HELDERSCHE
ËY Y1EUWERIEPER COURANT.
Nieuws- ei Advertentieblad voor Hollands Noorderkwartier.
1884. N°.100.
Woensdag 20 Augustus.
Jaargang 42.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal
v wk franco per post
0.90.
1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Ad verten t icnVan 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
331 nn© zxlz&jok «dl.
De gedwongen werkeloosheid, gedwongen omdat er
geen arbeid is, geeft liet Dbl. een artikel in de pen, dat
tot opschrift voert: //geen inkoopen in den vreemde.*
Vooreerst schetst het blad de kwaal, die nu, in den
zoogenaamden besten tijd, heerschende, ongetwijfeld met
den winter zich meer zal doen gevoelen, de kwaal die
werkeloosheid heet en waaronder niet enkel de arbeiders,
maar even zoo goed de patroons, de werkgevers, gebukt
gaan. Dan evenwel wenscht zij op de geneesmiddelen te
wijzen.
Onder herinnering aan de fraai en luid klinkende the-
orien van zeer lage tarieven, liefst zelfs in het geheel geen
invoerrecht, en van onbeperkte concurrentie waardoor
men in den vreemde zijn inkoopen doet, omdat men daar
heet beter en goedkooper terecht te kunnen komen, wat
het Dbl. evenwel ontkent verhaalt het blad dat haar
een medeburger van hoogen stand bekend is, die zelfs zoo
ver ging, dat hij bij het inrichten van zijn woning niet
alleen alle meubelen, maar zelfs de werklieden die de
kamers moesten behangen en de meubelen schikken, uit
den vreemde deed komen.
„Zoo nationaal is men in Nederland," laat het residentie
blad op deze mededeeling volgen.
Maar nu vraagt zij: is een dergelijke toestand houd
baar? Zijn die rijken en gegoeden verantwoord tegen
over heden en toekomst? Kwijnt het verlier in werk
plaatsen en magazijnen niet wanneer die weg wordt gevolgd
En in antwoord hierop zegt het Dbl. o. a.„Het kapi
taal heeft plichten te vervullen tegenover de niet-bezitters.
,/Dc samenleving vormt een harmonisch geheeldie
samenwerking der deelen vormt haar levensvoorwaarde.
Niet straffeloos wordt dat verband verbroken. De gevolgen
van zulk een miskennen van de verplichtingen van het
bezit en genot, konden wel eens een onmiddellijk gevaar
worden voor de bezitters en genieters.
„Ten dage dat de cricis uitbrak, zou men zich te laat
beklagen, niet edeler, vaderlandslievender, niet verstandiger
te hebben gehandeld.
„Als men de vreemdeling bevoordeelt boven den land
zaat, dan pleegt men feitelijk een diefstal aan 't nationaal
vermogen.
ANNE MARIE.
Naar het Duitsch van Wilhelmina Heimburo.
(Vervolg.)
Als met bliksemsnelheid had zich de tijding van Klaus' ver
loving verbreid. Het eene bezoek kwam na bet andere, de
gansclie buurt scheen hier heden rendez-vous te willen houden
en juffrouw Brockelmann ontving de onverwachte gasten met
een bleek gelaat. De eene wagen na den andere reed het
voorplein op; menschen, die men in jaren lang niet gezien had,
kwamen, om met de heuchelijke gebeurtenis geluk te wenschen.
Anne Marie zat tusschen de vragende, pratende menschen als
een marmeren beeld, en juffrouw Brockelmann presenteerde met
bevende banden en aschgrnuw gelaat ververschingende oude,
trouwe ziel had heden immers voor het eerst vernomen, dat
haar meester het dwaallicht huwen zou; zij gevoelde met ons,
hoe pijnlijk iedere vraag was; zij kon slechts met moeite haar
tranen weerhouden, en in het voorbijgaan fluisterde zij mij
haastig toe:
/?Ik geloof waarlijk, dat de wereld haar ondergang nadert!"
