is niet terstond en op alle plaatsen te gelijkertijd tegemoet te komen. Men bedenke toch, dat tegenwoordig op meer dan 400 kantoren bronzen munt beschikbaar moet zijn, en I dat toezendingen van f 100 aan halve centen, waaraan men vroeger en op de meeste plaatsen nu nog weken lang j genoeg heeft, thans somtijds in enkele uren verbruikt zijn. Toch geldt het ook hier slechts eene kwestie van wachten gedurende hoogstens enkele dagentenzij onverhoopt mocht blijken, dat de nieuwe halve centen vele malen meer gezocht zijn dan de oude, want op zoodanige eventualiteit heeft men bij de raming der aan te munten hoeveelheden niet gerekend." De passage, die te 's Hage wordt gemaakt, zal niet minder dan 16 ton kosten en eerst in 't voorjaar van 1885 gereed komenvoor f 600,000 zijn aandeelen genomen, terwijl voor een gelijk bedrag hypotheek gesloten wordt en het overige nog geplaatst moet worden. De heer Jorissen, voormalig Staatsprocureur in de Zuid-Afrikaansche Republiek is, naar men verzekert, weder naar Transvaal vertrokken. In de zitting van den Raad der gemeente Zijpe, den 7 dezer gehouden, werd medegedeeld, dat de heer A. Schermer zijne benoeming als regent van het Weeshuis heeft aange nomen. Aan den heer Biersteker werd bij 't, nederleggen zijner betrekking als lid van 't Bestuur van 't Weeshuis dank gezegd voor zijne vele bemoeiingen. 't Stembureau voor de op 15 dezer te houden verkiezing van een lid voor den Raad werd samengesteld uit de heeren Biersteker en Paarlberg, en tot plaatsvervangende leden de heeren Zijp en Sehuijt. Tot gemeente-opzichter werd benoemd de heer J. Bos, met wien op de voordracht stonden de heeren F. Meijer en G. Veter. Aan de onderwijzeresse mej. C. Van Ingen, te Burgerbrug, werd, wegens hare benoeming te Haarlem, een eervol ontslag verleend, ingaande 1 Maart a.s. Er werd besloten zich te wenden tot het Polderbestuur, met verzoek het hek wel te willen herstellen, dat naast de algemeene begraafplaats is gelegen. Voor mededeeling werd aangenomen de kennisgeving, dat de Nieuwjaars collecte f 408.22| heeft opgebracht, welke som onder 314 armen is verdeeld. De bevolking der gemeente Oudkarspel bedroeg op 1 Januari 1883: 685 m. en 615 vr., te zamen 1300 per sonen. In 1883 zijn geboren: 15 m. en 24 vr., te zamen 39; ingekomen van elders: 36 m. en 45 vr., te zamen 81; overleden zijn: 12 m. en 16 vr., te zamen 28; vertrokken naar elders: 48 m. en 55 vr., te zamen 103 personen. De bevolking bedroeg dus op 1 Januari 1884: 676 m. en 613 vr„ te zamen 1289 personen, naar de vei-schillende godsdienstige gezindheden verdeeld als volgt: 1027 Ned. Herv., 3 Évang. Lutli., 27 Doopsgez., 7 Chr. Geref. en 225 R. Cathol. In 1883 zijn 15 huwelijken gesloten, als 14 tusscben jonkmans en jongedocliters en 1 tusschen weduwnaar en weduwe; 4 kinderen werden als levenloos aangegeven (3 m. en 1 vr.) Jl. Vrijdag was de te Assen garnizoen houdende compagnie infanterie zonder tamboers. De heeren, drie in getal, hadden zich Donderdag avond zonder verlof ver wijderd. Den ganschen nacht van Donderdag op Vrijdag heeft een korporaal,? bijgestaan door een nachtwacht, een aantal huizen, waarin men kon vermoeden, dat zij zich hadden verscholen, geïnspecteerd't was echter vergeefsche moeite, men vond hen niet. Ook de Vrijdag voortgezette nasporingen door een groot aantal autoriteiten en man schappen