HELDERSUHE EN N1EIIWED1EPER COURANT. Nieuws- en Advertentieblad (oor Hollands NiiorMwartier. 1885. N°. 32. Zondag 15 Maart. Jaargang 43. l8> ANGELIQUE. ,,Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdng en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90. franco per post 1.20. Uitgever A. A. BAKKER Cz. BUREAU: MOLENPLEIN. Prijs der Ad ver ten tién: Van 1i regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Grootc letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. JBlnxieiila.li a. Het Dagblad vestigt de aandacht op de negende uitgave van het werk, getiteld: „Neêrlands Leger". Dit werk, uitgegeven op last van het Departement van Oorlog, is in den boekhandel verkrijgbaar voor den prijs van één gulden en bevat een overzicht van de voornaamste bepa lingen nopens de voordeelen en vooruitzichten, welke de militaire dienst den vrijwilliger aanbiedt. Het is een goed werk, dat het Departement van Oorlog jaarlijks en tegen geringen prijs een boek als het hierbedoelde doet uitgeven, waaruit onze jongelingschap kan vernemer., dat zij, die vrijwillig bij het Nederlandsche of het Nederl.-Indische leger dienst nemen, tot de hoogste militaire rangen kunnen opklimmen, wanneer zij zich zulks door kunde, ijver en gedrag waardig maken. Bij liet belangrijk incompleet bij alle korpsen aan kader, zelfs aan officieren, zijn in den tegen woord igen tijd de kansen allergunstigst; bij de ver- eischte geschiktheid kan men van bevordering zeker zijn. Gaarne wenscht het Dagblad dit boek in veler handen, zoowel van ouders en voogden als van de onderwijzers en opvoeders der jeugd. Algemeene bekendheid is noodig om het leger te winnen en te doen rijzen in de schatting van de natie. Het departement van Oorlog heeft aan alle burgemeesters en militaire autoriteiten een exemplaar van dit werk doen toekomen, ten einde ieder, die inlichtingen omtrent dienstneming mocht verlangen, tot voorlichting te kunnen zijn. Het blad zou eene nog ruimere verspreiding wenschen en wil exemplaren van dit werk toegezonden hebben aan b. v. de besturen van wees- en armhuizen en aan die inrichtingen van liefdadigheid en com nisiën van wel dadigheid en werkverschaffing, waarin en waardoor duizenden jongens verpleegd en aan den kost geholpen worden. Het denkbeeld van ruimere verspreiding van dit werk kwam bij het Dagblad op bij kennisneming van eene in- teekenlijst voor onverzorgde weezen in ons vaderland, door eene Vereeniging van weesvaders uit verschillende steden hier te lande, 10,000 onverzorgde weezenHet is van belangMaar is het hier nu niet de plaats om de aan dacht van heeren weesvaders te vestigen op de vrijwillige dienstneming? Op hun 12de jaar kunnen jongens op de Pupillenschool te Nieuwersluis hunne allereerste militaire opleiding ont vangen. De jaarlijksche kosten voor jongens van niet- militairen bedragen slechts f 50; voorzeker een bedrag, waarvoor geen jongen in een burgerzin kan onderhouden of z. g. uitbesteed worden. En wil men weten hoe op voeding en tucht, onderwijs en godsdienstige belangen, kleeding, voeding, belooningen, straften, enz. daar geregeld zijn, men overtuige zich persoonlijk: te allen tijde heeft men aan de school te Nieuwersluis toegang en kan men I kennis nemen van wat men verlangt. En de toekomst van die jongens? Neemt Neêrlands Leger in handen en i het zal u het antwoord geven. In de dienst van het vaderland verschaften zij zich een eervolle en in menig opzicht eene in vergelijking met vele ambachtslieden zeer benijdenswaardige positie. Bedenkt, dat naarmate het leger in sterkte van vrijwilligers toeneemt, het van zelf meer populair en er hoe langer hoe beter voor gezorgd zal worden. Uit het volgende kan men zien, dat het den minister van Financiën niet aan goeden raad ontbreekt!! Een inzender in het Dagblad stelt voor de belasting op den tabak niet in te voeren, maar een vrook-vergunnings recht" te heffen. Men zou de rookers, volgens hem, kunnen verdeelen in klassen. De eerste klasse, financiëel onvermogenden, zou men geheel vrij kunnen