niet was ingeleverd naar de wijze en in den vorm, bij
de statuten bepaald.
Het bestuur bleef dus ingerigt op den voet, zoo als
door commissarissen werd gewen9cht; de drie directeuren
zullen de werkzaamheden zoodanig onder zich verdeelen,
dat een de administratie voert, een het technisch beheer
en de derde de paarden vooi- zijne rekening heeft. De I
voorgestelde wijzigingen in de statuten werden evenzeer I
met groote meerderheid goedgekeurd. Het maatschappelijk
kapitaal zal nu van f 500.000 gebragt worden op 1 milliocn.
Voor het aangaan van geld leeningen, f250,000 te boven
gaande, zal de goedkeuring van de algemeene vergadering
vereischt zijn. Eindelijk zal het dividend voortaan aldus
geregeld zijn: 55 pCt. aan de aandeelhouders, lOpCt. aan
de commissarissen, 9 pCt. aan den president-directeur, 16 pCt.
aan de twee directeuren en 10 pCt. voor het reservefonds.
Te Hellevoetsluis is aan den heer D. Volker, van
Dordrecht, wiens inschrijvingsbillet, groot f 285,000, volgt
op dat van den laagsten inschrijver voor het verbeteren
der vesting in eerstgenoemde stad (2de gedeelte), de aan
neming gegund.
In de vergadering van de Fabrieks- en Handwerks-
nijverheid, afdeeling Utrecht, trad jl. Maandag avond als
spreker op de heer S. Hamelink, die den oorsprong en
de ontwikkeling der tramwegen behandelde.
Spreker schetste hoe de Grieken reeds voor het gemak
kelijk vervoer hunner processiewagens diepe geulen of
groeven maakten. Hoe later in de mijnen planken werden
gelegd, waarover tic wielen der karren liepen, waarop
men op sommige plaatsen (in bogten en hellingen) ijzeren
banden sloeg. Verder, hoe die planken door ijzeren platen
vervangen werden en men langzamerhand kwam tot den
vorm der rails, die wij thans allen kennen.
De rentabiliteit der tramwegen is meest overal gunstig.
Een oordeelkundige exploitatie is echter gebiedend nood
zakelijk. Spreker toonde vervolgens aan van hoe groot
nut het zou zijn de plaatsen, die nog niet aan den spoor
weg liggen, daarmede in verbinding te brengen door
middel van tramwegen. Met veel belangstelling werd
deze nuttige zaak aangehoord. Op uitnoodiging van liet
bestuur heeft spreker zich bereid verklaard in de eerst
volgende vergadering de exploitatie der tramwegen te
behandelen.
Nabij het station Zwaluwe had dezer dagen een ernstig
spoorwegongeluk plaats. Ziehier wat een reiziger daaromtrent
mededeelt: „Nadat de trein de brug over het Hollandsch
Diep gepasseerd was en het station Zwaluwe bijna bereikt
had, begon de wagon waarin ik mij met mijne eclitgenoote
bevond, vrees el ijk te schudden en te kraken tot hij eensklaps
omsloeg en wij buiten kennis lagen door den hevigen schok.
De vier volgende rijtuigen waren eveneens ontspoord, terwijl
het laatste rijtuig, een bagagewagen, ook omgeworpen werd.
Toen wij weêr tot bewustzijn kwamen, gevoelden wij aan
al onze ledematen hevige pijnen, riepen evenals onze andere
lotgenooten om hulp en werden uit onze gevaarlijke positie
bevrijd door liet met moeite opentrappen van een der paneelen,
dat reeds gedeeltelijk verbrijzeld was. Wat wij toen zagen
was verschrikkelijk. Wel 20 personen waren in meerdere
of mindere mate gekwetst, waarbij twee met gebroken arm.