Anne Marie had zich toch nog tot een lachje gedwongen; zij
zeide, dat het haarleed deed, Susanne niet te kunnen presentecren
het jonge meisje was plotseling ongesteld geworden, ongetwijfeld
had het niets te beteekenen.
„Maar vertel ons nu toch, hoe is het gekomen? Waar heeft
hij haar leeren kennen? Van welke familie stamt zij af?"
vroegen de oudere dames.
„Is zij bevallig, freule Rosamunde? Och, beschrijf ons toch,
eens Klaus von Hegewitz' bruid, het moet iets zeer buitenge
woons zijn!" plaagden my de jonge meisjes.
De heeren meenden reeds van een buitengewone schoonheid
gehoord te hebben en onder al deze nieuwsgierige, deelnemende
vragen straalde iets door, dat zich niet liet bepalen, maar toch
op een klein weinig bevreemding geleekik hoorde dat mevrouw
van B. de vrouw van den justitieraad S.toefluisterde: „De zuster
schijnt juist niet opgetogen!" Ook dat haar geantwoord werd:
„Ja, nu is haar heerschappij ten eindetot nu had zij den goeden
Klaus alleen onder de pantoffel!"
Arme Anne Marie! Zii antwoordde schier werktuigelijk op al
de vragenzij verhaalde, dat Susanne zeer schoon waszij zeide,
dat de vader van het jonge meisje de vaderlijke vriend van
haar broeder geweest was maar het was zonderling strak en
akelig, zooals zij het deed. Men zag haar verwonderd aan en
wierp elkander verbaasde blikken toe.
Ik had Susanne in eenige uren niet gezien: ik kon Anne
Marie niet alleen laten. Juffrouw Brockelmann fluisterde mij
even toe, dat Isabella naar de reden der ongewone drukte had
vernomen en een glas hongaarschen wijn voor Susanne gevraagd
had. Ik zond de oude vrouw naar boven, om te vragen, hoe
het ging?
Intusschen bracht de flinke kamermeid de lampen en stak de
lichten aan op de oude kroonkandelaars van hertshorens, en
buiten werden de luiken knarsend voor de vensters gedaan.
Eenigen der gasten stonden op, de dames zagen naar haar pelsmantels
om, de heeren grepen naar de hoedenik dankte God reeds,
want Anne Marie's uitzicht maakte mij angstig daar gebeurde
iets onverwachts, iets, dat mij buiten mij zelf op rayn stoel deed
nedervallen. Juffrouw Brockelmann bad namelijk onverwachts
de deur geopend, en daar stond zij, die ik waarlijk thans niet
„Ook tegen de gezonde economie zondigt men, want
men belet liet Nederlands voorbrengend vermogen, de
productie op nijverheidsterrein, zich in die mate, door het
een behoorlijk débouché voor zijn producten te onthouden,
te opwikkelen, dat zij in elk opzicht met den vreemde kan
wedijveren."
Het Dbl. betwist ten sterkste, dat het ter markt gaan
in den vreemde de risico van tegenvallen en de contante
betaling medegerekend voordeeliger zou wezen; maar
al behaalde men ook eenig, in elk geval gering, voordeel,
dan nog zou de overweging van het ontzettend nadeel,
dat men zelfs voor zijn eigen veiligheid sticht, er h. i.
ieder nadenkende van moeten terughouden om van over
de grenzen te betrekken wat men binnen de grenzen mins
tens even goed kan verkrijgen.
Welk geneesmiddel nu tegen, de in den aanhef geteekende
kwaal? Een hond, zooals reeds elders bestaat; een hond,
liefst onder de hoede van onze Koningin en allereerst door
vrouwen gevormd, wier leuze en keuze zou wezen: geen
aankoopen of bestellingen meer in den vreemde; Nederland-
ook op het gebied van handel en industrie bovenal."