stellen, als ze bewijs van onver mogen overlegden. De 2de klasse, rookers beneden de f 1000 's jaars inkomen, zouden slechts 25 cents moeten opbrengen; de 3de klasse, rookers van f 1000 tot f 2000 inkomen f 1: van f 2000 tot f 3000, f 1.50; van f 3000 tot f 5000, f 2.50; van f 5000 tot f 10,000, f 10 en ver volgens f 1 per mille van het inkomen. Daarbij zou hij wenschen eigen aangifte, en dat men in dat geval eens alles overliet aan de opgaven der belasting schuldigen. Vóór 1 Mei zou ieder rooker zich moeten aangeven en tevens de belasting voor het volgende jaar voldoen. Al wie door Rijksambtenaren of agenten van politie of justitie op rooken betrapt wordt en niet gerechtigd is of Door HENRI GRÉVILLE. Wat zal men hun zeggen? vraagde Angélique eer zij het laatste station bereikten. Niets! gaf Marin ten antwoord. Zij hebben immers niets met de zaak te maken. Weten zij dat wij te huis komen Gij hebt mij geschreven dat gij ziek waart, en toen ben ik je gaan halen. Dat zal iedereea-gelooven, want ge ziet er vervallen genoeg uit. Kort daarop verlieten zij den trein en begaven zich naar de plaats waar de oude diligence afreed. Deze stond reeds met drie paarden bepannen op de reizigers te wachten, onder de hoede van een nieuwen conducteur, die de jongelieden niet kende, zoodat Marin het ondervragen, dat hij zonder het te willen bekennen zoo erg duchtte, werd bespaard. De zon ging in al hare glorie onder toen de paarden een heuveltop bereikten vlak tegenover Champcey gelegeneen gulden zonnestraal waarin duizenden stofwolkjes en insecten dansten, drong de vallei binnen, die hen nog van Champcey scheidde. Laten wij hier uitstappen, zeide Marin. Stilzwijgend gaf Angélique aan dezen wensch gehoor. Sedert den vorigen avond volgde zij gedwee haar vriend, en werd niets dan het hoog noodzakelijke tusschen hen ver handeld. De diligence draafde den weg af en verdween uit het gezicht, toen de jongelieden een smal zijpad insloegen, dat recht op Clé- mence's woning uitliep. Tusschen bruinachtige rotsblokken gelegen werd het pad door een onaanzienlijk beekje besproeid, dat zijn aanzyn dankte aan eene hoogcrop gelegen bron. Marin liep vooruit, gevolgd door Angélique, die behoedzaam de droge plekjes uitkoos. Hoe ontelbare malen waren zij reeds samen of alleen onder dezelfde boomen en langs dezelfde plassen gegaan, en welk een verschil tusschen toen en nu. Aan het uiteinde der vallei bevond zich een fraai groen gras veld en daar werd het pad breeder. Aan een punt gekomen waar een groote steen als brug dienst deed, kreeg men door eene uitholling tusschen de heuvelen de zee te zien, met die blauwe tint eigen aan den laatsten winter of de eerste lente dagen. Met een gelaat witter dan het mutsje op haar hoofd, bleef Angélique staan. De handen op den steenen muur brengende die het veld afsloot, staarde zij op de bremstruiken met gulden bloempjes bezaaid, die aan beide kanten van den muur groeiden en fluisterde: De zee! En de heidebloempjes. Herinnert ge u nog den dag Marin waarop wy het varen hielpen maaien.... En met een jammerkreet zeeg zij ter aarde. Verschrikt boog Marin zich en. wilde haar ophelpen, doch zij liet het niet toe; met het gelaa; op een harer armen rustende, bleef zij op den vochtigen grond liggen, en snikte: Neen, nooit had ik hier moeten terugkomen, dat was verkeerd van je gezien. Ik ben niet goed genoeg om mijn huis te zien, de zee, de heide en alles, alles weer te zien. Ik was braaf en gelukkig, ik had een gerust geweten, terwijl nu.... breng mij ergens anders, Marin, doch niet hier, niet hier! Het was somber om hen heen, want de ondergaande zon ver lichtte nog alleen de met brem begroeide heuveltoppen. (onvermogenden) geen vergunning heeft (de vergunningen moeten ook publiek gemaakt worden), zal gestraft worden met een dag gevangenisstraf op water en brood. Aan kinderen beneden de 16 jaren worde het verboden in het openbaar te rooken, op straffe van een dag gevan genisstraf op water en brood. Aan kinderen mag natuurlijk gei-n vergunning, noch quitantie verstrekt