De stationschef beijverde zich zooveel mogelijk hulp te
verleenen; hein komt dus de dank der passagiers toe. De
eerste geneeskundige hulp werd verleend door dr. Smits
uit Zevenbergen. Niet door een verkeerden wisselstand is
het ongeluk veroorzaakt, maar liet is toe te schrijven aan
het breken van een as van liet rijtuig, waarin wij ons
bevonden. Want het voorste gedeelte van den trein stoomde
door naar Zevenbergen, terwijl het andere afbrak aan liet
station Zwaluwe. Ware dit niet geschied, de ramp ware
niet te overzien geweest."
Over het stranden van het stoomschip Stad Vlissingen
schrijft men aan de Midd. Crt. uit Breskens:
„De stoomboot Stad Vlissingen liep jl. Dingsdag nacht
ten 2 ure bij dikken mist op een der paalhoofden van den
polder Breskens, nabij, den vuurtoren. Het schip zat hoog
op 't strand, met de machine juist op het hoofd, den boeg
in 't zand en bet achterschip zwevend, zoodat men bij laag
water er onder door kan gaan. De machine scliijnt ontzet
te zijn, het schip lek en vermoedelijk verloren. Sommige
passagiei-s, waaronder enkele dames, zijn Dingsdag morgen
vroeg met rijtuigen van in de nabijheid wonende landbouwers
naar het dorp gebragt, waar zij door een sleepboot zijn
afgehaald. Een hunner schonk aan de armen van Breskens
een bankbillet groot f 100.
Het buitengewone maar treurigeschouwspel lokte honderden
wandelaars van de omliggende gemeenten naar de plaats
des onheils.
Omtrent den toestand van den burgemeester van
Rheden verneemt men, dat die niets te wensclien overlaat.
De wonden zijn slechts brandwonden, daar de kogels in
de lies en op het dijbeen zijn gestuit door voorwerpen,
welke de heer Brantsen toevallig in den zak hadeen
tabaksdoos en een losse knoop. Ook de wonde aan de
zijde van het hoofd staat gunstig.
Onder Geldersch en Stichtsch Veenendaal is een bosch-
of zoogenaamde tijgerkat van de grootste soort geschoten.
Te Lunteren is een kind van 21 jaar, door de
moeder alleen gelaten, op vreeselijke wijze in den kinder
stoel verbrand.
De algemeen ongunstige toestand oefent zeer grooten
invloed uit op de huur- en verkoopwaarde der landerijen,
inzonderheid op de kleistreken in Friesland. Aan vele
huurders is door de landeigenaars reeds belangrijke ver
mindering van huur toegestaan, andere verzoeken van hunne
huurjaren ontslagen te worden, terwijl bij openbare ver
huringen niet meer dan 1 der vorige sommen kan worden
gemaakt. Ook de verkoopwaarde der gronden is sterk
gedaald. Voor landerijen welke in de laatste jaren f2000
a f 3000 per HA. opbragten, wordt thans de helft minder ge
boden. De oorzaak van een en ander zijn de mislukking van den
oogst in de bouwstreken en de belangrijke goedkoopere
prijzen van het vee, boter en kaas, die de greidhoek oplevert.
De meest is mede een derde goedkooper dan in 1878.
Dat de Friesche hardrijder O. v. d. Berg van Rijperkerk
het tegen een 1 Bjarig Groningerlander heeft verloren, verwekt,
in Friesland veel sensatie.
In de Asser Courant werden de vorige week eenige
bijzonderheden medegedeeld omtrent de Drentsche machinale
Turfmaatschappij, onder directie van den heer Felix Polak,
te 's Gravenhage. Daarin werd gesproken van het inbrengen
van eene waarde van f 9000, die voor f90,000 was berekend.
Naar hetzelfde blad mededeelt, wordt nu, naar dejuistheid
van de feiten in bedoeld artikel vermeld, een onderzoek
ingesteld van wege den minister van Justitie.
