HELDERSOHE
EN NIEUWËDIËPER COURANT.
en Advertentieblad voor Hollands Noordertwartier.
1884. N°.136,
Jaargang 42.
Woensdag 12 November.
Uitgever A. A. BAKKER
C z.
POSTKANTOOR HELDER.
26> N ADI A'S GELOFTE.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal 0.90.
v franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der A d ver ten tiénVan 1regels 00 cents, elko
regel meer 15 ceuts. Gruote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
Lijst der brieven, geadresseerd aan onbekenden,
gedurende de eerste helft der maand September.
Namen der geadresseerden. Plaatsen van bestemming
P. J. MedendorpAmsterdam.
J. Smitn
Mej. C. Norkes
Emma Schaning's Hage.
S. v. d. MeerOudendijk.
F. BernardScheveningen.
Briefkaarten
Mevr. G. Vos VeterRotterdam.
Verzonden geweest naar Duitschland
Mevr. KreckemeijerReindorf.
Naar West-Indië:
C. J. De BruijnCuratjao.
Binnen l and..
Bij de Nederlandsche Marine dreigt, volgens de
Java-Bode, het zwaarste en sterkste schip, juist dat hetwelk
bij een aanval door nieuwere Europeesche schepen nog
eenige kans had, met goed gevolg op te treden, geheel
waardeloos te worden. Onlangs toch is bericht, dat Zr. Ms.
ramtorenschip Koning der Nederlanden door de witte mieren
zoozeer is aangetast, dat masten, enz. vernieuwd, kajuiten
en andere betimmering geheel uitgebroken moesten worden
en dat men nog niet eens weet, of deze kostbare bodem
daarmede voor goed gered is.
In het tijdschrift De Zee," aflevering voor November
1884, komt een belangrijk stuk voor, dat verdient onder de
algemeene aandacht te komen, 't Is getiteld: uVoorstel
aan de Regeering ter oprichting eener kustwacht langs
onze Noordzeekusten." De Commissie, die dit voorstel bij
de ministers van Marine en van Waterstaat heeft ingezonden,
heeft haar ontstaan te danken aan de noodlottige gebeurtenis,
die op 18 November 1883 nabij IJmuiden heeft plaats
gehad bij gelegenheid van de stranding van 't Engelsche
stoomschip Condorwaarbij van de 21 opvarenden niet
minder dan 13 het leven verloren. De Commissie stelt
voor een geregelde kustwacht op verschillende stations
langs de kust, ingericht als seinstations, die passeerende
Naar het Fransch van Henri Gréville.
{Vervolg.)
Deze opmerking was zoo gegrond, dat Pierro er niets wist
tegen in te brengen. Om de waarheid te zeggen, verdedigde hij
Nikolaas Stepline enkel en alleen uit goedhartigheid en edel
moedigheid, maar wanneer mevrouw Korzof terstond hare toe
stemming had gegeven, zou hij de eerste zijn geweest om zwarig
heden tegen het huwelijk in tc brengen.
Nadia ging naar hare kamer. Pierre liep de deur uit; de
tegenwoordigheid van Volodia was hem ondragelijk. Zonder dat
deze zich ooit tegenover hem over zijn innerlijke gevoelens had
uitgelaten, begreep de jonge Korzof, dat zijn beste vriend, de
speelmakker zijner jeugd, tot in het diepst van zijn ziel gegriefd
was. Toen zy alleen waren, zagen Martha en haar broeder
elkaar droevig aan.
Ik vreesde reeds lang, zeide de jonge man in antwoord op
de gedachte van zijn zuster, dat zij de ecne of andere dwaasheid
zou begaanen weet je, Martha, er komt bij, dat zij niet genoeg
meer van ons houdt.
Dat is niet waar, riep Martha uit, zij heeft ons liefmaar
sedert eenigen tijd vreest zij ons meer dan zij ons liefheeft en
daardoor ontstaat die verwijdering van ons. Zij is overtuigd,
dat zij ongelijk en wij gelijk hebben....
Na eenige oogenblikken stilte hernam zij
Heb je het gehoord, Volodia, dat zij dien man niet eens
liefheeft! Zij offert zich blindelings op aan hetgeen zij haar
plicht noemt. Arm, dwaas, dweepziek hoofdje! Wij zullen haar
toch niet aan haar lot overlaten, wel, broertje?
Volodia zag zijn zuster vragend aan; zij vervolgde:
Zij is stijfhoofdig en mevrouw Korzof heeft een ijzeren
wil. Een botsing is dus onvermijdelijk. Als Sophie nu merkt,
dat wij haar altijd nog liefhebben, als wij even vriendelijk en
voorkomend jegens haar blijven als altijd, zou je dan niet denken,
dat zij eindelijk begrijpen zal wat haar ware plicht is en waar
zij de meeste liefde vinden kan?
