HELDERSCHE
EN MEUWEDIEPER COURANT.
Nieuws- en Advertentieblad ïoor Hollands Noorderkwartier.
1884. N°.113.
Vrijdag 19 September.
Jaargang 42.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
POSTKANTOOR HELDER.
N ADI A'S GELOFTE.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.90.
franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiên: Van 1i regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
Lijst der brieven, geadresseerd aan onbekenden,
gedurende de tweede helft der maand Juli.
Namen der geadresseerden. Plaatsen van bestemming.
Mej. N. BonnenmantAmsterdam.
A. L. Blitzii
Mej. M. Grathe
Mej. A. Kasu
W. Koot
Mej. Soestu
Wed. v/d BergDordrecht.
J. A. Van Alphen de VeerHelmond.
J. MetsNieuwediep.
C. J. A. Van Bruggen Rotterdam.
Mej. K. Peetje
GrootSchagen.
Lange veldTexel.
Goosten van HafteTiel.
J. W. Van Rooij
Brief kaarten .-
J. HoekselAmsterdam.
C. Davidsn
Mej. J. Franken
Verzonden geweest naar België:
J. J. AkaAntwerpen.
Frans van RikstalHerenthals.
Binnen 1 an d.
Het is merkwaardig, zegt het Vaderland, hoe de
Daily News, het lijforgaan der Britsche Regeering, weder
de loftrompet steekt over het beleid der Regeering in het
verkrijgen van de bevrijding der Nisero-bemanning. Alleen
dank zij de groote bekwaamheid en volharding van het
Britsche Departement van Buitenlandsche Zaken is volgens
haar die uitkomst verkregen. Zij ziet volstrekt niet in,
dat het juist aan de onbekwaamheid, onvoorzichtigheid en
onbillijke aanmatiging van dat Departement is te wijten,
dat de uitkomst zich zoolang heeft laten wachten.
Intusschen bemerkt men met voldoening, dat de Dailv
News in twee opzichten tot een beter begrip van den
toestand is gekomen. Zij zegt nu, dat het een onzinnige
raad is geweest om bij de Regeering aan te dringen op
het onmiddellijk nemen van krachtige maatregelen, en zij
erkent, dat van het Nederlandsche Gouvernement niet was
te eischen, dat het zijn koloniale politiek zou wijzigen,
omdat eenige Engelsche zeelieden in moeielijkheid waren
gekomen. Het blad heeft er wel eens anders over gedacht,
maar het is bijgedraaid. Men mag daarin zien een weer
spiegeling van het gewijzigd inzicht in regeeringskringen,
Naar het Fransch van Heniu Guf.ville.
{Vervolg.)
Een paar dames kwamen juist een oogenblik met Nadia praten.
Gravin Mazourine, haar tante, ging zooals gewoonlijk bij haar
zitten. Zij was hofdame van wijlen de Keizerin en was een
goedhartige, ontwikkelde vrouw, die zoo goed mogelijk de plaats
van Nadia's overleden moeder trachtte te vervullen. Het gesprek
werd met tusschenpoozen gevoerd. Het hing geheel af van de
oogeublikkelijke grillen van het jonge meisje, dat, onder de
muziekstukken, die haar niet bekoren konden, praatte en stilte
gebood, voor al de anderen. De hemel prijkte nu in zijn vollen
sterrenpracht en de avond was ongemerkt gevallen. Het sloeg
tien uur toen Korzof zich bij het gezelschap van de jonge prinses
voegde.
Eindelijk! zei Roubinc, ik dacht waarlijk, dat gij ons in
den steek zoudt laten.
Ik zoek u reeds een half nur. Gij hebt, naar ik zie, de
plaats voor uw audiëntie veranderd? Vroeger, ik meen het
vorige jaar, kon men u dichter bij het orkest vinden.
Het is hier werkelijk beter, het is hier bijna volkomen
stil en hoe meer ik leef, des te meer houd ik van de eenzaam
heid, antwoordde Nadia.
Ik zal toch nooit daar zijn, waar men u vindt, was het be
leefde antwoord van den adjudant.
Nadia glimlachte eenigszins minachtend en bedankte hem met
een lichte buiging. Korzof was tegenover haar gaan zitten: in
de schemering van dezen Juni-avond kon hij als op klaarlichten
dag elke uitdrukking van haar lief gelaat waarnemen.
Is er ook nieuws? vroeg hij aan zijn naasten buurman.
Ik ben gedurende vier dagen van alle verkeer met de beschaafde
wereld verstoken geweest. Die reizen per stoomboot hebben,
wat dit betreft, vrij wat overeenkomst met een gevangenis.
