komen bezoeken. Reeds heeft het Kerstfeest voor ons het aloude profetenwoord: Vrede op aarde!" opnieuw in herinnering gebracht, en de Oudejaarsavond is nabij. Gereed om den vertrekkende ons vaarwel toe te roepen, willen we, den blik over den afgeloopen tijdkring slaande, ons herin neren wat hij voor ons geweest is. Als zijne voorgangers, kenmerkte zich ook dit jaar door hier wonden te slaan, daar wonden te heelen; hier te ontnemen wat lief was en dierbaar, daar vreugde en ge noegen te bevorderenhier leed en lijden te brengen, daar voorspoed en welvaart te vermeerderenin 't algemeen hier een droeve traan te doen schreien, daar een blijden lach te ontlokken. Zoo gaat het jaar op jaar, en de elka&r opvolgende geslachten kunnen het de een den ander ver zekeren, dat voor- en tegenspoed, dat lijden en verblijden elkander steeds afwisselen. Jaren snellen heen, als onze ge dachten zoo vlugde mengeling van smart en vreugde blijft immer bestaan en trotseert het verschijnen en verdwijnen van al het ondermaansche. Slaan wij het oog op de gebeurtenissen, waardoor zich dit jaar bijzonder kenmerkte, dan vallen ons in het oog de gevechten in Egypte en China, die nog steeds aanhouden en waarvan 't einde niet is te voorspellen. Verre zijn de tooneelen van den strijd van ons verwijderd en rechtstreeks zijn de belangen van ons vaderland daarbij niet betrokken vandaar de geringe mate van belangstelling, die door het groote publiek aan die krijgstooneelen wordt gewijd. Meer en grooter belangstelling ondervond in dit jaar de strijd op staatkundig gebied hier te lande en in het naburige België. In beide Rijken is het der clericale partij na veel woelen en werken gelukt om de meerderheid in de Kamer van Volksvertegenwoordiging te verkrijgen. In België moest het liberale kabinet de groene tafel verlaten en ontstond, na 't optreden van een clericaal bewind, en na eene belangrijke wijziging der onderwijs-wet, een beroering in 't land, die menigeen met ernstige bezorgdheid vervulde. De voor de liberalen gunstige uitslag der Gemeenteraads verkiezingen heeft, wel is waar, eenige verzachting gebracht in de maatregelen van het clericaal kabinet, maar de Staat kundige horizon is in België bij 't einde van 1884 verre van onbewolkt. Zoo is 't ook in ons dierbaar Vaderland, waar wie zou dit voor eenige jaren hebben durven voorspellen? de vereenigde kerkelijke partijen bij de stembus in October en November de overwinning hebben behaald, bij de verkiezing voor leden van de Tweede Kamer. Welke zullen de gevolgen zijn? vraagt men zich af. De meerderheid is gelukkig niet groot, die de kerkelijken bezitten; de liberalen beginnen nu eindelijk naar meerdere aaneensluiting te streven en 't meer ontwikkeld deel der natie zal hieraan valt niet te twijfelen een harer kostbaarste schatten de neutrale school zich niet laten ontrooven. Doch de bezorgdheid, die alom in den lande wordt gekoesterd, is waarlijk niet vreemd, vooral niet nadat men kennis heeft gemaakt met het rampzalig programma voor grond- en schoolwet-wijziging, door dr. Schaepman dezer dagen openbaar gemaakt. Is 't niet opmerkelijk, dat die groote overeenkomst tusschen België en Nederland juist ongeveer samenvalt met de zoo lang verbeide en zoo warm toegejuichte verzoening tusschen de dynastiën, die over beide landen regeeren? Wat is er gejubeld, toen de Koningen en de Koninginnen van beide landen samen verschenen op 't balkon van 't Stad huis te Brussel en Z. M. Willem III, na eene zoo lange scheiding, zijne geboortestad wederzag. Heeft dat ver- zoeningsfeest er toe geleid om in beide landen aan den vooruitgang den rug toetekeeren? Of heeft in beide landen reeds lang het vuur gesmeuld, dat nu de volle vlam heeft doen opgaan? En voegt men bij dit alles het woelen en wroeten der socialisten, die, met „algemeen stemrecht" tot leuze, het op niets