der compagnie hadden niet het gewenschte resul taat ze waren weg en bleven weg. Hoe noodig het was dat de deserteurs spoedig terug kwamen, bleek den volgenden dag ten duidelijkste, toen het tijd was om signalen te blazen; wel beweerde een der manschappen genoeg in die kunst ervaren te zijn, om als noodhulp-trompetter dienst te kunnen doen, doch toen hem werd opgedragen het signaal voor de „wachtparacle" te blazen, bracht 'hij eene volstrekt niet mooie „reveille" te voorschijn. Het signaalhoorn werd het verdere deel van den dag bediend door een korporaaldat hij er eer meê ingelegd heeft, zei niemand, zegt de Asser Crt., die echter verder mededeelt dat de vluchtelingen Vrijdag avond vrij willig zijn teruggekomenze hadden voor hun pleizier een voetreis naar Groningen gemaakt, en zullen nu vrij zeker wel in de gelegenheid gesteld worden, in de provoost over de genoegens van zulk een reisje na te denken. H. K. H. Prinses Hendrik der Nederlanden bracht jl. Zondag namiddag ten 2\ ure, ter gelegenheid van den vijfden verjaardag van het overlijden van Z. IC. H., een bezoek aan den koninklijken grafkelder te Delft. H. IC. H., door eene hofdame en een kamerheer verge zeld, werd op de gewone wijze door den burgemeester, bewaarder van het koninklijk graf, ontvangen en uitgeleid. De komeet van 1812 is thans met het bloote oog zichtbaar. Tot den 15den dezer maand zal zij in helderheid steeds toenemen. Bij het sterke maanlicht is het verkieslijk als men den staart van den zwerveling wil zien, een gewonen tooneelkijker te nemen. De komeet beweegt zich in een hemelstreek waar geen helder lichtende sterren zich bevinden. Is de volle maan voorbij dan behoort men tusschen 6 en 8 uur in den avond in het zuidwesten te zien; de staart heeft dan een opwaartsche richting. Door den krijgsraad te Haarlem, rechtsprekende over de garnizoenen Helder, Hoorn, Haarlem, Amsterdam en Naarden, zijn in het jaar 1883 gewezen 125 vonnissen tegen 137 beklaagden. Het Hoog Militair Gerechtshof heeft 111 dier vonnissen geapprobeerdvan negen vonnissen is door den advocaat-fiscaal, van vijf vonnissen door de beklaagden hooger beroep aangeteekend. Drie der aan geklaagden werden vrijgesproken en twee ter disciplinaire correctie verwezen. Van de 132 veroordeelden werden 36 bij het vonnis tevens uit de gelederen verwijderd. Onder hen, die terechtgestaan hebben, waren 43 miliciens, 10 korporaals, 6 onderofficieren en 1 officier. Bevolking van Amsterdam. Een rekenaar zendt aan het Hld. de volgende becijferingen: Licht en schaduw vonden we weder in de geboorte- en sterftecijfers der hoofdstad over 1883. Verblijdend is het feit, dat te Amsterdam gemiddeld elke 38 minuten een kind werd geboren, terwijl een tijdsverloop van gemiddeld 56 minuten noodig was voor elk sterfgeval dat men te betreuren had. Dat onder elke 1000 kinderen, die het levenslicht aanschouwden, 507 jongens en slechts 493 meisjes waren,, heeft in verschillende opzichten ook zijn goede zijde; en de schoone sekse, die deze opvatting wellicht niet zal deelen, kan op hare beurt met voldoening opmerken, dat de kans om levenloos geboren te worden als meisje zooveel kleiner is dan als jongen (4,7 pCt. tegen over 6,1 pCt.), en dat er 94 jongedocliters meer in den echt traden dan jonkmans, dank zij den weduwnaars. Doch er is ook een schaduwzijde. Onder de 13,037 