Z. M. de Koning zal, naar men verzekert, in de tweede
helft van Mei de badkuur te Carslbad hervatten.
Na de hervatting der werkzaamheden in 1881 is aan
den Rotterdamschen Waterweg besteed, in ronde sommen
uitgedrukt, het volgende bedrag: 1881 en 1882 f 3,424,600,
1883 f 1,892,300, 1884 f 2,449,500, te zamen f7,766,400.
De bekende harddraver Graaf Adolf" is dezer dagen
gestorven. Het beroemde paard was in September 1866
te Tjerkgaast, in Friesland, geboren, en had dus den ouder
dom van ruim 18 jaar bereikt. Het aantal door hem gewonnen
prijzen bedraagt pl. ra. 60, behalve de premiën.
De Keizerin van Oostenrijk wordt tusschen 27 dezer
en 1 Maart te Amsterdam verwacht in het Doelenhotel,
waar voor H. M. en gevolg 30 kamers in gereedheid
worden gebracht. De Keizerin zal gedurende Maart te
Amsterdam vertoeven en bij afwisseling slechts de haar
afgestane villa van den heer Ricard te Zandvoort bewonen.
De Groninger hoogleeraar in de rechtsgeleerde facul
teit mr. B. D. H. Teilegen is eergisteren avond plotseling
overleden.
In Sempervirens is door den heer H. Witte, hortu-
lanus te Leiden, medegedeeld, dat er in Japan een plant
bestaat, wier sap de wonderlijke eigenschap bezit om dooven
van hunne kwaal te genezen, zoodra men slechts een druppel
er van in den uitwendigen gehoorgang doet nederdalen.
Die plant blijkt niet anders te zijn dan het „Moederplantje"
of „Moeder met haar kindertjes," die reeds sedert zeer
langen tijd als kamerplant bij ons dienst doet en op piëdestals,
met haar afhangende roode draden met jongen er aan,
een aardig effect maakt.
Nu is, zegt de Amsterd. Crt., de proef gemakkelijk te
nemen, en slaagt zij, dan zou in de eerste plaats de
geachte heer W., die bijna stokdoof is, gebaat zijn.
Albert Wolff begint zijn „Courrier de Paris" in de
Figaro aldus: „Men vroeg gisteren aan een vader met een
talrijk kroost: „Hebt ge reeds een loopbaan voor uw zoon
Toto gekozen?" „Ja," was het antwoord, „ik denk van
hem een werkman zonder werk te maken." De man begrijpt
zijn tijd, zegt Wolff; zooals de zaken nu gaan, wordt dit
een winstgevend baantje.
Alex Paulsen, de Noorsche schaatsenrijder, heeft,
volgens De Tijd, thans aangenomen tegen een Fries te
rijden, en zal, mocht bet Nederlandsch Schaatsenrijdersbond
geen prijs beschikbaar stellen, uit eigen middelen eene
premie uitloven van 500 mark. Als 't nu maar geen bluf is
Omtrent vrouw Van der Linden, de Leidsche gift-
mengster, deelt het Dagblad het volgende mede:
„Wie haar, oogenschijnlijk kalm als een onschuldig kind,
in de cel der gevangenis aan haar breikous ziet, zou niet
kunnen vermoeden zulk een monster voor zich te hebben.
Bedaard keuvelt zij met haar beide bewaaksters over
allerlei zaken, doch versmijdt met fijngesponnen overleg
en geslepenheid alles, wat op haar zaak betrekking heeft.
Halsstarrig blijft zij alle schuld aan de haar ten laste
gelegde misdaden ontkennen en bewaart eenvoudig het
stilzwijgen, wanneer zij bij het verhoor in 't nauw wordt
gebracht."
Een matroos die genoeg heeft van passagieren.
Aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam
heeft zich aangemeld een matroos, die sedert October 1873
van Zr. Ms. instructievaartuig Vulcaan van passagieren
was achtergebleven.
Bulteiilanci.