minder dan op de orakeering der maat schappelijke toestanden toeleggen, dan zal ieder moeten erkennen, dat we bij 't scheiden van 1884 reden hebben om de toekomst met eenige bezorgdheid tegen te treden. Nu dat jaar zich tot scheiden gereed maakt en wij ons te binnen brengen wat die tijdkring ons gaf en ontnam, komen ons de dagen voor den geest, toen heel hetVader- te staan. Zij scheen uit deze stilzwijgende overeenkomst alleen de kracht te putten van mij bij te blijven. Dit droevig voor uitzicht was schijnbaar haar middel van behoud, de ijzeren band die haren wil aangelegd was, de verdrietige zorg waarmede zij haren geest kwelde, alsof zij daardoor van den Hemel vergif fenis voor die verblinding des geestes wilde verwerven. Weet gij het niet? zeide zij eens tot mij. Het is noodzakelijk. Dwaas, voegde zij er bij, terwijl zij mij geheel en al met die liefelijke luwte omhulde, die van hare schoone persoonlijkheid uitstraalde, en zij mij op dien tcederen endiepen toon toesprak, die ons te midden van de fantasie des waanzins de stem der rede doet hooren, zijn wij misschien meester over ons zeiven Als dat zoo ware, zou ik mij dan hier hebben kunnen ophouden? Wees redelijk; bemin mij minder! Maar neen, zoo vervolgde zij snel, wie niet te veel bemint, bemint niet genoeg. Bemin mij altijd zoo! Moet uw hart mij misschien niet volgen, en zal het mijne niet altijd bij u blijven? Daar zij overigens van lieverlede geleerd had, de geringste aandoeningen mijns gemoeds op myn gelaat te lezen, bemerkte zij spoedig de treurige gewaarwording, welke die zinspeling op de gevreesde toekomst op mij maakte, en weerhield zich zooveel mogelijk, er van te spreken. lederen dag gingen wij wandelen, altijd liever naar de bergen dan naar het strand der zee. Daar gevoelden wij ons meer alleen en vrijer, om slechts aan ons zeiven te denken. Het was bij ons een stilzwijgend accoord geen uur, geene minuut van den korten tijd, dien het lot ons nog gunde, te verliezen. En in die lange samenspraken, of beter gezegd in dat eenig onderhoud tusschen twee verliefde zielen, hadden wij elkanders hart zoodanig leeren kennen, dat er geen plooi, geen gevoelen, hoe verborgen ook, onontdekt bleef. Heden nog, bij ieder nieuw onderwerp dat het dageiijksch leven ons aanbiedt, zou ik, zonder vrees mij te vergissen, kunnen zeggen: zóó denkt zij, anders dan zóó kan zij niet zien noch voelen. Kunst, letterkunde, geschiedenis, wijsbegeerte, het maatschap pelijk leven, alles werd door ons tot in bijzonderheden beschouwd en beredeneerd. Gelijk men door de wateren eener stille zee, een anderen planten- en dierenwereld op eene bedding van kiezelsteen zich ziet bewegen en woelen, zoo zagen wij ook in elkanders gedachten. Hoevele geheimen haars levens ontsloot ons de natuur, die oude en altyd schoone leermeesteresse der wonderen niet! Bij de vleugels van een vlinder, bij de bladeren eener bloem stonden wij stil, als hadden wij een eeuwigheid voor ons. Maar van die fijn geaderde blaadjes, van die door schijnende weefsels, die al de kleuren van den regenboog weer kaatsten, sloegen wij de oogen weder af om ze op elkaar te vestigen, en dan staarden wij elkander aan, en voedden ons met ons zeiven, alsof het 't laatste oogenblik van ons gelukkig leven moest zijn. (Wordt vervolgd.) land treurde om 't heengaan van den laatstoverge- bleven zoon van Z. M. onzen Koning. De Prins van Oranje werd door den dood van ons weggenomen en met zijn heengaan staat ons het uitsterven in rechte lijn van den tieren Oranjestam te wachten. Bij dit treurig en waarlijk onherstelbaar verlies bleek 't echter weêr opnieuw, hoe innig de band is tusschen Oranje en Nederland. 