arbeidstijd en het vierde van de zorg, die er eertijds aan ten koste gelegd werd. Daardoor is voor de vervaardiging van al die levensbehoeften veel minder arbeidsloon noodig geworden dan er vroeger voor betaald werd, toen den bewer kers uit het oogpunt van soliditeit, smaak en duurzaam heid geheel andere eischen dan tegenwoordig gesteld werden. De werklieden verdienen er nu dus minder aan, besteden er dus ook minder tijd aan, en moesten wel door telkens nieuwe productie in die mindere verdienste en dien onbe- nuttigden tijd voorzien. Zoo ontstond de overproductie, die zich nu al meer en meer laat gevoelen en verergerd wordt door de mededinging van het buitenland. Waarbij komt, dat door dit „veel en spoedig en goedkoop werken* de werkman minder gelegenheid had om zich in degel ijken en solieden arbeid te oefenen, zoodat het soms niet te ver wonderen is, dat men aan buitenlandsche producten en buitenlandsche arbeiders de voorkeur geeft boven de onze. Hoe men uit dat doolhof van moeilijkheden zal geraken? Ziedaar de vraag, wier beantwoording tot oplossing der quaestie kan leiden, welke jl. Zondag de 800 werklieden bezig hield. Maar die manier van oplossing is voor burger Ris en kornuiten veel te alledaagsch, zij houden het met de philosophische dooddoeners uit de socialistische apotheek. Jammer dat men Ris, uitgelokt door zijn succes van Zondag, den volgenden avond niet op de bijeenkomst van effectenhandelaars genoodigd heeft. Daar hebben 123 mannen van het vak zich vruchteloos afgesloofd om een middel te vinden, waarmede men de heerschende speculatie-woede in Amerikaansche spoorwegwaarden zou kunnen bestrijden. Misschien had de waardige man ook daar wel evenveel genoegen als den vorigen dag beleefd van zijn panacc geen grenzen, geen legers, verdeeling van arbeid! Meer genoegen wellicht dan de voorsteller der nu ontworpen redmiddelen van zijne denkbeelden smaakte. De verga dering wilde er niet van gediend zijn. Hot voorstel trou wens, om alleen betrouwbare Amerikaansche fondsen in de officiëele beurs-noteering toe te laten, is, ruwweg gezegd, z/te gek om alleen te loopen." Wie moet die betrouwbaar heid constateeren? Wie geeft den juisten maatstaf aan, om in deze lastige quaestie te beslissen? En wie zal zeggen of een fonds, dat heden /betrouwbaar" verklaard wordt, het morgen nog is? Dit zijn quaestieën, die alleen de Beurs en het publiek zelf beslissen kunnen. Men zou evengoed kannen vergen, dat de redactie van een dagblad zich borg stelde voor de deugdelijkheid van alles wat er in de advertentie-kolommen harer courant wordt aange boden Het publiek, dat lichtzinnig genoeg is om zijn geld aan slechte zaken te wagen, moet de gevolgen van die waaghalzerij dan ook maar dragen. De eenige practische raad is: steek uw geld niet in Amerikaansche fondsen, die een verdacht hooge rente afwerpen, of houd u liever nog geheel en al buiten dat Amerikaansche goedje. Doch dat strookt, helaasnu eenmaal niet met de leuze onzer dagen: «/Veel, spoedig en goedkoop verdienen!" Het kwaad moet dus maar uitzieken, en daarmede basta! Of neen, ik mag dezen niet eindigen zonder er op te wijzen, dat er in onzen tijd toch ook nog verblijdender levensteekenen zijn waar te nemen. Hier en daar zijn nog steeds de bewijzen voorhanden, dat de oud-Hollandsche energie nog niet geheel is uitgedoofd. Als zoodanig noem ik onder anderen de Nijverheids-tentoonstelling, die van 8 tot 15 Juni aan Den Helder in het lokaal Musis Sacrum zal worden gehouden. Het Gemeentebestuur steunde de onderneming door het beschikbaar stellen van een vijftal zilveren medailles, en het plaatselijk Departement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen toonde haar zijn gesprek met dien vreemdeling bijna op dezellde plek bleef staan. Hij zag het en viel zich zei ven in de rede. «Ik verveel u, generaal," zeide zij, zich verontschuldigende. Maar de Duitscher ontkende dit op stelligen toon. O, integendeel, niets is mij op het oogenblik aangenamer, dan over haar te hooren spreken. Ik heb haar man gekend. Zoo