Volodia kuste zijn goede, lieve zuster, maar antwoordde niets,
want zijn ziel was met innige droefheid vervuld.
De deur werd geopend en Sophie vertoonde zich op den
drempel.
Je hadt me iets te zeggen.... zeide zij tot den jongen man,
welnu hier ben ik.
Martha ging bescheiden heenzij wist dat haar tegenwoordigheid
niet het minste nut kon hebben op dit oogenblik.
Volodia nam het jonge meisje bij de hand en bracht haar naar
een stoel, waarop zij plaats nam.
Ik wilde je zeggen, begon hij, terwijl zijn hart door een
onbegrijpelijken angst werd dicht geschroefd, dat je niet naar de
inspraak van je hart hebt gehandeld, toen je dat besluit genomen
hebt...
Dat is ook niet noodig, wanneer men het welzijn van
anderen beoogt, viel Sophie hem in de rede; zij, die altijd doen
wat zij zelf gaarne willen, zijn egoïsten.
Men moet wel degelijk met zichzelf te rade gaan, beweerde
Volodia; geen enkel redelyk wezen heeft het recht, moedwillig
de stem van het gezond verstand te smoren. Wil je me aan-
hooren, Sophie, zonder mij in de rede te vallen? Ik ben over
tuigd, dat je met je gewone oprechtheid mjjn vragen zult beant-
schepen voortdurend gelegenheid aanbieden om, door het
seinen met vlaggen, ook gewone berichten te verzenden.
Voorgesteld wordt verder verbinding van de kustwacht
stations met de naastbijgelegen Reddingstations, vooral eene
verbinding met die havens, alwaar zeesleepbooten en andere
hulpmiddelen voor redding aanwezig zijn. De voorkeur
wordt gegeven aan eene verbinding met behulp van oordeel
kundig geplaatste telefonen, boven die met behulp van
de telegraaf, waar telefonische aansluiting niet onder alle
omstandigheden mocht blijken bruikbaar te wezen, kan
eene telegrafische aansluiting bovendien noodig zijn. Tot
eene verbinding met havens, alwaar zeesleepbooten en andere
hulpmiddelen aanwezig zijn, leidde hoofdzakelijk de over
weging, dat daardoor in vele gevallen nog tijdig hulp zal
kunnen verleend worden aan schepen, die in ontredderden
toestand verkeeren, of, door welk ongeval dan ook, middellijk
of onmiddellijk in gevaar zijn. De desbetreffende voor
stellen worden nu aan de Regeering gedaan. De kosten
zijn geraamd of f 135,600 in ééns en f 14,800 jaarlijks
terugkeerende uitgaven. In het stuk, dat met twee bijlagen
is verrijkt, wordt o. a. ook melding gemaakt van den
aanleg der zoo nuttige lijnen, in den laatsten tijd reeds
door de Regeering tot stand gebracht, tot verbinding van
de kustlichttorens Eierland op Texel en te Kijkduin bij
den Helder, welke lijnen ook, op zekere voorwaarden dienst
doen in 't belang van particulieren.
Als een bewijs hoe het tegenwoordig gesteld is met
de buitenplaatsen in den omtrek van Amsterdam, meldt
men van Baambrugge, waar vroeger de rijke Amsterdam-
sche kooplieden, evenals verder langs de Vecht, hun lust-
of zomerhuizen hadden, het volgende:
,/Jl. Woensdag werd alhier geveild de buitenplaats
Geinwensch, groot 2 hectaren 42 aren. Dat de tijd der
buitenplaatsen voorbij is, bewijst het volgende. De tegen
woordige eigenaars hadden voor enkele jaren dit perceel
gekocht voor f 20,000. Alle moeite om het te verhuren
of te verkoopen, was te vergeefs. Wel werd in den loop
van dit jaar eene poging gedaan om liet in een publieke
veiling van de hand te doen, maar ook toen kon het maar
f 15,000 opbrengen. Nu echter werd het in 13 perceelen
verkocht tot a»notie, welke eerst gescheiden, en dan ge-
woorden en wanneer ik uitgesproken ben, kun je me alles zeggen
wat je wilt.
Het is goed, zeide zij, met zekeren trots haar hoofdje in
den nek werpend.
Hij ging recht voor haar staan en zag haar aan met zijn open
hartig, vriendelijk gelaat, alsof zij een vreemdelinge ware en Diet
het meisje, dat hij liefhad, meer dan zijn leven.
Wij hebben, zeide hij op ernstigen toon, plichten te vervullen
jegens de menschheid, de maatschappij, de familie en ons zelf.
Welke van deze plichten heb je op het oog gehad, toen je de
toestemming gevraagd hebt den heer Stepline te mogen huwen?
