8 i
werden, dit cijfer voor België en Frankrijk eveneens in
één jaar 3700 waggons bedroeg.
„Als de kok en de bottelier gaan kijven" dan beeft
een oningewijde nog eens kans iets nieuws te booren. De
nabetrachting van den wedrit te Leeuwarden brengt ons
dat spreekwoord in herinnering.
Door Renke Van der Zee, den tweeden prijswinner,
wordt thans het volgende openbaar gemaakt:
Naar aanleiding van het in verschillende dagbladen
opgenomen schrijven van P. Bruinsma, waarbij deze ver
klaart, dat na afrit der Engelschen de prijzen vreedzaam
zijn gedeeld, maar dat om de Champion-medaille gereden is
zooals eerlijke lijders betaamt, enz. mag en wil ik niet
langer zwijgen.
Ik ontken geenszins, dat wij beste rijders om ons
niet geheel af te beulen en misschien voor altijd te sloopen
wel eens eenige afspraak maken en dat dit ook tusschen
mij en Bruinsma te Amsterdam heeft plaats gehad. Wij
deden éénen rit „om tii.ken" (d. i. om uiterste best),
waarbij ik liet met glans van mijn mededinger won. Dit
was dus geen gewoon loten, maar een eerlijke strijd, die
voor den volgenden rit besliste.
Nu werd voor den internationalen wedstrijd te Leeuwarden
tusschen ons en eenige andere hardrijders afgesproken, dat
wij elkander zouden sparen, als de eer van Friesland was
gehandhaafd, d. i. als eerst de vreemdelingen buiten gevecht
zouden zijn gesteld.
En zonder eenig vermoeden van de eer, enz. aan de
Champion-medaille verbonden (wat wist ik modderschipper
van een Champion medaille ?j stemde ik toe, dat we
Bruinsma den prijs zouden laten winnen.
Toen ik den laatsten rit deed met Bruinsma speet die
afspraak mij genoeg, want ik was ver genoeg voor en
moest mijn vaart inhouden om hem voor te laten komen,
gelijk vele getuigen van den wedstrijd duidelijk genoeg
hebben gezien aan de beweging die ik daartoe maakte.
Het speet mij te meer, omdat ik op dat oogenblik ook
wat beter op de hoogte gekomen was van de beteekenis
en de waarde van de Champion-medaille, maar 't berouw
kwam te laat! Immers hoe 't ook kome.... «een man een
man, een woord een woord
Op deze wijze is dan gelijk Bruinsma beweert de
eer van den dag ten deel gevallen aan hem die 't ver
diend heeft.
Volgens een bij het Nederlandsch Schaatsenrijders-
bond ontvangen bericht, neemt Axel Paulsen thans de uit
daging aan, om tegen een Fries (R. Van der Zee) te rijden
om f 1200, op een baan ter lengte van 4827 meters (3
Engelsche mijlen.
Een telegram van Aden, d.d. 10 dezer, meldt aan
gaande liet aldaar gezonken Nederl. stoomschip Nederland
cn Oranje, kapitein Aukes, van de Maatschappij Insulinde,
het volgende:
„Schip leeg gepompt tot aan de machinekamer; het achter
schip niet gerezen; schip weder gezonken; veronderstellen
er geen gevaar bestaat dat het schip zal breken als het
gelicht wordt; er zijn geen gaten in het dek; het zou
raadzaam zijn om zoo mogelijk van Engeland hulp te
zenden.
Blijkens ingekomen ambtsberichten zijn in het tijd
perk van 4 weken, dat op 25 Januari 11. is geëindigd, 3
gevallen van longziekte buiten den afgesloten kring van
het spoelingsdistrict waargenomen, waarvan 2 te Mesch
(Limburg) en 1 te Overschie (Zuidholland). In de slachte
rijen binnen dien kring bleken de longen van 7 runderen
wonen staf, bestaande uit vrouw en dochters, verliet mijnheer
Mahaut zijne woning. Met een prachtig rood lak verzegeld,
hield hij den gewichtigen brief in de hand, die Angélique bij
hare beschermers moest binnenleiden.
