RELDERSCRE ifs
EN MEIIWEDIEPER COURANT.
Nieuws- en Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1884. N°. 61. Woensdag 21 Mei. Jaarê>an^ 42.
BEKENDMAKING.
POLITIE ZEEVISSCHERIJ.
47> VAN HAND TOT HAND.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
franco per post 1.20.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder
brengen ter kennis, dat, indien buitengewone omstandigheden
zulks niet verhinderen, de Kermis of Jaarmarkt in deze gemeente
dit jaar aanvangt den zevenden Juli aanstaande en eindigt op
Maandag den veertienden Juli.
De aanwijzing der plaatsen voor tenten van groote afmetingen
geschiedt op Maandag den '23 Juni a. s., des namiddags ten
drie ure.
De loting voor de kramen, stalletjes, enz. heeft plaats op
Donderdag den 3 Juli a. s., des voormiddags ten 10 ure; terwijl
dienzclfden dag, des namiddags ten drie ure, de plaatsen voor
carousels, scheepjesmolens en tramway's aan de hoogste inschrijvers
zullen worden aangewezen.
De inschrijvingsbiljetten, zonder eenige voorwaarden, moeten
op Vrijdag den '20 Juni a. s. bij den marktmeester zijn ingeleverd.
Het raarktgeld moet vóór de aanwijzing der plaatsen en loting,
worden betaald.
Ieder, die een plaats verlangt, moet zich, in persoon of bij
gemachtigde, op den hiervoor bepaalden tijd, vervoegen aan het
politie-bureau No. 2, aan het Molenplein.
Beerenleiders, doedelzakspelers, kreupele of verminkte liedjes
zangers en bedelaars worden niet toegelaten.
Helder, den 16 Mei 1884.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
C. BOON, Secretaris.
{Slot.)
Art. 23. Het is verboden gebruik te maken van eenig voor
werp of werktuig, dat uitsluitend dient om netten stuk te snijden
of te vernielen.
Het aan boord hebben van werktuigen van dezen aard is ge
lijkelijk verboden.
De Hooge contracteerende Partyen verbinden zich de noodige
maatregelen te nemen, om het verschepen van deze voorwerpen
aan boord van visschersvaartuigen te beletten.
Art. 24. De visschersvaartuigen gedragen zich naar de alge-
meene voorschriften betreffende het voeren van lichten, die
gemeenschappelijk door de Hooge contracteerende Partijen zijn
of zullen aangenomen worden, met het doel om aanvaringen te
voorkomen.
Art. 25. Elk visschersvaartuig, elke sloep, elk voorwerp
behoorende tot de uitrusting of de tuigage van een visschers
vaartuig, elk net, elke beuglijn, breel, vloot of voorwerp van
welken aard ook, gemerkt of niet gemerkt, dat op zee gevonden
of aan boord genomen zal zijn, moet zoo spoedig mogelijk worden
Door GOLO RAIMUND.
{Vervolg.)
Dit geschiedde op zeer natuurlijke wyze. Mama spreekt ge
brekkig Duitsch, Clemence geen Fransch, zij had dus een tolk
noodig. Wie was dan nader, voor teedere mededeelingen, dan
hare moeder. Zij ontlastte haar arm gepijnigd hart en liet ons
den geheelen afgrond van vernedering aanschouwen, waarin deze
•uwe en ecrlooze Duitscher haar gestort had. Eene raeesteressc
n zijn eigen huis, heerschende, gebiedende het onervaren
kind dagelijks martelende en kwellende met gruwelijke wreed
heid dat ware te veel geweest zelfs voor eene ervarene vrouw.
Hij heeft niet geaarzeld, vrede met ons te sluiten, want Cle-
fnence is eene rijke erfgename, waarom zou hij zich thans niet
haasten, haar terug te eischen? Acht dagen na hare komst
kwam hij te Parijs en verlangde hij haar te spreken. De
onvoorzichtigheid der bedienden deed haar gissen, dat het van
Tromberg was, die buiten- wachtte, en haar tweestrijd was
onbeschrijfelijk. Zichzelve niet meer meester, beefde zij over
alle leden. Mama moest hem laten weten, dat Clemence
op het oogenblik niet in staat was hem te ontvangen; daarna
overlegden wij, de zaak van mijn kind is natuurlijk de mijne
zou ik, die zooveel minder gezondigd heb dan Tromberg, thans
zachter in mijn oordeel zijn, dan men het jegens mij is geweest?
