is met verbrijzelden schedel levenloos in zijne woning ge
vonden. Eerst dacht men aan zelfmoord, doch bij onder
zoek is men tot de overtuiging gekomen, dat de verslagene
zichzelf de belangrijke hoofdwonde, die zeker een oogen-
blikkelijken dood tengevolge moet gehad hebben, niet heeft
kunnen toebrengen. Bovendien lag de ongelukkige met de
armen door een touw aan de voeten gebonden.
De moord moet in den morgenstond na zes uur gepleegd
zijn, terwijl er tevens diefstal van eenig bankpapier heeft
plaats gehad.
De vermoedelijke dader is gisteren aan de Duitsche
grenzen in hechtenis genomen.
Aan den burgemeester van Sijbekarspel den heer K.
Winkel, is jl. Dinsdag, bij gelegenheid van zijn 12 jarige
ambtsvervulling als burgemeester, namens de ingezetenen,
een blijvend aandenken aangeboden, bestaande in een
kristallen bokaal op zilveren voet met zilveren deksel,
waarop een beeld staat dat den jubilaris een lauwerkrans
aanbiedt. Voorts werd hem een fraai bewerkte ivoren
voorzittershamer vereerd. Allerwege wapperden vlaggen,
ten teeken van algemeene instemming der gemeentenaren
met deze hulde.
In de jl. Maandag avond gehouden vergadering van
het departement Enkhuizen der Maatschappij tot Nut van
't Algemeen had eene eigenaardige plechtigheid plaats.
Door den voorzitter, den heer A. Egmond, werd met
eenige dichtregelen een loffelijk getuigschrift en eene grati
ficatie van f 10 vanwege het departement uitgereikt aan
den spoorweg werk er Pieter Pinster.
In den afgeloopen winter had deze met levensgevaar
een meisje uit het ijs gered, zeggende: „Ik laat nooit een
jonge meid verdrinken!" Met een bronzen medaille daar
voor beloond vanwege Z. M. den Koning, ontving hij van
het departement Enkhuizen daarvoor genoemd getuigschrift
en gratificatie.
De commissie voor de werkverschaffing te Amsterdam
heeft hare taak geëindigd. Zij heeft ontvangen f 172,150
en uitbetaald f 173,800 arbeidsloon gedurende 84 dagen.
Alles is uitmuntend afgeloopen.
Axel Paulsen deelt aan Morgenbladet mede, dat hij
noch per brief, noch per telegraaf eene uitdaging van den
Hollandschen schaatsenrijder Bruinsma heeft ontvangen,
zooals genoemd blad, volgens Nederlandsche couranten,
onlangs berichtte.
De Keizerin van Oostenrijk vertrekt 28 dezer uit
Arasterdam.
Jl. Dinsdag zijn de eerste kievits-eieren ^twee) ge
vonden in het Jisperveld, door den tienjarigen zoon van
den landman C. Korver, te Jisp.
Met de buitenlandsche treinen komen te 's Hage
successivelijk aan leden van het personeel der Japansche
legatiën in de groote Europeesche Rijken, ten einde tegen
woordig te zijn bij de begrafenis van den te Rotterdam
overleden zaakgelastigde T. Sakurada. De heer Kawakami,
lste secretaris te Londen, bevindt zich sedert eergisteren
avond aldaar, alwaar gisteren verwacht werd een der te
Berlijn werkzame diplomaten van het Japansche Rijk.
Ook de buitengewone gezant en gevolmachtigde minister
van Z. M. den Keizer van Japan, de heer Aoki, is met
gevolg in deze residentie aangekomen en heeft zijn intrek
genomen in het Hotel den Ouden Doelen.