Alle3 is in orde, zeide hij. Te Rouaan komt men je afhalen,
en de conducteur hier, die een best mensch is, heeft mij beloofd,
voor je te zorgen en je niet te verlaten, eer hij je in den trein
heeft gezet. Tot weerziens, Angélique Brequet; wees een braaf
meisje en eenc goede dienstbode; doe je land eer aan, en bij je
terugkomst zal het land je met eerbewijzen ontvangen.
Na dit schoonklinkend besluit gaf mijnheer Mahaut zijne
jeugdige beschermelinge een stevigen handdruk en keerde weer
naar huis. Daarop kwam de burgemeestersvrouw aan de beurt
deze overhandigde aan Angélique een mand, met een doek toe
gedekt, waarin zich een kluit boter bevond, door haar zelve
gemaakt, en voor de zuster der waardige vrouw bestemd. Af
getrokken luisterde Angélique naar de langwylige aanbevelingen
van moeder Mahaut, dewijl haar oog te vergeefs Marin zocht.
Zij had hem dien morgen vroeg even bij de bron ontmoet,
doch, zoo het gewoonlijk gaat, wanneer er veel te zeggen valt,
had het hom aan woorden ontbroken, en nu hoopte zij hem steeds
terug te zien. Zij kon onmogelijk heengaan, zonder hem vaar
wel te zeggen.
Marin's afwezigheid gaf aanleiding tot allerlei gissingeneenigen
der omstanders beweerden, dat hij zeker den wagen een mijl
verder stond op te wachtenwant daar ging de weg zoo steil
op, dat de meeste reizigers uitstegen om de paarden te verlichten.
Anderen daarentegen beweerden, dat hij zich in huis had opge
sloten om zijn verdriet niet in het openbaar te toonen.
Ongerust en zonder haast te verstaan, wat haar van alle kanten
werd toegevoegd, dwaalde haar blik af naar het kerkhof; eu
daar stond, tegen Yictoire's kruis geleund, de man die haar
liefhad.
De doornhaag onttrok Marin gedeeltelijk aan ieders blik, en
wie niet wist dat hij daar stond, kon hem onmogelijk herkennen.
Doch Angélique's hartje begon geweldig te kloppen, en zij be
greep, dat hij zich daar al geruimen tijd ophield.
Ingestaptriep de conducteur, en nam den etensbak weg.
De deur van het kerkhof sloeg toe, en Marin naderde zijne ver
loofde met een takje witte rozen in de hand, op Victoire's graf
geplukt.
Tot weerziens, Angélique, sprak hij, haar volgens 's lands
wijze driemaal omhelzende wang tegen wang. Vergeet niet wat
ge mij hebt beloofd; ik blijf onveranderlijk dezelfde.
Zonder de nieuwsgierige blikken der omstanders te duchten,
stak hij eenvoudig, gelijk den eersten keer, toen zij alleen op
het kerkhof waren, het takje rozen in een plooi van haar kleed.
Angélique kuste haar moeder, zeide iedereen haastig vaarwel
en stapte in den wagen.
De zweep klapte, de paarden zetten zich in beweging.
Onveranderlijk dezelfde!
Deze woorden, met nadruk door Marin Bonami herhaald,
kwamen Angélique alleen te midden van al de wenschen der
omstanders ter oore.
De paarden draafden nu langs den weg, en de wagen ver
dween spoedig uit 't oog. Bij eene kromming van den weg
kreeg men nog even de kerk te zien met Victoire's graf' en de
witte rozenstruik. Marin stond er weer: tegen den ouden griizen
muur door de zon fel beschenen kon men zijn gestalte gemak
kelijk herkennen....