Te Londen is gisteren bericht ontvangen van Gordon's
dood. Hij werd 26 Jan. doorstoken op het oogenblik, dat hij het
Gouvernementshuis verliet om de rebellen tegemoet te
Angélique, ge vergeet alweer de kippen, sprak Clémence
barach. Sedert gij het trouwen in den zin hebt, deugt ge nergens
meer voor. Het ia maar goed, dat ge heengaat....
Bij het eerate woord waa het jonge meisje opgestaan en had
haar boezelaar met graan gevuld.
Daarginder zullen de menschen mij niet altoos harde woorden
geven, dacht zij met verbeten woede. Ik zou mij die buitendien
niet laten aanleunen, het verveelt mij al genoeg ab een dier
behandeld te worden, want die woorden striemen even hard als
zweepslagen.
En onwillekeurig gedacht zij met dankbaarheid Marin, die haar
zooveel moeite had bespaard en haar nooit anders dan zacht had
tegengesproken.
Met geduld komt alles terecht. Dit is niet het minst toepas
selijk op het beantwoorden van brieven, die lang geleden werden
geschreven.
Op zekeren dag in Augustus, terwijl een storm het schuim
der golven, die met volhardende woede tegen de klippen aan
sloegen, als een zwerm witte vlinders over de rotssteilten zweepte,
verliet de burgemeester zijn huis met een brief in den zak en de
handen op den rug.
Het was varen-snoeidag. Met eenige vriendinnen en een paar
jongelieden sneden de juffrouwen Mahaut de booge gevederde
takken af en spreidden die uit om te drogen. Dit werk werd
altoos als een feest beschouwd, waaraan de vrienden verzocht
werden deel te nemen. Mevrouw Mahaut had beloofd, tegen 4
uur als versnapering appelwijn en een grooten koek te zullen
zenden. Clémence en hare dochter, die ook een uitnoodiging
ontvangen hadden, namen met de sikkel in de hand aan het
werk deel. Daarop bood Bonami, om bij zijne verloofde te zijn,
zich insgelijks aan, en maaide varentakken voor vier.
Door de witte mutsjes der maaisters halverwege als met schit
terende plekken bezaaid, leverden de rotshellingen een alleraar
digst schouwspel op. Er werd hard gelachen, luid gesproken, en
veel geschertst.
Mijnheer Mahaut beschouwde met welgevallen de vroolijke
groep, al leverde die nog zulk eene scherpe tegenstelling met de
grootsche omgeving. "Want, dank dat aanzienlijk groepje, zouden
morgen zijn varens gemaaid, gedroogd en in de schuur zijn
geborgen.
Daar komt vader met den koek, riep de oudste juffer
Mahaut.
Toen mijnheer Mahaut hierop eene ontkennende beweging met
het hoofd maakte, hieven zich al de gekromde ruggen op, en met
de hand boven de oogen namen de maaiers den vreemdsoortigen
man op, die alleen met het doel kwam om hen te zien werken.
Zonder zich in het minst door dat betoon van nieuwsgierig
heid uit het veld te laten slaan, daalde hij met statigen tred
over de keisteenen naar beneden, en ging recht op Angélique af,
die hem het oplettendst van allen gadesloeg.
Waarom kijkt ge mij zoo aan? vraagde hij. Ziet ge niet,
dat ik met leege handen komdoch maak je niet ongerust, straks
komt de koek en je deel zal je niet ontgaan....
De behoefte, om Angélique te plagen, maakte weldra plaats
voor het gevoel zijner ambtswaardigheid. Met opgerichten hoofde
haalde hij den brief uit zijn zak en begon op tamelyk hoog-
dravenden toon.
Angélique Brequet, hier in mijne handen houd ik de be
slissing van je lot. Zorg, mijn kind, dat het mij nooit moge
treden, die door verraad van twee der pacha's bij massa's
in Khartoum gedrongen waren en zich van de plaats
meester maakten.
Een jaar lang lieeft hij Khartoum tegen de troepen van
den Mahdi verdedigd.
Niet alleen in Engeland, maar in geheel de beschaafde
wereld zal diepe rouw heerschen over het lot dat dezen
braven, dapperen hoofdofficier heeft getroffen.
Verscheidene Londensche avondbladen verschijnen met
rouwrand, dewijl het thans ontwijfelbaar is, dat Gordon
inderdaad verraderlijk met 500 zijner getrouwen is gedood.