In de Huisvrouw vestigt mr. J. P. Amersfoordt de
aandacht op de industrieschool voor vrouwelijke jeugd te
Amsterdam, waar ook eene leerlinge onderricht ontvangt
in den landbouw. Op de Landbouw-Tentoonstelling zal
ook eene inzending van deze school te zien zijn, zoodat
ouders, die met hun dochters de Tentoonstelling komen
bezoeken, zichzelven kunnen overtuigen, wat op het vak
van landbouw aan de meisjes wordt onderwezen. Natuurlijk
zou men, wanneer het aantal leerlingen zich uitbreidde, het
onderwijs meer uitsluitend voor het landbouwvak kunnen
inrichten, dan nu het geval kan zijn.
Men late zich daarom zegt de heer Amersfoordt
niet afschrikken, dat aan de industrieschool uitsluitend
théorie van landbouw zou geleerd worden. De tegenwoor
dige leerlinge oefent zich in de vancantiën met goed
gevolg in de praktijk, en wordt door de boerinnen, bij wie
zij werkzaam is, hijzonder geprezen. De gezondheid van
het meisje weerstaat zeer goed de proeven der werk/aam
heden, waaraan zij wordt onderworpen, en nu men van
verschillende kanten bij de hooge Regeering, de provinciën
en verschillende Landbouwmaatschappijen er op begint aan
verwacht bad Susanne! Isabella's kleine gestalte vertoonde
zich een oogenblik op den achtergrond, toen werd de deur weder
gesloten.
Er ontstond een pauze, aller oogen vestigden zich op het jonge
meisje. Zij was een oogenblik werkelijk verlegen en dit gaf aan
haar schoonheid een nieuwe, aantrekkelijke bekoorlijkheidals een
schuchter, verlegen kind stond zij daar in het zwarte met kant
gegarneerde kleedje, dat haar zoo ongemeen goed stond, het
hoofd eenigzins gebogen en met den blos der verlegenheid op
de wangen.
Het was een uiterst pijnlijk oogenblik, want Anne Marie
kwam haar geen schrede te ge moetik zag, hoe Susnnne's sraee-
kende oogen op haar strakken blik afstuitten, die scheen te
vragen: „Met welk recht zijt gij hier?" cn hoe zij haar lippen
stijf op elkander drukte. Het duurde slechts één oogenblikhet
volgende stond ik naast Susanne en stelde haar voor als juffrouw
Mat toni cn daarmede was het ijs gebroken. Men omringde haar,
men schudde haar de hand en verslond haar met bewonderende
blikkenhaar wangen kleurden zich donkerrood, haar oogen
schitterden. Van de hcete tranen van dezen morgen was geen
spoor te zien. De mond, die zoo bang geklaagd had, lachte nu
als die van een kind cn Anne Marie stond alleen daar tegenover
God weet, hoe smartelyk het haar moest vallen
De gasten gingen nog een oogenblik zitten ter eere der bruid,
en toen de storm der gebruikelijke gezegden bedaard was, sprak
men van het buitenleven, of iemand uit de stad zich daaraan zou
kunnen gewennen. Men vroeg Susanne, hoe het haar in de
Mark beviel, en eindelijk zeide de oude vrouw van den generaal
S., wiens bezitting aan Dambitz grensde: „Zeg mij eens freule
von Hegewitz, is het waar, dat Sturmer weder op reis wil gaan?"
Zij had zich tot Anne Marie gewend, die rechtop als een kaars
naast haar zat en wier gelaat telkens van kleur wisselde.
„Hij is op weg naar Parijs, uw Exellentie," antwoordde zij."
„Die vlinder!" schertste do oude, beminnelijke dame. „Ik had
er zoo op gehoopt, dat hij zich nu voor goed bij ons zou vestigen,
maar hij schijnt het vrije leven van een jonggezel te verkiezen
dus naar Parijs?"