wettige kinderen, die geboren werden, waren 644 levenloozen; naar die verhouding moesten onder de 961 onechte kinderen 47 levenlooze geweest zijn; hun aantal was daarentegen 112. Alzoo bi-achten 65 ongehuwde moeders een levenloos kind ter wereld, dat, gerekend naar de gehuwde moeders, niet levenloos had mogen zijnOf welde sterfte onder de ongeborenen bedroeg bij de wettige 4,95 pCt., (5,65 pCt. bij jongens en 4,2 pCt. bij meisjes), en bij de onechte 11,65 pCt., (11,8 pCt. bij jongens en 11,45 pCt. bij meisjes), zegge 2| maal zooveel Sedert eenigen tijd zijn met de departementen van Marine, van Financiën en van Waterstaat, enz. door het Dagelijksch Bestuur van Amsterdam onderhandelingen gevoerd over het stichten van een gebouw op den „kop" dor oostelijke Handelskade voor gemeensehappelijken dienst van het Rijk en van dé^gemeente. Thans zijn die onder handelingen zoover gevorderd, dat B. en W. den Raad voorstellen, tot defl' bouw over te gaan, waarvan de kosten bedragen f'235,210. Het Rijk zal jaarlijks f 7915 hum aan de gemeente betalen voor het gebruik van lokalen voor het loodswezen (van Nieuwediep naar Amsterdam over te brengen), voor de invoerrechten en het post- en telegraafwezen, terwijl die gemeente de beschikking heeft over lokalen voor politie, brandweer, Meteorologisch Instituut en voor den havendienst. De handel zal, ook naar het gevoelen van de Kamer van Koophandel, door de ver- eeniging van al deze inrichtingen in éón gebouw zeer worden gebaat. Voor de tweede kamer der Arrondissements-Rechtbank te Amsterdam heeft de heer Agostini jl. Dinsdag den eed afgelegd, dat hij den heer mr. Haantjes, te Rotterdam, hij iets in de verte. Eindelijk vertoonde zich een bewegelijk punt tegen den verlichten achtergrond. Het punt kwam nader en bleek iemand te zijn, gekleed in een katoenen japonnetje en een wollen doek. Zij liep langs den oever van de rivier. De jonge man ging snel naar haar toe en toen hij bij haar kwam, lachte en bloosde hij. Het meisje glimlachte ook, maar het was niet zoo welgemeend als van den jongen man. «Mijn lieve Margareta, hier ben ik!" zei hij vroolijk, terwijl hij over een steenhoop sprong, die hen scheidde. „Ben je nu heelemaal van den kalkoven gekomen om mij te zien; dat hadt je niet moeten doen," zei zij verwijtend. „Het werk was om vier uur klaar, dus was het volstrekt niet lastig; en al was het dat geweest, dan zou ik toch nog gekomen zijn." Een lichte zucht was het antwoord. „Wel, je bent niet vroolijker dan wanneer je kat of hond je tegenkomt?" zei hij. „Kom, Margreetje, dat is niet lief. Maar wat zie je er vermoeid uit. Je oogen zijn zoo hol als een theeschoteltje, 't Is of je van nacht niet hebt geslapen. Je hebt zeker te ver gewandeld. Het is ook erg warm en de lucht is hier in deze lage streek zomers ook niet gezond. Ik wou, dat je met me naar den molen gingt, die ligt veel hooger. Dan zou je zoo sterk worden als een paard! Maar enfin, alles komt op zijn tijd." In plaats van dit te beamen, zuchtte het mooie meisje nog eens. „Wat, heb je er geen lust in?" vroeg hij. 7Ik geloof het wel," antwoordde zij. „Als het zoo moet wezen, zal het ook wel eens gebeuren." „Mooi gezegd, mijn lieve meid." „En als het niet moet wezen, zal het wel niet gebeuren." „Wat? Wie heeft je dat in het hoofd gepraat? Zeker je oude grootje Maar, Margareta, ik heb er vandaag