zeker een armzalig resultaat. Wanneer al het geld, ter eer van het driemanschap in ons land verdineerd, ver- eerewijnd, verrecipicerd en in 't algemeen verteerd, voor de spoorwegleening bespaard was geworden, dan zou het resultaat heel anders zijn en zoowel de Zuid-Afrikaansche Republiek als de eer van Nederland zouden er beter bij gevaren zijn. Nu worden nieuwe noodschoten gelost en nieuwe bondgenooten te wapen geroepen om de leening te doen slagen. Mag ik de spoorwegleening-commissie een goeden raad geven: eilieve, heeren, zegt niet, dat uw spoorweg den jongen eerlijken Staat in Zuid-Afrika met de zee verbinden moet en dat die Staat den aandeelhouders een rente-garantie van vijf percent verleent; zegt liever, dat uw spoorweg in een van de minstbevolkte, minst- bewoonbare oorden van Noord-Amerika ligt en rekent der goê gemeente met allerlei logenachtige cijfers voor, dat hij in de allergunstigste omstandigheden minstens 20 percent winst moet opleveren, en ge zult uwe vijf, ja uwe vijftien millioen binnen een paar dagen ruim volteekend zien.* Intusschen verneemt de N. Rott. Crt. dat het comité den moed ook nu nog niet verloren geeft, maar den in schrijvers heeft verzocht hun inschrijvingen tot 15 Novem ber e. k. gestand te doen, ten einde te trachten vóór dien datum nog 3 millioen bijeen te brengen. Men weet dat 5 millioen voorloopig voldoende zou zijn. De koopmansbeurs te Amsterdam zal op heden, den dag der begrafenis van den Kroonprins, gesloten zijn. Blijkens het verslag, door commissarissen der Nuts- Spaarbank te Nieuwe Niedorp in de departements-verga- dering van jl. Maandag uitgebracht, was het aantal deel hebbers geklommen tot 106, wier gezamenlijke inlagen bedragen eene som van f 13,374.30, waarvan de op den 30 Juni 11. verschenen rente f 2494.29 beloopt. Het bedrag van hetgeen de Bank schuldig is maakt dus eene som uit van f 15,768.59. Daarentegen beloopt het kapitaal der Bank in certificaten N. W. S. en uitgezette gelden f 17,067.28, zoodat het zuiver bedrag van het reserve-fonds op f 1298.69 komt te staan. Aan het jaarlijksch verslag der Nutsspaarbank te Alkmaar ontleent men het volgendeHet gezamenlijk bedrag der inlagen beliep f 72,512.171, terwijl dat der terugbetalingen was f 62,041.53. Aan rente is ontvangen f 10,240.46 en bijgeschreven f 7605.08. Het reserve fonds bedraagt f 31,738.64. Het getal inleggers was aan het einde des boekjaars 3432. De telegraafkabel tusschen Texel en Vlieland wacht nog steeds op herstelling. In het vorig jaar kon men den gebroken kabel niet vinden. Thans wordt er op nieuw gedregd, onder leiding van de heeren Bloemendal en Collette. Het voornemen schijnt te bestaan een nieuwen kabel te leggen, indien de herstelling ook nu niet gelukt. Ten einde nog in tijds te verhoeden, dat de veiligheid op de Zuiderzee, over de verpachting van perceelen nabij Wieringen, voor tal van visschers en vrachtvaarders worde belemmerd, heeft de burgemeester van Texel zich de zaak ook aangetrokken en zich persoonlijk tot den minister van Waterstaat gewend. Ook in Venhuizen is de dag van 10 Juli niet onop gemerkt voorbijgegaan. Op initiatief van den predikant werden er toebereidselen gemaakt om den weemoedig plechtigen dag op gepaste wijze te herdenken. Eigenaardig was de aanblik van het kerkgebouw jl. Zondag morgen. Voor den preekstoel, getooid, gedragen en omgeven door een trofee van bloemen, stond de buste van den Zwijger. Tegenover het orgel waren zwarte schilden opgehangen, wijls op, als zij naast mij staat of tegenover mij zit met eenig werk bezig, hoe haar blikken met gloeiend ongeduld naar buiten zwerven, alsof alleen het bewustzijnik moet gehoorzamen, haar dwingt stil bij mij te blijven. Zij maakt daarom gaarne van iedere gelegenheid gebruik om naar buiten te stormen, ergens onder een dennenboom te gaan liggen en tijd en omgeving te vergeten. Gelukkig wezen, dat zulk een aard heeft, dat geen pedant, plichtbewust, langzaam bloed door de aderen vloeit! Wij stonden juist aan den voet van het torras en ik greep onwillekeurig naar de leuning om een steun te hebben. Was het Anne Maric die deze