Naar men verneemt, zal de opening voor het publiek van de spoorweglijn ZaandamHoorn omstreeks 20 Mei aanstaande plaats hebben. Eenige dagen vroeger zal de lijn feestelijk worden geopend. Dat men in een spoortrein niet te voorzichtig kan zijn, bleek dezer dagen weder, toen een heer, van Etten naar Breda reizende, alleen in een coupé 2de klasse zat. Met beide handen in de portiergleuf leunende, stond hij door het gesloten raampje naar buiten te kijken, toen eensklaps het raampje in de gleuf zakte en hij met beide handen beklemd geraakte. Het was hem niet mogelijk, zich uit zijne netelige positie te redden, en hij was dus verplicht zóólang voor het geopende raampje te blijven staan, totdat men te Breda aankwam en daar het raampje omhoog schoof. Gedeputeerde Staten van Noordholland hebben be paald dat de jacht op eenden in deze provincie zal worden gesloten met 1 Maart a. s.dat de jacht op ander water wild zal worden gesloten met 15 April a.. s.dat het wei- spel van kwartelen met steekgaren of vliegnet zal mogen worden uitgeoefend van 1 Mei tot 15 Juli; dat de kooi- lieden, met uitzondering van die op Texel, op wie deze bepaling niet van toepassing is, hunne kooi-eenden opge sloten of gehokt moeten houden van het tijdstip der slui ting van de jacht op eenden tot 1 Mei a. s.dat de visscherij, met uitzondering van die met den hengel in de hand, van die met aalkorven, aaldobbers en palingfuiken, van die met het schepnet of de gebbe, om kleine ischjes te vangen voor de aaldobbers, en van die op snoek in de gemeente Texel, zal worden gesloten van 1 April tot 1 Juni a. s. In de vergadering van den Raad der gemeente Zijpe, den 5 dezer gehouden, is na discussie besloten te onder zoeken of 't mogelijk zal zijn het kerkgebouw te Burger- brug in gebruik te verkrijgen voor 't geven van lager onderwijs tijdens den verbouw van 't schoollocaal aldaar. Verder werd besloten om de goederen, afkomstig van het handwerken onderwijs, ten geschenke te geven aan de kinderen der armen, in zooverre ze althans bruikbaar zijn. De goederen, die niet tot kleeding kunnen gebruikt worden, zullen aan de vervaardigsters worden teruggegeven. De vergadering ontving mededeeling, dat Armvoogden ge machtigd zijn om, door aanbouw van een voorhuis, over te gaan tot vergrooting van het Armhuis. Tot toelating van 't nieuwbenoemde lid van den Raad, den heer Van Beusekom, werd besloten. 't Voljaars-kohier van den hoofdelijken omslag, dienst 1884, werd vastgesteld tot een bedrag van f 8119.90. Een nuttig, lezenswaardig geschrift ligt ter aankon- diging vóór ons. 't Is getiteld: „Het Socialistisch Evan gelie" Volksvoordracht van P. Van der Veen; uit gegeven door Herm. Coster en Zoon te Alkmaar. In onze dagen, waarin zoo vaak over het streven der sociaal democraten wordt gesproken en geschreven, verdient dit boekje in veler handen te komen. Op flinke duidelijke wijze wordt door den schrijver gewezen op de vele ge breken onzer maatschappijen, die aanleiding hebben gegeven dat stemmen zijn opgegaan om op hervorming dier ge brekkige toestanden aan te dringen. Maar tevens stelt de schrijver in het licht hoe de middelen tot verbetering, door de socialisten voorgesteld, onmogelijke middelen zijn te achten. Tot deze slotsom komt de schrijver als hij getracht heeft aan te toonen wat de socialisten willen, waarom zij dat willen, en hoe zij den tegenwoordigen toe stand door hunne bedeeling willen vervangen. 