De eerste vlashandelaren in de provinciën Friesland
Groningen hebben zich tot de landbouwers, die nog niet
hebben besloten, welke gewassen zij in dit jaar zullen ver
bouwen, gewend om hen aan te bevelen daartoe vlas te
kiezen. Zij wijzen er op, dat in beide provinciën de voor
raad groen en bewerkt vlas dit jaar geheel zal worden
opgeruimd, 't geen in vele jaren niet is gebeurd, en dat
ditzelfde in Rusland en Ierland het geval zal zijn, welke
omstandigheid, huns inziens, niet zonder gunstigen invloed
op de prijzen van het nieuwe gewas zal zijndat bovendien
de prijzen der granen hier te lande dit jaar waarschijnlijk
zullen worden gedrukt door de heffing van inkomende
rechten in Duitschland, o. a. voor granen uit Rusland en
Amerika f 1.80 per 100 kilogram, zoodat deze landen nog
meer dan vroeger ook Nederland met hunne producten
zullen overstroomen.
„Mama,'zeide eene jongejuffrouw die de courant had
gelezen, „bestaat er ook zwarte poudre de riz?"
„Wel neen kind, hoe kom je aan zulk een dwaze vraag?*
antwoordde de moeder.
„Maar mama, waar moeten die arme dames in Afrika
zich dan mede poederen?*
plaats, in den tuin, waar zij een groot gedeelte van den dag
doorbracht, steeds vervolgd door het beeld van mevrouw
Hortense, met het straaltje bloed dat haar langs de wangen
vloeide.
Met groote bezorgdheid volgde Marin het ondermijnen der krachten
van zijne jonge vrouw.
Hij had gehoopt, dat er naast de boetedoening toch ook nog
levensgenot voor Angélique zou bestaan. Zijne liefde zou liefde
bij Angélique wekken, en eindelijk zou de dag wel aanbreken,
waarop zij volkomen gelukkig zouden worden.
Nu eerst bemerkte hij, dat zijn verwachting niet verwezenlijkt
zou .worden. Angélique vereerde hem als een hooger wezen, doch
koesterde tegelijk vrees voor hem.
Soms naderde Angélique haar echtgenoot, wanneer hij 's avonds
bij den haard was gezeten, en hare vermagerde handen op zijn
schouders plaatsende, keek zij hem aan met een blik, die om ver
giffenis smeekte.
Dan drukte hij haar onstuimig aan zijn hart, en verborg zij
haar gelaat tegen zijn schouders om rust te zoeken.... Doch het
kwam nooit tot een uitleg tusschen hen beiden terwijl zij haar
gevoelens niet durfde uiten, vreesde hij zich verkeerd uit te
drukken.
De zomer verliep en voerde Marin's goede verwachtingen en
Angélique'a beste krachten meê. Haar lijden wa3 zoo groot,
dat zij er soms aan dacht een einde aan haar leven te maken,
doch de gedachte, dat hij niet aan hare liefde zou gelooven, weerhield
haar.
Toen de herfststormen den Oceaan beroerden, zocht Angélique
meermalen haar toevlucht op de rotsen.
Sedert haar terugkeer had zij altoos de plek vermeden, waar
Marin en zij beloften van eeuwige trouw hadden gewisseld; de
voet der ontrouwe mocht eens die plek ontheiligen!
De vloed had aan den voet der rotssteilten veel zeewier doen
aanspoelen en dit werd bij laag water dadelijk door de vrouwen
weggehaald om er later velden meê te bemesten.
Gnat ge ook zeewier garen? vraagde Marin, terwijl het daar
buiten stormde.
Indien ge het verlangt.
Daar wij niet rijk zijn, is het verstandig geene gelegenheid
te laten voorbijgaan, die ons kosteloos eenige benoodigdheden
bezorgt.
Ik zal gaan, zeide zij.
Stilzwijgend bleef hij zijne pijp voor den haard rookenzijne
vreugde was gelijk aan het takkebosvuur, dat op het puntstpnd
te vergaan en in asch te verdwijnen.
En gij, komt gij niet? hernam zij weldra.
Misschien, wanneer ik onze aardappelen heb gerooid; we
moeten die hoognoodig vóór den regentijd binnenhalen.
Den volgenden dag bleek het water laag genoeg om het werk
te hervatten. De wind was gaan liggen, en het golfgeklots werd
slechts bij tusschenpoozen vernomen.