over gedacht, of eigenlijk gisteren en de heele week al, dat wij dezen zomer ons huishouden moesten opzetten." „Dezen zomer?" herhaalde zij niet zeer vroolijk. „Maar hoe gaat het dan met het aandeel in de zaak Je weet toch, dat wij er anders niet aan kunnen denken." „Nu heb ik je gesnapt!" zei hij, terwijl hij de vrijheid nam haar op haar schouder te kloppen en zijn andere hand op haar anderen schouder te leggen. „Het aandeel in de zaak is in orde. Het is nu Vine Hoy ward, kalkbranders, en niet meer Richard Vine alleen. Ja, neef Richard heeft het voor een dag of wat eindelijk bepaald en het wordt deze week nog op de karren geschilderd blauwe letters op een gelen grond. Ik zal er eens met een bij je langs komen rijden, zoodra de verf droog is, dan kun je eens zien hoe het staat." „O, doe die moeite toch niet, Jaapik kan het mij wel voor stellen," antwoordde het jonge meisje een beetje uit de hoogte. „Ha, ha," zei Jaap, terwyl hij haar scherp aanzag. „Wat moet die onvriendelijkheid beteekenen Margrietje, laten we hier maar eens gaan zitten en verklaar je dan eens." Hij ging op het hek van een bruggetje zitten en liet een plaatsje voor haar open. „Maar ik moet gauw naar huis, beste Jaap," zeide zij. „Kom, wat een haast. Ik ben toch je vrijer. Ik vraag een oprecht antwoord. In welke maand en op welken dag van die maand wil je mij trouwen?" „O, Jaap," zei zij, terwijl zij op een hoekje ging zitten. „Dat is nu wel een beetje al te ronduit gezegd. Vóór ik het zoo ernstig opneem, moet ik toch eerst „Maar je vader heeft het toch al lang geleden goedgevonden en je hebt zelf gezegd, dat we zouden trouwen, als ik deelgenoot werd in de zaak. Dus moet je een oprecht man geen oprecht antwoord weigeren. Kom, bepaal nu eens den tijd." Zij antwoordde niet dadelijk. Welke gedachten gingen haar door het hoofd! Geen beelden, opgewekt door zijn woorden, maar zij zag dansende mannen en vrouwen, in rood en wit en blauw, wier beeltenis weerkaatst werd door een spiegelgladden vloer en die zich op do maat der trommelpolka bewogen. Eindelijk zeide zij aarzelend: „Jaap, je kent de wereld niet en weet niet welke behoeften een vrouw kan hebben." „Maar ik kan het je heel prettig maken. Ik woon nu op een kamer, maar ik heb het huis maar voor het vragen. En wat meubels betreft, je kunt de beste kiezen die er zijn te vinden." „De beste! Wat verstand heb je daarvan?" zei het meisje. „Daar zijn dingen waarvan je nooit hebt gedroomdwerktafeltjes, waarover je verbaasd zoudt staan; zilveren kandelaars, thee- en koffiepotten, die je zouden verblindenkopjes en schoteltjes, heelemaal verguld; zware fluweelen gordijnen, gouden pendules, schilderijen en spiegels, zooals je je niet kunt voorstellen." „Hm!" zei Jaap treurig en verzonken in gepeins. „Waar heb je die hooge eischen van daan gehaald, Margareta?" vroeg hij. „Ik durf zweren datje een week geleden er heel anders over dacht." Zij antwoordde niet en hij voegde er bij: „Jij verwacht toch zulke dingen niet, hoop ik?" 7Ik zei juist niet dat ik er behoefte aan had," zei zij kortaf. „Ik sprak alleen van dingen die een vrouw kan eischen." „Ik geloof dat je me voor den gek houdt, Margareta," zei hy. „Ik geef het op voor van avond. Je zoudt iemand bijna doen denken, dat de droes jé de aardsche schatten heeft laten zien, sinds ik je de laatste maal zag." Zij bloosde en