Koster's Kleine Mei te Schap.
STARKS
DEPOTS VAN THEE,
Kleine Winkel te Schagen.
W. J. BLITZ, Tandarts,
Heldersche Gasfabriek.
Dr. E. DONKERSLOOT, Nieuwer-Amstel bij Amsterdam.
ORGA3VIST.
Souchon-Thee, a 22 cents per ons.
KACHELS! KACHELS!
OPENBARE VERKOOPINC,
M. RAVENSWAAY ZONEN,
Ti-oost voor licn die bij zware ziekte zonder hoop zijn.
Jongste genezingsbericht van den Heer
Aan den éenigen uitvinder en eersten Fabrikant van de Malz-Praeparaten, den Heer JOHANN HOFF, Keizerl. Koninkl.
Hofleverancier, Berlin, Neue Wilhelmstrasse No. 1.
Door deze heb ik het genoegen u mede te declen, ik in mijne praktijk mocht ondervinden Uwe JOHANN HOFF'sche
Malz-fabrikaten geheel aan hun doel beantwoorden.
Bijzonder is het Malz-Extract-Qezondlieidsbier zeer werkzaam bij lichaamszwakte uit slechte spijsverteering en
voeding, en het Geconcentreerde Malz-Extract tot genezing van longziekte, hoest en uittering, evenzoo hetzelfde fabrikaat
met ijzer bij dezelfde ziekte gepaard met bloedarmoede.
De Malz.Gezondheids-Chocolade heb ik bevonden een fabrikaa te zijn, dat, om zijn voedende, versterkende en
licht verteerbare eigenschappen tot gebruik zeer mag aanbevolen worden.
Mync Echtgenoote, die enigszins lijdende is aan zwakte met gebrek aan eetlust, is begonnen Uwe fabrikaten te
gebruiken en bevindt er zich aanvankelijk zeer goed bij.
Patiënten die onder mijne behandeling komen en naar mijn oordeel Uwe fabrikaten moeten gebruiken, verwijs ik naar
Uw Centraal-Depöt of een uwer Depóthouders.
Nieuwer-Amstel, 22 Oct. 1884. Dr. E. DONKERSLOOT,
C'onsulteerend Geneesheer.
Prijzen: Malz-Extract-Gezondheidsbier G flessc'nen ƒ2.50, 13 flesschen 5.05, 28 flesschen 10.05. Concentrirtes
Malz-Extract, met en zonder Ijzer, 1,80, f 1 en 0.75. Malz-Chocolade per pond, prima qualiteir, ƒ2.15, Secunda
1.00. IJzer-Malz-Chocolade prima 3. Malz-Borsr-Bonbons per pakje 30 CeDt (in blauw papier).
JOHANN HOFF's Centraaldepót, N. Z. Voorburgwal 250.
Dopótliouders worden gevraagd.
De Kerke raad der Doopsgezinde gemeente te
Barsingerhorn c. a. roept sollicitanten op naar de op
1 Januari vacant wordende betrekking van Organist, tegen
een salaris van 200.
Zij, die in aanmerking wenschen te komen, moeten zicli
▼óór 1 December aanmelden bij den Scriba
J. WESTERMAN HOLSTEIJN.
DE THEEBOOM.
Vraag de geurige waterhoudende
j. KonvEn.
HANDELSDRUKKERIJ.
Molenplein 163.
afleverinc van alle soorten boek
en steendrukwerk ceschiedt
spoedig net uitgevoerd en tegen
de laagste prijzen.
Ruim gesorteerd in verlakte en gegoten KACHELS en
HAARDEN, GRUIS-, TURF- en KOLENBAKKEN,
HAARDSTELLEN, POKEN, TANGEN en KOLEN
SCHOPPEN, STALLAMPEN. LANTAARNS, Ameri-
kaansche HOOIZAGEN en GRAVEN, KOEIEN- en
PAARDENKETTIXGEN, STALSC'HOPPEN met Vorken,
zware STAL-EMMERS, MELKSC1IOTELS, KAAS- en
BOTERKOPPEX, HALSJOKKEX. KAASKLEURSEL
(Kerbet) en STREMSEL, THERMOMETERS en MAAT
GLAZEN (onmisbaar bi) het maken van boter en kaas),
alsmede MELK-, PEKEL- en ALKOHOLVVEGERS,
BROODTROMMELS en KOEKENPLAATJES, giftvrije
POTTEN en PANNEN, Amerik. KOOKTOESTELLEN,
ZINK, LOOD, LIJM, HAAIENVEL, TIMMERMANS
GEREEDSCHAP, HOUT-, TOUW-, MAND- en
BORSTELWERK.
