HELDERSCIIE M M IVIEUWEDIEPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier. 1884. N°. 35. Vrijdag 21 Maart. ^-4^ Jaargang 42. jBlnnenlana. 21) VAN HAND TOT HAND. Uitgever A. A. BAKKER Cz. Verschijnt Dinsdag, Donderdag cn Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. franco per post 1.20. Aan het negentiende jaarverslag van het Kinderzieken huis te Amsterdam over 1883 zijn de volgende regelen ontleend Wat de kleine lijders betreft, leert het verslag ons het volgende. In het Ziekenhuis werden in het afgeloopen jaar 317 kinderen opgenomen, in het Isoleergebouw werden in 't geheel 132 kinderen verpleegd. Als vroeger, zoo lezen wij, leden een groot aantal der verpleegden aan zoogenaamde klierachtige aandoeningen, zooals aan been en gewrichtsziekten. Dat die niet te huis kunnen verpleegd worden, hebben wij reeds meermalen aangetoond. Het aantal lijdertjes aan hersenen-aandoe- ningen was ook betrekkelijk groot; liet treurig einde bij velen zal wel niemand verwonderen. Vele kinderen leden verder aan aandoeningen der luchtwegen, die voor verre weg de meesten gelukkig verliepen. Groot was het aantal der contagieuse ziekten, en onder deze treden wel op den voorgrond de diphtherie en de croup; geen der vorige jaren kan eenigermate in vergelijking komen met dit jaar, nog nooit kwamen in Amsterdam zoovele gevallen van eroup en diphtherie voor. In 1883 toch stierven hier ter stede aan die beide ziekten 981 personen, terwijl wij het grootste sterftecijfer in vorige jaren vinden in 1875, nl. 371. Daargelaten of deze beide ziektevormen niet iden- tisch zijn, zoo is hun gezamentlijke optreden zoo veelvul dig, dat wij gemeend hebben ze onder eene rubriek te moeten rangschikken. Dat ons gelieele personeel bij de verpleging van die zoo te recht gevreesde ziekte in ge drukte stemming verkeerde, zal u wel niet bevreemden; het snelle verloop, het veelal treurig einde en een lijden van die kleinen, bijna niet aan te zien, maken die ziekte zoo gevreesd. En toch zijn wij zeker niet ongelukkig geweestwij behielden van alle aangetasten 53 pCt., terwijl wij van de geopereerden, d. i. waar de tracheotomie gedaan moest worden om stikken te voorkomen, nog 33 pCt. behielden. Nemen wij daarbij nog in aanmerking, dat ons bijna uit sluitend de zeer ernstige gevallen gezonden worden, waar het verloop te huis al slecht bleek te gaan, dan mogen wij tevreden met onze uitkomsten zijn. Door GOLO RAIMUND. {Vervolg.) Als men aandachtig het oog slaat op den loop des levens, als men ziet, hoe menschelijk weten en mcnschelijk werken als ijdel speeltuig verbrijzeld of ter zijde geschoven wordt door de macht van onvoorziene en niet berekende gebeurtenissen, dan schijnt het bijna een nutteloos werk, voor de toekomst te zorgen, de toekomst, die ons toch niet toebehoort, te willen regelen en binnen nauwe grenzen te beperken. Wat ons door haar is beschoren, is de zekere oogst, die wy van eene ijverige en trouwe aankweeking der ons toebedeelde talenten te verwachten hebben, wier ontwikkeling, zoo al geen troost, dan toch wapenen aanbiedt tegen onzekere kansen, en ons in staat stelt tegenstand te bieden. Toen Walter van Hersfeld, teleurgesteld en verraden, met zijne Clemcnce in de eerzaamheid des wouds zijne toevlucht zocht, had de storm zijn hoofd gebogen; in plaats van stand te houden en zich te verzetten, sluimerde zijne geestkracht, die alleen in staat ware geweest hem vastheid en steun te geven, en waardoor hij ook zijn kind eene betere toekomst had kunnen bereiden, allengs in, In de laatste dagen zijns levens, waarin hij zijn misslag inzag en dien toen met koortsachtige hand wilde trachten te herstellen, ging hij weder veel te ver; zijne voorzorg werd beperking; zijne beschikkingen bleken knellende boeien te zijn. Zoo het noodlot reeds wel overlegde en berekende plannen omverwerpt, hoeveel grooter gevaar was daarvoor hier voorhanden, waar het plan, onvoorbereid en ondoordacht, slechts als een wensch in de ziel van den zieken man gesluimerd had, en nu plotseling in het ongunstigste oogenblik, onder de meest verzwarende omstandig heden des levens, werkelijkheid moest worden, met al die eigen aardige bepalingen, die de geleidelijke ontwikkeling van zijne ontwerpen rechtstreeks in den weg