In de gevangenis krijgt gij ten minste nog een vijl om
tralies door te zagen, niet waar? vroeg Roubine, die door de
komst van den jongen man in een goed humeur was gebracht.
Ja, daar ia wat van aan, hernam Korzof, en daarbij komt
dat, wanneer men veroordeeld wordt, het toch om de een of
andere reden is, en dat houdt u bezig; terwijl aan boord van
een schip.
Is het u dan waarlijk wel eens overkomen, dat ge niet
wist waaraan gij denken zoudt? vroeg Nadia, terwijl zij hem
opmerkzaam aanzag. Hebt gij dan niets in of buiten u, dat
uwen geest kan bezig houden?
Ik vraag u verschooning, mejuffrouwik heb zelfs zeer
ernstige zaken, zoowel in mijn hoofd als op mijn hart, maar daar
zij niet zeer aanmoedigend zijn en niet aangemoedigd worden,
voegde hy er fluisterend bij, zijn deze gedachten niet zeer op
wekkend. Vertel my eens wat er al zoo in de wereld voorvalt;
waar men tot de overtuiging schijnt gekomen, dat Enge-
lands oorspronkelijke eischen volkomen onhoudbaar waren.
Deze treurige geschiedenis is nu ten slotte goed afge-
loopen, en gedachtig aan het „eind goecl al goed" dringen
wij de vraag terug, die zicli telkens weer een weg tracht
te banen, of onze Regeering, waar de Engelsche voor
redenen zoo vatbaar bleek, niet nog beter voet bij stuk
had moeten houden.
Naar aanleiding der laatste berichten uit Atjeh, die
melding maken van een verraderlijken aanval op een offi
cier en zijne manschappen, door een naar zij dachten be
vriend hoofd en zijne volgelingen, schrijft een der lezers
van het Hld. het volgende:
„Zulke voorvallen hebben reeds vaak plaats gehad, ook
nog kort geleden met de roeiers, die een hoofd en zijne
volgelingen aan boord moesten brengen, en bijna allen
vermoord werden. Dat overdenkende, kwam hij mij de
vraag op, zijn die manschappen wel voorzien geweest van
revolver-pistolen? Me dunkt, hadden ze die gehad, dan
hadden die droevige gebeurtenissen anders kunnen afloopen;
ik moet dus denken, dat die wapens niet in hun bezit
waren. En toch meen ik, dat in een oorlog, als in Atjeh
gevoerd wordt, ieder militair daarvan voorzien moest zijn.
Het zou hun meer vertrouwen geven in zichzelven, als zij
in een holster aan hun zijde steeds een wapen hadden, dat
zij elk oogenblik kunnen gebruiken. Bij dusdanige aan
vallen, als het man tegen man is, wat dienst geeft dan
het geweer? Dat kan later dienst doen als het pistool zijn
dienst heeft gedaan, en de vijand wat verder verwijderd is.
„Dat de revolver bij zulk een oorlog uitstekende diensten
kan bewijzen, is indertijd ruimschoots bewezen in den
strijd van de Amerikanen tegen Mexico, vooral door het
vertrouwen, dat het geeft aan de manschappen.
„De Atjehers zijn nu eenmaal een volk, dat hoegenaamd
niet te vertrouwen is; de vele jaren van Regeeringloosheid
hebben daartoe veel bijgedragen, terwijl de zucht tot
rooven hun aangeboren schijnt te zijn.
„Hoeveel jaren heeft het niet geduurd, dat ze de onder
onze bescherming staande eilanden, hij Sumatra gelegen,
afliepen en menschen en vee roofden of vermoorden?
Meermalen hebben ze daarvoor tuchtiging ontvangen door
onze oorlogsschepen; doch wat hielp het? zoodat het
wel op een oorlog met hen moest uitloopen, wilden we
ons prestige bewaren.
Maar nu we met de verraderlijke en roofzuchtige inborst
der Atjehers hekend zijn, wapene men de militairen zoo
danig, dat zij voorbereid kunnen zijn tegen zulke vijanden.
Nadat Graaf en Gravin Van Lvnden van Sandenburg,
zegt het Dagblad, eenige dagen de gasten waren
wie is er gestorven, geboren of gehuwd?
Er zijn weinig sterfgevallen en geen belangrijke, antwoordde
de Prins, geen geboorten, voor zoover ik weet, maar huwelijken
zooveel gij wilt. Olga Rézine gaat trouwen met Baehmakof,
Moraline met mejuffrouw Kouref en als wij tyd van leven
hebben, zal Natacha Doubier huwen met den ouden Serguinof.
Een huwelijk uit liefde? vroeg Korzof glimlachend.