N.B. Ontvangen eerste soort IlilthS HOE- en
PA ARDE NOCH AREN.
Busu.rult (Crêpée N-. 1)
en Hagel.
W. GOSLER, te Haarlem, geeft uit:
GESCHEIDEN,
door JONAS MF-.
Uit het Noorsch door C. Eykman.
Prijs, iu keurig omslag gebrocheerd, 9.50.
Van bet oorspronkelijke werk werden tot nog toe in
het Noorden niet minder dan 7000 exemplaren verkocht.
Men mag dus verwachten, dat ook ten onzent de bijval
groot zal zijn, te meer daar de naam des vertalers een
goeden klank bezit.
Bij alle Boekhandelaren te hekomen.
Als St. N'icolaas-cadeati beveelt zich aan:
EEN LIEDERKRANS,
Poëzie van C. E. BEO M S.
Met opdracht aan II. J. SflHISliHEL.
Door verschillende bladen werd deze bundel zeer gunstig
besproken, terwijl aan de uitvoering (zwaar Hollandsch
papier, perkament-omslag, enz.) groote zorg besteed is.
Nog enkele exemplaren zijn beschikbaar in fijnen, saffiaan-
lederen band, verguld op sneê.
Prijs: gebrocheerd 1.80, gebonden 2.70.
Jacob van Kampenstraat 124. Amsterdam,
is den eersten en derden Donderdag van iedere maand,
s namiddags van 1 tot 3 ure, te spreken wegens tand
heelkundige operatiën en het plaatsen van kunst
banden in het Ilötel Bellevue te Nieuwediep.
Ook is bij te spreken des Znturdags in den Burg en
des Maandags in de Jager te Alkmaar, beide dagen tot
s voormiddags 11 ure; des Donderdags, tot 's voor-
middags 11 ure, in het Hotel Vredelust te Schagen.
op ZATERDAG 15 NOVEMBER 1884, 's morgens 10 uren,
aan HET ZAND, gemeente Zijpe, van:
Eene groote partij NIEUWE PLANKEN, DEELEN,
SCHROOTEN en PALEN, benevens eene groote partij
BRANDHOUT, bestaande in stompen en stukken battings
en hetgeen meer te koop zal worden aangeboden.
De goederen zijn daags vóór en op den verkoopdag te
bezichtigen.
J. VAN DER MA ATEN, Deurwaarder.
Zoolang de voorraad strekt, aflevering van Cokes, alle
werkdagen, van 's morgens 912 en 's namiddags
li5 ure, tegen vijf-en-dertig centen per hectoliter.
De Directie.
Tandpoedor
Tandpasta en
Mondwater
ia verkrijgbaar bij P. v. WIJNGAARDEN
en W. VERHOEVE BRUINVIS.
UIT HET MAGAZIJN VAN
te GOREVCHE1I.
Deze THEEËN worden afgeleverd in ver-
zegelde pakjes van vijf, twee en een half en
een Ned. ons, met vermelding van Nommer en Prijs, voor
zien van nevensstaand Merk, volgens de Wet gedeponeerd.
Zich tot de uitvoering van geëerde orders aanbevelende.
Nieuwediep. A. METZELAAR, Binnenhaven 12.
Helder. J. BREEBAART, Langestraat.
Wieringen. J. D. BOERSEN.
Schagen. J. DENIJS.
Een danspartij aan het Hof van Zijne zwarte Majesteit
den Loendakoning Moeatiamvo in Midden-Afrika.