Op de vraag van Volodia, welke plicht Sophie op het oog had
gehad, toen ze de toestemming gevraagd had Stepline te mogen
huwen, aarzelde zij een oogenblik en antwoordde toen eenigszins
verward
Myn plicht jegens de menschheid.
Als dat werkelijk je overtuiging is, hernam Volodia, dan
moet ik haar billijken. Je weet intusschcn dat jc tegelijkertijd
de maatschappij, de familie en jezelf benadeelt
De maatschappy en hare veroordeelen zijn tamelijk onver
schillig, antwoordde het jonge meisje. Ik hoop dat mijn familie
genoeg van mij zal houden, om mij datgene, wat ik mijn plicht
acht, te laten vervullen. Wat myzelf betreft....
Zij bloosde, maar zag Volodia toch onbeschroomd in het gelaat.
Wat mijzelf betreft, ik vind dat het goed is en dat is mij
voldoende.
De jonge man boog het hoofd.
Dan zullen wij over iets ander3 spreken, zeide hy. Weet
je wel wat het huwelijk is?
Sophie antwoordde dapper:
Het is de vereeniging van twee eensgezinde zielen, wier
streven het is met vereende krachten éénzelfde doel te bereiken.
Zoo, zoo. Je beweert dus, dat je met mijnheer Stépline
zult huwen om éénzelfde doel te bereikenmag ik weten wat dat
doel is?
Het lot der mindere standen te verbeteren; de gevallenen en
minder bevoorrechten op te heffen...
En wanneer je die hebt opgeheven, wat wil je dan verder
doen?
Sophie wachtte even, maar antwoordde spoedig:
Dan zullen wy zien wat ons verder te doen staat.
Volodia zuchtte diep.
Dus beginnen met afbreken, zonder te weten wat er voor
in de plaats te stellen! Geloof je waarlijk, Sophie, dat men de
gewoonten, de zeden, de beginselen van een volk omver kan
werpen, zonder daarvoor iets in ruil te geven? Zie je dan niet
in, dat hetgeen je op dit oogenblik doen wilt, het werk van
eeuwen is; dat de foul van ons land, en zelfs van hen, die met
de beste voornemens bezield zijn, is met te veel overhaasting
te werk te gaan, en dat je nog veel gauwer vooruit wilt dan
alle anderen? Maar ik dwaal van ons onderwerp afwij spraken
zooeven over het huwelijk. Heb je het huwelijk van je ouders
wel eens aandachtig nagegaan? Zonder twijfel neen. Geen andere
omgeving kennende, heb je geen acht gegeven op hetgeen in je
onmiddellijke nabijheid was. Maar ik, die eerst op Interen leeftijd
in dezen huiselijken kring ben opgenomen, heb mijn opmerkingen
gemaakt en dit huwelijk met andere vergeleken, en ik ben
geëindigd met er eerbied voor te hebben, omdat het beantwoordde
aan het ideaal van plicht en geluk op aarde. Je vader had je
moeder lief, Sophie, en dat ik, die slechts een vreemdeling voor
combineerd* zouden geveild worden, en nu kon het maar
opbrengen f 10,315. Het werd op f 100 liooger opgehouden.
Te Amsterdam is eene jonge dame in het water
gesprongen, omdat een kaartlegster haar een ongelukkige
toekomst voorspeld had. Gelukkig is zij weer op het
droge gebracht.
Zooals wij indertijd hebben gemeld, heeft het bestuur
van de Vereeniging het Paardenstamboek in Friesland
zich, op uitnoodiging van den minister van Oorlog, bereid
verklaard tot het steunen der door dezen ontworpen aan-
koopen, ook in de provincie Friesland, van inlandsche
paarden voor den dienst bij het leger. Tengevolge van
de door genoemd bestuur genomen maatregelen zijn thans
niet minder dan 426 paarden bij hem voor dat doel aan
gegeven. Daargelaten, dat zoo groot getal thans niet be-
noodigd is, laat het zich aanzien, dat daaronder ook vele
zullen worden gevonden die in het geheel niet voor den
dienst bij het leger geschikt zullen zijn. De keuring zal
eerlang op een zestal plaatsen in de provincie geschieden.