't Boekje is tot den zeer lagen prijs van 10 cents ver krijgbaar. Bij getallen van 25, 50 en 100 exemplaren is de prijs f 2.25, f 4.en f 7.Die goedkoopheid geeft ons voldoende aanleiding om, met het oog op de zeer nuttige strekking van 't werkje patroons of werklieden kan vervangen. Het weinige onderwijs, dat zij ontving, werd haar door haar vader zelf gegeven; speelmakkertjes had zij in de buurt niet, en de beide reeën en het eekhorentje, die men voor haar tam had gemaakt, de ringduiven, die zij opkweekte, waren geruimen tijd hare eenige speelgenooten. Toch had zij afwisseling genoeg in haar eenzaam leven: het woud met zijn rijkdom verschafte haar genoegens en bezigheden van allerlei aard. Kapellen en vlinders vlogen in het net der jeugdige verzamelaarsteronder het opzicht van haar vader werd een klein herbarium aangelegd en zij dwaalde niet slechts met haar botaniseertrommel de bosschen door, maar bracht ook niet zelden juichend een visch aan den haak mede, die zij in de naburige beek gevangen had. Op haar twaalfden verjaardag verblijdde haar vader haar met een poney en eene vogelbuks, en van dit oogenblik af werd zij door dat geschenk de onafscheidelijke gezellin van den eenzamen man. Vroeg krachtig en sterk geworden in de reine lucht van het woud, was de kleine Clemence een geduchte voetgangster ge worden, die nu zonder al te groote inspanning haar vader op zijne jachttochten vergezelde, en naarmate zij nu ook meerdere bedrevenheid in het paardrijden verkreeg, reed de baron ook zelden meer zonder haar uit. Deze uitsluitend mannelijke neigingen, die in haar aangekweekt en ontwikkeld werden, die ten doel hadden haar lichaam te harden en van haar geest al die ijdelheden en nietigheden ver wijderd te houden, die de behaagzucht opwekken en volgens Walter's meening en bittere ervaring zoo licht der vrouwelijke deugd tot verleiding strekken, ontnamen toch aan het meisje het echt vrouwelijke niet; nooit toch hoorde zij iets ruws; de edele aard haars vaders, zijn gelouterde geest en schoone goed geëven- redigde vormen, gaven haar een richtsnoer voor hare gedachten en ook de juiste uitdrukking daarvoor. Hoe afgezonderd vader en dochter ook leefden, ontbrak het hen toch niet aan allen omgang. De weduwe van den geestelijke uit het nabijgelegen kerkdorp, die een zoon had van den ouder dom van Clemence, de goedaardige, gulle plattelandsgeneesheer, een oude vrijer, die zoo hartelijk met haar kon lachen, en eindelijk de eigenaar van een niet al te ver verwijderd ridder goed, wiens echtgenoote helaas stokdoof was, die echter voor zichzelf zooveel te meer beweging maakte, voortdurend van zijne vele reizen het wetenswaardigste en wat hij zelf beleefd en gezien had verhaalde, zich met den baron over staatkunde en de groote wereldgebeurtenissen onderhield en op de lange winteravonden menige partij schaak met hem speelde, waren nu en dan de bezoekers van het jachtslot. Maar het waren alle mannen. Mevrouw Berger, die met eene dienstmaagd en den knecht de huishouding waarnam, was en bleef het eenige vrouwelijke wezen, waarmede Clemence omgang had, en de eenvoudige vrouw schikte zich in vele opzichten naar de wenschen van haar pleegkind. Nooit drong er van hare vroegere woonplaats eenig bericht, dat hare rust had kunnen storen, tot deze alzondering door; de telkens her haalde verzoeken der grootouders, om het kind, zij het slechts voor korten tijd, bij hare moeder te laten doorbrengen, de bedreigingen, het kind te onterven, indien de baron het geheel van hen vervreemdde, bleven onbeantwoord, zonder dat Clemence er iets van te weten kwam. Wordt vervolgd.) Vereenigingen aan te sporen om dit geschrift onder de arbeiders te verspreiden. Tot lid der Tweede Kamer in het kiesdistrict Rotter dam is in de vacature-Van Rees gisteren met 1076 stemmen verkozen de heer mr. H. G. Verniers Van der Loeff. De heer M. L. Van Deventer, candidaat van Algemeen Belang en van Katholieke zijde gesteund, verkreeg 729, de heer Voorhoeve (anti-rev.) 260 stemmen. In het college Zeemanshoop te Amsterdam had eergisteren avond eene gedachtenwisseling van scheeps bouwmeesters en zeevarenden plaats over de zeewaardigheid onzer loodsvaartuigen in verband tot de in de laatste jaren voorgevallen zeerampen. Zij werd ingeleid door den heer Van Heemskerk Obelt, die in een overzicht van het ver leden herinnerde dat de loodskotters meerendeels op parti culiere werven gebouwd zijn, waar de aanbouw goedkooper en sneller geschiedt dan op de Rijkswerven. Sedert zes jaren zijn