Jl. Maandag middag beeft een welgekleed lieer, met zwarten baard en gouden bril, naar men zegt uit Amster- j dam, zich in het plantsoen bij het Hieronvmusplein te j Utrecht den hals afgesneden. Zwaar gekwetst werd hij naar het Ziekenhuis vervoerd. Nader wordt bericht, dat het gebleken is te zijn de heer H. G. B., landmeter te Zwolle. Op eene jl. Maandag avond in het gebouw der Vrij metselaarsloge te Vlissingen gehouden vergadering van het Nederlandsche loodspersoneel, daartoe door den heer J. Spanjaard, inspecteur van het loodswezen, bijeengeroepen, werd tot de oprichting of eigenlijk reconstructie der reeds eenige jaren bestaan hebbende sociëteit voor het Neder landsche loodswezen besloten. In die vergadering werden de statuten vastgesteld en een 9 tal bestuurleden gekozen, met den veteraan M. van Boven, eervol ontslagen binnen- j loods, als president. De 'inspecteur Spanjaard werd tot eere-voorzitter benoemd en besloten het beschermheerschap op te dragen aan den schout-bij-nacht jhr. H. P. De Cock, inspecteur-generaal van het Loodswezen te 's Hage. Voorts werd besloten het eer-lidmaatschap aan te bieden o. a. aan den heer Arie Smit, burgemeester, de inspecteurs van het Loodswezen in de verschillende districten en verdere ambtenaren van de administratie en het loodspersoneel, alsook het lidmaatschap aan te bieden aan den heer J. J. Notenboom, de architect van het nieuwe gebouw op den zeeboulevard, waarin de Sociëteit zal worden gevestigd. Een 21 jarig werkman te Zwolle was jl. Zondag avond zóó dronken, dat hij, denkende in zijn kosthuis te zijn, zich in de Stadswandeling ontkleedde, en later met achter lating zijner laarzen, pet, jas, horloge en porte-monnaie, op zijn kousen in zijn kosthuis aankwam, zonder te weten waar zijn goed gebleven was. Jl. Vrijdag is de hoofdcommissie uit den Raad der gemeente Delft, belast met de voorbereiding en leiding der plechtige viering van den herdenkingsdag, door den Gemeenteraad aan de nagedachtenis, het leven en de werken van Z. D. H. Willem Prins van Oranje-Nassau, den grooten grondlegger van Nederlands onafhankelijkheid en vrijheid, bij de 300ste verjaring van het sterven van dien Vader des Vaderlands, op den 10 Julij a. s. te wijden, onder voorzitterschap van den burgemeester ten Raadhuize ver gaderd geweest tot het samenstellen van de sub-commissiën voor de inrichting van de Nieuwe Kerk, tot het houden van de gedachtenisrede, voor de daarbij uit te voeren muziek en voor de op dien dag te openen tentoonstelling van voorwerpen, betrekking hebbende op het leven en den tijd van den Zwijger. De commissiën zijn als volgt samengesteldvoor de kerk, de heeren H. Hartogh Heys Jr. en A. Van der Leeuw, wethouders; C. J. De Bruvn Kops, ingenieur-architect A. Ie Comte, leeraar aan de Pol vt. Schoolvoor de muziek, de heeren mr. W. K. S. Van der Mandele, lid van den Gemeenteraad; J. C. Boers, stedelijk muziek directeur; W. F. G. Nicolaï, directeur van de Kon. Muziek school te 's Gravenhage; A. Huet, leeraar aan de Polvt. School; L. A. Van Meerten, fabrikant; J. Van Heulen, kapitein der artillerie; F. A. Van den Berg, president van het Studenten-Muziekgezelschap „Appollo;" voor de tentoonstelling, de heeren A. M. Schagen Van Leeuwen, wethouder; mr. M. A. Wijnaendts, lid van den Gemeente raad; A. A. Vorsterman van Oven, genealoog te's Iiage; F. H. L. Van Swieten, oud-majoor van de kuvallerie; J. L. Moerman, oud-kolonel der O. I. artillerie: J. L>. J. Van der Hegge Spies en W. J. Me ven, oud-kapiteins ter zee; H. L. Jansen Van Raav, hoofdinspecteur van den post-en telegraafdienst in Ned.