II1ELDERSCIE M w
M NIEUWEDIEPER COURANT.
Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1884. N°. 12. Zondag 27 Januari. Jaar&a]Q& 42.
BEKENDMAKING.
BEKENDMAKING.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
g» Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
y n franco per post 1.20.
De BURGEMEESTER der gemeente HELDER vestigt de
aandacht der ingezetenen op 't Koninklijk besluit van 15 October
1883 (Staatsbl. No. 143), waarbij de oude koperen centen en
halve centen op 31 December 1883 buiten omloop worden gesteld
en de uiterste termijn, binnen welken die pasmunt van Rijkswege
tegen gangbare munt wordt ingewisseld, is bepaald op 31 Januari
1884, en herinnert de ingezetenen aan't geldelijk nadeel, waaraan
zij zich blootstellen, door de oude centen en halve centen niet
uiterlijk vóór 1 Fehruari 1884 in te wisselen aan de kantoren
der Betaalmeesters of aan de Ontvangers en Commies-Ontvangers
der directe belastingen, invoerrechten en accijnsen.
Helder, den 25 Januari 1884.
De Burgemeester voornoemd,
STAKMAN BOSSE.
De BURGEMEESTER der gemeente HELDER maakt bij
deze aan de daarbij belanghebbenden bekend, dat het kohier der
Grotidbelatting op de gebouwde en ongebouwde eigendommen, dienst
jaar 1884, den 22 dezer door den Heer Provincialen Inspecteur
is goedgekeurd en invorderbaar verklaard.
Helder, den 24 Januari 1884.
De Burgemeester voornoemd,
STAKMAN BOSSE.
Brieven uit de hoofdstad.
24 Januari.
17 Januari Aandeelen Parkschouwburg 32$; 23 Januari
idem idem 39. Ziedaar het resultaat van het Zaterdag
gegeven bal masqué. Schitterend is die uitkomst niet;
vooral als men in het oog houdt, dat diezelfde aandeelen
1° Januari nog op 45 genoteerd stonden. Misschien zal het
tweede bal er toe medewerken om de beurs gunstiger te
stemmen, altijd wanneer het even druk bezocht wordt als
het eerste. Het is hier toch een publiek geheim, dat deze
bals niets anders zijn dan een wanhopig redmiddel om den
kwijnenden Parkschouwburg nieuw bloed in te storten;
de ontzaglijke kosten, voor zulk eene openbare vermake
lijkheid gevorderd, kunnen beschouwd worden als de laatste
inzet van een desperaat speler, die ziet dat de fortuin hem
den rug toekeert en beproeven wil, door zulk een grandioos
offer op haar altaar, haar nog ter elfder ure tot barm-
9) De Romantische Avonturen van een Melkmeisje.
Naar bet Engelsch van Thomas IIardy.
(Vervolg.
Toen het rijtuig, dat Margareta gezien had, naar Mount Lodge
was gereden, had het niet alleen de aandacht getrokken van het
jonge meisje, maar ook van een man, die in een nabijzijnd laantje
aan het werk was en een pijp rookte. Het was de tuinman,
wiens nieuwsgierigheid niet weinig werd opgewekt door de ver
schijning van den geestelijke en van den notaris. Verder zag
hij tot verbazing de achterdeur opengaan en, daar het volle licht
op haar gezicht viel, herkende hij Margareta Tucker.
Er was iets zeer geheimzinnigs in het geheele geval. De man
ging naar het grasperk voor het huis om cenige planten te
dekken en hoorde een gefluister dat uit het raam van de slaap
kamer boven hem kwam. Hij nam zachtjes een ladder, die hij
had gebruikt, zette haar tegen den muur dicht bij het raam en
ging een paar takjes opbinden. Zoodoende kon hij nog beter
verstaan. Hij hoorde meer dan genoeg. Enkele welbekende
woorden uit het huwelijksformulier werden duidelijk uitgesproken.