Onder de schaduw der drijvende wolken prijkten verscheidene
witte mutsjes op de rotsen, toen Angélique verscheen. Zij had
haar gaan onder allerlei voorwendsel uitgesteld, tot zij eindelijk
niet langer durfde wegblijven.
Wat komt ge laat! riepen eenige vrouwen, die reeds huis
waarts keerden.
En wat gaat gij vroeg heen, hernam zij meteen terugkeer
van haar vroegere levendigheid.
De zee begint erg te spoken, en het is de vraag of het
eb of vloed zal worden. Gij zoudt beter doen met ons terug te
keeren, want ge zijt niet sterk genoeg om je bij onstuimig weer
staande te houden.
Des te beter, dacht Angélique, hoe moeielijker het werk, hoe
minder tijd tot nadenken.
Strijkelings en zonder op te zien langs de plek gaande, waar
zij hare belofte had uitgesproken, liep zij gezwind over de glib
berige rotsen naar een punt, waar de storm den vorigen nacht
veel zeewier had aangespoeld.
Angélique maakte een goeden oogst en deed herhaalde reizen,
Moord te Rotterdam.
De kamer, waar de moord gepleegd is, zegt 't Rott. N.blad, was bij
't binnenkomen van den hótelknecht geheel met bloed bevlekt; de gor
dijnen, de stoelen en tafels en het bed, alles was rood. Blijkbaar had de
moordenares als een waanzinnige door de kamer geloopen en met
hare eigen onbeteekenende verwondingen dat bloedbad aangericht
althans het slachtoffer lag stil en bewusteloos. De revolver lag
op den grond voor het bed. Thans zijn alle sporen van het
gebeurde op de plaats zelve weêr uitgewischt.
Het slachtoffer is niet meer bij zijn kennis geweest, en heeft
dus geen inlichtingen kunnen geven. Te 2 uren kwamen aan
zijn bed de beide attachés der Japansche legatie, die in Den Haag
vertoeven. Kort daarna werd de moordenares bij haar slachtoffer
gebracht; zij was zeer ontroerd en moest bewusteloos worden
weggedragen.
Zij heeft de plaats aangewezen, waar de schede van den dolk
te vinden zou zijn. Zij had die onder de matras verborgen.
In Den Haag was de moordenares wel bekend zij reed dikwijls
paard met haar slachtoffer, en had het vrije gebruik over diens
equipage. De inrichting harer woning was zeer weelderig. Zij
schijnt een goede opvoeding gehad te hebben, althans zij speelt
piano en zingt vrij goed.
Thans is hare woning verzegeldhaar vader, broeder en zuster,
die zich aldaar Zondag avond aanmeldden, werden niet toegelaten.
Behalve de prachtige meubelen werden geen kostbaarheden in
hare woning gevonden. Slechts enkele kleinodiën en eenige
Antwerpsche loten, 't Is natuurlijk niet zeker, dat de aange-
teekende brief, dien zij Zaterdag middag verzond, werkelijk 1900
franken inhield, al stond dit ook buitenop. Hoogstwaarschijnlijk
kan echter die brief, welke de politie zeker wel reeds zal hebben
opgespoord en in beslag laten nemen, nadere inlichtingen ver
strekken omtrent de plannen en bedoelingen der daderes, of anders
omtrent haren aard en haar ontwikkeling.
Dat de verslagene zich Prins liet noemen, hoewel de titel hem
om dien tusschen de rotsen in veiligheid te brengen.
Toen de krachten haar eindelijk begaven, steunde zij buiten
adem, en over het geheele lichaam bevende, tegen een rotsblok
en blikte in zee.
Zware wolken doorkruisten de lucht en werden door de onder
gaande zon in een vuurgloed herschapen.
Precies bloed! prevelde Angélique.
Geheel buiten zich zelve, ten prooi aan eene zinsbegoocheling,
kwam zij eenige stappen nader, toen eene golf over haar heen
sloeg en met een rood gekleurd schuim bedekte.
Bloed! gilde Angélique, met een tartenden blik op de zee.