„Nu, Parijs is geen kwaad verblijf voor een man als Stürmer,"
meende lachend de ritmeester van T., die als een bonvivant
bekend stond. „Als men het doen kon, zou men gek zijn zich
in de markische zandgroeve en markische verveling tc begraven."
Anne Marie staarde weder voor zich uit; Susan nes oogen
schitterden bij deze woorden, zij scheen iets te overleggen en toen
lachte zij. Ik kon mijn blik niet van haar afwenden, zij bleef
mij een raadsel. Was dit dezelfde Susanne, die ik heden morgen
vroeg, bitter bedroefd gezien had en die nu met al de weelde
eencr gelukkige bruid in den kring der menschen zat en van
vreugde bloosde hy eiken blik van bewondering? O, nooit in
mijn leven is mij een half uur zoolang gevallen als dit!
Eindelijk stond men op en nam afscheid. Susanne werden
van alle kanten groeten en gelukwenschcn voor Klaus opgedragen
zij dankte met haar bekoorlijkst lachje ea dén meest stralenden
blik hare» groote oogen.
„Bij God, genadige freule," zeide de ritmeester tot mij, terwyl
hij zijn knevel draaide, „uw aanstaande nicht is het schoonste
meisje, dat ik ooit gezien heb, een parel voor ieder gezelschap.
De jonge dames zullen vermoedelijk onze winterbalsniet versmaden
Hy wendde zich met dit verzoek tot Susanne: „Het lokaal is
niet zeer confortable, maar het gezelschap hij kuste de toppen
harer vingers, mompelde iets van de kroon aller dames en Su-
te dringen, dat er zuivelscholcn behooren te worden opge
richt, is liet te voorzien dat er aan zulke scholen aldra
behoefte zal ontstaan aan onderwijzend vrouwelijk personeel
van betrekkelijk hooge beschaving, hetwelk te zijner tijd
uit den aard der zaak, voor voldoend onderwys voldoend
zal moeten worden beloond.
Jl. Vrijdag zijn aan liet etablissement Feijenoord te
Rotterdam weder 34 werklieden ontslagen.
Waarschijnlijk tengevolge van hooibroeiing, ontstond
jl. Vrijdag nacht brand in de boerderij van F. Berkhouwer,
te Dirkshorn. Door gedruisch gewekt, zijn de bewoners
bijtijds liet brandend perceel ontvlucht, terwijl een gedeelte
van het dak reeds was ingestort. Behalve het in een
schuurtje aanwezige goed, kon niets worden gered. Alles
was verzekerd.
Voor de Vereeniging van Christelijk nationaal school
onderwijs is in eenige plaatsen van ons land in 1883 weder
eene stuivers-collecte gehouden, die f 3834.631 heeft
opgebracht.
Te 's Hage overleed dezer dagen de oud-kapitein
ter zee J. Tromp.
De Kamers van Koophandel en Fabrieken hier te
lande zijn door den ministers van Waterstaat enz. uitge-
noodigd, zich als plaatselijke commissiën te willen consti-
tueeren voor de behartiging der Nederlandsche belanden
op de in 1885 te Antwerpen te houden Internationale
Tentoonstelling, en voor dat doel in overleg met de bij
kon. besluit van 15 dezer benoemde hoofdcommissie te
willen werkzaam.
Van 1 Mei tot den 16 dezer zijn te Scheveningen
aangekomen 4263 badgasten met 403 bedienden.
Jhr. W. C. v. R. v. d. D., te 's Hertogenbosch,
wiens arrestatie wij gemeld hebben, is weder in vrijheid
gesteld.
Jl. Donderdag avond, bij het naar bed gaan, wilde
de huishoudster van den heer Holslieimer, eigenaar en
bewoner van 't Heidepark onder Warnsveld, uit een kast
eenig nachtgoed krijgen, toen zij zoodanig van een muis
verschrikte, die uit de kast sprong, dat de brandende
petroleumlamp, welke zij in hare hand had, op den grond
viel en brand veroorzaakte, waardoor het geheele huis,
benevens den inboedel, een prooi der vlammen is geworden.
sannc lachte en beloofde het, „omdat zij zoo gaarne danste."