woorden sprak Was dan niet de geheele wereld omgekeerd? In den maneschijn zag ik, hoe haar lippen beefden en haar oogen fonkelden. Was er dan iets in Anne Maric's leven, waarover zij berouw gevoelde? En op eens stond Erwin Stürraer's schoon gelaat voor mijn geestesoog. „Anne Marie," stamelde ik, „wat hebt gij gezegd? Wie Maar verder kwam ik niet, een vrouwenstem trof onze ooren; zoo vol, zoet en welluidend klonken de tonen in den zomernacht en zoo zonderling pasten stemming en tijd bij de woorden, dat wij ademloos luisterend bleven stilstaan. Anne Marie hief het hoofd omhoog naar de geopende vensters der bovenste verdieping. Susan ne!" zeide zij zacht. Ik kwam naar huis, het hart in gloed O, mocht ik vlieden weêr met spoed, klonk het naar beneden. Wat scheelde Anne Marie toch? Zij vloog letterlijk naar den tuin terug. Ik bleef staan en wachtte; boven was het gezang verstomd. „Anne Marie!" riep ik toen geen antwoord. Mijn God, wat was dat een avondAnne Marie, die op het voetstuk der meest nuchtere wereldbeschouwing stond, die niets meer haatte dan sentimenteliteiten en maneschijndwecperijen, liep, door een liedje tot tranen bewogen, in den tuin rond Voor mij waren zij allen raadsels, Klaus, Susanne en Anne Marie, maar vooral de laatste. Hoe kon ik nu met haar over Susaniie spreken! Ik moest mijn ontdekking voor ray behouden; het beste was, als ik zelf naar Susanne ging en haar vroeg; want dezen avond zouden wij ons bezwaarlijk om de ronde tafel vereenigenAnne Marie zou wel niet in een stemming zyn, om het avondgebed als gewoonlijk voor tc lezen. En Klaus? Neen, hem wilde ik in het geheel niet zien; morgen liever bij daglicht, als hij weder de oude was, wanneer zijn stem, zooals ik hoopte, dien vreemden, zwoelen klank verloren had; heden niet meer, ik had genoeg, ik zon bovendien niet slapen kunnen. En zoo besteeg ik als een spookachtige burchtvrouw de door de maan beschenen trappen en sloop «loor den gang tot aan Snsanna's deur en klopte zacht. Geen antwoord; ik tilde de klink op en trad binnen. Het vertrek was door de maan verlicht en een sterke bloemengeur kwam mij tegemoet een bleeke straal scheen juist op het witte kussen en viel op Snsanne's gezicht zij sliep vast; arm en hals schenen van marmer. Zou ik haar wakker maken? Zij moest immers stikken in deze atmos feer; ik sloop naar den anderen kant, opende een venster en zette de bloemruikers op de buiten aangebrachte galerij. In de kamer zag het er kakelbont uit; alleen op de sofa was met blijkbare zorg het toilet voor morgen uitgespreidhet bewuste witte kleed, schoenen en kousen, zelfs hoed en gezangboek voor den kerkgang. Ik sloot zacht bet venster en sloop uit de kamer van het meisje; laat haar slapen op dien verwenschten avond in den waarop met zilveren letters de welbekende woorden te lezen stonden, die de stervende Prins uitte na het nood lottig schot. Op de kleinere schilden stond: Dillenburg, met zijn geboortejaar, Delft met den datum van zijn dood. Een trofee, van vlaggen met rouwfloers omgeven, bekroonde en verbond de schilden. De toespraak werd afgewisseld door koorgezang en de geheele plechtigheid zal ongetwijfeld een diepen indruk nalaten in de gemoederen der talrijk opgekomen schare. Met deelneming vermelden wij het overlijden van den heer W. H. Bruno Bok, notaris te Texel. Men schrijft ons van Texel, dd. 16 dezer: „In de laatste dagen komen enkele gevallen van rood vonk voor bij kinderen aan Den Burg, o. a. bij den hoofd onderwijzer der lagere school aldaar." De N. Rott. Crt. deelt mede, dat wegens de cholera- epidemie te Marseille, de booten van de Rotterdamsche Lloijd, zoolang de epidemie duren zal, op de uitreis van Rotterdam naar Java de haven van Marseille niet zullen aandoen tot het opnemen van passagiers of het lossen en laden van goederen, door rechtstreeks van Southampton naar Port-Saïd te stoomen. Deze maatregel treedt in werking bij het stoomschip Samarang, den 19 dezer van Rotterdam vertrekkende. Aangaande de nalatenschap van Prins Alexander leest men in het Weekblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen Men weet