En Champcey onttrok zich aan den met tranen benevelden
blik van Angélique Brequet.
van 4 veehouders door de longziekte aangetast te zijn.
Gedurende vermeld tijdperk werd afraaking bevolen van
109 van longziekte verdachte runderen.
Het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen heeft thans bekend gemaakt, dat 129 departe
menten het beleggen van eene buitengewone algemeenc
vergadering hebben verlangd, ter behandeling van het
voorstel van het departement Nijmegen tot intrekking van
het besluit van 1883, omtrent de stichting van een
kweekschool voor bewaarschoolhouderessen. Onder de
departementen waren er 39, die dat verlangen uitspraken,
tenzij het hoofdbestuur kon goedvinden, de behandeling van
bedoeld voorstel te verdagen tot de gewone algemeene
vergadering van den aanstaanden zomer en intusschen alle
verdere maatregelen tot uitvoering van genoemd besluit te
schorsen. Voorts verklaarden zich ten gunste van deze
schorsing nog 11 departementen.
In verband hiermede heeft het hoofdbestuur der Maat-
sohappij besloten zijn werkzaamheid tot voorbereiding van
de opening der kweekschool niet voort te zetten, in af
wachting van de aanstaande gewone algemeene vergadering,
waarin het voorstel van het departement Nijmegen zal
behandeld worden. Eene buitengewone algemeene verga
dering zal dus niet worden belegd.
Dit besluit is zeker zonderling te noemen, na de perti-
rente verklaring van het hoofdbestuur bij de voorafgaande
beraadslaging met Nijmegen dat het uitstel tot de alge
meene vergadering verkeerd achtte.
Eene nieuwe mode is te Parijs door de Boulevard-
heeren in 't leven geroepen, welke nieuwen luister bijzet
aan de zekere vermaardheid, welke deze heeren reeds hebben
verkregen, blijkende uit hun eigenaardige titels, als
„gommeux," „schutteux," „greloteux* enz. Zij hebben
namelijk de witte das begraven en verschenen op het
laatste operabal en corps met vuurroode dassen.
De brandweermannen schrokken er van, maar de helden
der nouveauté verklaarden stoutweg, dat deze kleur de
nieuwste mode was en.... zij vindt reeds navolging. Men
verwacht nu eerstdaags ook heer en-tournures!
Een reiziger die naar Scandinavië was geweest, sprak
over de felle koude, die hij daar beleefd had. „Ik ging
te Haparanda 's avonds naar de comedie," vertelde hij
o. a. „Men speelde la Dame aux Camêlias. Al de dames
weenden, maar 't was zoo koud, dat de tranen dadelijk
ijskegels werden. En 't was precies een diamantregen
toen die van de galerij in 't parterre vielen.
Een inwoner van Breda doet in de Nieuwe Bredasche
en Oosterhoutsche Courant een poging om te Breda op
te richten eenanti-hoedafnemingsbond, welks leden
voortaan op militaire wijze zouden groeten, hetgeen den
schrijver vooral in een kleine plaats zeer wenschelijk
voorkomt èn oui der gezondheidswille, ter vermijding van
kouvatten door het telkenmale ontblooten van het hoofd,
èn ter besparing van minstens een paar hoeden 's jaars.
De redactie van bovengenoemd blad verklaart zich niet
ongenegen de brieven in ontvangst te nemen van hen, die
tot bereiking van schrijvers doel willen medewerken.
Bultenijtna.
Gordon was in 1833 te Woolwich geboren; hij was van
Schotsche afkomst en van een familie van militairen. Op
15jarigen leeftijd werd hij naar de Militaire Academie te
Woolwich gezonden. Men was daar in den beginne niet
tevreden over hem, en eens zeide een zijner superieuren,
dat hij wel nooit officier zou worden! In 1852 werd hij
In een grooten, gemakkclijken stoel, door kussens gesteund
en met een tijgervel over de voeten, zat mevrouw Hertense Dunois
te lezen.