En toen de laatste gasten in hun wagen gestegen waren, had
Susanne minstens een dozijn beloften gegeven, die alle op een
druk gezellig verkeer doelden. Ieder had haar gezegd hoe men
hoopte, dat Klaus zijn jonge vrouw bij hem brengen zou, en
Susanne had dit toestemmend beantwoordhaar gelaat was enkel
zonneschijn; wij vergezelden dc bezoekers tot aan de trap;
onder de drukte van het afscheid nemen moest Susanne zich
verwijderd hebben, want toen de laatste wagen voortrolde, stond
ik alleen naast Anne Marie in den flauw verlichten gang.
„Kom, mijn kind," zeide ik, vatte haar koude handen en trok
haar met mij in de kamer. En daar zat zij op Klaus' stoel, wel
een kwartier lang, zonder een woord te spreken, de handen op
de tafel gevouwen, de oogen neergeslagen. Juffrouw Brockel
mann kwam binnen, om de kopjes cn schoteltjes op te ruimen
ik wenkte haar toe en zij ging zwijgend, terwijl zij haar hoofd
schudde, weêr heen. De pendule tikte zacht, de wind ruischte
buiten door de hooge boomen en nu en dan ging zacht knette
rend een licht uit: ik werd bijna angstig met dat stille meisje
tegenover mij.
„Anne Marie!" riep ik eindelyk.
Zij schikte op. „Ja, kom," zeide zij, „ik wil haar ondervragen.
Nog liever dat de mun3chcn daar buiten de schouders ophalen,
dan ellende hier in huis; liever Klaus een oogenblik ongelukkig
te zien dan levenslang ellendig, kom tante." En met vasten
tred verliet zij haar vertrek, ging den gang langs en de trap op.
Ik volgde haar, zoo ras ik kon; mijn hart klopte van angst
cn smart.
„Anne Marie," smeekte ik, „heden niet, nu niet; kom in
mijn kamer, gij zijt te opgewonden!"
Maar zij liep door. Boven voor Susannes deur bespeurde ik
bij het licht van een lamp op den vloer een groote platte kist,
wit vloeipapier kwam onder het deksel te voorschijn, dat men
er slechts los over heen gelegd had.
„Wat i3 dat?" vroeg Anne Marie aan juffrouw Brockelmann,
die juist uit haar kamer kwam.
„Die kist kwam heden middag uit Berlijn," antwoordde de
oude vrouw, „ik geloof van mijnheer."
Anne Marie knikte en opende haastig de deur. Een stroom,
van licht kwam ons tegen en omgaf de witte slanke meisjesge
stalte voor den grootcn spiegel; zachte, melkwitte atlas omhulde
haar in zware plooien en viel als een lange sleep over Hen vloer
een kanten sluier lag op den leunstoel en een paar heele kleine,
witte schoenen kwamen uit een kartonnen doos op de tafel te
voorschijn. Zij keerde zich bij ons binnentreden om; met een
schaamachtig lachje op het gelaat stond zij daar Susanne
Mattoni paste haar trouwjapon aan.
Anne Marie liet dc kruk der deur los en trad, terwijl zij Susanne
strak aanzag, met een donkeren blos op het gelaat, over den
drempel. Ik zie haar nog, zooals zij met een paar schreden voor
het meisje stond, in vlammenden toorn, diep verontwaardigd.
„Trek dat kleed uit!" beval zij met een stem, die door ont
roering bijna onweerstaanbaar was.
Susanne week verschrikt achteruit en zag verbleekend naar
Anne Marie.
„Trek dat kleed uit!" herhaalde deze met toenemende ont
roering.
„Gij zijt niet waard, dat gij het draagt zoo waar God my
helpe, die ellendige komedie zal een eind nemen 1"
„Anne Marie!" smeekte angstig en vatte de plooien van haar