onder anderen, dat de Prins zeer zorgvuldig de bijzondere briefwisseling zijner moeder en die van zijn overleden broeder heeft gerangschikt en als de kostbaarste kleinoodiën uit hun nalatenschappen bewaard. Er moeten inderdaad stukken van groote waarde voor de geschiedenis bij zijn. Wat zal daarvan worden? Het is bekend met hoe groote geldelijke opofferingen de Prins, na zijn broeders dood, de verzameling diamanten en paarlen, van Koningin Sophia afkomstig en die reeds ten deele in handen van derden was overgegaan, teruggekocht heeft, om haar onge schonden te behouden. Men kent 's Prinsen gehechtheid aan de verzameling miniaturen, die zijne moeder naliet en die een fortuin vertegenwoordigen. Men weet welke moeite de Prins zich heeft getroost, welke sommen hij besteedde, om het paleis van zijn broeder geheel onveranderd te laten, en hoe hij van dat paleis een museum heeft gemaakt van de kost baarste kunstwerken, deels uit het Huis ten Bosch afkom stig, deels erfstukken van den vorigen Kroonprins, deels door aankoop. Er zijn onder die kunstwerken, om slechts iets te noemen, een Murillo, een Portaels en meer doeken van onschatbare waarde, benevens een reeks van historische portretten, die niet gemakkelijk zou zijn te vinden in eenig ander paleis van ons land. Naar men verneemt, zal intusschen alles, behalve de juweelen der overledene Koningin, publiek verkocht worden. Tot lid van de Provinciale Staten van Noordholland (vacature-Koomen) is in het district Schagen gekozen de deer Rezelman met 482 stemmen. De heer Van der Stok verkreeg 447 stemmen. De uitslag der verkiezing van een lid der tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict Haarlem is als volgt: Uitgebracht 1940 stemmen; van onwaarde 10. Volstrekte meerderheid 966. Op den heer Jacob Duyvis (liberaal) werden uitgebracht 786 stemmen; op mr. J. Kappevne van de Coppello (liberaal) 580; op mr. J. A. N. Travaglino (katholiek) 504. Herstèmming alzoo tusschen de twee eerstgënoemden. Voor sommigen zoo schrijft men uit Breda aan de Amsterdammer is de feestvreugde bij gelegenheid maneschijn was het buitendien onmogelijk geweest iets verstandigs te praten, dacht ik. Trouwens later heb ik mij eens verweten haar niet uit haar droom gewekt en met al mijn oude vrijsters- proza al die bloemengeurige poëzie vernield te hebben. Maar wat zou het ook hebben gebaat, want God, de almachtige, houdt immers de draden van der menschen lot in handenhet heeft zoo moeten zijn! De volgende morgen brak dan ook zoo prozaïsch en nuchter aan, als ik het slechts verlangen kon. De zon scheen doordrin gend helder in de kleinste hoekjes en stelde alles in het helderste licht. Van beneden uit het huis hoorde ik Anne Marie's stem als gewoonlijk naar boven klinken en verstond iets van „groene boonen voor de dienstboden tafel." Klaus floot uit het venster en een oogenblik later hoorde ik een gesprek over Waldman (den dashond), die juist over het plein hinkte en die volgens bericht van den koetsier met zijn poot tusschen de deur van den paarden stal bekneld was geweest. Klaus' stem had, Gode zij dank, niet het minst meer van de weeke uitdrukking van gisteravond. Ver licht en over mijn vrees van gisteren lachende, maakte ik mij tot den kerkgang gereed. Als maar de eerste netelige ontmoeting met Stürmer voorbij is, kan het een heel aangename Zondag worden, redeneerde ik; ik wenschte, dat er bezoek kwam, om niet geheel onder ons te zijn. Toen de kerkklok voor de eerste maal luidde, stonden wij drie familieleden beneden in de woonkamer en wachtten op Susanne. Anne Marie zag er vermoeid en afgemat uit; een bijna oudachtige trek lag om haar mondzij was haastig in haar bewegingen en blijkbaar ontstemd over Susanne's gebrek aan stiptheid. De plech tige ernst, die anders voor den kerkgang zich over haar gansche wezen verbreidde, was heden als weggevaagd. „Rieke!" riep zij de werkmeid toe, „ga naar juffrouw Mattoni vraag, of zij haast gereed is; wij wachten reeds!" Het meisje kwam terug met de boodschap: „de juffrouw was nog niet geheel met haar toilet gereed en liet vriendelijk ver zoeken maar vooruit