Hij twijfelde er niet aan of de zieke baron trouwde met Margareta.
Hij klom van de ladder af, wachte totdat Margareta door dezelfde
deur verdween en liep toen naar zijn eigen huisje.
Dit stond in een hoek van den tuin. Bij zijn binnentreden
werd hij door een knap vrouwtje, met een weduwenmuts op,
vriendelijk ontvangen. Het was zijn dochter. Gedurende den
maaltijd was de tuinman zoo afgetrokken en stil, dat zijn dochter
eindelijk vroeg: «Wel, beste vader, wat scheelt u?"
«O wat het is!" riep de buurman. «Iets dat voor mij van
weinig belang is, maar jou misschien iets kan geven als je goed
oppast. Er is van avond iemand op Mount Lodge getrouwd."
Daarna vertelde hy haar zeer geheimzinnig alles wat hij had
gehoord en gezien.
Wij zijn menschen die van anderen afhangen en die moeten
nooit iets van hun meerderen vertellen, maar wij kunnen toch
gebruik maken van hetgeen wij weten. Zij is een aardig meisje.
Zie dus dat je heel vriendelijk tegen haar bent, voordat een
ander er iets van weet. Het zal vooreerst nog wel geheim blijven.
Als hij dood is zal zij hier blijven wonen met een inkomen van
een tienduizend pond en zal een gezelschapsjuffrouw nemen. Dat
zou een voordeelig postje voor je zijn en je kunt dan bij mij in
de buurt blijven."
Terwyl dit gesprek werd gehouden, verliet Margareta het
huis van den baron. Zij was getrouwd, maar met Jaap. Zij
■was volstrekt niet aangedaan gedurende de plechtigheid en ver
langde alleen naar huis te gaan. Dit kon haar niet geweigerd
worden en, na Jaap en den baron goeden avond gewenscht te
hebben, vertrok zij. Toen zij eindelijk goed en wel alleen in
het park was, begon zij bitter te schreien.
In de kamer van den baron was zij geheel bedremmeld, maar
nu kwamen haar verstand en gevoel terug. Hoe verder zij die
kamer en haar bewoner achter den rug had, hoe dwazer zij haar
gedrag vond. Zij had haars vaders huis verlaten, omdat zij
hem niet wilde gehoorzamen en nu gehoorzaamde zij hem toch.
■Zy had het ieder naar den zin gemaakt, behalve zich zelf.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BUREAU: MOLENPLEIN.
hartigheid te nopen. Overigens is de omstandigheid, dat er
Zaterdag avond in den Parkschouwburg een groote toevloed
was van dansende en niet-dansende maskers en een even
ruime aanvoer van belangstellende toeschouwers, nog geen
doorslaand bewijs van het financiëeel welslagen der onder
neming; de Schouwburg-directiën houden er soms zekere
huismiddeltjes op na, om volle zalen te maken, en aldus
door den schijn te vervangen wat aan het wezen ontbreekt.
De stemming der Beurs is daarom in dit geval een veiliger
maatstaf, en zooals ik u boven aantoonde, is er in dit opzicht
n°g geen bijzonder belangrijke verbetering waar te nemen.