Een bekende wetenschappelijke reiziger, Max Buchner, die
herhaaldelijk dwars door het hart van Afrika reisde en ruim 6
maanden vertoefde te Moessoemka, de woonplaats van Koning
Moeatiamvo, deelt een en ander van daar mede. Ik kon gaan
en komen, zegt hij, waar het mij goed daeht, maar toch was ik
in zekere mate een gevangene. Men wilde zich niet van mijn
persoon meester maken, maar van de Europeesche schatten, die
ik met mij voerde en die door mijn geleide zoo zorgvuldig werden
bewaakt, dat men cr niet aan durfde, 't Was bekend, dat ik
zakken vol glazen koralen van de schitterendste kleuren, eenige
vaatjes buskruit, een kist vol geweren, eene groote hoeveelheid
koperdraad en duizenderlei voorwerpen van allerlei aard met mij
voerde, die voor een Europeesch reiziger onmisbaar zijn om door
Afrika te trekken. Daarop had Moeatiamvo het oog geslagen.
Op de een of andere manier moest hij daarvan de gelukkige
bezitter trachten te worden.
't Behoeft niet nader te worden betoogd, dat het leven te
midden van de hebzuchtige neger-potentaten en hun niet minder
begeerigen aanhang den reiziger menig bang en hachelijk oogen-
blik doet slijten. Maar dergelijke tochten hebben ook hun aange
name zijdezij doen ons menig opwekkend tooneel aanschouwen,
gelijk elders ter wereld niet kan worden waargenomen, en daartoe
mogen vooral sommige feesten aan de hoven dier vorsten worden
gerangschikt. De hoogst naïeve zucht naar pronk en praal, die
hen bezielt, de plompheid hunner manieren, het eigenaardige,
vreemde schouwspel hetwelk men daarbij ontwaart, dit alles te
zamen genomen, vormt menigwerf een kostbare satire op het
Europeesche hofleven. Immers, in spijt van alle afwijking van 't
geen wij heeten de edelste uitdrukking van waardigheid en
majesteit, herkennen wij zelfs in die ongemanierde, plompe
vormen de afspiegeling der mcnschelijke zwakheden, die wy ook
in Europa kunnen waarnemen.
Het eerste bal ten hove van Koning Moeatiamvo, door mij
bijgewoond, werd gegeven op 22 Januari 1880. 's Konings
gunsteling Moekonga kwam mij daartoe uitnoodigen en tegen
zonsondergang begaf ik mij naar het paleis, nadat ik een hals
kettinkje, eenvoudig van geel koper vervaardigd, in den zak had
gestoken, want met ledige handen kon ik voor Hen Koning niet
verschijnen.
Op het plein voor de appartementen, bewoond door de eerste
gemalin des Konings, de machtige Loekokessa, onooge-
lijke houten hutten met een dak van riet, werd reeds druk
gedanst. De gansche vrouwelijke hofstoet, de eene hofdame nog
leelijker dan de andere, had zich voor de plechtige feestelijkheid
zoo fraai mogelijk uitgedost. Om de heupen droegen zy een
aantal korte rokken, van Europeesche en inlandsche stoffen. De
breede borst en schouders waren geheel ontbloot en als eenig
sieraad droegen zy kruisgewijs twee snoeren glazen koralen over
het bovenlijf. In het hoofdhaar waren apenhuiden en doeken
van palmvezelen bevestigd, die by elke beweging van 't lichaam
in 't rond fladderden en in de beide handen hadden zij een lap
van bontgekleurde stof, waarmee zij dapper in 't rondzwaaiden.
Een inlandsche trommelslager vormde het orkest, naar welks
maatgeluid de plorapste en tamelijk wulpsche bewegingen van
den woesten dans werden uitgevoerd.
Boven al die dames van den koninklijken hofstoet, verhief zich
de kolossale gestalto van de eerste Sultane, de machtige Loeko
kessa. Toen zij mij gewaar werd, verduisterde een wolk van
ontevredenheid haar gelaat en, een snibbigen blik op mij werpende,
keerde zij mij den rug toe. Ze herinnerde zich vermoedelijk, dat
ik haar een paar dagen te voren kort en bondig had afgescheept,
toen ze mij op onbeschaamde wijze een menigte voorwerpen ge
tracht had af te troggelen, dingen van luttele waarde, waarop
zij niettemin bijzonder gestold scheen te zijn. Dit wilde ze mij
hier betaald zetten.