De jongste berichten bevestigen volkomen, dat daarop een
afgrijselijk bloedbad binnen Khartoum aanving, zooals er
sedert de dagen van Tamerlan niet werd aanschouwd.
Ooggetuigen beschrijven de straten als den geheelen dag
bestroomd met bloed. Vrouwen werden onteerd en
geslacht, kinderen gespietst rondgedragen. Slechts de
verraders en ook dat gedeelte van het garnizoen, dat
gezind was over te loopen, bleven gespaard. Het blijkt
dat er hongersnood reeds begon te heerschen, toen Faraz
Pascha de poorten voor den Mahdi opende. De Mahdi
beschikt over 35,000 man, met geschut en overvloed van
geweren. Reeds hebben de Arabieren rondom Khartoum
belangrijke nieuwe verschansingen opgeworpen, zoodat die
stad thans zeer sterk is.
De terechtstelling der anarchisten Reinsdorf en
Küchler heeft jl. Zaterdag te Halle plaats gehad.
Reinsdorf had de hulp van den priester afgewezen en
bleef verstokt. Weinige oogenblikken, voordat de beul het
„toilet" van den ongelukkigen verblinde kwam maken,
vroeg hij een sigaar en rookte die, onder het zingen van
een liedje, beginnende met de woorden„Ik moet sterven,
mijn liefje, al ben ik nog jong." Zijn laatste woorden
waren: „Weg met de barbaarschheidLeve de anarchie!"
en ten teeken van doodsverachting wierp de rampzalige
zijn hoed hoog in de lucht. Eenige minuten later was
recht gedaan.
Wat Küchler betreft, deze had de hulp van den priester
aangenomen; hij was kalm en gelaten; slechts toen hij het
blok naderde, wilde hij eenigen tegenstand bieden, maar
de beul had hem weldra bedwongen. De beide executiën
duurden 17 minuten.
Staten-G-eneraal.
Tweede Kamer.
Het openstellen der gelegenheid voor de inleggers in de Rijks
postspaarbank om hun tegoed tegen Nederlandsche Staatsschuld
te verwisselen, acht de minister van "Waterstaat wenschelijk,
vooral in verband met het betrekkelijk lage maximum van f800,
waarvoor rente wordt uitgekeerd. Een aanvulling van de wet
in dien zin is bij hem in overweging.
Aan de memorie van beantwoording omtrent Hoofdstuk Marine
ontleenen wy nog de volgende bijzonderheden: De minister ont
vouwt nader zyne voornemens om den vischtorpedo in uitgebreide
toepassing te brengen. Hij meent toch dat het beschikbaar
hebben van duur oorlogsmaterieel geenzins de weerkracht der
Marine verhoogt. Voor de vorming van een kern van geoefend
torpedo-personeel is, volgens zijne verzekering het aanwezige
materieel, vermeerderd met de aangevraagde torpedoboot, voor-
loopig voldoende. Zoolang geen geschikte plaats gevonden is,
zal voorloopig het zuidelyke gedeelte van het Voornsche kanaal
▼oor het inschieten van vischtorpedo's bestemd worden. De
minister stemt toe, dat het lage cyfer zijner begrooting veel te
wijten is aan verschuiving van uitgaven in verband met den
ünanciëelen toestand van het oogenblik, onder opmerking echter,
dat de mindere uitgaven voor Rijkswerven op blijvende bezuini-
giug doelen. De minister meent, dat hij voldoet aan den eisch
van doelmatige aanwending der gelden, zonder meer te vragen
dan 3trikt noodig is. Samensmelting van de Departementen
berouwen, dat ik my met je zaken heb ingelaten.
Angélique bleef het antwoord schuldig; zij had alleen oogen
voor den brief, die haar toekomstig lot bevatte. Marin, die zich
in de buurt bevond, werd doodsbleek, en over al zijne leden
bevende, had hij moeite om op de steile helling te kunnen blijven
staan.
Mijne schoonzuster schrijft mij, dat zij met de zieke dame,
die mevrouw Dunois heet, over je heeft gesproken. Haar man
staat aan het hoofd van een groot bankiershuis.