Ik zou dus niet durven zeggen of de directie zich even
goed geamuseerd heeft als de bezoekers, van wie verzekerd
wordt, dat zij zich van tien uur 's avonds tot zes uur
's morgens uitstekend vermaakt hebben, ondanks de totale
afwezigheid van dat eigenaardige je ne sais quoi, dat
zulk een feestviering maakt tot hetgeen men er eigenlijk
van verwacht. Er was geen geest en er was geen geestigheid
klaagden de deskundigen, die, te Parijs geweest zijnde, hun
spaarduitjes wel eens in Mabille of de Closerie des Lilas
versnoept hadden. Maar weten die «deskundigen" dan
niet beter? Ieder vogeltje zingt zooals het gebekt is, mijne-
heerenUit den Haag kwamen vroeger ieder jaar dezelfde
klachten. Het is niet anders. Zulke dingen zullen hier
altijd nabootsingen, overzettingen op zijn hoogst, blijven,
en nooit kan een vertaling bij het origineel halen. Dat
schijnen de klagers, die Zaterdag over gebrek aan «humor"
pruttelden, maar niet te willen begrijpen. Een gemaskerde
Hollander is nog geen Franschman, al dronk hij ook een
emmer champagne. Men zou er even goed over kunnen
klagen, dat er in Amerika zulke slechte Edammer kaas
gemaakt wordt, of dat de Hollandsche schoolmeesters soms
zoo slecht Engelsch spreken. Zonderling verschijnsel, dat
men zichzelf en zijn eigen volk niet beter kent! Even
onverklaarbaar als de kinderachtige hardnekkigheid waar
mede sommige welmcenende landgenooten, lijdende aan
periodieke aanvallen van Noordpool-manie, jaar op jaar
hun gevaarlijk en onvruchtbaar spel met de Willem Barendsz
blijven spelen. Hartelijk hoop ik, dat onze Gemeenteraad
zich even hardnekkig zal verzetten tegen het opgeworpen
denkbeeld om nu weer een totale verandering te brengen
in het eenmaal vastgestelde beursplan, waarvoor zelfs de
prijsvraag reeds is opgemaakt. Gisteren kon het punt niet
in behandeling komen wegens staking der stemmen over
de quaestie van urgentie; men heeft dus nog eens tijd van
Maar zij bedacht zicli te laat. Zij wist niet, hoe zij bij haar
grootmoeder was gekomenmaar ging naar bed, zonder tot
iemand een woord te spreken.
Den volgenden ochtend trad zij in den tuin en had een gevoel,
alsof zij zich zelf niet meer was. De eerste dien zij zag was Jaap.
Hij knikte en zei beleefd: «Goeden morgen Margareta."
«Goeden morgen," zei Margareta.
«Mag ik zoo vrij wezen te vragen, waar je van ochtend
heengaat?"
«Ik ga van morgen nergens heen. Maar ik zal misschien
later met Edy naar mijn vader gaan." En met een zocht ver
volgde zij: «Ik heb nu gedaan, wat hij al zoo lang heeft gewenscht,
ik heb je getrouwd; hij kan nu niet langer kwaad op mij zyn."
«Dat is waar. Nu ik ga denzelfden weg; je kunt met mij
mede rijden, want het is een heele wandeling."
«Dank je ik ben wel aan het wandelen gewend," zei zij.
Zij bleven zwijgend tegenover elkander staan met den heg
tusschen beiden.
Eindelijk begon Jaap: «Het is een vervelend geval!" mom
pelde hij.
«Dat is het zeker," zei zij, «ik begrijp zelf niet, dat ik het
heb gedaan!" en tranen rolden haar over de wangen.
«Ik geloof, dat ik eigenlijk neen had moeten zeggen en niet
den zin van den baron had moeten doen. Hij had het heele
plan bedacht en zei, dat jij het goed vond en alles weêr in orde
zou komen. Ik ben te lichtgeloovig geweest."
«We moeten nu maar zien, dat wij er geen last van hebben,"
zei zij bitter. «Ik hoop, dat je je belofte houd en het niet
publiek maakt."
«Zeker," zei Jaap. «Ik wil je het liever niet lastig maken,
mijn lieve juffrouw Hayward...."
«Noem mij, als 't je belieft niet juffrouw Hayward!" zei
Margareta scherp. «Ik wil geen juffrouw Hayward zijn."
Jaap wachtte even en zei toen: «Voor de wet ben je het
toch en dat bedoel ik er alleen maar meê."
«Ik zei dat ik daar niets om geef. Iets dat tegen den zin is
van een raensch, kan niet wettig wezen. Ik verzoek je dus, mij
niet meer zoo te noemen.