In de vertrekken des Konings scheen alles doodsch en verlaten.
Gevolgd door een twintigtal mannen van mijn geleide, begaf ik
mij naar dc appartementen van zyn Zwarte Majesteit.
Op een binnenpleintje stonden de trommelslagers en andere
muzikanten, met dc marimba in de hand, gereed tegen het
oogenblik dat de Koning zou te voorschijn treden. Ik wachtte
aldaar zijn komst af. Nadat ongeveer een tiental minuten waren
voorbijgegaan, stapte 's Konings gunsteling Moekonga, gebukt
en achterwaarts tredende, door een lage opening in een heining
op het pleintje. In gelijke deemoedige houding volgde hem een
ander voornaam hoveling, Kaboeita Kapenda, de armen voorwaarts
uitstrekkende, om den Koning een steun aan te bieden, en daarop
sloop ook de Koning laag bukkende en leunende op zyn dienaar
te voorschijn.
Onmiddellijk werd een fanfare geblazen. Zoodra Moeatiamvo
mij gewaar werd, reikte hij mij dc hand. Langzaam en plecht
statig traden wy voort, gevolgd door een vijftigtal hovelingen en
edelknapen, waarna de moari, de tweede Sultane, te voorschijn
trad met dertig k veertig vrouwen van lagercn rang.
Moeatiamvo was gedost in het prachtgewaad, dat ik hem eenige
dagen te voren had geschonken. Het bestond uit een zwart en
wit gestreept zijden buis en een kaftan van lichtroode zyde, die
tot aan de knie reikte. Fier op zijn kostbaar gewaad stapt hij
voort.
Eensklaps bleef hy stilstaan. Hy scheen zich iets te bezinnen.
Aan een zyner dienaren gaf hij een bevel en eenige oogenblikken
daarna kwam deze met een blikken trommel te voorschijn, van
een hangslot voorzien. Deze trommel was afkomstig van een
Europeesch reiziger, den heer Pogge, die vroeger die streken had
doorreisd. Aan een koord droeg de Koning den sleutel om den
hals. Ieder hoveling drong, brandend van nieuwsgierigheid, op
den Koning toe, teneinde een oog in den trommel te slaan en
dewijl ik mij toch onder een hoop negers bevond, volgde ik het
voorbeeld door hen gegeven. Men wist dat die geheimzinnige
trommel de schatten van Cresus bevatte. Eindelijk had 's Konings
hand, zy het ook met wat moeite, de doos geopend. Ordeloos
door elkander lagen daarin eenige snoeren koralen, klosjes garen,
lappen laken en dito zijde, een bonte pluim van papegaaivederen,
een kous gevuld met buskruit en een menigte prullen van ver
schillenden aard. Do pluim stak de Koning boven het linkeroor
in den haarband en van het buskruit deelde hij met groote
zuinigheid aan eenige knapen een kleine hoeveelheid uit. Terstond
maakten zij er gebruik van; ieder hunner laadde zijn geweer
en zonder zich te bekommeren om de menigte, die hen omringde,
vuurden zy in 't rond.
„Alles moet ik wegsluiten," zeide Moeatiamvo, „want ze stelen
hier als raven." Terwijl hy mij lachend aanzag, laat de gunste
ling Mokonga er op volgen: „Dat ziet op Kaboeita Kapenda!"
„'t Lijkt er niet naar," voegde deze den gunsteling tegemoet;
„de Koning heeft geen ander op 't oog dan jou, want niets is
veilig voor zulk een schelm als jij bent,"
En onder zulk vriendelijk gekneuvel stapten wij onder de
liefelijke tonen van 't barbaarsche orkest, door de binnenpoort
naar het plein, waar het bal werd gegeven.