Ik wil, wil Clemence niet meer verliezenik wil haar voor
mij en den Hemel redden en deins voor geene vernedering terug,
om dat doel te bereiken. Ik riep haar voor den geest, hoe hard
haar vader geweest was tegenover eene zwakke vrouw en wegens
een veel lichteren misstap van een enkel oogenblik. Ik stelde
daar tegenover hare onbeschermde jeugd, die zij vol vertrouwen
in Tromberg's handen had gesteld; zijne ondervinding en ver
standelijke meerderheid, de zonde, die hij schaamteloos durfde
plegen in het volle licht van den dag onder hare onschuldige
blikken. Ik sneed diep, zeer diep in mijn eigen vleesch, maar
mijn moed werd beloond.
«Neen, ik wil hem niet wederzien," riep zij na mijne woorden,
en al is ook alle vertrouwen uit mijn hart gerukt, nog leeft de
trots er in. Verberg mij ergens, waar het oog der menschen
mij niet zien kan - grootmama moge hem zeggen, dat ik hem
ontvluchten zal tot aan het einde der wereld.
«Tot hare eigene veiligheid wist ik haar over te halen, mij
naar deze plaats des vredes te volgen, waar ook ik rust en ver
getelheid zoek en waar ik Gods genade zoo veelvuldig vind.
Ofschoon er een hevig tooneel volgde met mama, die van de
zegeningen van het kloosterlijke leven niets wil weten, liet
Clemence zich toch medeslepen door de schildering van den
goddelijken vrede, die ik haar voorhield, en sedert drie weken
geniet zij nu de bescherming en den troost van dit huis, waarvoor
ik u ten hoogste dankbaar ben."
De overste beantwoordde den handdruk der bezorgde moeder.
«En mijnheer van Tromberg?" vroeg zij. «Laat hij zich
goedschiks zijn recht, ik bedoel het recht, om zich voor haar te
verootmoedigen, ontnemen?"
BUREAU: MOLENPLEIN.
in handen gesteld van de bevoegde nutoritciten in de eerste
haven, die het schip, dat zich met de berging belast, aandoet,
het moge zijn de haven waar het schip thuis behoort of eene
noodhaven.
Deze autoriteiten geven van het feit kennis aan de consuls of
consulaire agenten van de natie van den berger en van die van
den eigenaar der gevonden voorwerpen, Zij geven die voorwerpen
terug aan de eigenaars of' aan hunne vertegenwoordigers, zoodra
de vordering daartoe geschiedt en de rechten der bergers vol
doende zijn gewaarborgd.
De administratieve of rechterlijke autoriteiten, naar gelang
van de wetgeving in de verschillende landen, bepalen de schade
loosstelling, door de eigenaren aan de bergers verschuldigd.
Deze bepaling brengt evenwel geene wijziging in de overeen
komsten, welke betreffende dit onderwerp reeds van kracht zijn,
terwijl de Hooge contracteerende Partijen zich de bevoegdheid
voorbehouden om onderling bij bijzondere overeenkomsten het
bedrag van een vast loon te regelen voor elk teruggevonden net.
Vischtuig van welken aard ook, zonder merk gevonden, wordt
beschouwd als zeevond.
Art. 26. Het toezicht over de visscherij zal uitgeoefend worden
met schepen van de militaire Marine der Hooge contracteerende
Partijen. Voor zooveel België aangaat, zullen die schepen kunnen
zijn schepen toebehoorendc aan den Staat, onder bevel van ge
zagvoerders rechtstreeks door den Staat benoemd.
