I, No. 83. W ff M No 88 f! EXPOSITIE LOKAAL MUSIS SACRUM. LA COMPAGNIE BORDELAISE, Publieke MoopiDi ie Teiel. Yan der Ploeg's Brandspnitan, FPP l STARKS PRINS HENDRIK POLDERj TESSEL. GROIVINTOER KOE SUCADE- en KANDIJKOEK in prijzen van f 0.25, f 0.50 en f 1.—. JODENKRANSJES per stuk 3 cents. Verkoop dagelijks geopend, zoomede wekelijksche aanvoer bij Mejuffrouw JET- *TC^JETIN3"^3C^J^r, Zuldstraat II 38. te Nieuwediep. Fabriek te Dokkum met P en 2e onderscheidingen bekroond D. H. VAN DER SCHEER. 74, Spuistraat, AMSTERDAM. UITMUNTBNIDB WIJNEN, COGNACS, etc.; uiterst billijke prijzen. Levering franco. Prijscouranten gratis. Agent de Heer II EX lil M. MAXI KUSHelder. De Notaris CONINCK WESTENBERG is voornemens, om op DO X DE RU AG 1'2 .RU AI a.s., des voormiddags ten 10 ure, vóór bet woonhuis van SIMON DAALDER, in de Koogerstraat aan den Burg, putolleü tc verltoopen: Eenige goed onderhouden MEUBELEN, bestaande in: 2 KABINETTEN, 1 LINNENKAST, 40 stuks STOELEN, Ronde- en Vierkante TAFELS, F* 6 zilveren LEPELS. Eene aanzienlijke partij PORCELEIN-, GLAS-, AARDE-, KOPER-, TIN- en BLIKWERK. VLOERKLEEDEN en KARPETTEN, KACHELS met toebehooren. 1 NAAIMACHINE, SPIEGELS en SCHILDERIJEN. Voorts: 1 vijfjarig zwart PAARD, 1 JACHTWAGEN, 1 KARRETJE op veeren, PAARDENTUIGEN, GAREELEN, en hetgeen verder gepresenteerd zal worden. Betaling 24 Juni 188 4. ZEGT HET VOORT! Gegadigden voor het huren van perceeltjes Bouw- of Tuingrond, tegen 20 Maart 1885, moeten het tuintje van den molenaar C. Dogger gaan zien, waar de aardappelen reeds in knop staan. Ook afzonderlijke perceelen Wei- en Hooiland te huur. Om nadere inlichtingen vervoege men zich bij den Administrateur van voormelden Polder, den Heer J. E. WINKLER aldaar. van de nieuwste constructie, worden om hare soliditeit en billijken prijs zeer aanbevolen. Tot volkomene tevredenheid, zijn door mij o. a. in Noordholland Brandspuiten geleverd aan de gemeenten Hougkarspel, Hoogwoud, Sijbekarspel, Oosthuizen, Bovenkarspel en na gehouden wedstrijd op 25 Maart jl. te Zaandam, enz. Zuig- en Persslangen, Brandemmers, enz. Attesten van geleverde spuiten. Prijscouranten en monsters van supra kwaliteit Brandspuitslangen verzendt franco de fabrikant J. VAN DER PLOEG, Grouw bij Leeuwarden. BERICHT uit Kosters kleinen winkel te Scbagen. Ontvangen eene groote sorteering Duitsche en Ameri- kaansche GRASZEISEN, die op proef worden verkocht en geleverd. Men gelieve wel attent te wezen op het merk New-York, daar bij mij alleen de echte Amerikaansche verkrijgbaar zijn. Voorts: STREKELS en STEENEN, Amerikaansche BUSSEN om de zeis onwrikbaar vast aan de kolf te zetten, HOOIHARKEN en VORKEN, SIKKELS (bijgenaamd Snikken), HAARHAMERSen AAMBEELDEN. Verder: FABRIEKSZEISEN, die een weinig zijn beslagen, voor 1.50, zoolang de voorraad strekt. Voorts: BOEREN-, BOUW- en KEUKENGEREEDSCHAPPEN, alsmede onvervalschte KAASSTREMSEL en KLEURSEL (Kerbet) per kruikje 55 cents, SCHAPENSCHAREN, DEUR SLAGEN om lammeren te merken, HOUT-, TOUW-, MAND- en BORSTELWERK, alsmede beste Duitsche LEBBEN. KB. THERMOMETERS en MAATGLAZEN, onmis baar bij het maken van boter en kaasook PEKEL-, MELK- en ALCOHOLWEGERS, alsmede eerste soort MACHINE-OLIE. Koster's Kleine Winkel te Sckagen. Tand pooclor Tao.d.pasta en Mondwater verkrijgbaar bij P. v. WIJNGAARDEN en W. VERHOEVE BRUINVIS. Iets over Veestamboeken. Door G. J. HENGEVELD. De berichten over veestamboeken der grootere huisdieren en over de hooge prijzen, die voor de daarin opgenomen dieren worden besteed, zijn zoo menigvuldig dat het niet