-Indië, met verlof; J. X. Verschoor, particulier; terwijl de commissie voor uitnoodiging en receptie in de kerk en ten Raadhuize zal bestaan uit de heeren L. A. Van Berckel, wethouder; P. Van Rhijn en H. P. Kleyn Van Willigen, leden van den Gemeenteraad. Bij een buitengewoon nummer van het Politieblad wordt o. a. gevraagd de gevangenneming van: Willem Arend Tobias. commissionair in assurantiën, directeur en agent van Assurantie-Maatschappijen, laatst wonende te Amsterdam, oud 39 jaren, gestalte groot, zwaar en breed, gelaat bol, knevel klein, haar blond. Tegen hem is bij vonnis van de rechtbank te Amsterdam dd. 19 Mei jl. verleend rechtsingang met bevel van gevangennemen ter zake van bedriegelijke bankbreuk en ontvreemding van ruim een ton gouds ten nadeele van door hem gepresen teerde Maatschappijen, alsmede ter zake van valschheden in geschriften van koophandel. Zijn portret is beschikbaar. Blijkens het jaarverslag van de Louisa-Stichting, te 's Gravenhage, over 1882, bedroeg het aantal verpleegden in dat gesticht op het einde van het jaar 11 jongens en 12 meisjes. Van de beide pleegzonen, die gedurende dat Radeloos zag mevrouw Hersfeld de non aan. „Gij hebt geene gelofte afgelegd, mevrouw," zcide de overste koel. //Gij zijt volkomen vrij en daarom is uw besluit zooveel te gewichtiger. Het is de eerste verzoeking, die u weder nadert, sedert gij in u in zelfkastijding oefent, filevrouw uwe dochter dwaalt, gelijk in zooveel andere opzichten, wanneer zij meent, dat de kloostermuren een bolwerk zijn tegen innerlijken strijd. Het is de stem uws kinds, die liefelijk klinkt, nis elke verzoeking op onzen weg; geef wel acht, dat gij de stem van God niet in den wind slaat." „Ik blijf, neen, ik blijf," klonk het van de lippen der beangstig de vrouw. „Houd mij bij u, waardige moeder, steun mij, laat eene mis lezen voor mijn armen markies, voor zijne ongelukkige moeder wasch mij rein met uw troost van alle bloed, van alle tranen!" De non sloot de schoone vrouw in hare armen, en Clemence stond langzaam op uit hare knielende houding. Zij had slechts tranen, berouw en kastijdingen voor hare laatste dwaze liefde geene enkele gedachte dwaalde af naar het vergeten graf, waar de gade harer jeugd uitrustte van zijn lange lijden, geen zucht had zij over voor de moederlooze jeugd van haar eenig kind. "Wat er nog leefde aan liefde in Clemence's borst voor hare moeder stierf geheel af in dit uur; de laatste band werd losgerukt. Zij keerde zich om met een stillen groet en legde hare hand in die der gravin. „Wilt gij bij mij blijven, Clemence?" vroeg de oude vrouw liefdevoller dan gewoonlijk in haar oppervlakkigen aard lag. „Als gij mij hebben wilt, grootmoeder, ik wil zoo gaarne eene goede dochter voor u zijn." „Mijn kind!En ik vooru eene moederzeide zij, Clemence met zich mede voerende, zonder dat zij mevrouw Hersfeld een blik verwaardigde. „Kom mede, ik leid u naar mijn huis." „En in de wereld!" liet de non er met verheffing van stem op volgen. Wordt vervolgd.) jaar do stichting verlieten, is een als klerk gepl.aatst aan de Anisterdatnsche Bank en een als cadet aan dc Kon. Militaire Academie. De ontvangsten, waaronder f3872.18* aan giften, bedroegen f 13,573.35, de uitgaven f 14,292.18*: liet tekort, dat op 31 Dec. 1882 nog f 2197.54A bedroeg, was op 31 Dec. 1883 tot f 718.83* gedaald. In welke ongezonde richting de fondsenhandel sedert eenïgen tijd gedreven is, moge blijken uit het feit, dat in een onzer financiëele bladen, in een artikel nog wel, waarin j de houding der Amsterdamsche beurs geprezen wordt, kalmweg, alsof 't de eenvoudigste zaak der wereld ware, j verklaard wordt, dat eene plotselinge, van New-York uit gaande rijzing aan