Art. 27. Het toezicht op de naleving der bepalingen betref
fende het nationaliteits-document, het merken en nummeren van
de schepen enz., en van het vischtuig, evenzeer als van die
betreffende het aan boord hebben van verboden werktuigen
(artt. 6, 7, 8, 9, 10, 11, 1*2, 13 en 23 2), is uitsluitend opge
dragen aan de kruisers van de natie, waartoe het visschers
vaartuig behoort. Evenwel zullen de bevelvoerders der kruisers
elkander wederkeerig kennis geven van de overtredingen der
genoemde voorschriften, gepleegd door de visschers van eene
andere natie.
Art. 28. De kruisers van de gezamenlijke Hooge contrac
teerende Partyen zijn bevoegd om al de overtredingen van de
voorschriften dezer convontie, behalve die in art. 27 genoemd,
en alle misdrijven met de visscherij in verband staande, te con-
stateeren, welke ook de nationaliteit moge zijn van de visschers,
die deze overtreding begaan.
Art. 29. Wanneer de bevelvoerders der kruisers reden hebben
te gelooven, dat eene der voorschriften van deze conventie is
overtreden, kunnen zij van den schipper van het vaartuig, die
van zulk eene overteding verdacht gehouden wordt, vorderen dat
hij het document vertoone, waaruit van zijne nationaliteit moet
blijken. Op dat stuk wordt onmiddellijk eene korte aanteekening
van die vertooning gesteld.
De bevelvoerders der kruisers mogen hun bezoek of onderzoek
aan boord van een visschersvaartuig, dat niet tot hunne natio
naliteit behoort, niet verder uitstrekken tenzij dit noodig mocht
Mevrouw van Hersfeld lachte bitter.
«Verootmoediging! O, waardige moeder, wat weet die man
van verootmoediging en vernedering? Hij heeft mama, die weigerde
hem te ontvangen, schriftelijk gedreigd, de bescherming der wet
in te roepen, indien men hem zijne vrouw onthoudt. Hij wil
slechts wijken na een schriftelijk of mondeling onderhoud, en
alleen voor Clemence's eigen uitspraak."
«En zal het onderhoud plaats hebben?" vroeg de non in ge
spannen verwachting, terwijl zij opstond.
«Het heeft plaats gehad, waardige moeder," antwoordde
mevrouw van Hersfeld, met eene uitdrukking in toon en gelaat,
die hare toehoorster gerust scheen te stellen, want zij liet zich
weder langzaam op haar stoel bij het venster neder.
«Bij den brief aan mama was een brief voor Clemence gevoegd,
die mama haar ter hand stelde.
«Gewaagd!" mompelde de non, «ik zou een anderen weg inge
slagen hebben, maar mevrouw de Gravin wil zich niet laten raden.
En wat bevatte die brief?"
«Wenscht gij hem te lezen, waardige moeder? Hij bestaat
nog, en ik heb hem Clemence bijna met geweld ontnomen, opdat
zij niet zwak worde in hare voornemens, wanneer zij door
gedurig herlezen onder den invloed komt van die trotsche taal."
Toen zij opstond om naar haar schrijflessenaar te gaan, lang
zaam en met afgemeten schreden, maakte zy meer den indruk
eener Koningin, dan eener boetvaardige zondares, die een ge
willig werktuig is geworden in de handen van een biechtvader
en van de overste eens klooters. Zij nam eenige papieren uit
eene schuiflade en keerde naar het venster terug, terwijl zij een
bekommerden blik op Clemence sloeg, die zich nog altijd in den
tuin onder de bloeiende seringen bevond.
«Wat ziet zij er vermoeid en bleek uit op dezen heerlijken
lentedag en met hare achttien jaar," zeide zij met een zucht.
«Als een ziek kind, dat zich tegen de heilzame geneesmiddelen
verzet," viel de overste haar in de rede op een scherper toon,
dan waarop zij tot nog toe gesproken had. «Ik heb ver
nomen, dat zij weigert naar den abt te luisteren, hem zelfs met
trots van zich gewezen heeft, en dat zij slechts zelden haar hart
verheft in het gebed."