't Scheidende jaar was niet enkel aan droevige gebeur tenissen rijk; 't kenmerkte zich ook door feiten, die tot bemoediging en opbeuring wekken. Als zoodanig wijzen wij op de Internationale Landbouw-Tentoonstelling in de hoofdstad des Rijks; op de opening der stoomvaartlijn die Nederland met zijne bezittingen in West-Indië verbindt; op 't eeuwfeest der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, eene Vereeniging, die, ofschoon oud geworden, met nog steeds jeugdige kracht werkzaam is tot bevordering van volksbeschavingen op het dezer dagen hier ter plaatse met zooveel geestdrift gevierde feest van 't 25jarig bestaan der oudste Normaalschool in Noordholland. Bij 't scheiden van 1884 gevoelen we, dat nog ééne zaak niet onvermeld mag blijven: de malaise op 't gebied van handel en nijverheid en de daardoor ontstane werke loosheid, die o. a. te Amsterdam ernstige vrees verwekte. Maar met groote ingenomenheid mogen we tevens ver melden, dat de algemeene liefdadigheid zich op krachtige wijze openbaarde, toen zich een aantal aanzienlijke mannen vereenigden om hulp en bijstand te verleenen. Nog eenige uren en de Oudejaarsavond brengt ons in de huiskamer met betrekkingen en vrienden samen, om de uitvaart van 1884 te vieren. Wij hebben voor den scheidende ons vaarwel gereed en uiten de beste wenschen voor aller heil in den nieuwen tijdkring. We wenschen u, lezers en lezeressen, een genoegelijk uiteinde des jaars toe, en waar de terugblik u soms een droeve traan in 't oog doet wellen, daar mogen de goede wenschen, op dien plechtigen avond door de dierbaren van uw hart u gewijd, u ver vullen met blijde verwachtingen voor de toekomst. Nog eens: Een goed uiteinde! 131 zmenlan d. HH. MM. de Koning en de Koningin en Prinses Wilhel- mina zijn gisteren middag te 4 u. 13 m. per Rijnspoor van het Loo te 's Hage aangekomen. Een talrijke menigte begroette het koninklijk gezin. De minister van Marine heeft de tijdelijke sluiting der aanneming voor de oorlogsmarine van jongens beneden den leeftijd van 14 jaar opgeheven, zoodat knapen van 12£ jaar en ouder, bij voldoende lichamelijke en geestelijke ontwikkeling en bij de voor dien leeftijd vastgestelde lengtemaat, weder bij den zeedienst kunnen worden opge nomen. De diaconie te Aartswoud heeft besloten, gelijk in vroegere jaren, aan de armste schoolkinderen tusschen de schooltijden, warm eten te verstrekken. De rechtbank te 's Hage heeft gisteren den student uit Leiden, die in de vorige week wegens het geven van een klap aan een groen terechtstond, tot 5 dagen celstraf veroordeeld. Bij den Raad der gemeente Leiden is een voorstel van de commissie van financiën ingekomen, waarin wordt aangedrongen om, met afschaffing van de thans bestaande kortingen, den prijs van het gas te brengen van 8 op 6 cents. Het voorstel wordt door B. en W. ondersteund. Het bericht, dat August de Domme te Amsterdam een circus zou oprichten, wordt weder tegengesproken. Ten einde aan de straatschenderij der schooljeugd te Amsterdam paal en perk te stellen is de verordening op de openbare lagere school in dien geest gewijzigd, dat kinderen van de school verwijderd kunnen worden, wanneer zij zich aan ongepaste gedragingen, ook bij het gaan naar en komen van de school, schuldig maken. De schapenfokkerij in Drenthe en Groningerland wordt gaandeweg minder. Wel zijn er nog boeren, die eenige honderden bezitten, maar de. herders kunnen niet meer zooals vroeger overal hunne kudden vrij laten grazen, waardoor het schapenbedrijf langzamerhand moeielijker en minder winstgevend wordt. De oorzaak is vooral de ont ginning van gronden, al hebben ook de lagere wolprijzen eveneens veel invloed uitgeoefend. Terwijl van jaar tot jaar tal van heidestukken onder den ploeg genomen worden, wordt het vrije veld voor de schapen al kleiner, en zien zoodoende de eigenaren zich genoopt, ook hunne kudden te verminderen. De lieer A. C. Wertheim, die zich zoo bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt om de noodlijdende Indische banken weêr op de been te