de Amsterdamsche beurs waarschijnlijk I meerdere slachtoffers zou gemaakt hebben, dan de thans plaats gehad hebbende paniek. Een bewijs dus, dat de contramine partij aan de Amsterdamsche beurs thans reeds de sterkste geworden is Met het oog op het groot gebrek aan officieren der j artillerie, bestaat bij den minister van Oorlog het voor nemen, om den lsten Oetober a. s. niet tot de voorge- nomen opheffing van den artillerie-cursus te Delft over te gaan, maar die cursus voorloopig nog eenige jaren, doch j op andere grondslagen gevestigd te doen voortduren. De officier van justitie te Middelburg vraagt de I opsporing en aanhouding van W. H. Pieter, postdirecteur te IJzendijke, die voortvluchtig is met zestig duizend gulden, Het Hof te Arnhem veroordeelde jl. Dinsdag Luberta j Reurink, wegens vergiftiging van baren echtgenoot, tot j löjaren tuchthuisstraf. Bij de herstemming ter verkiezing van een lid der Tweede Kamer in het district Almeloo, zijn uitgebracht 2333 geldige stemmen, waarvan 21 van onwaarde. Ge- kozen de heer mr. A. Van Laer (liberaal) met 1177 stemmen, i Op mr. Van Sonsbeeck (ultramontnan) waren 1135 stemmen uitgebracht. H. K. H. Prinses Hendrik, die gisteren middag ten 4 u. 22 min. met den Rijnspoorweg naar het buitenland I is vertrokken, zal gedurende tien dagen afwezig blijven en alsdan met haar moeder te 's Hage terugkeeren. Een particulier telegram aan de Amsterdammer bericht dat de Transvaalsche Deputatie gisteren weder te Parijs is aangekomen. Heden vertrekken de afga vaar- digden naar den Haag, om zich vandaar naar Southampton i te begeven. Toen H. M. de Keizerin van Oostenrijk gisteren j morgen inet een huurrijtuig langs den Amstcl te Amster- dam reed, struikelde en viel het paard, zoodat H. M. te voet den weg naar het Amstel-Hotel moest voortzetten. Mr. E. N. Rahusen, voorzitter van liet College voor de Zeevisscherijen is benoemd tot commandeur der Leopolds orde, en de luit. ter zee 2de klasse Van Hecking Colen brander tot ridder der orde van St. Olaf. De tweedaagsche retourbiljetten op de Ned. Rijnspoor weg, welke des Zaterdags worden uitgegeven, zullen gedu rende den zomerdienst voor de terugreis geldig zijn tot en met den daarop volgenden Maandag. Reeds vroeger is melding gemaakt van liet voornemen der Société des Waggons lits om op de lijn Amsterdam Rotterdam van den Hollnndschen Spoorweg zeer comfortable ingerichte salonrijtuigen voor 28 personen ter beschikking van het publiek te stellen. Gisteren werden inderdaad twee zulke rijtuigen in dienst gesteld. Eén blijft te Amsterdam, het andere te Rotterdam in reserve. Eergisteren heeft men een proefrit gehouden, welke uitmuntend voldaan heeft. De rijtuigen zullen 8 malen per dag in de treinen loopen namelijk van Amsterdam in treinen 17, 31, 23, en 47 en van Rotterdam, in treinen 22, 46, 24 en 10. Het bericht, dat de kapel van het regiment grenadiers en jagers zich dezer dagen naar Londen zou begeven, is onjuist. De reis zal waarschijnlijk eerst in Augustus plaats hebben. (Het Vad.) De beroemde beker van Maximiliaan te Veere zal in het Panopticum te Amsterdam ter bezichtiging worden gesteld, althans wanneer de thans daarover gevoerde onder handelingen slagen. De Atjeh-correspondent van het Bat. Hld. meldt nader, dat bij het 31 Maart jl. plaats gehad hebbend gevecht met de Atjchers aan onze zijde 60 gewonden vielen, terwijl het aantal gesneuvelden en aan hun wonden overledenen 11 bedroeg. De verliezen van den vijand waren evenwel nog veel grooter, doch cijfers worden niet genoemdtwee hunner, waaronder een Chinees, werden krijgsgevangen gemaakt. In eene herberg te Kou veen kwam jl. Zaterdag