Nadat een aantal hovelingen den Koning op zonderlinge manier
hadden gehuldigd, zy wierpen zich daarby ruggelings op den
grond, spreidden hunne armen uit en bleven dan eenige minuten
bewegingloos liggen en nadat de huppelende dames, met Loekokessa
aan het hoofd, den Koning bij zijn komst hadden begroet, her
vatte men het gestaakte bal.
Nu eerst werd er vlot gehuppeld, gesprongen, getrippeld en
gedanst. De bonte groepen zwierden in snelle vaart met uitge
spreide armen in 't rond, allerlei zonderlinge, wulpsche lichaams
bewegingen makende onder den invloed van een dartele, schier
grenzenlooze uitgelatenheid, waarbij Loekokessa alle anderen
overtrof.
Nadat de Koning op verwaten toon aan zijn hofmaarschalk had
bevolen eenige slavenkinderen te doen halen, die hij ten geschenke
wenschte te geven, uitte hij den wensch, dat ruim baan zou
worden gemaakt. De koning wil dansen, zeide hij.
Nauwelijks had hij deze woorden genit of zijn gunsteling biedt
hem een soort van pluim aan, bestaande uit een paardenstaart,
welke de Koning in de linkerhand neemt. Langzaam trippelt
hij voorwaarts. Zijn strenge trekken ontspannen zich, nemen
een vriendelijke plooi aan en eindelijk zweeft een lach over zijn
gelaat. De bewegingen van armen, beenen en de overige deelen
van het lichaam worden allengs sneller en in gelijke mate verheft
zich het gillend gejuich der omringende hovelingen. Het zijden
prachtgewaad fladdert in het rond en de pluim, die hij in zijn
linkerhand draagt, zwaait in allerlei richtingen nevens zich en
boven het hoofd; de lange slippen van zijn halsdoek, de gouden
kwasten van zijn burnoe, het losse onderkleed, dit alles dwarrelt
als 't ware dooreen en tevens worden zijn bewegingen voort
durend heftiger, de wulpschheid daarvan neemt hand over hand
toe, hij verheft zich op zijn teenen en draait in dolle vaart in
het rond met uitgespreide armen. Als bezetenen huilt en gilt
de tot razernij opgetogen menigte op het aanschouwen van zulk
een verheven tooneel.
Op een teeken van den vorst wordt hem een der slavenkinderen
toegereikt, die hij had doen halen. Sledhts een enkel oogenblik
wordt de wilde dans, door hem aangevangen, gestaakt. Nauwelyks
heeft hij den knaap met zijn gespierde hand opgepakt, of de dans
wordt in het vroegere tempo hervat. Woest stuift hy voorwaarts
en de beminde Loekokessa huppelt hem te gemoet, want voor
haar is het geschenk bestemd, dat hij in zijn hand draagt en
tot bewijs van innige vreugde over de eer, haar ten deel gevallen
werpt zij zich ruggelings op den grond en blyft in die houding
eenige oogenblikken onbeweeglijk liggen.
Steeds dansende en draaiende in dolle vaart, het eene slaven
kind na het andere aan dezen of genen zijner hovelingen ten
geschenke aanbiedende, had Moeatiamvo minstens gedurende
ruim 15 minuten zijn choreographische talenten ontwikkeld. De
bijvalsbetuigingen, die hem van zijn getrouwe onderdanen te
beurt vielen, waren luid en krachtig, want mijn trommelvlies
hadden zij bijna doen bersten.
Eindelijk achtte hy het oogenblik genaderd om zijn uiterlijke
deftigheid weder te hernemen. Hy trok zich langzaam terug uit
den kring zijner juichende getrouwen, en hijgende en snuivende
als een dampend paard, stelde hij zich weder aan myne zyde.
Met een hartelijkcn hankdruk nam hy afscheid van mijnadat
mij wa8 te kennen gegeven, dat hij zich in zijn appartementen
terugtrok en 't mij vrijstond het bal te verlaten.
Bij het phanfastisch licht, 't welk de roode gloed van eenige
vuren, bij wijze van feestelyke illuminatie ontstoken, op de wilde
groepen der dansenden wierp, scheen dit hofbal wel een heksen
sabbat. (Rott. N.blad.)
Snelpersdruk van A. A. Bakker Cz., Nieuwediep.