Ve rplcpn in rrpn ~\r:I\r 1 De rivierstand in Limburg en Gelderland dreigt naar overstrooming. De berichten zijn onrustbarend. Gisteren nacht is er te Hoorn brand uitgebroken in een der kaaspakhuizen van de heeren van Rossum, te Rotterdam. Gelukkig werd het spoedig bemerkt en droegen krachtdadige hulp en windstilte er toe bij, dat de vlammen zich binnen dit ééne perceel beperkten. De muren bleven gespaard. Toch is de schade betrekkelijk groot, aangezien er veel kaas beschadigd werd. De oorzaak is onbekend. Jl. Maandag namiddag is het den rechercheurs Wolf en Boonen gelukt op de Raamgracht te Amsterdam te arresteeren den beruchten Costuma, die in den laatsten tijd, zoowel aldaar als in andere steden van ons land, ver huurders van gemeubeleerde kamers oplichtte, door een paar dagen er zijn intrek te nemen en dan plotseling met alles wat van zijne gading was te verdwijnen. Naar het hoofdbureau van politie gebracht, heeft hij reeds zijne oplichtingen bekend. (Amst. Crt.) Jl. Dinsdag werd voor het Hof te Amsterdam be handeld de zaak tegen Dirk Tobias. Daar zijn mede beschuldigde, E. M. C. Tobias, na de tweede hem beteekende dagvaarding, niet op de zitting tegenwoordig was, verklaarde het Hof hem bij arrest van Dinsdag weerspannig aan de wet. Daarna werd een aanvang gemaakt met het geding tegen den aanwezigen beschuldigde, en wel met het verhoor der getuigen, die ten getale van 19 zijn opgeroepen. In de eerste plaats verschenen de getuigen, die verklaringen moesten afleggen over de schennis der depóts, door de firma Tobias ontvangen. Dertien verschillende personen hadden effecten in bewaring gegeven aan de firma, die door de leden daarvan ten eigen bate waren aangewend. Het requisitoir van het O. M. tegen Tobias luidt: vijf jaren tuchthuisstraf. Adair en Lvons zijn ieder tot vijf jaren tuchthuisstraf veroordeeld. Beiden komen in cassatie. Het cijfer der giften, te Amsterdam voor de nood lijdende werklieden ontvangen, is tot f 30,000 gestegen. Een 1500 werklieden hebben zich om arbeid aangemeld. De groote kampioen op het ijs, Axel Paulsen te Christiania, ,/World Champion Speed and Figure Skater," heeft Hollanders en Friezen ten kamp gedaagd. Aangezien hij nog nooit tegen Nederlanders gereden heeft en dit zijn hoogste wensch is, daagt hij iedereen uit voor een match van 100 p. st. (f 1200) over welken afstand ook, van 3 tot 100 Engelsche mijlen (5 tot 166 kilometer), te Christiania of waar ook. Het bestuur van den Nederlandschen schaatsrijdersbond stelt zich ter beschikking, om, wanneer een van onze schaatsenrijders deze uitdaging aanneemt, daarvan aan Paulsen kennis te geven. Bij de in dit jaar in Nederland gehouden harddrave rijen is het grootste bedrag aan prijzen en premiën gewonnen door de volgende paarden, waar in de eerste plaats genoemd moet worden „Willem III" van P. Brommer, dat wij om de eigenaardigheid specificeeren 24 Mei te Hoorn prijs f 500. 2 Juni te Nijmegen prijs f 400. 17 Juni te Rotterdam premie f 250. 22 Juni te Winsum premie f 100. 3 Juli te Sappemeer prijs f 150. 10 Juli te Winschoten prijs f 200. 16 Juli te Zwolle prijs f 400. 7 Augustus te Nijmegen premie f150. 20 Augustus te Alkmaar prijs f 400. 4 September te Amsterdam Nat. Harddr. prijs f 700. 6 September id. Intern, prijs f 1000. 