een poldergast te ontbijten, en gebruikte, behalve 2 borrels en voor 5 centen noten...., 39 rauwe kipeieren. Een metworst, die hij aan een en ander nog wenschte toe te voegen, is hem geweigerd. De kapitein van een schip kreeg bericht, dat de moeder van een zijner matrozen overleden was, met be leefd verzoek deze ongelukkige tijding aan Janmaat met de grootste voorzichtigheid mede te deelen. Janmaat was dol op zijn moeder en een al te plotselinge schok mocht hem schaden. De kapitein zat er over in, hij kende zijn vak uitstekend, maar spreken en vooral met gevoel spreken, dat kon hij niet. Maar wacht, de eerste stuurman kon nog al goed met zijn tong terecht, en de eerste stuurman werd dus ontboden. Stuurman, zei de kapitein, jij moest je met dat baantje belasten hoor, het gaat jou beter af, maar doe het voorzichtig en netjes hoor. Laat dat aan mij over, kapitein! En de stuurman ging naar voren oin den bewusten Janmaat op te zoeken. Zeg eens Jan, heb jij nog een moeder? luidde zijn vraag. Ja zeker, stuurman, te Hellevoet. Dat denk jij maar! Lees dit eens. En ziet Janmaat was geprepareerd. De mogder waagt niets voor zichzelven, maar alles voor haar kind. Voor hetgeen het edelste in hem is, voor de deugd, opent de mensch zijne aderen en offert zijn geest. De martelaar noemt deze deugd geloofde wilde eer, en de republikein vrijheid. Jean Paul. Het sterven is verheven. Achter de zwarte gordijnen doet de dood het stille wonder en werkt voor de andere wereld, terwijl de sterveling met vochtige maar kortzichtige oogen voor de gordijn van dit bovenaardsche tooneel staat. Jean Paul. Een nachtegaal, die plotseling een pauwenkreet deed hooren, zou u doen ontstellen; meer nog ontroert het mij een schoon vrouwengelaat zich te zien ontsieren door de trekken van hartstocht of haat. Carmen Sylva. Wanneer de man een „goede partij" doet, is het zeer de vraag, of dat ook van de" vrouw kan gezegd worden. Jean Paul. Hoogst ongelijk is de waarde, die de menschenhand met een enkele pennestreek verleenen kan aan het onbe schreven stuk wit papier, dat voor haar ligt. Met enkele trekken schrijft een Croesus er zijn „goed voor vijf honderd-duizend gulden" op; en een ander man onder teekent daarop een wissel, die weldra de eerste schakel wordt van een keten, die hem naar den afgrond trekt; of een van God begenadigd dichter schrijft er een lied op, dat een bron van verrukking wordt voor de verste tijden. Iets daemonisch is er in deze witte onbeschreven opper vlakte; hij, die de pen voert, bedenke zich wel, eer hij haar indoopt en de geesten ontboeit, welke hij later niet meer bannen kan. H. Seidel. Wanneer ik eiken avond het opgaan der zon schilderde, en eiken morgen het opgaan der zon zag, zou ik nog, even als de kinderen, roepen: „Toe, nog eens, nog eens!" Jean Paul. De herinnering is het eenige paradijs, waaruit wij niet verdreven kunnen worden. Jean Paul. Bij een exemplaar van het schoone geslacht klinkt het mij altijd wat verdacht, wanneer ik een leeftijd van 29 jaar hoor opgeven. De dames mogen het mij vergeven, maar meestal doet het mij denken aan de entreeprijzen van 99 cent, bij welke de geheele wereld wel weet dat een gulden bedoeld is. H. Havard. In onze groote steden zijn lieden, die met waarzeggen aan den kost komen; maar wie de waarheid zegt heeft niet oj) geldelijk profijt te rekenen. B. T. Lublink Weddik. Datgene, waarvoor de mensch goed en bloed opoffert, moet iets meer verheven dan die beide zijn. De brave is niet zoo dapper op het beschermen van eigen leven en goed, als hij is wanneer hij voor dat van een ander strijdt. Buitenland. Zelden is, volgens het getuigenis van het