Als jong meisje zag mevrouw Dunois er lief uit, nu kon men
haar bepaald eene schoonheid noemen; en toch wekten de edele,
fijne gelaatstrekken onwillekeurig ieders medelijden en aandoe
ning op.
Toen zij tien jaren geleden in het huwelijk trad, voorspelde
de toekomst haar niets dan geluk.
Mijnheer Dunois was een vermogend man, hij stond aan het
hoofd van een zeer goed befaamd bankiershuis.
Al werden er zelden groote sommen tegelijk gestort, kon het
huis toch over een groot kapitaal beschikken, daar al de vaste
klanten na eiken marktdag of aanzienlijke verkooping hun over
bodige geld inbrachten.
Mijnheer Dunois genoot het algemeene vertrouwen, want van
vader op zoon stonden de heeren Dunois als eerlijke, voorzichtige
mannen van zaken te boek.
Van haar kant bracht de jonge vrouw mee: een gansch niet
te versmaden bruidschat, een onverstoorbaar goed humeur, een
bekoorlijk uiterlijk en al de bekwaamheden, die men van eene
meesteresse des huizes kan verlangen. Wanneer zij zich aan den
arm van haar echtgenoot op straat vertoonde, konden de voor
bijgangers den uitroep niet weerhoudenWat een mooi paar
En wanneer men bij hen aanzat, voegden de gasten er bijWat
een aangenaam huis!
Zij schenen dus volmaakt gelukkig; toch vertoonde zich een
enkel wolkje aan hun huwelijkshemelwant geen kinderstemmetje
klonk nog door het huis.
Toen dus na vier jaren mevrouw Dunois zich in de blijde
verwachting bevond, werd deze welkome tijding door al de
kennissen en vrienden met vreugde begroet. Nadat gedurende
eenige maanden de gezondheid der jonge vrouw niets te wenschen
had overgelaten, kreeg zij eensklaps eene soort van verlamming,
die haar het loopen bcmoeielijkte.
De dokter beval volkomen rust aan en de jonge vrouw bleef
tot haar bevalling op het rustbed uitgestrekt.
De dag, waarop zij een welgeboren zoon ter wereld bracht,
was een feestdag voor iedereen; en iu zijne overgroote vreugde
bouwde mijnheer Dunois de schoonste plannen voor de toekomst
van dien zoon, hun erfgenaam.
De weken verliepen, doch de voeten van mevrouw Dunois
bleven steeds weigeren hun dienst te hervatten.
Zwakte kon het niet langer wezen; er moest dus voor die
verlamming een andere oorzaak bestaan, en de raad der dokters
werd ingeroepen.
Te vergeefs onderging de arme jonge vrouw de pijnlijkste
behandelingen, welke de wetenschap heeft uitgedacht; zij werd
gebrand, geëlectriseerd, gewreven, er werden haar stortbaden
toegediend, doch alles bleek te vergeefs.
Op haar 28ste jaar werd mevrouw Dunois veroordeeld, haar
verdere levensdagen op een gemakkeiijken stoel te slijten.
Toen zij tot het volle bewustzijn van haar toestand kwam,
volgde er voor de arme vrouw een tyd van zware beproeving.
Hoe vriendelijk iedereen ook voor haar mocht wezen, zag zij
zich toch uit de wereld verbannen. Toen zij nog door geestkracht
haar gevoel van onmacht zocht te bestrijden, ging zij uit rijden,
en liet zich naar alle mogelijke steden brengen, om de beroemdste
geneosheeren te raadplegen.
Doch zoodra het haar duidelijk werd, dat, mits er een wonder
gebeurde, zij nooit meer zou kunnen loopen, zag zij haar toestand
flink in de oogen. Wordt vtrxol-gd.)
tweede luitenant bij de genie; hij nam deel aan den Kriin-
oorlog en onderscheidde zich reeds toen in hooge mate.