De omstandigheden hadden hare lichaamskrachten gebroken, doch
hare wilskracht niet doen buigen.
Indien ge mij wilt verzwelgen, gaat uw gang maar; zonder
strijd krijgt ge mij niet.
Zij doorzag het gevaar, maar wilde het niet ontvlieden. Al
de witte mutsjes waren verdwenen, zonder zich over Angélique
te bekommeren.
Stevig tegen de rots geleund, stortte golf op golf over haar
heen, zonder haar te kunnen meevoeren.
Zij wilde niet sterven, hoewel zy gevoelde, dat de dood alleen
haar rust kon brengen. Maar het gevoel van zelfbehoud deed
zich bij haar gelden, en telkens wanneer eene golf weer naar
zee stroomde, richtte zij zich fier op en riep:
Ik leef nog.
Deze strijd op leven en dood vuurde haar oude geestkracht
aan. Zij, die voor de verleiding was bezweken, bood het hoofd
aan den Oceaan!
Ten laatste toch dreigden de golven de overhand te behouden,
en terwijl de krachten haar begaven, stamelde zij
Dit lijden strekt mij tot boetedoening.
Op hetzelfde oogenblik zag zij Marin de rotsen afstormen. Hij
kwam haar redden, en met bovenmenschelijke inspanning wan
kelde -zij hem tegemoet. Hij nam zijne vrouw in de armen, en
door eene dier onverklaarbare wispelturigheden der natuur, bedaarde
tegelijk de storm.
Hoe kunt ge zoo onvoorzichtig wezen, zeide hij, zijne vrouw
op een rotsblok plaatsende; en toen Angélique opzag, herkende
zij de rots, waar zij elkaar trouw hadden beloofd.
Verlangt ge dan niet dat ik sterve? vraagde zij.
Haar met geweld aan zijn hart drukkende riep hij
Gij? maar gij zijt mijn leven, mijn alles. Het is mijn
vurigste wensch je weer gelukkig te zien.
Gij hebt mij dus nog even lief als voorheen, toen er nog
niets was gebeurd?
Ik weet niet, hoe ik je dan had bemind, zeide Marin, de
hand naar den schitterend verlichten hemel uitstrekkende, ik
weet alleen, dat ik je bemin met mijn geheele ziel.
Gy hebt mij dus vergeven?
Ik heb je altoos vergeven!
Zij trok hem naar zich toe en kuste hem hartstochtelijk.
Breng mij dan naar huis; nu eerst zullen wij gelukkig
worden.
Zij trok haar bovenrok uit, die zoo doornat was, dat ze haar
in het loopen hinderde, en schreed toen vlutr naast haar man
voort.
Wat moet dat bloed beteekenen? vraagde hij, nu eerst be
merkende, dat zij gewond was.
Dat is niets, ditmaal is het het mijne, verzekerde zij met
een gelukkigen glimlach, zooals haar man nog nooit van haar
had gezien.
Tc huis komende brandde het vuur lustig in den baard. Even
links en even teeder als Marin een pasgeboren kind zou behandeld
hebben, kleedde hij Angélique uit, bracht haar te bed, en om
ringde haar met alle mogelijke voorzorgen. Met een dankbaren
glimlach liet zij hem begaan; zij was weer de oude Angélique
en op het lieve gezichtje keerde eene uitdrukking van jeugd en
zonneschijn terug.
Hij beschouwde haar met aandoenlijke blijdschap en jubelde:
O! myne Angélique, myn lief vrouwtje(Slot volgt.)
officieel niet wordt gegeven, is omdat hij ongeveer den rang van
Prins heeft. Hij volgde in deze de gebruiken zijner landgenooten,
die in Europa zich de titels toeëigenen, die zij dragen zouden,
wanneer zij van Europeesche afkomst waren. Daar de heer
Sakurada inderdaad van Vorstelyken bloede was, liet hij zich dus
kortweg Prins noemen. Omtrent zijn ouderdom loopen onzekere
berichtenop het oog echter zag hij er niet ouder dan 35 jaren uit.