«Het is hare kerk niet, nog niet de hare, waarin men verlangt,
dat zij zal bidden," antwoordde de statige vrouw met een angst, die
weinig met hare gebiedende houding strookte. «Heb geduld met
haar zij heeft achttien jaar lang haar heil langs een anderen
weg gezocht, zij moet zich eerst te huis gevoelen. Als zij maar
eerst al de genademiddelen kent, dan zal zij zich, evenals ik,
dankbaar onderwerpen."
«Gij waart en bleeft altijd in den schoot der kerk, dat is iets
anders, mijne dierbare vriendin. Geduld moet intusschen onze
eerste deugd zijn laten wij dus geduld hebben. Gij wildet
mij een brief voorlezen, die mij in staat zal stellen de toestanden
beter te bcoordeelen, waarin ik u met mijn raad zal dienen
mag ik u verzoeken?"
Mevrouw van Hersfeld wist in hare blinde onderwerping het
recht niet meer van het onrecht te onderscheiden zij gevoelde
reeds niet meer, dat zij verraad pleegde jegens hare dochterzij
sloeg gehoorzaam den brief open en las:
Prijs der AdvertentiënVan 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
zijn om de bewijzen van een misdrijf of van eene overtreding,
betrekking hebbende op het politie-toezicht over de visscherij, te
constateeren.
Art. 30. De bevelvoerders der kruisers van de contracteerende
Mogendheden waardeeren het gewicht der feiten, waarvan de
kennisname tot hunne bevoegdheid behoort en die ter hunner
kennis zijn gekomen. Zij constateeren de schade daaruit voor
de visschersvaartuigen voortgevloeid, welke ook de oorzaak van
die schade moge zijn.
Zij maken, indien daarvoor gronden zijn, proces-verbaal op
van de geconstateerde feiten zooals die blijken, zoowel uit de
verklaringen van de belanghebbende partijen, als uit het getui
genis van de personen, die bij het feit tegenwoordig zijn geweest.
De bevelvoerder van een kruiser is, in het geval het feit hem
ernstig genoeg voorkomt om dien maatregel te rechtvaardigen,
bevoegd het vaartuig op te brengen naar eene haven van het
land van den visscher, die de overtreding heeft begaan. Hij
zal zelfs het recht hebben een gedeelte van de bemanning van
het vaartuig aan zijn boord over te nemen, om hen in handen
te stellen van de autoriteiten van het land, waar het visschers
vaartuig te huis behoort.
Art. 31. Het proces-verbaal, voorgeschreven in het vorig
artikel, wordt opgemaakt in de taal van den bevelvoerder van
den kruiser, met inachtneming der vormen in zyn land ge
bruikelijk.
De beklaagden en de getuigen hebben het recht om aan het
proces-verbaal toe te voegen of te doen toevoegen zoodanige in
hun eigen taal geschreven verklaring of getuigenis, behoorlijk
door hen onderteekend, als zij nuttig zullen oordeelen.
Art. 32. Verzet tegen de bevelen, hetzij van de bevelvoerders
der kruisers met het toezicht op de visscherij belast, hetzij
van hen, die op last van de bevelvoerders handelen, zal, tot
welke nationaliteit de kruiser ook behoore, beschouwd worden
als verzet tegen de nationale autoriteit van het visschersvaartuig.
Art. 33. Wanneer het ten laste gelegde feit niet van ernstigen
aard is, maar desniettegenstaande aan een visscher schade zal
hebben veroorzaakt, zijn de bevelvoerders der kruisers bevoegd
de zaak tusschen belanghebbenden op zee te schikken en het
bedrag van de verschuldigde schadeloosstelling te bepalen, indien
de betrokken partijen dit goedkeuren.
In dat geval zullen de bevelvoerders, indien eene der partijen
niet in staat is het verschuldige onmiddelijk te voldoen, eene
akte in duplo door den belanghebbenden doen teekenen, waarin
de te betalen schadevergoeding is vastgesteld.
Een exemplaar van dit stuk blijft aan boord van den kruiser,
terwijl het andere gegeven wordt aan den schipper, die te vor
deren heeft, opdat hij daarvan des noods voor de rechtbanken
van den schuldenaar kunne gebruik maken.