onbelangrijk is daarvan iets naders mede te deelen. Zoowel binnen- als buitenslands toch bestaan er stamboeken voor paarden, runderen, schapen, en zelfs is er onlangs een opgericht voor varkens. Worden deze dieren daardoor beter geschikt voor den arbeid of ander gebruik, en strekken zij op die wijze tot voordeel van het algemeen, van den fokker, houder en koopman Ik zal trachten het een cn ander op te helderen, zoover zulks mogelijk is voor lezers wien dit onderwerp misschien geheel vreemd is. Wij be ginnen met den meest belanghebbende, den veefokker. Ieder feevokker heeft bij de vermenigvuldiging zijner dieren de bedoeling afstammelingen tc krijgen, die dezelfde voordeel aanbrengende eigenschappen bezitten als de ouders, zooals kracht, snelheid en volharding bij het paard; melk, vleesch, arbeid en het voortbrengen van kalveren bij bet rund; wol, vleesch, of beide, fokkerij en soms melkerij bij het schaap; vleesch, vet en vruchtbaarheid bij het varken. Het houden van geregelde aanteekeningen omtrent deze eigen schappen der ouders, teneinde daardoor ecnigermatc de geschikt heid der afstammelingen te bepalen, liet voor een dertigtal jaren veel te wenschen over, ja werd, voor zoover het de runderfokkerij betreft, eigenlijk geheel verzuimd. De boeren lieten hunne runderen paren, zonder op afkomst en eigenschappen te letten. Dikwijls werden dieren gepaard, die naar alle redelijke begrippen van feevokkerij daarvoor niet genomen moesten zijn. Sommigen regelden hunne fokkerij naar de marktprijzenwaren deze laag en brachten de beste en deugdelijkste dieren den hoogsten prijs op, dan legden zij zicli daarop toe. Anderen wachtten er mede tot de prijzen inderdaad hoog waren. F ei tclij k kenden dezen wel de praktijk om hun vee te verbeteren, al waren zij onbekend met de voorschriften en grondslagen eencr oordeelkundige fokkerij doch het houden van andere aanteekeningen dan het opschrijven der dagteekening van den sprong, of wel, te gelooven dat men de kunst van fokken op de scholen, landbouw- en veeartsenij scholen, zou kunnen onderwijzen, achtten zij boekenwijsheid! Wat zou dat geven? Het aanleeren van de veeteelt door onderwijs!.... men vond het al te gek. En toch, al kan men voor een oogenblik aan nemen dat zulk een oordeel en veroordeel eenigen grond heeft, het is slechts schijnbaar. De kennis der veeteelt is eene weten schap, geheel cn al gegrond op de praktijk. Hoe zou men regelen voor eene redelijke paring kunnen opgeven, wanneer de onder vinding de deugdelijkheid er van niet bewezen had. Bij geen onderricht kan men zooveel staat maken op de uitvoerbaarheid der voorschriften, als bij het onderwijs in de veeteelt. Niet dat de uitkomsten niet kunnen falen. Indien men toch de natuur tc veel moeite en last oplegt, indien men den tijd niet afwacht en dadelijk het voordeel wil genieten, indien het onbereikbare ver langd wordt, dan heeft men mislukking, uitzonderingen, natuur- spelingen, nieuwvormingen, terugslagen te wachten. Is men echter door het onderwijs daarmede bekend, dan kan het verme den worden, en terwijl het bij den fokker, die daarmede onbekend is, de moed zou zinken, ziet de opgeleide beter toe, volhardt en overweegt welke verandering in zijne methode aan te brengen is. Oppervlakkig kan men meenen dat ons land toch ten allen tijde om zijne groote, schoone en veel voortbrengende runderen beroemd is geweest en de fokkers do kunst dan toch wel ver stonden, zonder ze uit de boeken geleerd te hebben. Toegestemd, mits men daarbij wil opmerken, dat hetgeen er voor