Uit de opgaven van den burgerlijken stand, zien wij daar juist,
dat de verslagene inderdaad reeds 48 jaren oud was.
Men verneemt nader nog, dat het lijk van den heer Sakurada
naar Yedo, in Japan, zal worden overgebracht. De bewering,
dat de moordenares gepoogd zou hebben, om aan zelfmoord van
het slachtoffer te doen denken, is volkomen ongegrond. Zij heeft
niet één oogenblik getracht, van het gebeurde een verkeerde
voorstelling te geven. Blykbaar handelde zij onder den indruk
van eene haar kwellende gedachte en niet dan na reeds geruimen
tijd te bed gelegen en wellicht ook geslapen te hebben.
Het slachtoffer althans sliep toen de kogel hem trof, en het
bed, rechts van de kamerdeur het slachtoffer sliep in een
ledikant dat links van de deur stond toonde dat ook zij zich
aanvankelijk ter ruste had begeven. Wie zal zeggen, welke
droomen de vrouw van elf tot drie uren in den nacht 't was
half vier toen zij de daad pleegde hebben verontrust. Natuurlijk
was zij op de been, toen de hótelknecht op het rumoer toeschoot
zij was toen zeer opgewonden en blijkbaar verlichtte het haar,
dat zij niet langer alleen was.
Haar broer, die mede opgeschrikt was in zijn slaap, had een
kamer naast de hare betrokken. Overigens is geen der reizigers
in het hótel iets gewaar geworden en het pleit voor de goede
I zorgen en de tegenwoordigheid van geest der hotelbedienden,
I dat zonder rumoer of spektakel de vereischtc hulp en de politie
zoo spoedig ontboden waren.
Het verleden der daderes wenscht de politie nog niet bekend
te maken; haar naam is Jeanne Lorette; ten onrechte werd zy
Molenbeek genoemd. Zij is geboren te Molenbeek St. Jean en
men heeft den naam harer geboorteplaats als den hare opgenomen,
i Het lijk blijft voorloopig in het ziekenhuis, om dan naar Den Haag
I overgebracht te worden, waar het door de zorgen van de leden
der Japansche legatie gebalsemd en tijdelijk op de begraafplaats
bijgezet zal worden, in afwachting van eene geschikte gelegenheid
om het naar Yedo te vervoeren. De daderes blijft voorloopig in
het huis van arrest aan de Korte Hoogstraat, waar zij zich zeer
kalm en rustig gedraagt.
Zij heeft berouw, maar erg verontrust haar de daad ook weêr
niet. 't Is of zij weinig besef van de beteekenis harer daad heeft.
Aan haar toilet blijft zij de noodige zorg bestedenDinsdag morgen
nog werd op haar verzoek een boodschap naar 't hótel gezonden
met de vraag of haar haarborstel daar ook gevonden was. Zij
miste dien en had hem noodig!
Nader ontvangen wij de volgende mededeelingen uit Den Haag
Jeanne Lorette, de daderes, kwam zich in December alhier
vestigen. Zij liet zich behoorlijk in het vreemdelingen-register
aan het centraalbureel van politie alhier inschrijven, opgevende
hier te zijn gekomen om hare studiën in de zangkunst te vol
tooien bij een bekend leeraar in den zang hier ter stede. Korte
lings geleden heeft zij nog bij de bevoegde autoriteit haar pas
doen viseeren.
De spreekwijze, dat een oogenblik somtijds veel te laat kan
zijn, is in deze tragische geschiedenis opnieuw bewaarheid.
Zaterdagochtend toch was der politie te 's Hage reeds ter oore
gekomen, dat Jeanne 't aan den zaakgelastigde aan zijne woning
lastig had gemaakt.
Onze hoofdcommissaris van politie, belast met het toezicht op
de vreemdelingen, vond die geruchten bevestigd door een lid der
Japansche legatie.
Onmiddellijk daarop gaf hij bevelen, dat de vreemde vrouw zich
gereed moest maken het land te verlaten. Terwijl de betrokken
politie-afdeeling tot de eerste uitvoering van die order overging,
had Jeanne reeds de stad verlaten, terwijl ook later bleek, dat de
heer Sakurada naar Gouda was gegaan om zich aan verdere onaan
genaamheden te onttrekken.