9 September te Schagen premie f 75. Te zamen het respectabel saldo van f 4325. Nu volgen: „Apollo" van A. H. Jurgens te Oss f 1611.50, „Negociant" van A. Cordes te Ruijsselede f1500, „Grameteiy" van P. Kolkman te Dortrecht f 1400, benevens een kunst voorwerp ter waarde van f 150, „Biegawoy" van denzelfden eigenaar f 1300, „Maarten van Rossum" van J. Henri Everts te Zalt-Bommel f 1256, „Gruno" van E. de Grave te Groningen f 1045, „Noorder Ruin" van K. K. Wassenaar te Sint Jacobi-Parochie f 1000, „Noordstar" van J. Sormani te Groningen f 875, „Tabor II" van P. Ellerbroek te Hoorn f 875, „Nelly ex Protest" van A. van Aardenne te Voorburg f 860, „Tromp" van J. Koster Pz. te Beemster f 850, „Suzanna" van C. Paarlberg te Zijpe f 800, „Victoria" van C. Oudijk te Waddingsveen f 750, benevens een koningszweep, „David II" van B. Kneppers te Hazerswoude f 750. Als pikeur werd het meest gewonnen door J. Koster Rzn. te Beemster nl. f 6025. Een nieuwe beteekenis voor een oud woord heeft de Haagsche sprokkelaar van het U. D. gevonden in eene advertentie, waarbij eene jonge moeder zich aanbiedt „om een kind te minnen." Alle groote mannen hebben hunne kleine eigen aardigheden. Ook de bekende hoofdman der Indianen Sitting Buil heeft er een, sedert de beschaving ook op hem invloed heeft gehad. Telkens wanneer de groote hoofdmanaan tafel verschijnt, ontvouwt hij met de meeste zorg zijn servet, legt het op zijn stoel en gaat er op zitten. Het tiende jaarverslag der Maatschappij tot opvoeding van weezen in het huisgezin, onder bescherming van H. M. de Koningin der Nederlanden, heeft dezer dagen het licht gezien. Belangrijk als altijd, geeft het ditmaal in enkele trekken een overzicht van de wording der Maatschappij, hare ervaringen en werkzaamheden, gedu rende het thans afgesloten tienjarig tijdvak. Het getal van leden en begunstigers te zamen klom van 607 tot 861, 896, 937, 1214, 1302, 1445, 1782, 1956 en 2057, met een toenemend bedrag van f 1399.50, f 1914, enz. tot een cijfer van f 5500 thans, aan jaarlijksche con- tributiën. Aan de Maatschappij ontvielen door den dood o. a. Prinses Marianne en Prins Alexander, die haar al de jaren van haar bestaan gesteund hadden. Door giften werd de Maatschappij in hare kindsheid niet vereerd, en men was in den beginne te haren opzichte meer kwistig in lofspraak, dan mild van hand. Sinds 1878 is bet bedrag der giften toegenomen, waardoor ook meer dere pupillen in de verzorging der Maatschappij konden worden opgenomen. Verschillende comte's zijn reeds opgericht, o. a. te Oosterbeek, Nijmegen, Rotterdam, Overmaasche dorpen, Zutphen, Dordrecht, Assen, Brummen, Dokkum, Wolvega, Kollum, Delft, Hoogwoud, Groningen, Haarlem en Leiden. Een comité had zich ontbonden en daarvan aan bestuurders der Maatschappij de volgende verklaring gegeven: „nu de plaats er voor zichzelve nog geen profijt van gehad heeft, wenschen wij niet langer met u mee te doen." •«.o vnHo mnHni-ft,! meeE-Jui Maar naast die ervaring staat ook de heuchelijke onder vinding, dat de geest van anderen ruimer is, en dat de Vereeniging tot opvoeding van weezen in het huisgezin voor de gemeente Utrecht" zich, na het wegruimen van een misverstand, bij de Maatschappij, te rekenen met 1885, heeft aangesloten. Ook onlangs is te Warmenhuizen een comité opgericht, waar niet alleen particulieren, maar ook het burgerlijk en het kerkelijk armbestuur zich als leden aansloten, zoodat thans 17 comité's bestaan. In het Doorgangshuis op Zandbergen te Amersfoort hebben sedert de oprichting 140 pupillen een langer of korter tijdelijk verblijf gevonden. Het aantal personen, die zich aanboden met de verzor ging van ouderloozen belast te worden, was steeds grooter dan men behoefde. De uitsluiting van gealimenteerden en de bepaling, dat zij slechts in aanmerking komen, die ook zonder het pleeggeld der kinderen door eigen arbeid en middelen kunnen bestaan, deden velen hunne woning aan bieden. Financiëele inhaligheid was tot hiertoe nooit de reden, die tot verplaatsing van een pupil gedwongen heeft. Het aantal verpleegden klom tot 204 (100 jongens en 104 meisjes). Naar de kerkelijke gezindheid behooren 119 tot de Hervormde, 50 tot de Roomsch-Katholieke, 16 tot de Israëlitische, 9 tot de Doopsgezinde, 7 tot de Evang.- Luth., 2 tot de Remonstrantsche en 1 tot de Herst.