gij mij verplichten wilt, ga dan voort." De overste boog. „Welnu dan, mevrouw de barones wiirp zich met ware geest drift op de wetenschappen en spreidde daarbij eene bevattelijk heid ten toon en ean geheugen, die bare leermeesteres in ver rukking brachten. Deze hoeren zijn hare fanatieke bewonderaars geworden. Geheel Parijs sprak van haar en hield de oogen op haar gevestigdmen meende, dat zij weldra aanspraak zou maken op een zetel in de academie. Zes uren daags, en dat gedurende negen maanden, wijdt deze vrouw aan de strengste studiën; de gravin heeft ten haren gevalle afgezien van haar verblijf op haar landgoed te Trouville, waar zij gewoon is den zomer door te brengen, om haar in hare studieën niet op te houden. Het vroege morgenuur, waarin andere vrouwen nog rusten of droomen, vindt haar reeds in de boeken, om hare onderwijzers niet onvoorbereid te ontvangen. En dat alles doet zij zonder uiterlijke noodzake lijkheid, zonder dwang, met voorbeeldelooze kracht en volharding. Daardoor vestigde zij het eerst de opmerkzaamheid en de belang stelling van den markies, die zelf een geleerde is, op haar. Hij was er over verrukt, de leidsman van deze wonderschoonc vrouw op zijn eigen gebied te zijn en de voortdurende omgang met hem verruimt dagelijks haar gezichtskring en scherpt haar oor deel. Hij brengt haar in betrekking met alle beroemdheden van Parijs. Ofschoon hare ontwikkeling, bij hare zeldzame gaven, ondersteund door ijver en volharding, en geleid door de beste leerkrachten, verbazend genoemd mag worden, afschoon zij met hare onvergelijkelijke stem reeds de bezoekers van de zalen van hare grootmoeder in verrukking brengt, is zij toch buitengewoon terughoudend met hare talentenin haar gewone onderhoud merkt gij daar niets van dan de esprit, die aangeboren, niet aangeleerd is. „Dit voortdurend samenzijn met den markies, deze vele interes sante betrekkingen hebben een zekeren band tusschcn hen doen ontstaan en deze zal onverbrekelijk worden, naar men fluistert, zocAira er een zekeren tijd verloopen zal zijn. Bijzondere harts tochtelijkheid schijnt niet in den aard der barones te liggen; zijne verstandelijke eigenschappen, zijn rang en positie schijnen haar voldoende te zijn. Waarom zou zij van eene Duitsche barones geene goede Fransche markiezin kunnen worden?" „Volgens deze karakterschildering hebt gij gelijk, maar zie eens, mijnheer de overste, het oogenblik is gunstig," fluisterde de generaal, „kom, stel mij nu voor." De beide officieren gingen naar eene groep heeren en dames, die uit elkander gingen, en de overste stelde den Duitschen generaal voor. Een landsmanEen vroolijke blos overtoog het bekoorlijke gelaat en maakte het nog innemenderzij heette hem met harte lijke vriendelijkheid welkom. De markies verwijderde zich uit hare nabijheid, toen de generaal haar naderde, maar de overste trok zich na de voor stelling terug. „De bekende klank van uw naam moedigde mij aan, mij aan u te laten voorstellen, genadige vrouw," zeide de generaal. „Wij zijn niet alleen landslieden, mijnheer uw echtgenoot was ook een sympathie en medewerking door eene geldelijke suhsidie. Moge nu de belangstellende deelneming en aanmoediging van het publiek verder het hart' doen en de kroon zetten op het werk der wakkere Regelings-cnmmissieIk weet wel, het geldt hier geen internationale wereld-tentoonstel ling, met weiilschen ophef en glinsterende praal; maar daarom mag deze poging tot bevordering der Nijverheid in dat gedeelte van Hollands Noorderkwartier toch even zeer onder de moedgevende verschijnselen gerekend worden, Zij bewijst althans, dat, ondanks al het verschil tusschen het verleden en het heden, men er het hooTd nog volstrekt niet in den schoot legt, maar moedig en dapper den strijd blijft volhouden. liet doet goed, op zulke dingen te kun nen wijzen, tegenover de onbekookte borrelpraat van burger Ris en consortenAmstelaar. Bi o.n.o s3L. HH. MM. de Koning en de Koningin zijn gisteren namiddag te 2 uren te Arnhem aangekomen en werden aan het station