Heel goed, juffrouw Tucker," zei Jaap onderdanig. «Wij
kunnen juist zoo leven als vroeger. Het is waar, wij kunnen niemand
anders trouwen, maar dat is ook het eenige verschilanders is er
geen kwaad bij. Je vader zal het alleen moeten weten. Het zal
je met hem verzoenen en daardoor zul je prettiger leven krijgen."
In plaats van een rechtstreeksch antwoord te geven, zei
Margareta zacht:
«O, het is een ongeluk ik heb het niet zoo ingezien,
omdat ik geen tijd had om na te denken. Ik heb er in toege
stemd, omdat ik dacht, dat vader zich ten minste weêr met mij
zou verzoenen. Maar misschien had hij nog liever dat ik niet
getrouwd was, dan dat ik getrouwd ben en van myn man
gescheiden. Ik moet betooverd geweest zijn, toen ik mijn toe
stemming gaf. Ik deed het alleen voor den goeden, stervenden
baron, hoewel ik niet kan begrijpen waarom hij het zoo graag
wilde."
«Ik ook niet," zei Jaap. «Ja, wij zijn er gek ingeloopen,
Margareta," zij hij zeer ernstig. «Hy heeft ons overgehaald en
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsroimte.
Voor winkeliers bij abonnement belnngrijk lager.
beraad tot een volgende vergadering. Geve de hemel
ondertussclïfcn 'onzer stedelijke vertegenwoordiging eene
gelijke mate van hardnekkigheid, als de heeren van de
Noordpooltochten of de pruttelaars op het bal masqué aan
den dag legden; want wordt het thans goed en wel aan
genomen beursplan weer losgelaten, dan staan de sluizen
weer wijd open voor den pas gebreidelden, schrikkelijk
breeden stroom van goede, betere, beste en allerbeste
denkbeelden in zake den beursbouw. We hebben er inder
tijd geducht van te lijden gehad, meer dan genoeg om
een tweede editie van al die kwellingen volstrekt niet
gewenscht te maken. Ik geloof althans niet dat er even
veel liefhebbers voor zouden te vinden zijn als voor een
tweede bal masqué.
Van de maskers naar de kleeremakers is de overgang
zoo natuurlijk mogelijk, maar wij komen er in minder
vroolijk gezelschap door. De Amsterdamsche kleeremakers
zijn ontevreden, boos zelfs. Het gaat hun tegenwoordig
niet voor den wind, want zij worden overvleugeld door
de winkels van gemaakte kleeren, deftiger uitgedrukt:
confectie-magazijnen, waarvan onze stad thans vol is. En
gelijk ieder, die met den «slechten tijd" te worstelen heeft,
zoeken zij hulp en bijstand bij de heeren in Den Haag.
Dat is gemakkelijk genoeg, een zegeltje is al de wereld
niet. En zonder blikken of blozen schrijven de Amster
damsche kleeremakers naar Den Haag, of de Tweede Kamer
wel zoo goed wil wezen om hun de hand boven 't hoofd
te houden, door die gemaakte kleeren eens met een flink
invoerrecht te belasten, zoodat het publiek in die winkels
niet meer zoo goedkoop terecht kan en weêr de ouder-
wetsche stevige prijzen moet gaan besteden, die de kleere
makers voor hun werk vragen. Goedhartig voegen de
adressanten er bij, dat zij dan later, als eerst die gehate
Duitsche kleerenwinkels maar weg zijn, hun best zullen
doen om even goedkoop te verkoopen als deze. Ik voor
mij vind dit staaltje van kleeremakers-politiek nog wel zoo
amusant als het bal in den Parkschouwburg, want het is
veel rijker aan naïeve oprechtheid en goedhartigen humor.