-Luth. gemeente, en zij worden steeds in de godsdienstige gezindte hunner overledene ouders opgevoed. Aan den geest van proselietenmakerij is de Maatschappij volkomen vreemd; niet slechts van Roomsch-Katholieke zijde, ook van anderen werden dienaangaande aangename verklaringen medegedeeld. „Ze zijn kinderen gebleven," zoo getuigde o. a. een bloedverwant, bij wien een paar pupillen eenigen tijd doorbrachten, „onbedreven in het kwaad onzer dagen, eerlijk, oprecht en doodonschuldig; daarbij overeenkomstig het begrip mijner familie orthodox opgevoed." Van die 204 weezen, die sedert de oprichting der Maat schappij werden toevertrouwd, zijn 53 geheel van de ver zorging der Maatschappij ontslagen, en onder dezen zijn 7 overleden. 17, hoewel nog niet geheel in staat in eigen onderhoud te voorzien, zijn in onderscheidene betrekkingen werkzaam en zullen in den loop van dit en het volgend jaar het wel zoo ver brengen, dat zij hun eigen brood ver dienen. 134 zijn nog geheel in de verpleging der Maat schappij, en het meerendeel van hen, op slechts enkele na, die er nog te jong toe zijn, bezoeken de bewaar- en lagere, de industrie-, de ambacht-, de normaal- en H. B. scholen. 14 worden opgeleid tot dienstboden of huishoudsters, 19 leggen zich toe op verschillende ambachten. In samenwerking met „de Vereeniging der Weesvaders" wordt door de Maatschappij een maandblad uitgegeven, aan het belang der weesverzorging gewijd. Na dankbare vermelding van ontelbare blijken van be langstelling en van ondervonden bijstand, eindigt het lezenswaardig verslag met deze woorden: „Sterk dan ook in ons vertrouwen op den „zegen van Hem, die geen kleenen veracht," willen wij ons liefdewerk voorzetten." Buitenland. De groote stilstand in alle takken van nijverheid in Engeland duurt voort en daarmede klimt de nood onder de arbeidende klassen, waartegen de onderscheiden philan- trophische instellingen in den vorm van goedkoope gaar keuken, soepkokerijen enz. op verre na niet bestand zijn. Het zwaarst lijden onder deze crisis de gewoonlijk op de scheepstimmerwerven en in de machinefabrieken werkzame arbeiders, waarvan er zoo velen geen werk hebben, dat de „United Society of Boilermakers and Iron Shipbuilders" in den loop van November aan leden zonder werk niet minder dan 18,784 p. st. aan onderstand heeft uitbetaald, waarbij nog 20,000 p. st. aan ziekengeld komt. Ook andere Arbeiders-Vereenigingen hebben reeds naar even redigheid van het aantal hunner leden en het kapitaal, waarover zij beschikken, aanzienlijke sommen uitgekeerd, zoodat de fondsen van deze Vereenigingen op die manier spoedig geheel uitgeput zullen zijn. Een der aantrekkelijkheden van de aanstaande Wereldtentoonstelling, in 1889 te Parijs te houden, zal een toren van 300 meters zijn, die dus driemaal zoo hoog zal zijn als de Nieuwekerkstoren te Delft. Op het hoogste punt zal een glazen koepel gebouwd worden, vanwaar men den omtrek zal kunnen overzien. De bezoekers worden door vier ascenceurs naar boven gebracht. Behalve het aangename om van zulk een hoogte in het rond te kunnen zien, meenen de ontwerpers, dat deze toren ook van nut kan zijn in oorlogstijd, om 60 mijlen in het rond te kunnen zien, als sterretoren boven de neve len der stad, alsook om door electrisch licht den omtrek te verlichten. Uit Pretoria (Zuid-Afrikaansche Republiek) wordt dd. 2 November o. a. aan de Haarl. Crt. gemeld: „Nu, dat de spoorweg-leening op zoo ellendige wijze mislukt is, begin ik er weer aan te twijfelen, of wij ooit een spoorweg van hier naar de Delagoa-baai zullen be leven. Wie, die getuige was van al het lawaai, dat tijdens het verblijf van onze deputatie in Holland gemaakt werd, zou zulk een jammerlijken afloop van die zaak verwacht hebbenMen is dan ook hier vreeselijk teleurgesteld. Waar blijven nu, zegt men