Journal de Bruxelles, te Brussel zoo overvloedig gevlagd als ter gelegenheid van de komst des Konings en der Koningin van Nederland, en het blad vraagt zich af, of die komst den aard der bevolking veranderd heeft. Het Stadhuis, dat jl. Dinsdag middag door het Vorstelijk echtpaar zou worden bezocht, was sierlijk getooid. Tot aan den top des torens wapperden de Belgische en Neder landsche vlaggen met oranjewimpels en de kleuren der stad Brussel. Onder de portiek waren de wapenschilden van Brussel, 's Gravenhage Belgie en Nederland aange bracht. Op de binnenplaats, links van den ingang, bevindt zich eene trophee met de wapens der twee steden, omstren geld met olijftakken en banderollen, waarop het woord: „Welkom." Ter rechterzijde van den ingang eene derge lijke trophee met de wapens der beide landen. Rechts en links van de groote trap de wapens van Z. M. den Koning en H. M. de Konigin met de opschriften in de Hollandsche taal „De stad Brussel heet Z. M. Willem III, Koning der Nederlanden, welkom." „De stad Brussel juicht bij de aankomst van H. M. Emma, Koningin der Nederlanden." Aan de deur, uitkomende op de Amigostraat, vindt men <le wapens der Nederlanden, Waldeck-Pyrmont, België en Oostenrijk-Hongarije. Aan het koninklijk paleis zijn de wapenschilden der Belgische en Nederlandsche provinciën aangebracht, met het Nederlandsche wapen in het midden, tussehen de wapens van Brussel en den Haag. De versieringen van het Stadhuis zijn van de hand des bouwmeesters Jamar en den schilder Charles Cardon. Een particulier telegram uit Brussel van gisteren aan het Hld. luidt als volgt: „Het feest dat in den wintertuin van het Koninklijk paleis te Laeken heden werd gegeven was schitterend. De Vorstelijke personen vertoefden er geruimen tijd en luisterden met blijkbaar welgevallen naar den zang der „Vereenigde Toonkunstenaren," die voor de hooge personen geschaard stonden. Gelijken bijval viel ten aeel aan de muziek der Guides, welke echter onzichtbaar waren. De dirigenten der liedertafel en de ee re-president Debrouckere en de president Wittebols werden aan ons Vorstenpaar voorgesteld. Koning Willem was in civiel, rok en grijze pantalon. Hij droeg het grootkruis der Leopoldsorde. Koningin Emma was in zwaren rouw. Koning Leopold en de Graaf van Vlaanderen waren in militair eostuum; de Belgische Vorstin droeg een lila, de Gravin van Vlaanderen een rose kleed. Er heerschte een aangenamen en ongedwongen toon." Bij den terugkeer van de Vorstelijke personen naar het Paleis te Brussel heeft een ongeluk, dat echter erger gevolgen had kunnen hebben, de feestvreugde eenigszins gestoord. De paarden van het rijtuig des gouverneurs van Brabant, den heer Heyvaert, sloegen ter hoogte van het Conservatoire aan het hollen, tengevolge waarvan zeven personen gekwetst werden, gelukkig niet zeer ernstig. Het geval veroorzaakte echter eene onbeschrijfelijke ont steltenis. De heer Heyvaert zelf is er met den schrik afgekomen. Volgens de laatste berichten zijn de gekwetsten beterende. Jl. Zondag is te Petersburg de zestiende verjaardag en de meerderjarigheidsverklaring van Grootvorst Nicolaas Alexandrovitch, oudsten zoon van den Russischen Keizer en toekomstig beheerscher van het Russische Rijk, op plechtige wijze gevierd. De toekomstige Czaar heeft den eed van trouw in het Winterpaleis voor zijne doorluchtige ouders, de leden van de Keizerlijke Familie en de vertegenwoordigers van alle beschaafde mogendheden afgelegd. Te twaalf uur nam de plechtigheid een aanvang. Een groot aantal officieren, Hofdignitarissen en hooggeplaatste Staatsambtenaren hadden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 2