stond op. Hij volgde haar. Spoedig hadden zij Margareta's huis bereikt van de zijde der weilanden. De baron was van den anderen kant gekomen. geen derde aandeel in de winsten der tentoonstelling had toegezegd, welke eed door den heer Haantjes aan den heer Agostini was opgelegd in een geding, waarbij eerstgenoemde zijn deel in de oprichtersaandeelen opvorderde. Gelijk men zich zal herinneren, heeft het Amsterdamsche Raadslid A. Prins voorgesteld, om de nieuwe Beurs te bouwen op een terrein verkregen door demping van het Damrak tusschen de Oudebrug en de Nieuwebrug, en zulks met wijziging van het Raadsbesluit van 18 October 1882, waarbij is bepaald, dat die zou worden gebouwd op het Damrak tusschen de bestaande Beurs en de Oudebrug. Dit voorstel werd den 19 December 1883 gerenvoyeerd aan B. en W. ten fine van prae-advies. Dezen hebben nu in een uitgewerkt rapport de voor- en nadeelen van het voorstel van den heer Prins uiteengezet en er op gewezen, dat de bouwkosten bij aanneming van de nieuwe plaats met 3 ton zouden vermeerderen. Zij laten de beslissing evenwel aan den Raad over. Men schrijft aan de Maasbode uit Utrecht, dat de stad vol is van een arrestatie, welke daar zou hebben plaats gehad. Een aanzienlijk persoon, wiens vrouw dezer dagen overleden is, zou onder het vermoeden liggen van haar door vergif om het leven gebracht te hebben. Naar men ons verzekert, is hij reeds in zijn betrekking geschorst. Wij noemen nog geen naam, hopende, dat de geruchten, hoe talrijk zij ook zijn, onjuist mogen wezen. De uitvoer van oesters was in de afgeloopen weken belangrijk. Van 20 December tot 10 Januari wordt de uitgevoerde hoeveelheid uit Yerseke en Bergen-op-Zoom op circa drie millioen geschat. Het grootste deel ging naar Engeland, terwijl de aan vragen voor België en Duitschland ook flink blijven toe nemen. Prijzen voor 1ste soort variëerden van f 60 a 62; voor 2de soort nog weinig vraagvoor f 50 a 52 werden eenige partijen van deze soort afgedaan. De markt heeft neiging tot rijzing. Ieder weet hoe zonderling de Zeeuw kan omspringen met de uitspraak van sommige beginletters. In het bijzonder geldt dit voor de letter gdie meestal als h wordt uitge sproken. Om dit kwaad te bestrijden wordt hem aanbevolen het volgende geregeld eenige malen 's daags luid uit te spreken „Geertje, Geertje, gij geeft grutters Grietje gedurig geen goed gezicht. Geeft grutters gepelde gerst geen goed gerief? Goed gepelde gerst, goed geweekt, geeft groote ganzen; (goed gepelde gerst is namelijk goed voeder voor ganzen) goede, groote ganzen, goed gebraden, geven geurig gebraad. Geurig gebraad geeft grage gasten; gevolgelijk geeft Grietjes gepelde gerst grage gasten." Een eigenaar van een wijnberg te Chili heeft een nieuwen, eigenaardigen vogelverschrikker bedacht, die, luidens verschenen berichten, uitnemend voldoet om het snoepzieke gevogelte te weren. Het apparaat bestaat uit een tamelijk groot stuk kurk, ongeveer gelijk aan een kindervuist, waarin men aan beide kanten een stuk spiegel glas steekt. Het vrij blijvende gedeelte bezet men met bonte vederen en hangt het geheel daarna aan twee gedraaide paardenharen vrij op. Deze in voortdurende beweging verkeerende, in den zonneschijn glinsterende vogelver schrikker houdt de vogels op een eerbiedigen afstand. De proef is licht te nemen, zegt de Ldb. Crt. Reeds