hier, de schreeuwers, die zoo veel spraken van „hunne geliefde stamverwanten?" Het is eene schande voor Holland. De Engelschen alhier lachen in hun vuistje, en wij Hollanders worden door hen bespot. De nieuwe Hollandsche Staatsprocureur, de heer Leijds, is onlangs in functie getreden en heeft een zeer goeden indruk gemaakt. Hij is wel in een moeielijken tijd ge komen, maar zal er zich wel doorslaan; dan is hij meteen „gezouten", zooals men hier zegt. In den laatsten tijd kwamen hier heel wat Hollanders aan. De meesten van hen gevoelen zich bitter teleurge steld; zij hadden zich hier heel wat anders voorgesteld dan ze gevonden hebben. Zij dachten met open armen ontvangen te zullen worden, zooals de deputatie hun voorspeld had, maar ondervinden daarvan bitter weinig. Aanbeveleride getuigschriften, waarvan sommige voorzien zijn van wèlklinkende namen, baten hun ook zeer weinig. Wat men hier noodig heeft zijn flinke werklieden en boeren, die gewoon zijn te werken en die door ijver en soliditeit zullen toonen, wie ze zijn. Dat wil men hier. Gebruik toch al uw invloed om dien stroom van Hollan ders te stuiten, die alleen met de pen hun brood moeten verdienen, want van die personen is de markt overvoerd; het is treurig, ze hier te zien rondloopen, hunkerende naar eene betrekking bij het Gouvernement en overal hun neus voor optrekkende. De hagel heeft op hooge velden weder veel schade aangericht. De oogst is bij verscheidene Boeren totaal vernield. Er vielen hagelsteenen zoo groot als een hoender-ei. Dit is trouwens hier te lande geene zeldzaamheid. Eene Kaffermeid, die niet spoedig genoeg eene schuilplaats kon vinden, werd door den hagel gedood; zoo ook duizenden schapen." Het Hof der Queen's Bench te Londen heeft gisteren vonnis gewezen in de zaak der Mignonette. Lord Coleridge heeft het namens zijne collega's voorgelezen. Het geeft eene herhaling der reeds bekende, verschrikkelijke geschie denis van kommer en gebrek, door de schipbreukelingen der Mignonette geleden. Als vaststaand aannemende, dat Thomas Dudley, de gezagvoerder, en Edwin Stepheus, de stuurman der bark, den 25 Juli jl. den jongen Richard Parker hebben geslacht en opgegeten, om het eigen leven te behouden, dat door honger en dorst bedreigd werd, onderzoeken de rechters of er voor dezen voorbedachtelijken doodslag eenigerlei wettige verontschuldiging kan worden aangevoerd. De uitkomst van dat onderzoek luidt, dat er geene zoodanige verontschuldiging aanwezig is. Geeuwhonger wettigt geen diefstal, hoe zou hij dan moord kunnen verontschuldigen? Zelfbehoud is een plicht, maar niet de hoogste. Het is edeler, verheffender om zichzelven ten offer te brengen, ten einde anderen te redden. Erkennende, dat de toestand der opvarenden van de Mig nonette ijselijk, en de verleiding duldeloos was, kunnen de rechters niettemin tot geene andere gevolgtrekking komen, dan dat het gepleegde vergrijp moord was. Mitsdien brengt hun plicht mede de straf toe te passen, welke op moord gesteld %was. Zonder de zwarte kap op te zetten, veroordeelde Lord Coleridge de twee beklaagden tot den strop. Zij werden gevankelijk weggevoerd, doch het spreekt van zelf, dat het vonnis niet ten uitvoer zal worden gelegd. Morin, de lasteraar van mevrouw Clovis Hugues, is aan de gevolgen der verwondingen, door de revolverschoten veroorzaakt, welke die dame op hem loste, bezweken. Uit een vergelijkenden staat tusschen de snelheid der treinen in Engeland en Duitschland blijkt, dat eerst genoemd land het tweede daarin zeer ver overtreft. Zoo bereikt de snelheid het hoogste punt op de Great Western, Great Northern en Midland spoorwegen. Gemiddeld leggen de treinen daar meer dan 80 kilometer per uur af, onge veer gelijkstaande met 16 uren gaans in één uur. De twee treinen van LondenExeter zouden de snelst- loopende