worden. Vrouwen beneden de 25 jaren (alzoo van 16 tot 25 jaren) zou de inzender ook in de gelegenheid willen stellen op de lijst geplaatst te worden. Een vrouw van meer dan 25jarigen leeftijd zou bij volkomen vrijheid geven om te rooken naar hartelust, misschien zou dit wel een probaat middel zijn om vele dames jeugdig te houden, want slechts zou bij bewijs van ouderdom vorderen, wanneer twijfel bestaat dat de aanvrager of aanvraagster jonger is dan 16 jaren. De beer J. M. Schleyer, de eenvoudige pastoor van het kleine dorpje Litzelstetten (Baden), de constructor der wereldtaal, zal eerlang zijne gemeente verlaten en naar Italië of Zwitserland gaan, waar bij een vrijere plaatsing beeft en een eigen bureau krijgt. Een voorstander van Volapük, een zeer bemiddeld man, beeft den genialen Schlever daartoe in slaat gesteld. Bij den aanstaanden zomerdienst zal een trein van Amsterdam naar Rotterdam loopen, welke den afstand, alleen stoppende te 's Hage, in 1 u. 15 m. zal afleggen. In een druk bezochte vergadering van aandeelhouders der Stoomvaartmaatschappij Insulinde, jl. Woensdag te Amsterdam gehouden, zijn de bekende financiëele voorstellen tot reorganisatie aangenomen met algemeene ^212) stemmen, minus 5 van een der aandeelhouders, mr. Van Lilaar, die een voorstel tot liquidatie van de Directie wenschte, nu reeds de helft ja, wellicht meer van bet maatschappelijk kapitaal verloren is. Ofschoon de concurrentie van vreemde landen ongunstig moest werken, vertrouwde de Directie op betere tijden, die, hoewel in geringe mate, toch reeds te bespeuren waren bij de verhooging der suikerprijzen en grootere quanta-producten. Het voorstel van den heer Vroege, van Alblasserdam, om eenige maanden niet uit te stoomen, werd sterk ontraden. Er zal alzoo beproefd worden een leening van 5 ton preferente aandeelen aan te gaan. Angélique, je plaats is in je eigen land, liet zich de ernstige stem van Marin hooren, als het je hindert er anders terug te keeren, dan ge het verliet, is dat je straf. Lijden wacht altoos hen die kwaad hebben gedaan, daar vermag niemand iets tegen. Doch hier zal je het lijden minder zwaar vallen dan overal elders omdat ge hier liefhebbende harten bezit. Er heerschte eene doodsche stilte in de vallei, alleen deed het geluid cener menschelijke stem de witte en rosachtige koeien de koppen opheffen. Ik durf de menschen niet aanzien, snikte Angélique. Ik durf mij niet aan moeder vertoonen.... "Wat moet ik haar zeggen, en wat zal zij zeggen, wanneer zij mij als eene weggejaagde heimelijk ziet te huis komen. Niemand heeft je iets te verwijten, sprak Marin op een toon van gezag. Op mij alleen rust de schuld. Angélique richtte zich halverwege op en hem aanziende stamelde zij Gij, mijn vriend? Wat kan men je verwijten? Dat ik in plaats van geduldig mijn tijd af te wachten je te Rouaan ben gaan halen dat ik je heb gedwongen ongehoorzaam aan je moeder te wezen, opdat zij eerder hare toestemming tot ons huwelijk geve. Eensklaps richtte Angélique zich in hare volle lengte op en Marin strak aanziende, stamelde zij Gij weet wel, dat er van trouwen bij ons geen sprake meer kan wezen En waarom niet? viel hij haastig in. Wie kan dat beletten, daar ik je tot vrouw begeer, en gij mij je woord hebt gegeven Zonder den blik van hem af te wenden rees nu de vraag bij haar op: Zou het lijden ook zijne krachten te boven zijn gegaan, en zijn verstand beneveld hebben? Zou hij reeds mijne bekentenis van gisteren avond vergeten zijn? Ik begrijp, wat ge zeggen wilt. Neen, Angélique, onze verhouding is dezelfde gebleven. Ik wilde iemand dooden, en gij hebt wel gedaan mij dit te beletten. Maar omdat ik in leven blijf en mij niets hebt te verwijten, moet ik je trouwen. Ik durf je vrouw niet worden, sprak zij weenende. Dat moet toch gebeuren. Zij boog het hoofd, maar hij besefte niet welk een wreede straf hij haar daarmêe oplegde. Het gevoel, dat zij zijne vrouw zou worden zonder dat hy haar kon achten, was voor de fiere Angélique eene zwaardere foltering dan de wroeging