brengen, werd jl. Woensdag op de Beurs door een aantal zijner vereerders op de schouders genomen en in triomf, onder de toejuichingen van de overige aanwezigen, rondgevoerd. Bij eene te Utrecht gehouden verkooping van voor den dienst der artillerie afgekeurde paarden brachten 13 stuks van f 64 tot f 128 op, of gemiddeld f 90 per paard. Jl. Dinsdag avond is bij Ter Neuzen een rijtuig met een voerman en drie kinderen te water geraakt, met het ongelukkig gevolg dat twee kinderen, van 10 en 12 jaar, verdronken zijn. Te Hedel heeft een vrouw haar man op koffie met luciferskoppen willen onthalen, hetgeen haar minder goed bekwam, daar zij gearresteerd is geworden op aanklacht van den nog niet vergiftigden echtgenoot. Als curiositeit mag wel vermeld worden, dat de algemeene politie-verordening der gemeente Naaldwijk straf bepaalt van eene boete van 13 gulden tegen hen, die tegen openbare gebouwen leunen. De openbare gebouwen schijnen daar van bordpapier te zijn, anders is de vaderlijke zorg der overheid voor die gebouwen onverklaarbaar. Om kippen goed aan het eieren leggen te krijgen, moet men ze voeren, volgens Farmer's Review, met ge hotte melk. Dikwijls gebeurt het, dat meisjes niet zoozeer den man dien zij huwen, als wel het ideaal liefhebben, dat zij zich in de romantische wereld hebben gevormd en waarop de man harer keuze dikwijls al heel weinig gelijkt. Het vergaan van de Golden Mary. (Kerstv.) Wie, behalve zij die zeiven zulk eene treurige onder vinding hebben opgedaan, kan zich het gevoel van verlaten heid voorstellen van hem, die in eene gevaarlijke ziekte aan de oppassing van vreemden is overgelaten; want welke handen, hoe zacht zij ook zijn mogen, kunnen het angstzweet van het voorhoofd wisschen, of het ongemak kelijke leger terecht schikken, gelijk die van eene moeder, vrouw of dochter? Scheieen en portretten. Het geduld, de ondergeschiktheid en de welwillende stemming onder ons waren inderdaad bewonderenswaardig, bij die schipbreuk. Dat de vrouwen die bezaten, be vreemdde mij niet, want ieder, die eenige ondervinding heeft, weet welke groote hoedanigheden de vrouwen ont wikkelen, wanneer de moed of het geduld bij de mannen dreigt te ontzinken. Het vergaan van de Golden Mary. (Kerstv.) „Mijn kind," zei mijne tante, „als ik eenig doel in het leven heb, is het om te zorgen, dat gij een goed, een verstandig en een nuttig mensch wordt. Ge zijt mij altijd tot eer geweest, mijn trots en mijn blijdschap. Wees maar een liefhebbend kind voor mij in mijn ouderdom, en heb geduld met mijne luimen en grillenen ge zult voor eene oude vrouw, wier beste levenstijd niet zoo gelukkig was als hij wel kon geweest zijn, meer doen dan die ouae vrouw ooit voor u gedaan heeft." David Copperfield. Nadat de begrafenis was afgeloopen, keerden de verschil lende leden van Dombey's huishouden op hunne gewone plaatsen in hun kring terug. De kleine wereld, evenals de groote wereld buiten de deur, bezat de bekwaamheid om gemakkelijk hare dooden te vergeten; en toen de keuken meid had gezegd, dat zij eene zachtzinnige mevrouw was geweest, en de huishoudster dat sterven het lot van alle menschen was, en de werkmeid had gezegd, dat zij het haast nog niet gelooven kon, en de huisknecht, dat het hem als een droom voorkwam, hadden zij het onderwerp uitgeput, en begonnen zij te denken dat hun rouw ook al sleet. Dombey en Zoon. Ach, welk een vreemd gevoel is het naar huis te gaan, terwijl het geen „thuis" meer voor ons is, en te onder vinden hoe alles ons aan het dierbare ouderlijke huis herinnert, dat naar een droom gelijkt, dien we nooit weêr kunnen droomen. David Copperfield. Haar jeugdig leven is vol stille, werkzame berusting, vol goedheid en edele dienstbewijzen geweest. Zal ik u zeggen, waarnaar ik geloof dat hare oogen altijd heen hebben gezien, om die uitdrukking te verkrijgen? Naar haar