der wereld zijn, daar zij 95 kilometer per uur afleggen. De grootste snelheid, die de treinen in Duitschland bereiken, is 70 kilometer per uur, hetgeen 16 kilometer minder is dan bij de Engelsche sneltreinen. De reden voor de grootere snelheid is te vinden in de constructie van machines en rollend materieel en den aanleg der banen en vooral in de kwaliteit der steenkolen of andere brandstof. Te Budapest is een jonge dame tot f 243 schadeloos stelling veroordeeld, uit te betalen aan den eigenaar van een leesbibliotheek, wiens boeken zij een geruimen tijd gebruikt had om er minnebrieven in te schrijven, waarop dan het aldus bekladde boek werd terugbezord en weldra opnieuw afgehaald, maar ditmaal door den beminde, die er zijn antwoord in schreef. Den volgenden dag kwam dan de jonge dame het boek weêr halen. De bibliotheekhouder, die meer naar de nummers dan naar den inhoud van zijn boeken kijkt, had er niets van gemerkt, totdat het hem op zekeren dag in 't oog viel en de minnende Dulcinea betrapt werd. Het meest tragische van het geval is nog wel, dat de juffrouw de f 243 alleen moest betalen. Haar stille lees bibliotheek-vrijerij was toch juist een paar dagen te voren afgeraakt. Op den vrijer was dus geen verhaal. De heer Pasteur heeft op het voorstel van mevrouw Astié de Yalsayre, om zijne inënting tegen de hondsdolheid op haar toe te passen, het volgende geantwoord: „Het zou zeer gevaarlijk zijn, mevrouwde proefneming te doen, waaraan gij den moed zoudt hebben om u te onderwerpen." Gezegde dame heeft het hierbij niet gelaten en terstond het volgende gerepliceerd: „Mijnheer! Daar ik reeds in 1878 bijna zes maanden lang de gevolgen van den beet en de uitbrandingen, welke de misvorming van den linkerduim veroorzaakten, onder gaan heb; daar ik den angst doorstaan heb, welke, indien ik geene uitzondering ben, de ziekte moet kenmerken, heb ik met het schrijven van mijn vorigen brief niet licht vaardig gehandeld. Ik schreef dien met kennis van zaken. Ik ben van te voren tot alles besloten en koester geene vrees, en dat is, ik geloof het ten minste, een goed voor teeken. Kan de proefneming voor de wetenschap van eenig belang zijn? Ziedaar het eenige, waaraan ik mij laat gelegen zijn, en gij alleen kunt die kwestie uitmaken. Is uw antwoord bevestigend, dan zal ik niet aarzelen, mij te onderwerpen aan alles wat gij nuttig zult achten te be proeven en zelfs mij onder uwe oogen te laten opsluiten, indien gij het wenschelijk acht. Ontvang," enz. De heeren Klein en Gibbes, leden der uit Engeland gezonden commissie voor het instellen van een onderzoek naar de cholera in Britsch-Indië, hebben, luidens een bericht uit Calcutta dd. 7 dezer, een kort voorloopig ver slag uitgebracht, waarin zij verklaren, dat de komma-bacillus van dr. Koch niet alleen bij cholera-lijders maar ook bij lijders aan andere ingewandsziekten wordt aangetroffen dat hij niet verschilt van andere bederfveroorzakende organismen en dat inëntingen, op dieren met oude zoowel als jonge komma-bacillen of met van cholera-lijders her komstige stoffen verricht, geenerlei uitwerking hebben gehad. Een excentriek Amerikaan te Pittsburg in Pennsyl- vanië vermaakte 20 jaar geleden zijn vermogen aan het eerste lid der democratische partij, die tot president der Yereenigde Staten zou gekozen worden. Men weet, dat sedert 23 jaar de democraten te vergeefs voor de zege praal van hun candidaten streden, totdat de kans eindelijk keerde en zij thans de meerderheid behaald hebben. Als Cleveland dus in het begin van het volgend jaar tot presi dent wordt geproclameerd, kan hij de erfenis van den Pittsburger aanvaarden. Deze liet een som na, die na verloop van tijd door interest, enz. tot bijna 500,000 dollars gestegen is.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 2