Na den vrede vergezelde hij den commissaris Stanton, om
de nieuwe Russische grens in Bessarabië te helpen af bake
nen. In 1860 vertrok hij naar China en van dien tijd af
is Gordon's naam wereldberoemd geworden.
Het schijnt, dat Gordon, toen hij naar Soedan vertrok,
een voorgevoel had, dat hij nooit uit Khartoum zou terug-
keeren. Hij verdeelde dan ook bij zijn afscheid eenige
sieraden als aandenken onder zijne vrienden.
Volgens de Figaro is de minister van Oorlog van den
Mahdi een Franschman, Yéret genaamd. Hij was kapitein
bij een linie-regiment in den oorlog van 1870 en werd na
het gevecht bij Laon gedecoreerd. Na den oorlog nam hij
ontslag uit den dienst, ging zaken doen en werd wegens
woekeren veroordeeld. Vcret verliet toen het land, ging
naar Egypte, later naar Soedan en is sedert drie jaren bij
den Mahdi. Véret is nauwelijks 50 jaren oud.
Volgens een telegram van de Central News, is in
het Iersche blad de United Irishman te New-York een
prijs van 10,000 p. st. uitgeloofd voor het vermoorden
van den Prins Van Wales. Het stuk is geteekend „Shoun
O'Neil" en gedateerd uit Dublin.
Een zeldzame deputatie ontving de Koning van
Denemarken dezer dagen, bestaande uit zeven dames, meer
dan 20,000 vrouwen vertegenwoordigende, die bijdragen
geleverd hadden, om wapenen tot 's lands verdediging aan
te koopen. De deputatie verzocht den Koning haar ge
schenk aan te nemen, niet omdat zij vermeenen, daarmede
iets bij te dragen tot de oplossing van het groote vraag
stuk, maar omdat zij wilden doen uitkomen, dat vele
Deensche vrouwen met groote bezorgdheid vervuld zijn,
vermits nu meer dan 20 jaren het land voor eiken vijand
heeft opengelegen. Zij hadden acht 60-ponders vesting
kanonnen aangeschaft, omdat men haar had ingelicht, dat
zij van nut kunnen zijn, hoe ook in de toekomst de ver
dediging des lands moge geregeld worden. Zij verzochten
den Koning, en allen Deenschen mannen, dezen stap niet
als eene aanmatiging te beschouwen, maar daarin alleen
het bewijs te zien van liefde voor het Vaderland.
De Koning antwoordde:
„Met oprechte blijdschap aanvaarden wij uw geschenk
ten bate van het vaderland, niet alleen als een kostbare
bijdrage tot de verdediging, waarvoor tot heden de middelen
zoo schaars zijn toegemeten, maar ook en vooral omdat
wij in het feit, dat 20,000 vrouwen van stad en land zich
tot een vaderlandsch doel vereenigd hebben, een gelukkig
getuigenis bespeuren van de vaderlandschlievende stem
ming, die alom in den lande heerscht en waarin wij den
besten waarborg zien, dat het land niet kan blijven liggen
zonder verdediging. Met den wensch, dat deze vaderlands
gezinde stemming zich meer en meer moge uitbreiden en
bepaaldelijk ook hen moge bezielen, bij wie in de eerste
plaats de zorg voor de verdediging berust, brengen wij
u onzen hartelijken dank en verzoeken u, dien over te
brengen aan al degeen, aan wier opdracht gij thans vol
daan hebt."
In Siam heeft men een zonderlinge manier van
procedeeren. Beide partijen worden in ijskoud water gezet,
die het 't langst uithoudt, wint het proces. De manier
van procesvoeren bij ons te lande verschilt daarmede
slechts in zooverre, dat men hier de partijen op een
gloeiende plaat zet, en de advocaten trachten ze daar zoo
lang mogelijk op te houden.