plicht. Begin dat vroeg en doe het ernstig. Kleine Hora. „Mijn arm kind," zei hij, „men heeft u nooit goed ge leerd hoe gij het uw man in huis genoegelijk kunt maken maar als gij niet voornemens zijt van ganscher harte uw best daartoe te doen, zoudt gij beter doen hem te ver moorden, dan met hem te trouwen als gij hem waarlijk lief hebt." Het verlaten huis. Door klokslag hebben de menschen den Tijd leeren spreken; hij gaat nu niet weg zonder afscheid te nemen en laat na elk uur zijn kaartje achter. Het bezoek is gebracht; wèl hem, die den hoogen gast behoorlijk ontving en zich zijne tegenwoordigheid ten nutte maakte. J. C. Günther. JBuitenmria.. In een groot gedeelte van Zuidelijk-Spanje heeft dezer dagen een zeer ernstige aardbeving plaats gehad. In vele steden, als Albuqueros, Arenas del Rey, Trafanranga, enz. zijn de voornaamste gebouwen in puinhoopen veranderd. Men berekent, dat 1000 menschen zijn omgekomen. Een ander deel van Spanje, Castilië, is door een hevigen sneeuw storm geteisterd. Uit Japan wordt gemeld, dat de westelijke kusten dezer dagen geteisterd werden door een waterhoos, die tal van menschenlevens vernielde en onberekenbare schade heeft aangericht. Te Kurashiki werden 500 huizen verwoest en kwamen 1800 menschen om. Te Tamashina werden de dijken weggeslagen en 430 huizen door de zee verzwolgen ruim honderd personen verloren aldaar het leven. Te Imabari, Matsuyama en Iyo zijn 170 personen verdronken, 151 huizen vernield en 112 jonken vergaan. Aan de treurige berichten uit Oostenrijk wil maar geen einde komenThans is het de directeur der dezer dagen gefailleerde Krainische Escompte Gesellschaft, Joseph Zenari, die zich een kogel door het hoofd heeft gejaagd. Hij had zich aan een diefstal van fl. 70,000, of bijna de helft van het kapitaal der Gesellschaft (dat fl. 150,000 groot was) schuldig gemaakt. De passiva van genoemde instelling bedragen c. a. fl. 2 millioen; het cijfer der activa is nog onbekend. Dat alles is echter niet in staat om den levenslustigen Weener treurig te stemmen. Aan „Börsen Witze" is dan ook zelfs in deze sombere dagen geen gebrek. Zoo deed de volgende bon-mot Zaterdag ter Weener beurze de ronde: Toen Baldey (van de Giro-und Kassenverein) in de ge vangenis hoorde dat Kuffler (zooals men weet bij de zaak Jauner-Escompte Gesellschaft betrokken) eveneens gearres teerd was, riep hij uit: AhEscompte Gesellschaft (Es komint.... Gesellschaft). Een bekend landverhuizerskantoor in New-York waarschuwt Europeanen, dat er onder de tegenwoordige omstandigheden geen werk in Amerika te vinden zal zijn, totdat de handelscrisis voorbij is. Men voegt aan deze mededeeling nog toe, dat er sedert eenigen tijd in de haven der Vereenigde Staten een commissie bestaat, die belast is met de moeielijke taak, de emigranten aan een gestreng verhoor te onderwerpen. Wie niet zeer voldoend uitsluitsel kan geven omtrent zijn vooruitzichten of middelen van bestaan, wordt niet op Amerikaansch grondgebied toegelaten. Louis Auguste Morse, die verleden week te Parijs overleed, was niet, gelijk is medegedeeld, de uitvinder van den Morse-seintoestel. Samuel Finley Breese Morse, ge boren Charleston (Massachussets) 27 April 1791 en over leden te New-flTork, 4 April 1872, schilder en beeldhouwer van beroep en professor aan de Academie van Beeldende kunst te New-York, was de uitvinder van den naar hem genoemden telegraaftoestel. In 1843 stelde de Amerikaansche Regeering 30,000 dollars beschikbaar voor den aanleg eener eerste telegraaflijn, als proef, tusschen Washington en Baltimore, dat is over een afstand van 40 mijl, naar het stelsel van Morse en op zijn voordracht; 1 Mei 1844 werd het eerste bericht overgeseind. In 1858 werd hem, door tien te Parijs vertegenwoordigde Staten, (waaronder ook

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1884 | | pagina 2