stonden. Maar de tijd was te kort afgebakend om lange overwegingen toe te laten; de weinige personen, die om Walter's sterfbed stonden, stemden spoedig overeen, waar het gold den vermoeiden strijder het sterven gemakkelijk te maken, en zoo werd er een band gelegd, verplichtingen aangegaan en beloften gedaan, waar van het reeds in de eerste dagen zou blijken, dat men met over ijling was te werk gegaan. De eerste zwarigheid voor Erwin betrof de afgelegde belofte, waarover hij reeds dadelijk berouw gevoelde, Clemence niet weder te zien, ja zelfs geene briefwisseling met haar te houden, voor zij haar achttiende jaar bereikt had. Walter had in zijn ziekelijken angst slechts om zijn kind gedachthij beefde slechts op het gevaar, dat Erwin, evenals vroeger by Nora, ook hier als opvoeder zou optreden, dat hij zich door eene briefwisseling eene verkeerde voorstelling van haar zou maken en in hare vorming zou ingrijpen. Het grootere gevaar voor Erwin, die Clemence aan onbekende mcnschen, aan vreemde invloeden onverwaardelijk moest overlaten, had hij over het hoofd gezien. De jonge echtgenoot kende noch de grondstellingen en gewoonten, noch den omgang van het huis, waarin zijne toekomstige vrouw zich tehuis moest leeren gevoelen, en het bleef toch altijd te betwijfelen of het karakter dergenen, die tot hare onderwijzers en^ opvoeders bestemd waren, in staat zou zijn haar ook genegen heid en sympathie in te boezemen. BUREAU: MOLENPLEIN. Van tle Polikliniek, tl. i. de aan het Kinderziekenhuis bestaande gelegenheid om voor zieke kinderen gratis con sult te komen vragen, die geregeld des Dinsdags, Donder dags en Zaterdags ten 3 ure wordt gehouden, werd in 1883 door ruim 2200 gebruik gemaakt. Omtrent het karakter der patiëiitjes deelt het verslag het volgende mede: Een zeer gewoon, helaas ruim vertegenwoordigd type, is het kind, waarvan de vader op zee is. Armelijk en slordig opgeschikt, verwaarloosd en vuil, wordt het dooi de moeder gebracht en is, om zoo te spreken, een levend bewijs van den huiselijken toestand, die den vader de zee boven eigen haard heeft doen verkiezen. Minder dikwijls, maar toch ook nog menigmaal, zien wij het kind door het oudste zusje opgebracht. Dan wordt de belangstelling wel het meest gewekt door dat oudste zusje zelf, dat reeds zoo vroeg de zorgen der overledene moeder op zich heeft moeten laden. Zoo kwam er eens een lljarig meisje opneming voor een broertje vragenhaar geheele voorkomen was dat van een miniatuur huismoedertje. Het bonte voorschoot, de zwarte wollen muts, de verharde werkhanden, de rimpels op het kinderlijke voorhoofd, alles di-oeg denzelfden stem pel. „En het schoone goed voor Pietje, wanneer moet dat er wezen," vroeg zij bezorgd, en toen de verpleegster haar antwoordde dat de kinderen van het huis gekleed wei-den, kwam cr een trek van verlichting op het magere gezichtje. „Dat wint me eene waschtobbe uit," sprak zij vroolijk. Een derde type is het kind, dat bij grootmoeder inwoont. Iets oudachtig gezelligs ligt over zulk een kind verspreid, de lange verhalen hebben een buurvrouwachtigen toon; bij het spelen komt een kommetje koffie met suiker onver mijdelijk voor, terwijl het breien gewoonlijk niet verstaan maar ijverig vertoond wordt. Het laatste en aandoenlijke type noemen wij het kind, waar niet mede gesproken is geworden. Arm wezentje Meestal om de treurigste redenen uitbesteed, of dagen lang aan zichzelve overgelaten, is het gewoon aan alleen zijn. Weinig ontwikkeld, met dat stille, onverschillige geduld, dat geen aanspraak maakt op liefde of vriendelijkheid, ligt Hoe zou hij kunnen beoordeelen, welken weg men met haar insloeg, die later met hem alleen den levensweg moest bewan delen hoe kon hij weten, of zij tevreden was, wanneer geen rechtstreekscli woord van klacht, geene bede zijn oor kon be reiken? Hij had niet eens den tijd, deze gewichtigste aangelegenheid des levens, waarin men plotseling zulk een onvoorzienen greep gedaan had, rijpelijk te overwegen de korte tijd van zijn verlof was verstreken, en hij mocht nog blijde zijn, dat domine Remkett voor het verdere wilde zorgen en het jonge meisje naar de woning zijner zuster, die in Thuringen met een plattelands- dominé gehuwd was, wilde vergezellen. Bij de gebrekkige