Zooals men weet, vond de maitresse in Gouda haar minnuar
terug en vertrokken beiden naar Rotterdam, alwaar de bloedige
ontknooping volgde.
Men houdt 't er voor, dat de zaak zulk een treurig einde niet
zou genomen hebben, indien de heer Sakurada, ongetwijfeld door
valsche schaamte weerhouden, den moed had bezeten Vrijdag of
I Zaterdag van de verhouding tusschen hem en Jeanne mededeeling
l aan zijn naaste omgeving te doen.
Nog vernemen wij, dat bij huiszoeking in de woning van de
daderes zijn gevonden een doosje met revolver-patronen, een
telegram en een enveloppe met het adres van den heer Sakurada
en de woorden „personelle" op de enveloppe.
Wij vernemen nog, zegt het Rott. N. blad, waaraan wij boven
staande bijzonderheden ontleenen, aangaande de heer T. Sakurada,
dat zijne echtgenoote in Japan gebleven was en dat hij te
Rotterdam en Brussel het leven van een vrijgezel leidde. Het
gerucht loopt, dat de vermoorde het bal masqué in het Feest
gebouw aldaar heeft bijgewoond, echter zonder de daderes, wier
rustigen slaap hij eerst had afgewacht. Deze ontwaakt zijnde,
en haar minnaar missende, zou toen het moordplan beraamd
hebben, maar eveneens gewacht hebben tot haar slachtoffer sliep.
Zekerheid daaromtrent heeft men niet, daar er vele reizigers in
het hótel waren, die nog laat in den nacht aankwamen of thuis
kwamen. Wat door ons medegedeeld is omtrent het verlangen
der daderes, dat men hare wangen met poudre de riz zou be
dekken alvorens haar het huis van arrest over te brengen is
geheel overeenkomstig de waarheid, evenals dat zij eergisteren
morgen nog andere toiletbenoodigdheden liet halen. Daarmee
wordt echter niet gezegd, dat de daderes volkomen kalm was;
integendeel was zij zeer ongedurig, zenuwachtig en opgewonden.
De Rechtbank te Rotterdam heeft tegen Marie Jeanne Lorette
rechtsingang met bevel tot gevangenhouding verleend.
Het stoffelijk overschot van den Japanschen zaakgelastigde
Sakurada is gisteren avond per lijkkoets van Rotterdam naar
zijn woning te 's Hage overgebracht. De ter-aarde-bestelling
zal Vrijdag ochtend tusschen 10£ en 11 uur op de algemeene
begraafplaats in allen eenvoud plaats hebben. Naar men verneemt
is het bericht van het later overbrengen van het stoffelijk over
schot naar Japan onjuist.
„Wat is beter, iets goeds bezeten en daarna verloren te
hebben, of dat men het nooit gehad heeft? Ik gevoel mij
nu zooveel eenzamer en hulpeloozer zonder haar, dan ik
placht te zijn eer ik haar kende.*
„De meeste menschen moeten vroeg of laat een lief
gezelschap missen; dat van eene vrouw en eene lieve
dochter en een veelbelovenden zoon is mij op mijn levens
pad ontnomen, maar, ik heb eenmaal het geluk van
hun bezit gesmaakt Onze wederzijdsche vrietid.
Doctor Blimbers's Instituut was eigenlijk eene groote
broeikas, waarin de stooktoestel onophoudelijk in werking
werd gehouden. Al de jongens bloeiden vóór hun tijd.
Geestelijke doperwtjes werden tegen Kerstmis gekweekt en
intellectueele asperges het geheele jaar door. Mathematische
aalbessen erg zuur ook rijpten in de ontijdigste
seizoenen. De natuur kwam er volstrekt niet op aan.
Maar de geforceerde kweekerij ging met de gewone na-
deelen gepaard. De vroegrijpe producten hadden den
rechten smaak niet en hielden zich ook niet goed.
Dombey en Zoon.