opgewacht door den commissaris des Konings en den waarnemenclen burgemeester. HH. MM. zijn ter- 1 stond in een open landauer, gereden door jockeys in het wit, naar het landgoed Oranje-Nassau vertrokken. Te 10 uren vertrokken I1H. MM. uit Brussel. Koning Leopold vergezelde zijne hooge gasten tot Antwerpen. Het afscheid van beide Vorsten en Vorstinnen was zeer hartelijk, terwijl het. volk de vertrekkenden met geestdrift toejuichten. HH. MM. de Koning en de Koningin zullen den 30 dezer met den trein van 7.43 's morgens uit Oosterbeek naar Frankfort vertrekken, alwaar zij zullen overnachten. Den volgenden morgen begeeft Z. M. de Koning zich naar Carsblad. De schoone dagen van Aranjuez zijn weer voorbij, zoo seint men aan het Rott. N.blad uit Brussel. HH. MM. de Koning en de Koningin der Nederlanden zijn weer van hier vertrokken. Evenals Dinsdag stonden 80U0 militairen langs den weg geschaard en was het station versierd. De geheele Vorstelijke Familie was aanwezig; zij kwam te 9.55 aan het station, waar de ministers, de burgemeester en vele autoriteiten haar opwachtten. Het afscheid was allerhartelijkst. De Koning en de Koningin omhelsden Koningin Henriette en de Koning drukte den jeugdigen Prins Boudewijn lang de hand. Te 10 uren zette de trein ziel» in beweging. Koningin Emma wuifde met een witte bouquet uit het raampje, ter wijl de muziek de Nederlandsche Volksliederen speelde en het talrijk publiek luide Hocrah's deed hooren. Koning Leopold, baron Gericke van Herwijnen en diens echtge- noote vergezellen de Koninklijke gasten tot Antwerpen. Op het perron stonden, evenals bij de aankomst, de gre nadiers geschaard. Koning Willem III was in generaais-uniform gekleed en zag er recht vergenoegd uit. H. M. de Koningin was in het zwart. De Transvaalsche deputatie keerde gisteren te Am sterdam terug en nnin haar intrek in het Amstel-Hötel. Vermoedelijk zal de mailboot Mexican, die a. s., Don derdag Southampton verlaat, de gedelegeerden naar de Kaap overbrengen. In den nacht van ju Woensdag op Donderdag, ongeveer te 2 uren is de goederentrein, die van Amsterdam vertrok, aan de Ringdijk ontspoord, waardoor drie wagens verbrijzeld werden. De machinist vièl van den trein, maar bleef onge- J deerd; de treinsmid echter werd gekwetst, en na in hei I seinhuis verbonden te zijn naar het gasthuis gebracht. wapenbroeder van mij. En nog beter bekend is mij uw zwager, i die onder mij gediend heeft.. Ik voerde het bevel over het i dragonder-regiment, waarbij hij stond, toen hij bij Königgraz zoo zwaar gewond werd." i Alle kleur week uit haar gelaat en haar adem stond stil; het was pijnlijk voor haar, omtrent hare familie-betrekkingen, omtrent zulke betrekkingen te worden aangesproken. De generaal schreef hare zichtbare ontroering en de verandering vnn hare kleur aan eene andere oorzaak toe. „Ik begrijp het, mevrouw de barones, hoe smartelijk die herinnering voor u moet zijn," zeide hij, zicli verontschuldigende, „vergeef mij, voor den soldant blijft boven alles de roemMijnheer uw echtgenoot heb ik slechts vluchtig gekend, maar ik weet, dat hij te Nizza aan zijne wonden bezweken is: ik heb het met innige belangstelling vernomen. Van meer nabij, zooals ik reeds zeide, ken ik uw zwager, baron Erwin, en ik heb hem geruimen tijd, ik durl zeggen, met vaderlijke welwillendheid in het oog gehouden, toen hij maanden lang aan zijn smartelijk ziekbed gekluisterd was. Maar nu heb ik langen tijd niets van hem gehoord, nadat hij, ongeschikt voor den dienst, naar het schoone Erlenstein terugkeerde. Ik heb zelf anderhalf jaar verlof gehad, heb in Egypte en Italië rondgedwaald en de voeling met mijne oude kameraden wel een weing verlorendes te aangenamer was ik verrast, uit de laatste brieven van huis te vernemen, «lat baron Erwin weder dienst heeft genomen bij de brigade, waarover ik het bevel voer. Ik mag dus aannemen, dat hij volkomen hersteld is; weet gij er soms iets naders van, mevrouw de barones?" Thans toch moest zij hare achterhoudendheid laten varen en eenig antwoord geven. Zij