zelve. De menschen zullen ons uitlachen omdat wij niet behoorlijk onzen tijd hebben afgewacht,, doch ik voel mij sterk hun plage rijen te verdragen. Doch tracht vooral een opgeruimder gezicht te zetten Angélique Met een blik van onuitsprekelijke liefde liet hij volgen: Ik heb je nog geen kus durven geven, uit vrees je ver driet te doen, Angélique; maar ik heb je even lief als vroeger, nog meer dan vroeger, omdat ge zoo ongelukkig zijt! Maar droog dan toch je tranen, zij doen mij zoo zeer. Gedwee veegde zij hare tranen af en keek hem met aandoenlijke gelatenheid aan. De nacht nadert, kom nu spoedig mee, en laat vooral niets aan je moeder blijken. Zij handelde verkeerd met ons te scheiden maar als de gevolgen haar daarvan ter oore kwamen, zou zij het niet overleven.... Angélique begreep, dat hij gelijk hadin het zwijgen zou voortaan hare straf bestaan en in het gevoel dat zij de algemeene achting niet langer verdiende.... Doch Marin wist niet, dat het hare zwaarste straf zou wezen ook tegenover hem het zwijgen te bewaren. Door het late uur begunstigd, bereikte zij Clémence's woning zonder iemand op den weg te hebben ontmoet. De deur was gesloten, maar door het raam zag men nog de flikkering der walmende pit uit het ouderwetsche ijzeren olielampje, in die streek van algemeen gebruik. Toen Marin de klink wilde oplichten, trok Angélique zijne hand terug, zeggende: Ik ben bang. Het moet! antwoordde hij en ging binnen. Voor den haard geknield maakte Clémencc haar sober maal gereed. Bil het opengaan der deur keerde zij zich om en haar doordringende blik herkende dadelijk Marin. Gij! Wat komt gij hier doen? riep zij haastig opstaande. Hij had haar langzaam op de zaak willen voorbereiden, doch geen redenaarstalent bezittende, liet zijne welsprekendheid hem in den steek en zeide hij op den man af: Ik breng uwe dochter te huis, die ziek was en om je niet ongerust te maken schreef zij mij haar te komen halen. Waar is zij? was alles wat Clemence zeide. Hier. Meteen ging hij uit den weg en trad Angélique zoo bleek als een doode te voorschijn. Goede God, wat is zij veranderd! kreet de moeder. Op een wenk van Marin naderde het jonge meisje hare moeder en liet zich volgens de gewoonten van het land op de wang kussen. De beleefdheid van die onbeschaafde lieden gelijkt veel op die der Roodhuidenbij de heftigste gemoedsbeweging meenen zij zich verplicht een koel uiterlijk te bewaren. Neem plaats; gij hebt zeker nog niets gegeten? vraagde Clemence. Neen; op den heuvel gekomen hebben wij de dilligence verlaten en hebben het zijpad ingeslagen om hier spoediger te wezen, deelde Marin meê. Dat was heel goed, want het had mij erg gespeten, indien iemand anders dan ik je het eerst had gezien. Zij knielde weêr oij den haar neêr, en terwijl zij het begonnen werk voortzette, vraagde zij aan Angélique: Zijt ge nu weör beter? Dat hoop ik moeder, bracht deze kalm uit. De noodzakelijkheid om zich te bedwingen en in acht te nemen, verstompte haar gevoel als het ware. Clémence sloeg haar op lettend gade, doch zoodra Angélique haar te hulp wilde komen, zeide zij. Blijf stil zitten, gij hebt behoefte aan rust. En wat is de reden van je ziekte? Zij heeft te hard gewerkt, viel Marin in, toen hij zag, dat de bleeke lippen van het jonge meisje geen klank kon uitbrengen. Ik wilde u juist zeggen, moeder en op dit laatste woord werd bijzondere nadruk gelegd, dat u ons huwelijk nu niet langer moet uitstellen. Angélique mag Champcey niet meer ver laten, de stadslucht deugd voor haar niet; daar ik haar heb terug gehaald zon dit aanleiding tot praatjes kunnen geven, en is het beter zoo spoedig mogelijk te trouwen. Onder het spreken sloeg Clémence hem aandachtig gade, en toen zij daarna den blik op hare dochter vestigde, kon zij hem geen ongelijk geven. Welke ook de beweegredenen hunner terugkomst mocht wezen, was het nn het verstandigste hare toestemming tot het I huwelijk te geven. I Wij zullen er morgen op terugkomen, zeide zij, misschien is

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 1