zeer lang (ongeveer een-vierde eeuw) geleden is aangeraden om twee stukjes spiegelglas tegen elkafir aangeplakt aan een draad in de boomen optehangen ter verdrijving van vogels. Nu heeft men er wat vederen bijgevoegd. Meer dan waar schijnlijk zullen de vogels daardoor des te meer afgeschrikt worden, althans in den beginne. Want men herinnert zich het verhaal, dat men een vogelnestje met eitjes gevonden had in de jas of in den broek, dien men opgevuld voor vogelverschrikker dienst had laten doen. Buitenland. Jl. Donderdag avond is te Weenen het volgende gebeurd „Omstreeks 6 ure was de heer Eisert, die aldaar een wisselkantoor houdt, bezig met het natellen van geld en geldswaarden. Op dat oogenblik kwamen twee mannen hem verzoeken, een muntbiljet te wisselen. Hij nam het „Je wilt toch binnenkomen, Jaap?" zei zij, meer uit plichts gevoel dan uit vriendelijkheid. „Neen, ik zal het van avond maar niet doen," antwoordde hij. „Ik zal eens nadenken over hetgeen je van avond hebt gezegd." „Je benteen goede Jaap," antwoordde zij zacht. „Goeden nacht." Jaap liep in gedachten verzonken verder. Hij had het karakter van iemand, die altijd in een dorp geweest is en hij was ook zoo onnoozel als een dorpsbewoner, door gemis aan veelzijdige onder vinding. Maar hij was volstrekt niet onnoozel van natuur. In vergelijking met zijn vrienden was hij bijzonder verstandig, of liever was hij het geweest, totdat hij zijn zelf beheersching gedeel telijk verloor, door verliefd te worden. Daar nu echter de bekoorlijke oorzaak van zijn dwaasheid uit het gezicht was, kon hij overwegen en bepeinzen om tot klaar heid te komen. Wat zou er met Margareta gebeurd zijn hoe kwam zij aan die nieuwe kunsten? Met al zijn denken kon hij geen antwoord vinden dan dat zij wat pronkziek en eerzuchtig was en niet wilde trouwen, voordat hij haar een goed, net inge richt huis kon aanbieden. Jaap keerde naar den oven terug en keek naar de vuren. De oven stond op een schilderachtige plek, aan het einde van een kloof in de lagere kalkgronden en was omringd door heuvels. Het naastbijzijnde huis was dat van Jacobs neef en compagnon, dat tegen den heuvel aan den straatweg was gelegen. Van dit huis liep een laantje door de steile wanden van de kloof naar den oven, die het kleine dal als een fort beheerschte. Jaap doolde lang rond over de omliggende heuvels, steeds denkende over de verandering in zyn meisje, zonder er zich rekenschap van te kunnen geven. Eindelijk zag hij een man door de kloof naar den oven gaan. Boodschappen voor de zaak werden bijna altijd aan het huis bezorgd. Jaap dacht dan ook, dat hij zeker kwam om hem zelf te spreken. Dichterbij gekomen herkende Jaap den tuinman van Mount Lodge. De baron was een nieuwe, onverwachte klant voor hem. Oogenschijnlijk had de man geen ander doel dan het bestellen van een vracht kalk, die de baron voor zijn tuin noodig had. „Je hadt je veel moeite kunnen besparen, wanneer je de boodschap aan het huis hadt gedaan," zei Jaap. „Ik moest u zelf spreken," zei de tuinman, „want de baron wilde ook gaarne, dat gij bij hem kwaamt om over de verschil lende kalksoorten te spreken, die geschikt zijn voor den tuin. „Kon je hem dat niet vertellen?" vroeg Jaap. „De baron zei, dat ik het u moest vragen en toen kon ik er niets tegen zeggen." Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 2