Nadia liet met ceuigszin3 bevende stem, hetzij van drift of van
aanddening, hooren:
„Evenmin van den ccnen als van den anderen kant."
Op dit oogenblik zweeg de muziekzij waren ver van de
luidruchtige menigte verwijderd; het eenige geluid, dat haar
stem begeleidde, was het gekletter van de stralen der fonteinen,
die in een dichten regen in het bekken neervielen.
Natacha huwt een ouden man, omdat hij fortuiu bezit,
Serguinoff trouwt met het jonge meisje, omdat zij schoon en
welopgevoed is en zij hem een aangenaam huiselijk leven voor zijn
ouden dag zal bezorgen. Het is een huwelijk uit eigen belang.
evenals de andere. Het zijn de* fortuinen, die aan elkander ver
bonden worden, en verder niets. Moest Olga zich niet schamen,
zij, die een millioen als bruidschat meebrengt, te trouwen met
Baehmakof, die anderhalf bezit? Zijn er dan op aarde geen
onbaatzuchtige edele meisjes en jonge verstandige mannen meer,
dat elk huwelijk een ruilhandel of een geldbelegging tegen hoogen
interest moet zyn?
Maar, hooggeachte Prinses, veroorloof mij te vragen of
gij waarlijk meent, dat rijkdom niet samen kan gaan met edele
gevoelens
Dat is het niet wat ik zeggen wil, antwoordde Nadia kortaf,
en dat weet gc ook wel beter! Als eenmaal die paren elkaar
liefhebben of denken lief te hebben, welnu, laten zij trouwen.
Mijn hemel! dat is niets meer dan natuurlijk en zij hebben
groot gelijk; wat zullen zy beter doen! Maar hoe moet het dan
verder met hen gaan? Welke toekomst is voor hen weggelegd,
voor die schepselen der aarde, die niets anders in het leven te
doen hebben, dan zich overal te vermaken, waar wat te vermaken
valt, en zich in hun eigen huis, wanneer zij alleen zijn, ver
velen? Zoolang zy nog jong zijn, kunnen zij den tijd vrij wel
doorbrengen met óf naar bals, óf naar schouwburgen, óf naar
het buitenland, hetzij Carlsbad of Monaco, te gaan; vervolgens
kunnen zij, als zij oud zijn, elkaar oppassen als zij jicht of
leverziekte krijgen. Gelooft gij dat zij elkander dan nog lief
hebben, ais zij het leven moede zijn en genoeg hebben van elkaar?
Denkt gij dat zij zich dan nog de dagen hunner jeugd herinneren,
den tijd toen zij elkaar meenden lief te hebben?
Zy haalde de schouders minachtend op.
Nadia, zeide hare tante op zachten toon, alle huwelijken
zijn niet zooals gij ze afschildert!
Gij hebt gelijk, tantelief! Er zijn menschen die scheiden
omdat het samenleven hun ondragelijk is of wel omdat... Maar
ik vergeet dat ik een jonge dame brn, die een beschaafde opvoeding
van IiH. MM. den Koning en de Koningin op Het Loo,
hebben aldaar ook baron en barones Van Nagel 1 tot
Ampsen eenige dagen doorgebracht en zijn jl. Maandag
baron en barones Van Hardenbroek van Bergambacht en
baron Werner van Pal landt, nieuw benoemd opperjager
meester, aldaar aangekomen.
Op het koninklijk landgoed zullen dezer dagen de eerste
jachtpartijen plaats hebben.
Uit het antwoord, dat de Texelsche visschers op een
rekwest aan den Koning ontvingen, is gebleken, dat er
van Regeeringswege geen afbakening van de „Meep" beeft
plaats gehaddat evenwel bet voornemen om verder
gronden voor de oestercultuur te verpachten, blijft bestaan,
indien bet te voorzien is, daarmee dezelfde voordeelen te
behalen als bij Wieringen. Voorts wordt een beroep
gedaan op de verpachtingen in Zeeland, om te betoogen,
dat verpachting geen ramp, maar wel een zegen voor de
visschers geacht wordt. Na de verpachting der vroegere
vrije wierwaarden, weet men bier belaas beter.
Katwijk aan Zee heeft een goed badseizoen achter
den rug. Er zijn p. m. 10,000 baden in zee genomen;
nog nooit was het getal badgasten en dagelijksche bezoe
kers zoo groot als in 1884. De stoomtram bracht in
Augustus alleen 38,437 personen aan.
Jansen van Galen, timmerman te Arnhem, is Maan
dag jl. ter zake van moedwilligen doodslag door 't Gerechts
hof aldaar tot 12 jaren tuchthuisstraf veroordeeld.