er acht vergaan, waarvan vier of vijf bij parti culieren gebouwd waren, zoodat eene gevolgtrekking omtrent de deugdelijkheid van de eene of de andere manier van bouwen niet mogelijk is. Voor het Vlissingsche zeegat is er nooit een door slecht weer verongelukt. Dit is slechts gebeurd op plaatsen voor de kust, waar de vaartuigen geen haven in de nabijheid vonden om binnen te loopen. Als oorzaken beschouwt spreker den vorm van de romp, den scherpen boeg, de uitstekende achterstevens, het lage kluifhoofd, het eenmasttuig met zwaar en groot zeil, de groote en zwakke lantaarns. Platter boegen, ronde spiegels, twee masten met schoeriertiiig en andere lantaarns zouden verkieslijk zijn. Ook is de bemanning die overblijft na het afgeven der loodsen te klein om de vaartuigen te regeeren. In een door spreker voorgelezen brief van een gepensioneerd loodsschipper werden eenige klachten geuit over niet behoorlijk onderzoek na zeerampen met loods kotters en over verkeerde samenstelling der door den minister benoemde commissie van onderzoek, waarin, be halve drie loodsschippers, drie inspecteurs zitting hebben, die nooit met kotters gevaren hebben. Schrijver weet niet of schoeners meer zeewaardig zouden zijn dan kotters, maar zou aan flinke loodsstoombooten de voorkeur geven, die des noods schepen sleepen konden en waardoor ver scheidene kotters voor IJmuiden vervallen konden. In het volgend debat zeide de heer Obelt het met zijn zegsman omtrent stoombooten niet eens te zijn. Bij een defect aan de werktuigen zouden deze nog gevaarlijker wezen. Over de voordèelen van schoenertuig waren alle sprekers het eens. Behoud van het tegenwoordige tuig, met ver plaatsing van den druil een weinig naar voren, achtte de een beter; een ander wees echter herhaaldelijk op het onhandelbare van het groote zeil bij kotterstuig. Uit den voorgelezen brief van den loodsschipper bleek ook dat het vergaan meest toegeschreven moet worden aan het breken van den mast door het knappen van het ijzeren stag, waarna de mast den romp lek stoot. Schoenermasten met kleine stormzeilen beweerde men zijn handiger, ook indien de vaartuigen grooter gemaakt werden, wat mede wensche- lijk schijnt. Ook over de instructiën der loodsen om zich op eene bepaalde hoogte in zee te bevinden en het niet verstrekken van barometers aan de vaartuigen werd ge sproken; het laatste achtte men algemeen wenschelijk, maar aan voorschriften diende het personeel gebonden te blijven, wilde men niet dat de zorg voor eigen veiligheid de belangen der scheepvaart te kort zou doen. Tot eene conclusie voerde de gedachtenwisseling niet, doch algemeen was men overtuigd dat het wegnemen van die gebreken in romp en tuig, waaromtrent alle deskun digen het eens zijn en die de minister vernemen kan, in dien hij slechts zorg draagt dat de naast belanghebbenden onbeschroomd zich kunnen doen hooren, gebiedend nood zakelijk is te achlen. (N. Rott. Crt.) Terwijl, zegt de Leidsche Crt., in de Vereenigde Staten de winter buitengewoon streng en bijgevolg de ijs- oogst meer dan overvloedig is, verkeert een deel van Europa in een toestand waarbij nog niet een kanaal heeft kunnen voorzien in het vullen van den ijskelder. Het dunne ijs vlies, dat zich op het water in December vormde, verdient niet in aanmerking te komen. Was December te warm, ook Januari en Februari brachten reeds lentedagen voort. Nooit hadden de schapen, die in de weide verkeeren, zulk een vetten winter als thans; zij eten onbekommerd van het gras dat ontspruit en het weiland een frisch groen aanzien geeft. Op sommige plaatsen zouden koeien voedsel vinden. De lijster, die in het bosch haar blij geluid doet hooren, heeft dan ook maar besloten haar nest te bouwen, door het mooie weêr om den tuin geleid, en de kwikstaart, die op wormpjes aast, door den huisman het akkermannetje ge noemd, komt reeds bezoek brengen bij de werkzaamheid op het veld en den bouwgrond. De Transvaalsche deputatie wordt de volgende week te 