Benoemingen, enz.
Tot hoofdingelanden van den polder De Scherraeer, zijn ge
kozen de hk. P. Glijnis Pzn., K. Bommezij en J. Kalis, allen
aftredende leden te Oterleeken in plaats van wylen den heer
A. Couwenhoven, de heer K. Laan.
De machinist 2de kl. K. Schraver wordt met 16 dezer geplaatst
in de rol van Zr. Ms. wachtschip te Amsterdam en gedetacheerd
bij de conservatie op 's Rijks werf aldaar.
De machinist 2de kl. S. Bakker, uit Oost-Indië teruggekeerd,
wordt met den 19 dezer op non-activiteit gesteld.
De lste luit. der inf. J. L. Reeringh, van gedetacheerd uit
Oost-Indië teruggekeerd, is thans ingedeeld bij het 4de reg. inf.
VlaolitJorlotitorL.
Van de groote Noordzeevisscherij zijn jl. Donderdag aangekomen
de sloepen M.D. 7, schipper Boon en Z.W. 12, schipper Zwartveld,
aanbrengende 130 levende kabeljauwen, 410 doode idem, 34 levende
lengen, 18 doode idem, 3 heilbotten, 2160 ijs-schelvisschen, 4
punt rog en 1 ben vleetlevende kabeljauw werd afgeslagen
tegen f 2.35 a f 2.40, doode idem tegen f 1.45 a f 1.15, levende
leng tegen f 3.25 a f 3.40, doode idem tegen f 1.35, heilbot tegen
f 12.50 a f 21.alles per stuk, schelvisch tegen f 25't honderd,
rog en vleet tegen f 58.50 de aanbrengst. Door 7 trekkersbootcn
werd drie-vierde tot 3 tal haring aangevoerd, die tegen f 9.50
tot f 11.25 per tal werd afgeslagen.
Gisteren zijn aangekomen de sloepen M.D. 1, M.D. 2, M.D 4,
M.D. 8, M.D. 15 en Z.W. 15, gezamenlijk aanbrengende 375
levende kabeljauwen, 1040 doode idem, 94 levende lengen, 79
doode idem, 12 heilbotten en 9200 ijs-schelvisschen; levende
kabeljauw werd afgeslagen tegen f 2.15 a f 2.30, doode idem
tegen f 1.35 k f 0.90, levende leng tegen f 2.70 k f 2.95, doode
idem tegen f 1.35 a f 1.55, heilbot tegen f 12.50 tot f 21.
alles per stuk, en schelvisch tegen f 14.50 tot f21.'t honderd.
Door trekkers werd 8J- tal haring aangevoerd, die tegen f 8.10
werd afgeslagen.
BurserUJb.e Stand.
Gemeente HELDER, van Donderdag tot Zaterdag.
Ondertrouwd en GetrouwdGeene.
BevallenM. Van Praag, geb. Werkendam, Z. M. C. Kramer,
geb. Sterzenbach, Z. W. A. M. Van Ewijk, geb. Van Holij,
2 D.
Overleden: M. Poesénou, 3 jaren. P. Slagter, 9 weken.
WEERKUNDIGE WAARNEMINGEN TE HELDER. LANDSKEET.
Barometer
Thermometer
Toe
r
mM.
c.
stand
van de
zee.
J3
e>
3
kracht.
Stand.Afw.
i
Stand.
Afw.
13
12
zzw.
8 k
762.44; f 2.84
6.2
f 2.2
0.95
wein.gv.
14! 8
zzw.
16
755.30 -4.30
5.6
t 3.2
0.91 Golvend
T
zzw.
12
755.38 -4.22
i
5.3
t 1.3
0.92
Weêrsgesteldheid 13 Febr. 12 u. Betrokken, winderig, goedweer.
14 Febr. 8 u. Dichtbewolkt, wind.
14 Febr. 12 u. Dichtbetrokken, wind.