Indien partijen evenwel geene toestemming tot zoodanige
minnelijke afdoening verleenen, zullen de gezagvoerders handelen
overeenkomstig de bepalingen van art. 30.
«Mijne echtgenoote, mijne Clemence
«Gij zijt het nog nog draagt gij mijn naam, dien uw vader
met de edelmoedigste belangeloosheid in zijne hoede nam en die
gij nu schenden wilt in jeugdige overijling; nog is de band niet
verbroken, waarmede die dierbare man in zijn stervensuur ons
verbond. Moogt gij, kunt gij hem gewelddadig verscheuren,
Clemence? Ben ik te kort geschoten in goedheid, in geduld, in
eenige eischen uwer jeugd? Gij moogt het mij niet als een
verwijt aanrekenen, dat ik de hand uitstrekte naar de frissche
roos, die nog zoo laat op mijn levensweg ontlook niet ik heb
ze afgebroken, uw vader gaf ze in mijne hand, om ze te bescher
men. Het is wellicht niet de ware bescherming, niet de geluk-
aanbrengende liefde geweest, die zulk een jong hart kon bevre
digen ik zie het in. Maar moest gij daarom gaan, Clemence,
op die wijs gaan. Was er geen liefderijk, verzachtend woord
voor uw besluit, geen vonkje van dat vertrouwen, dat gij mij
beloofd hadt op eene heilige plaats, aan het sterf bed uws vaders
«Gij moogt geen acht slaan op mijne liefde en mijne verwoeste
hoop, dat kunt gij ook niet. Wat weet het hart eens kinds van
de stormen, die de borst des mans beroeren? Maar aan mijne
eer hadt gij moeten denken, want zij is de uwe, aan uwe toe
komst, aan uw naamEene vrouw, die zich buiten de burgelijke
wet plaatst, die de bescherming van haar man ontvliedt, is
vogelvrij elke woestaard heeft het recht haar te beleedigen.
Ik weet, dat uwe ziel rein isgeen trouwbreuk dreef u aan, mij
te verlaten, alleen uw verlangen naar vrijheid en deze zal u
geworden. Maar niet thans, Clemence, ik smeek het u
dringend, niet thans! Gij zijt een kind, onbeschermd en
onervaren. Gij moogt geene toevlucht zoeken daar, vanwaar uw
vader u met zooveel bezorgdheid verwijderd wilde houden niet
bij uwe moeder
«Keer tot mij terug, Clemence nog slechts een paar jaar,
tot uw verstand gerijpt, uw oordeel gevestigd is; ga dan de
wereld in, die gij nog zoo weinig kent. De beschermende hand
eens mans is een veilig geleidde, en wat het lot mij ook moge
opgelegd hebben aan smart en ontgoochelingen juist daar, waar
ik het meest bemind, het innigst vereerd heb mijne eer, ik
durf dit vrijmoedig schrijven, is onaangetast gebleven.
«Maar zelfs een eerlijk man kan dwalen en dat deed ik, door
Nora bij ons te houden. Waarom waart gy niet openhartig
jegens mij, waarom zeidet gij mij niet, dat dit uw gevoel kwetste?
Ware dit niet verstandiger geweest dan deze ondoordachte wraak,
die de eer der familie in handen geeft der bedienden, hoe getrouw
deze ook mogen wezen? Dacht gij er niet aan, welke verlegen
heid gij mij, welke vernedering gij u zelve bereiddet, door zulk
eene onbezonnen handelwijze? Ik was het aan den naam, dien
gij in gevaar hadt gebracht, verschuldigd, te herstellen, wat nog
in mijne macht was om goed te maken mijne echtgenoote
mag niets bedrijven, waarover zij zich schamen moet.
«Als wij naar Erlenstein terugkeeren, zult gy er Nora niet
meer vinden deze scheiding is zij aan ons en aan zichzelve
verschuldigd. Wat u mocht hebben tegengestaan, wat ik in
mijne kortzichtigheid niet zag, is uit den weg geruimd. Laat mij
uwe verdere eischen kennen, Clemence, en als zij vereenigbaar
zijn met recht en plicht en met mijne laatste krachten, dan zal