Hij hield even op, om den indruk op te nemen, welke deze
woorden teweegbrachten, doch niemand had blijkbaar eenig besef
van het gewicht eener dergelijke zaak. Toch namen al hun
gelaatstrekken eene peinzende uitdrukking aan, behalve die van
Angélique; zy bleef even vroolijk en onbezorgd als altoos toe
luisteren.
Met groote moeite gaat zij van haar bed naar haar stoel;
reeds sedert verscheidene jaren verkeert de arme vrouw in dien
toestand, doch zij ondergaat haar lot met een bewonderenswaardig
geduld. Het zal je taak wezen haar te verzorgen, te bedienen,
haar minste wenschen te voorkomen; zij verlangt een fatsoenlijk
zacht persoontje om haar op te passen, en als zoodanig hebben
we over je gesproken. Angélique, ik hoop, dat ge onze aanbe
veling eer zult aandoen.
Het was een plechtig oogenblik. Al de meisjes stonden nu
om den burgemeester geschaard en begroetten het eind zyner
rede met een gemompel van bewondering.
Ik beloof u, mijn best te doen, mijnheer Mauhaut, ant
woordde Angélique, en deze verzekering lokte een tevreden knikje
van den burgemeester uit.
Wanneer moet ik gaan vraagde het jonge meisje met minder
vaste stem.
Zoo spoedig mogelijk. Daar het vandaag Vrijdag is,
zullen wij zeggen Maandag; doch langer kunt ge het niet uit
stellen.
Angélique sloeg den blik neer en verzonk in gepeins. De wind
speelde door de gemaaide varens en bracht de boezelaars en de
linten der witte mutsen aan het klapperen, terwijl iedereen
zwijgend het antwoord van het jonge meisje verbeidde.
Best, mijnheer, ik zal gaan, ik bedank u wel, bracht
Angélique er ten laatste uit.
Daar komt de koek, riep eene jeugdige stem, en eene
stevige vrouw kwam met twee manden aandragen, waarin zich
de koek en de appelwijn bevonden. Met graagte viel iedereen
op die heerlijkheden aan en men liet Angélique met rust.
Clémence noch Marin verroerden zich, tot het jonge meisje
hun toevoegde:
Nu is de zaak beklonken.
Clémence opende den mond om iets te zeggen, doch sloot dien
weer zonder een woord te hebben geuit, en sneed gedachteloos
eenige varens af.
Marin kwam een paar stappen nader, en zeide:
Kom met mij mee. Als ge reeds Maandag heengaat, valt
er nog veel te praten. Voor vandaag is er werk genoeg gedaan.
Hij vatte Angélique bij de hand en bracht haar aan den voet
der rotssteilte.
Hé daar, verliefden! Komt ge het deel niet halen, dat u
van den koek toekomt? riep de oudste juffrouw Mahaut.
Dank u, juffrouw, wij hebben geen honger, sprak de jon
geling, zijn weg vervolgende.
Wordt vervolgd.)
van Oorlog en Marine tot één Departement, beschouwt de minister
niet als goed en goedkoop. Hy verwerpt het denkbeeld, om
alleen aan de verdediging van onze kusten en reeden alle gelden
te besteden, en wel met het oog op onze rol als koloniale mogend
heid. Vooral met het oog op vijandelijke operatiën van min of
meer offensieven aard, zooals bijvoorbeeld het keeren eener vijan
delijke landing op de noordzeekust, acht de minister aanbouw
van eenige schepen wenschelijk. Het uitzenden van kruisers
acht de minister voor een kleine natie bezwaarlijk, en daarom
ontraadt hij ook aanbouw van oorlogsbodems voor kruisersdiensten
in oorlogstijd. De minister betoogt verder, dat de werkzaam
heden van een drietal zeeofficieren, tot uitwerking van de voor
stellen^ omtrent de samenwerking van zee- en landmacht niet
van dien aard zijn, dat die commissie den weidschen titel van
Marine-staf verdient. Mocht de commissie een meer permanent
karakter verkrijgen, dan zal dit in eene volgende begrooting
blijken. Zij zal o. a. belast worden met het opmaken van een
volledig mobilisatieplan. De oefeningen in de Texelsche zeegaten,
op meer uitgebreide schaal, zullen den aanstaanden zomer worden
voortgezet. De verhooging der bezoldiging van den kapitein ter
zee, chef der hydrogafie, wordt thans uit de begrooting terug
genomen. Voortdurend mutatiën in de examencommissie voor
zeeofficieren en adelborsten, acht de minister niet wenschelijk,
evenmin als het scheppen van nieuwe betrekkingen voor offi
cieren. Ook verklaart hij niet te kunnen denken aan inkrimping
van het reeds incompleet getal ingenieurs der Marine. Hy
wenscht het schroefstoomschip Sommelsdijk door verbeteringen
geschikt ie maken en te behouden voor alle diensten buitengaats.