had uit het gesprek begrepen, dat de generaal haar voor Nora aanzag en van Erwins huwelijk blijkbaar niet wist. Moest zij hem opheldering geven, dien vreemden man hare diepste geheimen mededeelen en tot hem zeggen: „Ik ben het niet, ik ben Erwin's vrouw, ik ben hem ontvlucht en op het punt mij vnn hem te laten scheiden?" Het was haar, alsof zij daarmede hare eigene schande, niet de zijne openbaarde. Er was niemand in de nabijheid om haar antwoord te hoorenwat was er aan gelegen, wicn deed zij er onrecht mede, dat zij hem in zijn waan liet?" „Ik heb den broeder van mijn man nooit gezien," antwoordde zij ontwijkend, „ik kan het u niet zeggen, mijnheer de generaal." „Niet?" vroeg hij verbaasd. „Ik veronderstelde het, omdat do beide broeders zoo innig aan elkander verkleefd waren. Maar dan moet gij uwe schade inhalen, mevrouw. Gij kunt u niet voorstellen, welk een bloedverwant, van u er nog in Duitschland woont. Baron Erwin is niet alleen de dapperste soldaat, de trouwste kameraad, hij is ook een voortrefielyk mensch: een Duitsche Bayard, zonder smet of blaam." Zij werd beurtelings rood en bleek; de esprit, waarvan de Fransche overste gesproken had, liet haar volkomen in den steek. Gelukkig voor haar kwam deze ijlings terug, vergezeld door een kamerheer; de Keizer had naar den generaal gevraagd en het pijnlijke gesprek werd dus afgebroken. Maar Erwins lof, uit den mond van dien ouden soldaat, zoo ver van het schouw- tooneel harer smarten, had alle oude wonden weder opengereten. Zijn beeld drong zich tusschen haar en de pracht, die hare zinnen dreigde te beneveleneen onbeschrijfelijk gevoel van vlijmende smart dreef haar onwederstaanbaar naar hare kamer, naar die stilte, waar haar opgewonden gemoed zoo dikwijls na hevige» strijd den vrede had gezocht en gevonden. Wordt vervolgd.) Het schijnt, dat de ontsporing een gevolg is van he* verhoogen der rails aldaar, dat nog niet geheel gereed was en waarvoor inen den aankomenden trein niet had gewaar schuwd. Eerst Donderdag middag om 5 uur konden de treinen weer doorrijden en behoefden de reizigers niet meer over te stappen. Het Hld bevestigt ons bericht van jl. Donderdag, dat de gelden, henoodigd om de Koninklijke Fabriek van stoom- en andere werktuigen te Amsterdam in stand te houden, tot een voldoend bedrag zijn toegezegd om te mogen verwachten, dat tot voortzetting der zaak zal wor den voorgesteld. Omtrent den in het Politiebla«l gesignaleerden W. H. Pieter, postdirecteur te I.Tzendijke, deelt de N. Gr. Crt. het volgende mede: Bij cle Postkantoren van de zes grootste steden des lands kwamen dezer dagen postwissels aan, geadresseerd aan verschillende commissionnairs in effecten. Het heette, dat eene dame order gaf tot aankoop van effecten, aan elk tot een bedrag van f 10000. Nu is de verzending van zulk eene groote som per post zeker zeldzaam, maar van eene dame wordt juist geene groote kennis in financiëele zaken gevorderd. De orders werden natuurlijk uitgevoerd. Thans moet gebleken zijn, dat zij af komstig waren van den gesignaleerden postdirecteur, die aldus eene som van f 60000 heeft weten machtig te worden. Naar men verneemt, heeft men den voortvluchti«'en postdirecteur te Rijssel gearresteerd. Blijkens ingekomen ambtsberichten is in het tijdperk van vier weken, dat op 17 Mei jl. geëindigd is, 1 geval van longziekte buiten den afgesloten kring van het spoeling district waargenomen, te Overschie. In de slachterijen binnen dien kring bleken de longen van 10 runderen, bij 6 veehouders, door longziekte te zijn aangetast. Gedurende voormeld tijdperk werd afmaking bevolen van 234 van longziekte verdachte runderen, sedert 1 Jan. 2071. Voor de algemeene vergadering der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, dit jaar op 12 Augustus te Amster dam te houden, beeft het hoofdbestuur nog een voorstel aanhangig gemaakt, dat ten doel heeft de pogingen tot oprichting van een Werklieden-Pensioenfonds te steunen. De Keizerin van Oostenrijk, die den laatsten tijd hoofdzakelijk te Zandvoort vertoeft, kwam