een oordeel kundige paring aan hunne kennis ontbrak, ruimschoots vergoed werd door het physisch en geograpliisch klimaat, het overvloedige voedsel, zoowel des winters als in de weide, welke beiden hunne heilzame uitwerking op de ontwikkeling en den groei van het lichaam ten volle deden gelden. Immers, als het lichaam vol, rond en gevleesd is, vallen de gebreken van het geraamte niet in het oog en hierop rekenden zij misschien. Hoewel nu de fokkers uit gewoonte en gemakzucht dezen sleur van ouders tot voorouders volgden, moesten zij bekennen, dat men geene vette ossen boven de 3000 oude ponden gewicht aan eenen hertog van Alva meer zou kunnen leveren en dat eene melkgift van 44 homina's, gelijk aan 20 pinten daags in den zomertijd, zooals te dien tijde de koeien in het Leprozen-ziekenhuis te Amsterdam leverden, zeldzamer werd. Op deze wijze werd er jaren lang voortgefokt, totdat de oogen geopend werden door de allereerste internationale landbouw- en veetentoonstellingen m Engeland en Frankrijk, 1851 en 1856. De schoone dieren, die men daar zag, zooals de Engelsche vol bloed paarden, de verbeterde korthoornige runderen (Durham). de Engelsche vlecschschapen, de wolschapen in den vorm van het electoraal, infantado of Negretti en Mauchamp Merino ras enz. brachten hen tot nadenken. Niet dat zij er niet mede be kend waren, want meermalen waren ze op afdeelingsvergaderingen door de Hollandsche Maatschappij van Landbouw in het leven geroepen, er op gewezen. Zij geloofden het niet en hielden het voor overdrijving; doch zij die de Engelsche tentoonstelling in 1851 in commissie hadden bijgewoond, zeiden zij bij hunne terugkomst: „Ik heb het nooit geloofd, maar heb ze nu met eigen oogen gezien, die schoone dieren, en ze zijn nog mooier dan ze op de prent staan afgebeeld" (historisch). Toen werd er naar den oorsprong dier verbetering gevraagd en werd er ge wezen op Inzuehtof eigen vei betering, kruissing en wat daartoe behoort, als ook op het houden van aanteekeningen bij de fokkerij, alsmede op het aanleggen van stamboeken bij zulke ondernemingen. Voornamelijk kwamen de stamboeken in aanmerking, om orde en regel bij de te ondernemen verbeteringen van het vee in te voeren en daardoor aan den fokker eenige leiding op te leggen, die langzaam maar zeker, als het eigen teelt geldt, er toe moest brengen dat de lichaamsvormen van het vee beter en fraaier werden, zoodat de bestaande gebreken werden verholpen, zonder schade niet alleen voor de voordeel aanbrengende eigenschappen, als daar zijn hij het rund melkgift en vleesch, maar zelfs met verhooging daarvan. Het middel zou daarin bestaan, dat de voor de fokkerij te bezigen dieren, zoo mannelijke als vrouwelijke, aan een voorafgaande keuring werden onderworpen en de goed- gekcurden in liet stamboek aangeteekend. Zoo doende kreeg men zooveel mogelijk normale ouders, en deze zouden zeker van gunstigen invloed kunnen zijn op hunne nakomelingen. Altijd door toch was er melkvee gefokt en daar het bij de fokkerij regel is, dat. de nakomelingen van hunne ouders, groot ouders en zelfs van nog ouderen geslachtsboom, de eigenschappen erven, die deze bezaten, en het ook een regel is, dat alle eenzijdig gebruik een aan dat gebruik overeenkomstigen lichaamsvorm te weeg brengt, zoo is het niet te verwonderen, dat de Nederlandsche runderen een melkvorm bezaten, die terstond in het oog viel. In korte woorden samengevat, zij bezaten een vermagerd cn vt r- smald voorstel, een lang platribbig wigvormig middenstel, bi} een vergroot en ontwikkeld