Een afdruk van een artikel betrekkelijk de eischen, welke,
in 't algemeen, aan oorlogspaarden worden gesteld, en met
wenken omtrent doelmatige kruising en oordeelkundige
aankweeking van jonge paarden, op verzoek van den
minister van Oorlog in de Landb. Crt. geplaatst, heeft ge
noemd bestuur aan ieder der leden van de Vereeniging
Het Paardenstamboek doen toekomen, daar die courant
niet algemeen wordt gelezen. Het bestuur heeft daaraan
het verzoek toegevoegd, om, voor 't geval men in de zaak
geen belang stelt, het exemplaar te schenken aan een
paardenfokker in de omgeving, opdat alzoo de practische
wenken van den minister in uitgebreiden kring worden
verspreid. (N. Rott. Crt
Een der onderofficieren, die dezer dagen met goed
gevolg liet examen voor luitenant aflegden, kwam, naar
de Arnh. Crt. mededeelt, vijf jaar geleden uit Duitschland
te Arnhem. Hij bezat niet het minste vermogen en kende
niet eens onze taal, maar hij verklaarde luitenant bij het
Indische leger te willen worden. Men vond dit nogal
aanmatigend, maar de toenmalige luitenant J., die terstond
ontdekte, wat er in den jongen man school, nam hem onder
zijne hoede en raadde hem aan allereerst Hollandsch te
je ben, hierover durf spreken, is omdat de heiligheid van deze
liefde haar tot een ideaal vormde, verrukkelijk om te aanschouwen.
"Weet je waardoor deze liefde zoo verheven was? Je hebt het
zooeven gezegd. Twee eensgezinde zielen, strevende naar één
zelfde doel. Eén geest van zelfverloochening bezielde deze twee
menschen, die reeds van te voren afstand gedaan hadden van
alles wat niet schoon, edel en nuttig zou zyn. Deze twee wezens
hadden denzelfden smaak, dezelfde beschaving; zij genoten beiden
in dezelfde mate de symphatie van allen, die hen omringden.
Men behoefde hen slechts te zien, om te weten, dat hun edel
uiterlijk de terugkaatsing zijn moest van den adel hunner ziel;
zij behoefden niet te spreken om elkaar te begrijpen, een blik
was voldoende: dikwijls was de blik overbodig; zij deden
hetzelfde op hetzelfde oogenblik, omdat zij zooveel overeenkomst
van ziel hadden, dat zij tegelijkertijd hetzelfde dachten.
De jonge man hield op met spreken. Hij was zichtbaar aan
gedaan. Sophie had aandachtig naar hem geluisterd. Neen, zy
had nooit opgemerkt wat hij haar op zoo eenvoudige, onge
kunstelde wijze vertelde; maar hare herinneringen zeiden Sophie,
dat hij goed gezien had cn dat Lear vader en moeder werkelijk
op deze wijze samen geleefd hadden.
Je vader, hernam hij, stond op dezelfde trap van beschaving
als je moeder; zij hadden denzeliden smaak voor watedel en
goed is. Dat was de grondslag voor hun oprechte en duurzame
liefde, of voor de wereld zich voor elkaar te schamennooit
behoefden zij ook slechts een enkele gedachte voor elkander ver
borgen te houden. Je moeder had van dokter Korzof afstand
van zijn vermogen geëischt, maar zij bracht zelfs haar erfdeel
ten offer en dat, ondanks dat alles, hunne kinderen rijke erfge
namen zijn, is te danken aan je grootvader, die met voorzichtig
heid en beleid voor de toekomst zorgde en niet toestond, dat men
de kinderen, die misschien geboren zouden worden, reeds van te
voren van hun vermogen zou berooven. De volmaakte gelijkheid
bestond in deze verbintenis, die de algemeene goedkeuring weg
droeg.... Zij was als een straalkrans, die steeds boven de beide
echtgenooten zweefde.
Is het dus een vereischte, dat mijn toekomstige echtgenoot
even rijk is als ik? vroeg Sophie. Ik zou toch, naar ik meen,
de gelijkheid herstellen kunnen, door mij even arm te maken
als, hij.
Het geld is niets, in vergelijking met den smaak en de
gewoonten, antwoordde Volodia heftig. Zou je werkelijk je leven
kunnen slijten aan de zijde van een man, die zijn nagels niet
behoorlijk reinigt?
Sophie gevoelde zich diep beleedigd. De nagels van Stepline
waren allesbehalve onberispelijk, dat had zij zelf opgemerkt; maar zij
meende dat het haar slechts één woord behoefde te kosten om
dat te verbeteren. Zij wierp Volodia een vertoornden blik toe,
waarop hij geen acht scheen te slaan.
Maar er is nog iets anders, Sophie, vervolgde hij, op ern
stigen, drocvigen toon. Je durft er rondweg vooruit te komen,
dat je dien man niet lief hebt en toch wil je met hem trouwen.
Je schijnt dus wel een uitzondering te willen maken op andere
jonge meisjes, die in het huwelijk de heiliging van hunne liefde
hopen te vinden.... Wees voorzichtig, Sophie; het klinkt wat
vreemd uit den mond van zoo'n jonge man als ik, maar ik ben
door het verdriet en de ervaring mijn leeftijd misschien wat
vooruitje veroordeelt de meisjes, die trouwen met rijke mannen,
omdat zij ryk zijn; je beweert dat zy zich verkoopen voor een
vermogen en een naam; maar je kunt toch niet ontkennen, dat