De heer Corten, wandelleeraar te Maastricht, deelt
in zijne wekelijksche landbouwkroniek de uitkomsten mede,
die een der knapste landbouwkundigen in Limburg, de
heer IJahn te Nieuwstadt, van de teelt der rutabage of
Zweedsche koolraap heeft verkregen Genoemde heer, die
dit voodergewas sedert eenige jaren op vrij groote schaal
verbouwt, geeft daaraan de voorkeur boven de mangel-
wortelen, als zijnde minder wisselvallig dan deze en als
veevoeder vooral te verkiezen voor het melkvee, dat er
uitstekend melk van geeft. De teelt van deze koolraap
heeft hem ten vorigen jare de verbazende hoeveelheid van
60,000 KG. per 82 aren opgeleverd. Hierbij komt nog
het loof, dat hij met eenig zout zorgvuldig inkuilde en
waarmede hij in 't laatste saizoen gedurende twee maanden
25 runderen onderhouden heeft. Het mislukken der teelt
wordt door hem veelal toegeschreven aan 't gebruik van
slecht (verbasterd) zaad en meent bij, op grond van zijne
bevinding, voor de levering van graszaden te mogen aan
bevelen de Hamburgsche firma Ernst und von Spreckselen.
Te Horik, gemeente Nederweert, heeft een vijftien-
jarig jongeling zijn vader, die hem over zijn late tehuiskomst
verwijtingen deed, met een pook zoodanig op het hoofd
geslagen, dat men aanvankelijk voor zijn behoud vreesde.
De zoon werd bijgestaan door de moeder, die haren man
onder de mishandeling vasthieldhij is voortvlugtig, terwijl
de moeder gevankelijk naar Roevmond is overgebragt.
Aangaande de heerschende veepest te Batavia verneemt,
men zeer verontrustende berigteu. De ziekte moet onder
anderen in het Tatigerangsche onder de karbouwen vreeselijk
woeden en duizenden bij duizenden dezer dieren reeds zijn
afgemaakt. Aan het bestuur zijn weder 6 gecommitteerden
gevraagd om het slagterswerk daar op nog grooter schaal
voort te zetten. Zeer wordt gevreesd voor verdere uit
breiding der ziekte en men is in het geheel nog niet zeker
dat deze zich zal blijven bepalen tot de resi lentiën Batavia
en Bantam, daar de vrees niet ongegrond is, dat de tegen
woordig heerschende westenwinden de smetstof ook naar
Middel-Java zullen overbrengen.
De som, noodig tot den bouw en de inrigting van
„Livingstone Hall" in Amerika, waarvoor de Jubilc-zangers
ook ons land bezochten, is ten volle verkregen. De vorming
van zendelingen voor Afrika kan aldaar thans aanvangen.
Volgens de Thierartz is Barbe de uitvinder van
hoefijzers zonder rits, stoot en kalkoenen. Hij maakt de gaten
met een puntliamer, welke punt meer dan anders verlengd
is, daardoor schijnen de gaten dieper te worden, beginnen
aan de bovenste vlakte van het ijzer minder breed en lang
dan anders en eindigen aan de onderste vlakte van het
ijzer in gewone grootte en vorm. Dienovereenkomstig is
ook de kop dor nagels gevormd, niet zoo sterk en groot
als bij de Engelsche hoefnagels, niet ingedrukt, maar meer
regtlijnig langzaam verloopend in de kling overgaande.
Door deze inrigting kan de kop onbewegelijk in het ijzer
dringen en wordt hierdoor het losgaan verhinderd. De
kling van den nagel is een derde korter dan van anderen.
Barbe heeft drie soorten, wat de lengte betreft. De punt
begint met een van de breede nagelvlakten regthoekig
vooruitspringende verhevenheid, die verder spits toeloopt.
De tegenovergestelde kant is vlak, maar in de streek van
het vooruitspringende gedeelte aan de andere vlakte, even
zoo spits toeloopend.