jl. Donlerdag morgen te ongeveer half tien te Amsterdam aan, om de godsdienstoefening in de kerk van H. Augustines hij te wonen. Te 1 u. 5 min. keerde H. M. weder naar de bad plaats terug. Wij meenen de aandacht te moeten vestigen, op de annonce in dit blad geplaatst betreffende de muzikale en dramatische opvoering, welke aanstaanden Maandag ten voordeele der Algemeene Bewaarschool te Burg op Texel, door eenige dilettanten van daar en van elders, zal worden gegeven, met medewerking van het zanggezelschap. Niet alleen om het goede doel dat men beoogt, maar ook om het kunstgenot dat wordt aangeboden, hopen wij dat zeer velen zich zullen opgewekt gevoelen om op te gaan naar den tempel der muzen (alias „de Vergulde Kikkert,") waar voor jong en oud ruimschoots gelegenheid zal zijn om op velerlei wijzen te genieten. Op de jl. Maandag gehouden vergadering der afdee- ling Texel van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen werd door den president medegedeeld, dat de Nutsspaarbank was opgeheven. De f 350 winst, door de Spaarbank be haald, zullen ten dienste der Algemeene Bewaarschool worden aangewend. Aan den Burg op Texel bevinden zich vijf zusters, die te zamen den respectabelen leeftijd van 380 jaren bereikt hebben. Ze verheugen zich allen in eene zeer goede gezondheid: eene der oudjes gebruikt nog geen bril. De Maatschappij Zeeland, die in het vorige jaar het stelsel van electrische verlichting in praktijk bracht op haar stoomschip Prinses Marie, heeft thans dezelfde methode toegepast op nog twee van hare mailbooten. De bisschop van Haarlem heeft te IJmuiden eene parochie opgericht onder den titel van „Parochie van den II. Gregorius, bisschop van Utrecht" en J. Van 't West einde tot pastoor van de nieuwe parochie benoemd. In de algemeene vergadering van het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap, op 30 en 31 Julien 1 Augustusa. s. te Groningen te houden, zullen deze onderwerpen besproken worden: 1. De verplichtingen en rechten van den deskun dige hij de acte-examens; 2. Het klassikaal onderwijs; 3. Het onderwijs in de aardrijkskunde, met het oog op de behoefte der lagere school; 4. Speeltuinen5. De rapporten omtrent de examens voor hoofdonderwijzersen 6. Onderwijs in handenarbeid. Ter gelegenheid der feesten werd jl. Woensdag op eene haan binnen de stad Hoorn eene harddraverij gehou den, waarbij de volgende prijzen werden behaald: lste prijs (f 50ü) door den heer P. Brommer te Zijpe, met het paard Willem III, pikeur J. Koster. 2de prijs (250) door den heer A. v. d. Akker, met het paard De Goede, pikeur de eigenaar. 3de prijs (f 100) door den heer J. Schagen te Beemstcr, met het paard Pauwtje, pikeur J. Schilder. De Amstel-Hötel-Maatschappijdeeltoverl8837pCt.uit. In den ochtend van het vertrek naar Brussel was Z. M. de Koning ongesteld, zoodat dr. Vinkhuijzen per telegraaf naar Esschen werd ontboden. Gelukkig bleek de ongesteldheid niet van zoo ernstigen aard, dat voort zetting der reis moest worden ontraden. Dr. Viukhuijzen vergezelde Z. M. een eindweegs, doch keerde daarna naar Den Haag terug, 's Konings gezondheidstoestand bleef verder gunstig gedurende het gansche verblijf in België. Het gezin van Pieter Boender en Bertha Van Dam, te Heinenoord, werd jl. Donderdag met hun negentiende kind verrijkt. Ofschoon in dat gezin nimmer een tweeling werd geboren, heeft de oudste dochter den leeftijd van 19 jaar nog niet bereikt. Als bewijs van de groote vlucht, welke de handel in vee in de provincie Friesland neemt, kan dienen, dat op meer dan een dag de vrij kolossale Lemster nachtbooten het te Lemmer aangebrachte vee niet kunnen laden, en dat op een avond twee en drie dier booten met vee wor- afgeladen voor de veemarkten te Amsterdam, Purmerend, Alkmaar, enz. enz. Over hetgeen we gaan mededeelen moge men onge- loovig het hoofd schudden of meewarig de schouders op halen, maar alvorens het feit in ons blad op te nemen, hebben we schrijft het Huisgezin ons van de waar-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 2