vorming van Clemencc's geest zou Erwin voor haar de voorkeur hebben gegeven aan een opvoedings gesticht voor meisjes, ten einde haar daardoor onder meisjes van denzelfden leeftijd tevens jeugdige vriendinnen te bezorgen en haar een begrip te doen verkrijgen van het maatschappelijk leven, waartoe zij later zou behooren. Maar onder den sluier des gelieims, waarmede hij volgens Walter's beschikking het kinderlijke wezen, dat men reeds, om hare toekomst te verze keren, een echtgenoot had gegeven, moest blijven omhullen, ware hare opname in een opvoedingsgesticht niet raadzaam geweestonder bekendmaking van de eigenaardige omstandigheden zou men dit bepaald geweigerd hebben. Was Walter een vol slagen vreemdeling in de wereld geworden, Erwin had, ofschoon zich te midden daarvan bewegende, sedert Nora's verraad, allen omgang met vrouwen vermeden; hij kende geene enkele familie van nabij genoeg, om Clemence daar onder de gegeven om standigheden en voorwaarden een tehuis te verschaffen en op wier bescheidenheid hij zich tevens volkomen zou kunnen ver laten. Zoo bleef dus het huis van dominé Ilten te Thuringen het eenigst toevluchtsoord en Erwin was eenigermate gerust gesteld, toen hij hoorde, dat het dorp bekoorlijk gelegen, het huis vriende lijk, de dominé's vrouw liefderijk en moederlijk was, dat er vaak jonge meisjes in de pastorie kwamen en ook sommige families uit de stad den zomer in de pastorie doorbrachten. Minder gunstig was het gesteld, met de gelegenheden voor Clemence's verwaarloosde verstandelijke ontwikkeling, die bij haar gezond verstand en oordeel zoo verre achterstond. De goede, zachtaardige dominé was buitengewoon verstrooid van aard, een geleerde, die dagen lang oude handschriften en zeld zame boeken studeerde en weinig geneigd was van zijne hoogte af te stijgen, om met Clemence de bescheiden bloempjes van de eerste kundigheden te plukken. Toch, er kon nog veel worden ingehaald. Erwin nam zich ernstig voor, zoodra hij haar met eigen hand zou mogen leiden, alles op te wekken en aan te kweeken, wat in dezen jongen geest aan edele kiemen sluimerde en was voorloopig tevreden, dat ten minste haar hart rijkelijk voordeel zou plukken van den omgang eener vrouw, die door haar broeder, die toch Walter's vertrouwen in zulk eene hooge mate bezat, als zeer beschaafd en vol moederlijke zorgen werd afgeschilderd. Hij had daarom al zijne kalmte en zelfbeheersching noodig, om het hoofd opgericht te houden te midden van die overstelpende gebeurtenissen, zijn geheel grootmoedig hart, om vol liefde die kinderlijke hand, die een geheel leven van hem eischte, in de zijne te nemen. De laatste afspraak was de wederkeorige belofte van eene drukke briefwisseling met dominé Remkett, die schriftelyk in Prijs der Ad ver ten tien: Van 14 regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. het daar neer, en speelt met de bleeke vingertjes, omdat het niet gewend is van iemand speelgoed te krijgen. Een pop of een paardje doen op dat arme gezichtje een blos van verwonderde blijdschap verrijzen. „Is dat voor mij?" zeggen die vragende oogjes, en de handjes strekken zich begeerig uit naar het welkom geschenk." Maart moet volgens oude overlevering negen zomer- sche dagen brengen, gelijk er van Februari drie verwacht worden. Februari bleef dit jaar niet achter en gaf er zelfs nog over. Van Maart zijn spoedig de negen dagen bereikt, als het mooie weer nog maar een korte poos aanhoudt. Met eene blanke lucht, een zacht koeltje uit het zuiden en een warmtegraad op den middag van 65 Falir. stelt Maart zomer voor bij het nog bladerloos geboomte. Dat Maart, zooals bet vorige jaar, niet één zomerschen dag geeft, is bij zijne welbekende luimigheid begrijpelijk. Dat hij er enkele geeft, die voor zomersch kunnen doorgaan, is aan nemelijk, maar zelden of nooit viel hij zoo in uitersten als dezer dagen. De bloeiende crocussen staan dan ook wijd open in den warmen zonneschijn en de bloesems van den pruim zijn met die van den perzik ook opengesprongen; de pruimenboom is wit van bloesems, terwijl de knoppen van den kastanje hunne schubben loslaten. Appelen en peren werden in het vorige jaar overvloedig geplukt; thans staan de talrijke bloesemknoppen van de peren alweer op het opengaan. Het is