De opheffing van de Rijkslijnbaan te Amsterdam is, als onder
deel van de voorstellen der commissie, in overweging. De minister
ontkent, dat aan den bekenden scheepsbouwkundige Reed een
onderzoek is opgedragen naar den toestand van het materieel
onzer zeemacht. Alleen is zijne voorlichting gevraagd op enkele
punten der verbouwing van de Sommelsdijk. Aanvulling van
den voorraad teakhout is in de eerste jaren niet noodig. Gere
gelde afsluiting onzer stroomende waters door ijzerdraad en
kettingversperringen acht de minister onbereikbaar. Hij beloofde
echter zijn aandacht te wijden aan het aanbrengen van meer
eenvoudige chicanemiddelen. De organisatie van het corps mariniers
acht de minister doeltreffend en het getal officieren niet te veel.
De minister heeft vooral bezwaar tegen inkrimping van het zuiver
Nederlandsch eskader in Indië. Gebrek aan Marine-torpedisten
is er niet. De Regeering legt zich toe op verbetering van het
gehalte der zeemiliciens binnen de grenzen der wet. Verhooging
der opleidingskosten op het Marine-Instituut acht hij, met het
oog op het incompleet aan officieren, niet raadzaam.
Bonoomlngon, enz.
Aan den vice-admiraal W. K. Van Gennep, den kapt. ter zee
W. F. H. Cramer, den hoofdingenieur der Marine J. C. Jansen, den
luit. ter zee 1ste kl. C. Hoffman en den off. van adm. lste kl. J. J.
Van den Berge, is vergunning verleend tot het aannemen en
dragen der versierselenaan eerstgenoemden van grootkruis
aan den tweeden van commandeur lsten graad; aan de beide
volgenden van ridder 3de kl. der Danebrogsordeen aan laatst
genoemden van de decoratie 4de kl. van het Borstbeeld van den
Bevrijder, hun respectievelijk door Z. M. den Koning van Dene
marken en den President der Vereenigde Staten van Venezuela
geschonken.
De luit. ter zee 2de kl. jhr. J. A. G. Van der Staal en de
off. van adm. 2de kl. H, J. Knottenbelt uit West-Indië en de
luits. ter zee 2de kl. G. L. Groll, A. A. Flaes en F. Bot uit
Oost-Indiè teruggekeerd, zijn op non-activiteit gesteld.
De off. van gez. 2de kl. bij de zeemacht B. Bakker wordt
met 16 dezer geplaatst aan boord van Zr. Ms. opleidingsschip
Anna Paulowna.
De 2de luit. De Jager, van het 5de bat. van het lste reg.
inf. alhier, is aangewezen om den cursus aan de Normaal-Schiet
school te volgen.
Vl*ont>orloliteni.
Van de groote Noordzeevisscherij zijn jl. Maandag aangekomen
de sloepen P.R. 8, schipper Zwanenburg en V.L. 22, schipper
Storm, gezamenlijk aanbrengende 260 levende kabeljauwen, 640
doode idem, 18 levende lengen, 24 doode idem, 3 heilbotten en
1700 ijs-schelvisschenlevende kabeljauw werd afgeslagen tegen
f 2.15 a f 2.30, doode idem tegen f 1.25 4 f 1.05, levende leng
tegen f 3.10, doode idem tegen f 1.65, heilbot tegen f 11 en f 12,
alles per stuk, en schelvisch tegen f 14.50 k f 15.50 't honderd.