Arends, de „moordenaar van Heinoo," werd Dinsdag
morgen onder sterk geleide naar Leeuwarden vervoerd.
Jl. Maandag vertrok het opnemingsvaartuig der
hydrographie, commandant kapt.-luit. ter zee De Smit van
den Broecke, van Wieringen naar Harlingen. Op het laatst
dezer week wordt het vaartuig te Hellevoetsluis verwacht,
om de najaarspeilingen in den Nieuwen Waterweg te beginnen.
Nabij Cocvorden heeft men een aardappelplant ge
rooid, die niet minder dan 99 knollen telde.
In een ingezonden stuk in de Zaanl. Crt. van 10 dezer
wordt door Dirk Kat en Pioter Donker, farmers, Douglas,
County, Harrison, gewaarschuwd tegen de handelingen van
P. Ellerbroek, Grand-View, Douglas Co., die zich in het
Nederl. Amerik. Weekblad aanbeveelt om emigranten bij
hunne komst in Amerika op allerlei wijze voort te helpen.
Aan zijnen lastgevenden landeigenaar opgegeven hebbende,
een farm voor 350 dollars te hebben verkocht, waarvan
hij 50 dollars provisie genoot, bleek het dien eigenaar bij
zijn bezoek te Grand-View, dat Ellerbroek die farm voor
650 dollars bad verkocht; dientengevolge werd hij aange
klaagd en gearresteerd.
heeft genoten, en dat er enkele onderwerpen van discours zijn
die ik niet mag aanroeren.
Nadia! sprak haar vader op zacht verwytenden toon. Zij
wilde juist weêr gaan spreken toen de Engelsche horens een
allerliefst air deden hooren, dat haar een oogenblik aangreep.
Laten wij liever wat luisteren, zeide zij.
Men luisterde. Het thema werd met zeer veel smaak en
bevalligheid gespeeld, eerst kalm en liefelijk om daarna in een
uitbarsting van harde schrille tooncn op te gaan. Nadia hief haar
hoofd, dat zij had voorover gebogen, ten einde beter te kunnen
hooren, op en hare oogen ontmoetten den blik van Korzof.
Wat zou dan wel uw ideaal van een huwelijk zyn, Prinses
vroeg hij zacht, maar op stelligen toon.
Het jonge meisje zag hem met een zekere uitdrukking van
wantrouwen aan.
Ik zou wenschcn, zeide zij, met meer nadruk dan zij
gewoonlijk op eenvoudige gesprekken legde, ik zou willen dat
ieder menschelijk wezen een levensdoel had, onverschillig welke
kunst of wetenschap hij wilde beoefenen. Ik zou wenschen dat
een mensch zich niet tevreden stelde met enkel voor zijn ge
noegen te leven en het geld te verkwisten dat hij of door den
noesten arbeid van zijn onderhoorigen of door liet werk zijner
voorvaderen, op welke wijze dan ook, heeft verkregen, en er
reeds genoegzamo voldoening in kon vinden, door er wat van
mee te deelen, aan het die niets hebben. Ik wilde zoo gaarne
dat ieder zich op de een of andere wijze nuttig kon maken, dat
hij werkelijk wat beteekendeik zou wenschen dat dit even
goed voor vrouwen als voor mannen van toepassing kon zijn
zij toch mogen volgens de wetten van onze maatschappij zelfs
de handen niet uit de mouw steken! Welnu, dit zij zoo. Laat
dan ten minste haar fortuin voor haar een middel zijn om het
goede te doen laat iedere rijke erfgename zich een arm maar
verstandig man tot echtgenoot kiezen. Door zoo te handelen
zal zij haar erfzonde liaar fortuin afkoopen dat haar reeds
van te voren in de rij der nutteloozen plaatst.
Er ging een afkeurend gemompel op uit het gezelschap dat
haar omringde.
O, Prinses! gij zegt het wel, maar gy zoudt het niet doen!
riep een der geattacheerden aan het ministerie uit.
Nadia stond op en zag allen die haar omringden met een
onbeschroomden blik aan.
Gij kent mij niet! Welnu dan, ik zweer in tegenwoordig
heid van u allen, die er getuigen van zijt, dat ik, nu de hemel
mij rijk en van aanzienlijke geboorte heeft gemaakt, nooit anders
dan met een man zonder fortuin zal trouwen, maar hij moet
zich door eigen verdienste en talenten een eervolle positie hebben
verworven. Dit zweer ik! Zij hief haar hand ten hemel, als
wilde zij dien tot getuige van haren eed aanroepen.
Nadia! riep haar vader diep getroffen uit.
Ik heb het gezworen, vader, herhaalde het jonge meisje,
maar indien ooit het voorwerp mijner keuze u ongevallig mocht