vroeg lente in den boomgaard en op het veld, en onder de vogels, die zingen en nesten bouwen, terwijl de ooievaar het zijne opknapt, dat na verloop van bijna een jaar dan ook niet zoo haveloos kan worden aan vaard, neemt de bedrijvigheid toe. Als eene bijzonderheid kan uit de Betuwe worden gemeld, dat aldaar thans reeds koolzaad in bloei staat. De Rechtbank te 's Hage heeft jl. Maandag veroor deeld den gewezen boekhouder ten kantore van den heer Crans aldaar, wegens verduistering van een aanzienlijk bedrag, tot 6 maanden celstraf en 24 boeten elk van f 12.50. Vol trens de Haagsche bladen, zal de generaal-majoor E. J. van Bel tot inspecteur der infanterie worden benoemd, terwijl generaal Queysen pensioen zou hebben aangevraagd. De minister van Marine brengt in de Staatscourant ter kennis van belanghebbenden, dat de volgende nalaten aanraking met Clemence zou blijven en die ook beloofde haar nu en dan, ondanks den afstand, te bezoekendaarop kwam voor Erwin het uur van scheiden. Het was een fraaie, prachtige morgen, toen hij vol zorg en met een bezwaard hart hare legerstede naderde. Er lag een trek van diepen weemoed ,op het bleeke, kinder lijke gelaat de slaap deed haar medelijdend het uur vergoten, waarop de eenige vriend, aan wiens rechtschapenheid hare ge heel c toekomst was overgelaten, afscheid nam. Hij kon niet besluiten, haar te wekken tot nieuwe smart; hij kuste haar zacht op hare gesloten oogleden en op hare kleine hand, die op het dek lag. En dit kind was zijne vrouw die den gloeienden droom zijner jeugd in vervulling moest brengen Waarom toch zwoegde zijne breede borst zoo hevig had hij zichzelven niet honderden malen gezegd, dat hij afgedaan had met de liefde dat slechts de herinnering aan vroeger dagen, hem niet de trouw, maar Nora's schoone beeld voor oogen deed zwevenNu was hij weder gedoemd, niet tot de zoetheden der liefde, maar tot hare plichten, en zijne belooning lag in de hand eens kinds! Buiten wachtte hem het gewoel des strijds en allerlei gevaren, eene spoedige beslissing, wellicht de dood, inwendig zorg en onzekerheid, een nevelachtig, onduidelijk beeld der toekomst, waarvan hij zelf geen meester was. Een oogenblik liet hij zijn schoon, mannelijk hoofd op de borst zinken, alsof hij zich geheel aan de moedeloosheid overgaf, maar dit duurde slechts een enkel oogenblik; als beschaamd richtte hij zich weder op, kuste nog eens zacht de hand der kleine slaapster, en sloop stil de kamer uit. Voor de deur wachtte hem de open jachtwagen van den over ledene, en de honden sloegen luid en vroolijk aan, alsof zij ter lustige jacht gingen. Het lichte voertuig reed in een scherpen draf over den goed onderhouden weg; het jachthuis was, toen hy nog eens omkeek, reeds lang verdwenen achter het groen der boomen, maar de zorgen, die hij van daar had medegenomen, drukten loodzwaar op zijne borst! En in het woud, waarin de zon hare gulden stralen wierp, geurde en bloeide het, en zongen de vogels hunne verschillende liederen, alsof er geene menschen bestonden, die den oorlogsfakkel konden slingeren te midden dier bloeiende en lachende wereld, alsof er geene menschenharten konden breken en verkwijnen te midden van zooveel pracht cn schoonheid, van zulk een liefelijken vrede als deze morgen over veld en beemd verspreidde. Toen Clemence ontwaakte, was hij vertrokken, maar op het witte dekbed lag eene roos, die liy zeker van de struik had geplukt, die boven de huisdeur groeide. Het verlaten kind was over het vertrek van Erwin kalmer dan men vermoed had; smart over het verlies haars vaders bleef het alles overheerschende gevoel barer ziel, waarbij zich nu nog de vrees paarde voor het afscheid van hare woonplaats en van de weinige menschen in wier midden zij tot nu toe zoo gelukkig had geleefd. Het viel moeielijk haar te doen begrijpen, dat zij van alles, waaraan zij met haar kinderlijk hart gehecht was geweest, afscheid moest nemen, maar de hartstochtelijke, innige liefde tot haar vader, die alles zoo geregeld en beschikt had, deed haar ook nu weder zich onderwerpen en het geheim van haar huwelijk waarvan zij de beteekenis in geenen deelen begreep, zoo trouw bewaren, alsof zij het op den Bijbel bezworen had.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 1