te gaan." „Ik zal op haar wachten," zeide Klaus schielijk met de volle ridderlijkheid van zijn gemoed; maar daar schoot mij de stem van gister avond tc binnen. „Wilt gij uw oude tante voor het eerst alleen naar de kerk laten hinken?" vroeg ik schertsend. „O, pardon!" antwoordde hij aanstonds, „oud ismyn tante wel is waar nog niet, op dien grond kon ik haar wel verlatenmaar ik raag ik u verzoeken?" vroeg hij en reikte mij den arm. Anne Maric ging vooraan; zij had iets majestueus in haar gang, en zoo als zij daar uit den tuin door de poort van het kerkhof ging en door de rijen der graven been de boeren meteen buiging van haar blond hoofd groette, de jongens vriendelijk over hun vlaskoppen streek en hier en daar een bejaard man of ecu oude vrouw een paar vriendelijke woorden toesprak, volgden haar aller oogen met eerbied en bewondering, terwijl Klaus veel ver trouwelijker blikken en zelfs toespraken bekwam. Onze bank in de kerk binnengetreden, boog zij diep het hoofd en bad lang; toen viel een schuwe blik op de bank togen over ons, de plaats der Darabitzer heerenDambits was reeds sedert lang met Bütze kerkelijk vereenigd en menigmaal hadden de Stürmers aan de overzijde en de Hegewitzen aan dezen kant gezeten, de eenvoudige rede van den geestelijke gehoord, en in geloovigen ootmoed het hoofd gebogen. Toen was het nog de goede oude tijd, waarin der Cecilia-feesten op min aangename wijze verstoord. Een bende zakkenrollers was Zondagmorgen waarschijnlijk uit Holland gekomen en heeft in den loop v an den dag daar goede zaken gemaakt. Van niet minder dau zes personen zijn gouden horloges met dito kettingen ont vreemd, waarbij sommige van groote waarde. Niet onmogelijk is het, dat nog anderen van kleinodiën beroofd werden, maar zeker zijn een niet gering getal portemon- naies ontfutseld, en wat 't ergste is, een heer uit Dord recht, die dien middag in 't Liesbosch wilde doorbrengen, moest zijn plan laten varen, daar hij tot zijn schrik be merkte, dat hij zijn portefeuilles met p. m. f 1500 miste. Ofschoon dadelijk maatregelen zijn genomen en de wacht meester der marechaussee Vogel ijverig in de weer was om tot eenige ontdekking te komen, is men nog geen der dieven op 't spoor. De gewone jaarlijksche harddraverijen in de Hengst man te Heer-Hugowaard, hebben Zondag 13 en Dinsdag 15 dezer plaats gehad. Zondag namen 16 paarden, allen flinke dravers, bereden onder den man, aan den wedstrijd deel, waarvan de prijs f 100 ten deel viel aan het paard „De Nobel' eigenaarde heer S. Visser te Beemster, pikeur J. Schilder, en de premie f 40 gulden aan het paard „Blondel" eigenaar de heer B. Maks te Amsterdam, pikeur J. Koster. Aan de harddraverij van Dinsdag namen 10 dravers, voor tweewielige rijtuigen gespannen, deel, waarvan de prijs 2 karaffen, 12 glazen met blad, werd behaald door het paard „Amator" eigenaar de heer J. Liefhebber te Oude Niedorp, pikeur A. Stam, en de premie een toilet spiegel door het paard „Pico" eigenaar de heer P. Brom mer te Zijpe, pikeur C. Brommer. Een echtpaar uit Kampen wilde jl. Maandag ochtend huiswaarts vertrekken en bevond zich daartoe aan den Kamper steiger te Amsterdam. Manlief geeft zijn vrouw de hand om haar over de loopplank te helpen, waarschuwt zijn moeder, om niet zoo dicht aan 't water te staan, doch eensklaps struikelt hij, houdt zijn ega vast en beiden vallen te water. Na veel inspanning gered zijnde, werden zij per „aapje" naar de woning hunner bloedverwanten (Boom straat 18 boven) vervoerd en hebben, nadat zij van den schrik bekomen waren, Dinsdag de reis naar hun woon plaats hervat. Met het rooien der vroege aardappelen in den zuid westhoek van Friesland is men druk bezig; kwaliteit en kwantiteit laten niets te wenschen over. De latere soorten staan prachtig te velde, terwijl men van ziekte nog niets bespeurt. De roggeaar is over 't geheel goed geladen en belooft een goeden oogst. Het hooien der eerste snede is afgeloopen. Vele veehouders hebben meer dan i, enkelen zelfs meer dan k boven 't vorige jaar binnengehaald. De beste polderlanden leverden overvloedig, de lage maailanden bleven