's Hage verwacht. Weêr moeten 252 runderen, toebehoorende aan ver schillende veehouders te Schiedam, worden onteigend en afgemaakt, als verdacht van longziekte. Verslag der militaire verrichtingen in Atjeh en onderhoorigheden van 30 November tot en met 21 Dec. jl. „Naar aanleiding van een ontvangen bericht omtrent een voorgenomen aanval op de Ckineesche werkers aan den weg Long-Lemoh-Glé-Kambing en op het vivrestransport, rukte den 10 December, ten 6 uur voorm., de majoor Van der Pol met een detachement van 70 bajonetten van Glé- Kambing uit. Ter hoogte van Long-Lemoh gekomen, ontving het detachement vuur uit de zuidwestwaarts van dien post ge legen heuvels, waarop een gedeelte in stelling kwam en een ander gedeelte met het transport den marsch naar Tjot-Basetoel vervolgde. Een 3000 passen voorbij Long-Lemoh gekomen, werd ook het transport onder vuur genomen, welk vuur beantwoord werd door 15 man, die nabij Anak-Glé werden opgesteld. Eenige schoten van onze zijde gelost en een granaatworp van Long-Lemoh, deden de vijandelijke bende aftrekken, zoodat een van Glé-Kambing gezonden ondersteunings detachement onverrichterzake terugkeerde. Den 17 December werd de dekking van het vleeschtrans- port, sterk 1 Europeesche korporaal, 1 Europeesche en 3 inlandsche fuseliers, van Kroeng-Raba naar Boekit-Lampaja gaande, door een achttal Atjehers, die haar met bossen suikerriet en gras op het hoofd waren gepasseerd, onver hoeds met de klewang aangevallen. De Europeesche korporaal der infanterie, een Europeesche korporaal der artillerie, die zich bij dit transport had aan gesloten, benevens twee der inlandsche fuseliers werden onmiddellijk gewond. Hierdoor ontstond een paniek, waarvan de vijand gebruik maakte om de geweren en eenige munitie te vermeesteren. Aan de van Kroeng-Raba, Lampaja en Boekit-Seboen uitgerukte patrouilles mocht het niet gelukken de aan vallers in handen te krijgen. In den avond van den 18den bericht ontvangen hebbende, dat zij door den Glé-Loeda-pas de buitgemaakte geweren naar Lepong zouden vervoeren, ging de militaire com mandant van Kroeng-Raba, ten 11 uur n. m. met 60 bajo netten bij Tjot-Boe in hinderlaag liggen. Ten 111 n. m. naderden een zestal Atjehers de hinder laag waarop deze vuur gaf. Een gesneuvelde Atjeher, eenige wapens en koopwaren vielen in onze handen; de overige Atjehers namen, hoewel gewond, de vlucht. Op den 21 December rukte, ten 7 uur nam. de militaire commandant van Ketapandoea met een detachement van 12 bajonetten naar Poenir, versterkte daar zijn detachement met 25 bajonetten en marcheerde naar den ingang van den Gle-Taroem-pas, waar hij een hinderlaag betrok. Tegen 1 uur na middernacht zag hij eenige gewapenden al sluipende naderen. Toen deze tot onder het bereik van de bajonetten genaderd waren, deed de commandant tot den aanval overgaan. Na een kort maar verwoed gevecht, nam de vijand, met achterlating van twee gesneuvelden, de vlucht. Het deta chement verkreeg twee licht gewonden. Zoowel van uit Tjot-goè als uit het bivak bij Poenir, werden in den loop van dezen verslagtijd de stellingen des vijands bij Empeh-bling en Boekit-Daroe met goed gevolg beschoten; daarentegen beschoot de vijand, zonder ons nadeel toe te brengen, enkele onzer versterkingen. Te Edi werden maatregelen tegen een overval van de Chineesche wijk genomen. Als een bewijs van een zeldzaam vasten slaap kan dienen, dat dezer dagen een echtpaar te Woensel 's morgens bij hun ontwaken een grooten steen in hun bed vonden. Bij onderzoek bleek, dat men 's nachts in het slaapvertrek eenige glazen had ingeworpen, zonder de minste stoornis in de zoete rust der echtelingen te brengen. Buitenland. De tijding van den dood van Cetewayo wordt be vestigd. Hij schijnt aan eene vervetting van het hart gestorven te zijn. De Daily News gelooft, dat zielskrankte, veroorzaakt door ergernis over zijne nederlagen en ge vangenschap, evenveel als physieke ongesteldheid tot zijn dood zal hebben bijgedragen. Geen