Of kunt ge u iets humoristischers voorstellen dan deze
requestreerende kleedermakers, die werkelijk schijnen te
meenen, dat gij en ik zich kleeden ten hunnen believe,
en dat de «Tweede Kamer" hoe eer hoe beter een einde
moet maken aan onze vrijpostigheid om onze kleederen
ergens te koopen waar we gemakkelijker, vlugger en
goedkooper bediend worden dan bij adressanten voornoemd?
nu moeten wij er de gevolgen van dragen. Hij had veel
vrachten kalk bij ons laten halen en mij al dat prachtige huis
raad gegeven, dus kon ik moeielijk weigeren."
«Wat, had hij je dat gegeven?"
«Ja zeker om te maken dat je mijn vrouw werd."
Margareta bedekte haar gelaat met beide handenJaap zag
haar onderzoekend aan. «Jelui hebt samengespannen om mij er
in te laten loopen!" riep zij uit. «Waarom heeft hy dat gedaan?
Dat had ik toch niet verdiend! Hij heeft het huisraad gekocht!
O, ik ben misleid, ik ben bedrogen!" Haar droefheid en ver
ontwaardiging kenden geen grenzen, toen zij hoorde dat de
baron reeds Jaap had voortgeholpen, terwijl zij nog dacht, dat
hij zelf verliefd op haar was.
Jaap wachtte op een behoorlijken afstand, tot dat de eerste
vlaag van droefheid voorbij was. «Een woordje, juffrouw Tuck
Margareta," begon hij toen ernstig. «Je zult ondervinden dat
ik eerlijk genoeg ben om je geheel aan je lot over te laten
voor altijd en eeuwig. Maar ik moet je toch één raad geven
en die is, dat je mij liever naar je vader moest laten gaan,
voor je er zelf heengaat. Hij is goeden vrienden met mij en
niet met jou. Ik kan hem langzamerhand voorbereiden en hem
voor je zien te winnen, al zal ons huwelijk niet zoo geheel
naar zijn zin zijn. In elk geval kan ik hooren hoe hij over je
denkt en dan hier terugkomen en het je vertellen."
Zij knikte toestemmend. Hij vertrok, terwyl zy in den tuin
bleef rondslenteren.
Men moet niet denken dat Jaap alles meende wat hij tot
Margareta over hun eeuwige scheiding had gezegd.
Hij hoopte den ouden melkboer over te halen eerst haar
grillen toe te geven, daar zij dan misschien langzamerhand zelf
zou inzien, dat het het best was toch met Jaap te gaan wonen.
Hij was wel een beetje ongerust geworden door haar verzet
tegen hem en haar bereidwilligheid om den baron genoegen te
doen; maar hij hoopte er het besten van.
Maar, helaas, Jaap's listig plan mislukte! Hij reed naar de
boerderij, waarvan de witte muren in den morgenzon glinsterden,
bond zyn paard vast en ging den tuin binnen. Hij ontmoette
den boer daar. Sinds den ongelukkigen huwelyksmorgen hadden
zij elkander zooveel mogelijk ontweken.
«Wat ben jij daar?" zei baas Tucker op een toon waarvan
Jaap schrikte. «Nu, je bent een lieve jongen!"
Het was een slecht begin voor een schoonzoon en voorspelde
niets goeds voor de lastige zaak, waarover hij wilde spreken.
«Hoe meent u dat?" vroeg Jaap.
«Hoe ik dat meen? Ik zou liever willen dat een kalkbrander
alleen zijn eigen kalk brandde en niet eens anders goed er bij.
Je mocht je wat schamen. Je verheelt je dat je een eerlyke
kalkbrander en een goed Christen bent, maar van morgen om
zes uur was je op je oven niet te vinden
«Ik weet waarachtig niet, waarom ge zoo kwaad zijt," zei Jaap.
«Wel de vonken van je oven zijn op mijn hooiberg ge
waaid en hebben hem in brand gestoken. Hij is heelemaal
afgebrand en dat moet alles maar uit mijn platte beurs komen.
Ik zal eens vertellen hoe ik nu over je denk, jonge man. Je
bent geen flinke vent. Ik heb je nu leeren kennen. Mijn
dochter had gelyk, ik had ongelyk. Zij zag in, dat je een