beneden 't middelmatige. De veestapel is gezond en bij weinig handel worden goede prijzen bedongen, voor fokvee zelfs hooge. Als middel tegen vliegen wordt aan de band gedaan Giet een half pint kokend water op een vierde ons kwas- siehout, en doe er wat suiker of siroop bij. De vliegen gaan er dood van, en voor menschen en dieren is het onschadelijk. Buitenland. Toulon is, ofschoon de ziekte er eenigszins afneemt, als uitgestorven. De correspondent van Daily News vond bij zijne aankomst het station zoo goed als ledig, en kon in het hotel niets te eten krijgen. De gelaatsuitdrukking van de heeren het volk voorgingen in het: Vreest God en eert den koning Op eens kwam er leven in Anne Marie, maar haar oogen zagen ijskoud naar de Stiirmersche bankzij boog even het hoofd en beantwoordde een groet en daar stond hij in levenden lijve, mijn oude lieveling, ik knikte mij bijna het hoofd af en wenkte in het geheim met mijn zakdoekzijn donkere oogen groetten my vriendelijk. Edwin Stürmer was werkelijk weer hier. Anne Marie's heldere stem, waarmede zij in het koraal in stemde, vestigde mijn aandacht weder op haar. Zy zong kalm met de gemeente, maar de purperen blos eener diepe ontroering lag op haar gelaat; het viel haar blijkbaar moeielijk hem weder te zien. Wat er dezen dag gepreekt werd, kan ik niet verhalen, want nog voor de geestelijke den kansel besteeg, gebeurde er iets, dat de kleine gemeente bijna de aandacht benam en mij drong, de kerk te verlaten. Nog gedurende het zingen ik hield natuur lijk mijn oogen bestendig op Stürmer gevestigd, als kon ik niet genoeg naar het fraaie, lokkige mannenhoofd zien en de lieve God zal mij deze afdwaling zeker wel vergeven, want ik had hem lief, Edwin, als was hy mijn eigen kind zag ik hem ontstellen en in spanning naar mij zien; de richting van zyn blik volgend, bemerkte ik Susanne. Zij droeg een kleed van wit neteldoekhals en armen waren slechts luchtig bedekt door de dunne stofzij hield haar hoed in de handde zwarte haren vielen in rijke lokken om het hoofd en een witte roos hing als verdwaald daartusschen. Een bouqet van dezelfde rozen ging met de jonge borst op en neder, en even wit als deze rozen, was het lieve gelaat, toen zij het na een kort gebed weder ophief. Wonderschoon was dit jonge meisje, maar God moge het mij vergeven, ik was erg boos op haar, omdat zij het was en dat zij als voor een bal gekleed in de kerk kwam. „Onverbeterlijk comediantenbloedbromde het in mij; ik dankte God, dat Klaus van zyn plaats haar niet zien kon en toonde Stürmer een knorrig gezicht, wijl hy onafgewend naar onze bank staarde. Op eens, toen de prediker de liturgie zong, maakte Susanne een beweging naar haar voorhoofd, alsof zij iets wilde grypen en zonk toen zonder eenig geluid te geven met gesloten oogen achterover. Ja, hoe dat alles ging, weet ik niet meer zoo nauwkeurig, ik herinner mij nog slechts, dat er een stoel met luid geraas omviel, dat de geestelijke een oogenblik zweeg en er eenige beweging in de gemeente ontstond; tegelijk verliet Klaus onze bank, terwijl hij de witte gedaante van het meisje als een veêr op de armen droeg. Ik stond dadelijk op, om hem te volgen. Anne Mnrie had het hoofd diep over haar gezangboek gebogen; wilde zij niet bemerken wat er voorviel? Maar nu stond zij aarzelend op, en ging achter mij het smalle krakende trapje af, dat buiten de kerk naar onze plaatsen voerde en als beschutting tegen regen en wind met een houten dak voorzien was, door de klimop, die hel geheele kerkje omgaf, met groene festoenen als een eerepoort versierd. Klaus verdween even in het naaste huisje, welks blinkende vensterruiten als heldere oogen onder het grijze spanen dak uit zagen, volstrekt niet treurig over het bestendige uitzicht op het kleine kerkhof. Daar woonde Marieke Martens met haar man zij had by Anne Marie gediend, een vlijtige flinke deerne, maar zij zou eenmaal hals over kop weg, omdat zij maar dat doet immers niets ter zake; Anne Marie heeft haar toen weder terug laten halen en zy is uit het heerenhuis getrouwd. {Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 2