Ivafterhoofd had, zegt het blad verder, een afwisselender of romantischer levens loop. Gedurende het leven van zijn vader, toen hij nog een knaap was, had hij tegen zijn broeder Umbalazi een wanhopigen strijd te voeren over het erfrecht op den troon van Zoeloe-land. Hij bleef daarin overwinnaar, maar maakte geen slecht gebruik van zijn zegepraal: hij stootte zijn vader niet van den troon. Zijn vader stierf in 1872. Cetewayo drukte zijne voetstappen, door, even als hij, met Engeland op goeden voet te blijven en de vriendschap van de Regeering van Nathal te zoeken. Zelfs noodigde hij Somtsen dit was de naam, dien de Zoeloe's aan sir Theophilus Shepstone gaven uit om hem te kronen. Zeven jaar later werd het niet vervullen van zekere beloften, door hem bij die kroning afgelegd, het voorwendsel om hem den oorlog te verklaren. De Daily News wil thans niet weer over de beweegredenen tot dien volgens haar onrechtvaardigen en onstaatkundigen oorlog spreken. Dit is zeker, meent het blad, dat Enge land door de militaire macht van de Zoeloe's te ver nietigen, zich van zijne natuurlijke bondgenooten heeft beroofd. Welke verder Cetewayo's avontuurlijke lotge vallen zijn geweest, zijne gevangenschap in de Kaapkolonie, zijn bezoek aan Engeland, zijne herstelling op den troon van Zoeloe-land, de nederlaag, hem door Usibepu toege bracht, zijn gedwongen verblijf in het fort Ekowe, dat alles ligt nog versch in het geheugen van eiken couranten lezer. Nu Cetewayo overleden is, zal, meent de Daily News, de Engelsche Regeering terstond gaan overwegen, hoe er nu het best orde en een geregeld bestuur in Zoeloe-land te brengen is. De Times is gisteren met rouwrand verschenen, wegens den dood van haar hoofdredacteur Thomas Chenery. Voor eenige jaren maakte in het Londensch Savoy- theater zekere miss Fortescue grooten opgang, doch na eenigen tijd verdween zij van de planken, om echter spoedig weder te keeren, nu evenwel niet voor 't voetlicht, maar in een der loges, aan den arm van haar bruidegom, den jongen lord Carmoyle, een jeugdig spring-in-'t veld, pas van de cadettenschool te Sandhurst gekomen en smoorlijk verliefd. Hij vertoonde zich overal met zijn bruid en 't publiek was er spoedig aan gewend. Niet lang geleden miste men de gelieven in de loge en na een poosje kwam de jonge lord alléén terug. Opnieuw was miss Fortescue verdwenen; hij had zijn bruid verlaten en aan een advocaat opgedragen de wonde, die hij in haar hart had geslagen, met een breede pleister van banknoten te bedekken. Lord Cairus, zijn vader, de conservatieve ex-lord-kanselier en de toekomstige premier in een nienw conservatief kabinet, had zich in de zaak gemengdhij wilde van geen huwelijk met een actrice hooren voor zijn erfgenaam; hij liet haar echter 10,000 p. st. schadevergoeding aanbieden. Maar de troostelooze bruid wil er niet van weten.... zij vraagt vijf malen zooveel om 't gemis van haar vriend en van den titel van lady Cairus in de toekomst te vergoeden. Dat is inderdaad ook geen overdreven afkoopsom. Een proces van de „bedrogen" bruid tegen den trouweloozen lord Carmoyle staat voor de deur en is the topic of the day in de kringen der Londensche high-life. Met het oog op het gevaar voor brand is door de Weener autoriteiten gelast, dat op de scholen de kinderen geoefend worden, spoedig de school te verlaten, zoodra door een sein het naderend gevaar wordt aangekondigd. Drie verschillende seinen zijn daarvoor ingevoerd. Wan neer het eerste sein gegeven wordt, moeten de kinderen hunne boeken en hunne kleederen bijeenpakken, zich in eene bepaalde volgorde scharen en op die wijze de school verlaten. Bij het tweede sein hebben zij alleen voor hunne kleederen zorg te dragen en bij het derde sein verlaten zij zonder iets te redden de school. Bij de plaats gehad hebbende proefnemingen is gebleken, toen onverwachts het derde sein gegeven werd, dat eene door ongeveer 1000

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 2