Vóór bet gebruik doopt B. de nagels in vet, opdat zij
goed glijden. De nagel wordt zóó aangezet, dat de gladde
vlakte naar den hoefzool, de haakvormige punt naar bui
ten gekeerd is en zóó ingeslagen, dat de punt noch te
diep tegen den zool indringt, noch uit het hoorn te voor
schijn komt; de weg wordt door den nagel ook wel gebaand
door het inslaan van een stempel, die den vorm des nagels,
maar niet de punt heeft. De kortheid van den nagel ver
hindert het vernagelen en ook het afbuigen. Met krachtige
hamerslagen worden de nagels na het inslaan vast aange
trokken. Tot het vastnagelen van een ijzer aan de Vee
artsenijschool te Alfort gebruikte Barbe drie minuten tijd.
Te midden van al de kou en de ellende, waardoor bijna
geheel Europa geteisterd wordt, komt de Tribune ons
verrassen met het berigt, dat er jl. Dingsdag in haar redactie
kamer een levende meikever te zien was. Het beestje was,
verzekeren de redacteurs, zeer opgewekt en liep vrolijk
over de tafel heen.
Het is met de liefde als met de soep. De eerste
lepels daarvan zijn te heet en de laatste te koud.
Naar aanleiding van de koude. Eenige jaren
geleden waren er op de Newa bij St. Petersburg, die toen
bevroren en met ijs bedekt was, een dozijn personen in
tenten te vinden: het waren Laplanders, die aan eene
borstkwaal leden en die voor den winter te St. Petersburg
kwamen. Voor die goede lieden was een winter aldaar
gelijk aan een zomer te Nice.
V iscLLL)erIgteii.
Jl. Dingsdag kwamen alhier binnen de sloepen:
Pollux, schipper A. Verschoor, aanbrengende 80 levende kabel
jaauwen, 80 levende lengen, 1 heilbot, 350 schelvissehen, 3 bennen
vleet, 412 doode kabeljaauwen en lengen. De levende kabeljaauw
werd voor f 3.70 per stuk verkocht, de doode van f 1.50 tot f 2.
Ulbo, schipper J. Smit, aanbrengende 4300 schelvissdien (dood
en levend); verkocht voor f 18.50 't honderd.
Slechts enkele schuitjes kwamen binnen door windstilte en
veel ijs.
Gisteren werden een dertigtal schuitjes door een sleepboot
binnengesleept, aanbrengende van 300 tot 800 schelvissehen en
enkele kabeljaauwen.
En zijn nog circa 30 schuiten in zee, die hunne vangst wel
te Huisduinen zullen moeten lossen, daar de reede geheel met
drijtijs bedekt is.
Benoemingen, enz.
Tot leden van den geneeskundigen raad worden met den
1 Januarij a. s. benoemd voor Noordholland de heeren: dr. J. F.
van Hengel, te Hilversum; P. van Vollenhoven, heel- en vroed-
meester te Amsterdamdr. P. van Reysen, te HaarlemJ. Venster,
apotheker te Helder; J. Swens, oud-aj>otheker te Haarlem; en
tot plaatsvervangende leden de heeren: dr. A. van der Boon,
te Zaandam; dr. A. H. Israëls, te Amsterdam; G. B. van Balen
Blanken, heel- en vroedmeestcr te Sijbekarspel; dr. C. B. Tilanus,
oud-lioogleer; J. Polak, apotheker; P. Kruijsse, apotheker en
dr. P. Ankersmit, alle vier te Amsterdam.
De off. van adm. 1ste kl. C. H. S. Pastor, behoorende tot
de rol van liet wachtschip alhier, wordt met den 20 dezer op
non-activiteit gesteld.
Staten- Greneraal.
Tweede Kamer.
Zitting van Dingsdag 16 December. Bij het voortgezet debat
over het Hoofdstuk Oorlog verdedigde de minister in een uitvoerige
en algemeen zeer toegejuichte rede zijne plannen. Voor de eerste
verdediging is het leger aangewezenbeter geregelde schutterijen
komen daarna in aanmerking. Sterk bestreed hij den persoonlijken