achterstel met een grooten uier. Dit is de lichaamsvorm, dien men overbouwd noemt. Daarbij was dc verhouding der normale proportiën of gezonde lichaams-evenredig- heden verdwenen en herstelde deze zicli slechts eenigszins bij vetweiding of mesting. Hetzelfde verschijnsel, een naar het gebruik gewijzigden lichaamsvorm, meent'men waar bij alle dieren en ook bij den mensch: men denke slechts aan het renpaard, werkpaard, rijpaard, vleeschschaap, wolschaap, den soldatenvorm, den klecdermakcrsvorm, den vorm der beenen bij de melksters, melkers, enz. Tot zekere mate zal eenige overbouwdheid niet schaden en dient zij als onderkenningsmiddel voor het dienst gebruik steeds toenemende wordt zij echter een groot gebrek, dat bij melkrijke afstammelingen in een geheel verdwijnen van den oorspronkclijken vorm cn in een teringachtig verval en zwak heid overgaat. De veestamboeken nu zijn een uitstekend hulpmiddel, als er goede aanteekeningen gehouden zijn, om zulk eene uitkomst te voorkomen, de bestaande gebreken te verbeteren, het lichaam zooveel mogelijk zijn normalen staat te doen behouden, met behoud van het product en zelfs met vermeerdering daarvan, zonder gevaar van verzwakking. De normale evenredigheden zijn de grondslagen van het behoud der vormen, zelfs bij eenig overmatig gebruik, getuige de groote hoeveelheden melk bij de schoonste rundveevormen, de snelheid en volharding der fraaist gebouwde volbloed-, staatsie- en renpaarden, die in snelheid en edele vormen hun origineelen stamvader, het Arabische paard, evenaren cn alleen in volharding te kort komen. Hieruit kan tevens blijken, dat de verbetering van liet rund en van het paard met vrucht ondernomen kan worden. Evenzoo bij schaap en varken. Zoodanige verbetering behoeft aanteekening. Er moet boek van gehouden worden, vooral als algemeene maatregel, en zelfs be hoort ieder fokker door het aanleggen van een eigen stamboek aanteekening der fokkerij bij zijne nuttige huisdieren te houden. Die aanteekeningen maken tc zamen een veestamboek uit en het behoeft geen verder betoog, dat zulk een boek bij elke rationeele verbetering een onmisbaar hulpmiddel, een wegwijzer is. Dit wordt dan ook thans door iedereen erkend in het buitenland en ook in ons land, vooral door hen, die er ernstig naar streven hun vee door verbetering hoogere waarde te doen verkrijgen, die hun tijd willen afwachten om het meeste voordeel te behalen en niet dadelijk de eerste winst in den zak willen steken. Zijn de veestamboeken middellijk het voorname hulpmiddel om orde en regel tc brengen in het huishouden der veeverbetering, het voornaamste middel bij de veefokkerij zijn zij niet. Gelijk wij gezien hebben bevatten zy slechts aanteekening van de kwaliteit der daarin opgenomen wordende dieren, benevens toe zicht op dc wijze der verbetering die er aan te brengen is door het voornaamste middel, deugdelijke mannelijke en vrouwelijke dieren, en door het allervoornaamste: den stier, den stamvader van alle verbetering. Voor zoover hier hoofdzakelijk bedoeld wordt het Nederlandsche rundvee, willen wij dan ook wijzen op de deugdelijke eigenschap pen die een fokstier moet bezitten. Hij moet onbesproken even redige vormen bezitten, van voor tot achter, en in het middenstel een zweem van overeenkomst hebben met de fraaiste en melk- rijkste koeien. Daarbij moet hij een fijn weefsel bezitten, zoowel van zijne harde als zachte deelen, kleine en fijne horens, benevens een zachte en losse, ruime huid men fijne en glanzige haren. Een volledige beschrijving van zijn uitwendig