Door 8 trekkersbooten werd drie-vierde tot 2 tal haring aange
voerd, welke tegen f 11.50 tot f 14.50 per tal (200 stuks) werd
afgeslagen.
Dinsdag zijn aangekomen de sloepen P.R. 9, schipper Verschoor,
P.R. 10, schipper v. d. Steen en M.D. 32, schipper Langbroek,
gezamenlijk aanbrengende 270 levende kabeljauwen, 340 doode
idem, 31 lengen, 8 heilbotten en 3400 ys-schelvisschen; levende
kabeljauw werd afgeslagen tegen f 2.15 a f 2.20, doode idem
tegen f 1.35 k f 1.05, leng tegen f 2.95 f 3.55, heilbot tegen
f 10 a f 18, alles per stuk, en schelvisch tegen f 11 k f 22.50
't honderd. Door de loggers V.L. 96 en V.L. 110 werden 900
tongen en 25 kisten schol, en door 9 bommen 300 tot 400 tongen,
40 tot 100 bun schollen, en 6 tot 8 manden schol aangevoerd
tong werd afgeslagen tegen 40 a 50 c., bun schol tegen 50 c.
per stuk, schol tegen f 8 tot f 4.50 per kist en tegen f 5.50 tot
f 4.50 per mand.
Gisteren zijn aangekomen de sloepen M.D. 3, schipper v d. Hoek,
en M.D. 10, schipper Jongejan, aanbrengende 180 levende kabel
jauwen, 530 doode idem, 24 levende lengen, 30 doode idem
2 heilbotten en 2400 ys-schelvisschen; levende kabeljauw werd
afgeslagen tegen f 2.30, doode idem tegen f 1.35 a f 1.15
levende leng tegen f 3.80 k f 4.10, doode idem tegen f 2.85,
heilbot tegen f 16, alles per stuk, schelvisch tegen f 18.50 ii
f 21.50 't honderd.
WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN TE HELDER. LANPSKEET.^
I Februari. I
j Uren.
Windrichting
en kracht.
Barometer
mM.
Thermometer
C.
Vochtigh.
procent.
Toe
stand
van de
zee.
Stand.
Afw.
Stand.
Afw.
11
12
z. 7 k.
761.40
t 1.70
4.7
f 0.8
1.00
wein.gv.
12
8
z. 0.3
764.97
t 5.27
2.3
0.0
1.00
Vlak.
12
12
zto. 0.5
765.57
f5.87
4.9
f 0.9
0.98
Weêrsgesteldheid 11 Febr. 12 u. Dichtbetrokken, mistig.
12 Febr. 8 u. Dikke natte mist.
12 Febr. 12 u. Betrokken, nevelig, mooiweer.
Buraerlljn:e Stand.
Gemeente HELDER, van Dinsdag tot Donderdag.
Ondertrouwd: Geene.
Getrouwd: P. Filmer en P. G. Van Foreest. F. T. De Haas
en J. II. Zoetelief.
Bevallen: J. Quac, geb. Tromp, Z. J. Uurbanus, geb. Iburg,
Z. M. Zwart, geb. Stam, D. A. G. Jelies, geb. Kleijn, Z.
C. J. Krul, geb. Kennink, Z. L. W. T. Larsen, geb. Keijzer,
D. K. C. Keus, geb. Van Traa, D. H. Klaassen, geb. Bakker,
D. M. Burgers, geb. Kok, D. M. A. Uittedewilge, geb.
Monnichman, D.
Overleden: P. Gorter, 73 jaren. H. Wessel, 81 jaren. T. Zon,
geb. Sleutel, 48 jaren. A. H. Erica, 6 maanden.
Gemeente TEXEL, van 4 tot 11 Februari.
Ondertrouwd en Getrouwd: Geene.
Geboren: Heerke, zoon van Pieter Bakelaar en Keunje Wegman.
OverledenCornelia Martinusse, 2 jaren, dochter van Cornelia
Martin usae.