voorkomen zou hier misplaatst zijnwat het ras betreft, het ligt in den aard van het onderwerp dat dit echt, zuiver Nederlandsch zijn moet. Hier zij nog opgemerkt, dat volkomen evenredige lichaams vormen eenen gelijken aanleg bezitten voor allerlei gebruik. Deze wijzigen zich, wij zeiden dit reeds boven, naar het gebruik, hetgeen hunne geschiktheid er voor bewijst. De Amerikanen zeggen: de stier is de halve kudde. Wij kunnen wel zeker zeggende stier is alles, de allervoornaamste verbeteraar; bezit hij daarbij een krachtig individucel vermogen, dan is zulk een dier onwaardeer baar, hetgeen de ouden ook al wisten. Daar het Nederlandsche rundveestamboek gestreng is in zijne keus omtrent daarin op te nemen stieren en koeien, heeft zulks eene uitgebreide veeverbetering en verhooging der prijzen van de vrouwelijke runderen, doch bovenal van de stieren tengevolge gehad. Het stamboek is geworden een vraagbaak, een adresboek voor opkoopers en exporteurs. Al bezitten deze geen kennis van het vee, dan weten zij volkomen te kunnen rekenen op de deugdelijkheid der ingeschreven runderen. Zij behoeven zelf niet te kiezen en ze te keuren. Die runderen zijn nauwkeurig beproefd en gekeurd eer ze in het stamboek zijn ingeschreven en het brandmerk, dat op de horens en desverkiezende ook op de linker dij staat, is de stempel waarmede de hooge geldswaarde als be zegeld wordt. De opkoopers verlokken dan ook door hooge geldelijke aanbiedingen vele fokkers, die, het ingeschreven vee te vroeg verkoopende, zich troosten met de gedachte, dat zij toch bij voortduring dezelfde hulpmiddelen bezitten om schoon vee te blijven opkweeken. Het streven van het stamboek wordt daardoor hoogelyk belemmerd. Yoor ons land zijn er dan ook buitengewoon hooge prijzen voor stamboekvee gegeven. Bij marktprijzen van f 200 k f 250 en f 300 voor best melkvee, is het tegenwoordig niet zeldzaam f 400, f 500 en f 600 voor stamboekvee te zien geboden door buitenlanders. Nog dezer dagen is er een jong melkgevend rund verkocht voor f 630 en zooals het thans (Mei) staat, kunnen de fokkers achter hunne vroegere prijzen gerust nog een 0 voegen, dus zooveel duizend als verleden jaar honderd. Niet langgeleden is er f 5000 voor een rund gevraagd en de Amerikaan sloeg toe. De raad, om in de plaats van guldens dollars te vragen, of een nulletje er achter te plaatsen, was den 4 April jl. op de Alk- maarsche veetentoonstelling gegeven. Dat men best vee voor veel geld verkoopt, wien zal het ver wonderen, doch dat men het allerbeste stamboekvee zich laat ontkapen, is geen lofwaardige handeling, wanneer men niet minstens- een twintigtal of een ganache kudde van zulke dieren bezit. De Engelschen handelen anders, en houden daardoor hun stam boekvee op veel hoogeren prijs. Stamboekstieren te verkoopen van geboekstaafde deugdelijkheid, als men er geen voorraad van heelt, is nog meer te misprijzen. Men benadeelt zich dubbel. Vooreerst mist men zijn dier, en met de werkelijke winst voor de kudde verrijkt zich een ander. Zonder namen te willen noemen, kan hier gewezen worden op den verkoop naar het buitenland van een der uitstckcnste stamboekstieren voor f 1200,. hetgeen zeker voor ons een buitengewone prijs is; doch bij zijn aankomst in den vreemde bracht hetzelfde dier aan den opkooper onlangs een som op van f 12,500. En zoo zijn er een menigte voorbeelden. Men spiegelde zich daaraan en richtc zijne eischen (Eigen Haard.) er naar m. Snelpersdruk van A. A. Bakkor Cz., Nieuwediep.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 4