f Men schrijft ons van Texel, dd. 25 dezer: „Aan het verlangen van vele bewoners van het dorp Oosterend, om aldaar een hulpkantoor te verkrijgen, zal spoedig worden voldaan. Bedoeld hulpkantoor der Posterijen zal den 16 April e. k. op dat dorp gevestigd worden. Het batig saldo van de gemeentelijke gasfabriek te Alkmaar bedroeg voor het jaar 1884 de som van f 9434.74, na aftrek van aflossing en rente. Het 25jarig jubilé van een onderwijzer te Barsingerhorn eindigde dezer dagen op droevige wijze voor zes personen, die des nachts te vier uren met een wagen onderste boven in de diepe vaart geraakten, doordien het paard schrikte, toen in eene woning aan den weg het licht werd uitgeblazen. Allen werden met groote moeite gered. Enkelen waren vrij ernstig gewond en een der vrouwen had haar gouden kap er bij verloren. De leiding der werkzaamheden in de nieuw opgerichte kaasfabriek te Nieuwe-Niedorp wordt tegen 1 Mei a. s. opgedragen aan E. Roos, landbouwer in die gemeente. Door een varken van den landbouwer S. Tesselaar aldaar zijn negentien biggen geworpen, die alle nog in leven zijn en er zeer goed uitzien. Het Gerechtshof te Amsterdam deed jl. Maandag uitspraak in de zaak van den millioenenheer G. Spanjer, die voor de bekende feiten, zoo onze lezers weten, door de Rechtbank te Haarlem veroordeeld werd tot 183 dagen celstraf. Het Hof legde den beschuldigde nog zes maanden meer celstraf op dan de rechtbank. Door den heer graaf Yan Limburg Stirum Jr. is geen gratie gevraagd van de straf, waartoe hij de vorige week door de Rechtbank te 's Hage is veroordeeld. Hij heeft zich gisteren naar de cellulaire gevangenis te Am sterdam begeven, om daar op pistole zijn straf te ondergaan. Als een zeldzaamheid kan worden medegedeeld, dat een pinkvaars van den landbouwer P. Meyers, te Nieuwer- amstel, welke voor het eerst gekalfd heeft, dagelijks de aanzienlijke hoeveelheid van 24 liters melk geeft. Naar aanleiding van den moord, waarvan de heer Sakuraaa het slachtoffer is geworden, schrijft de brief schrijver uit de hofstad aan de Arnh. Crt. „De Japansche diplomaten zijn niet gelukkig in hunne Haagscbe amours. Een paar jaar geleden werd de secretaris dier legatie in een slecht huis dronken gemaakt en letterlijk van alles, wat hij niet aan de natuur te danken had, beroofd; de nachtpolitie vond hem, van alle teekenen van waardigheid en identiteit ontdaan, volkomen onherkenbaar en bewusteloos, op een bank op het Plein liggen. Den volgenden dag, toen de roes uitgeslapen was, kon de diplo maat zich doen herkennen. De dames, die hem zoo hadden toegetakeld, kregen huisvesting en voeding van Staats- wege, echter met verlies van de vrijheid, waarvan zij misbruik hadden gemaakt voor zes jaar; de legatie secretaris werd verplaatst." Blijkens de portretten, zegt de Haagsche correspon dent van het U. D., is Marie Jeanne Lorette nomen omeninderdaad eene schoone jonge vrouw, wier weel derige vormen zich uitmuntend leenen voor eene fraaie photographie. Analyseerende, komt men wel tot de slot som, dat de neus te groot en mond en lippen niet schoon zijn, noch de oogen liefelijk, maar in het rijke baltoilet, een parelsnoer om den hals, eene roos te midden van de fijne kant, en met het haar, in golven tot de knieën langs den rug neerhangende, maakt de moordenares toch, op dat portret, een qu'on me passé le mot een hoogst sympathieken indruk. Uit het 85ste verslag van het Toevluchtsoord voor Weezen te Neerbosch en Nijmegen blijkt dat de inrichting zich voortdurend in algemeene belangstelling mag verheugen. Gedurende het laatste kwartaal van 1884 is aan giften ontvangen een bedrag van f 30,879.02, behalve een reeks van doeltreffende kleedingstukken enz. Voorts beloopen de ontvangsten van druk- en bindwerk f 12778.334. Het aantal weezen beloopt thans 708. De heer J. Van 't Lindenhout, de directeur, blijft ze warm aanbevelen. Vereeniging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Holland's Noorderkwartier. Yergadering, gehouden op Woensdag 25 Maartl885, ten huize van den heer S. Nieuwboer, te Abbekerk. De Voorzitter, de heer P. Van Foreest, opende te ruim 10 uren de vergadering. Hij riep den leden, die ten getale van 83 aanwezig waren, een hartelijk welkom toe en terwijl hij aller welwillendheid inriep bij de vervulling zijner gewichtige taak, uitte hy den wensch, dat in 't algemeen onderlinge samenwer king moge worden gevonden bij de landbouwers, te midden der mingunstige tijdsomstandigheden. De notulen der vorige ver gadering werden door den Secretaris, den heer Teengs, voorge lezen en door de vergadering, die ze met blijkbare aandacht aanhoorde, bij acclamatie goedgekeurd. De vergadering ontving mededeeling, dat het ledental steeds toenemende is en thans 192 bedraagt; dat een onderzoek naar een beeld voor hunne dorstende phantasie. Daar stonden zij in de kou, tot zij met de tanden klapperden en hunne ledematen tegen de leuning schudden, zoodat zij weer in het bed moesten kruipen, om te ontdooien. Zij hoorden het gernisch van het verschuiven der stoelen, toen men eindelijk van tafel opstond, en zij moesten weer op den gang, Thinka en Inger-Johanna; Thea sliep. Zij hoorden en zagen nog beter, wanneer zij de voeten op den ondersten rand der leuning zetten, of er over hingen met de beenen opgetrokken. Thinka hield vol, omdat Inger-Johanna volhieldmaar eindelijk moest zij het opgeven, zij voelde hare beenen niet meer. En nu hing Inger-Johanna daar alleen over de leuning. Eene lauwe, zware lucht van punch en tabak steeg langs de trap naar boven, en telkens als de deur beneden openging en zij in het door den rook blauw gekleurde licht keek, hoorde zij ofïïciersnamen, afgebroken gelach, luidruchtig volgehouden bewe ringen, krachtige betuigingen bij alle mogelijke en onmogelijke boven- en onderaardsche machten, en daartusschen de opgeruimde stem van haar vader telkens afgebroken als de kamerdeur dichtviel. Toen Inger-Johanna weer in het-bed kwam, lag zij er over na te denken, dat kapitein Rénnow haar tweemaal gevraagd had, hoe zij heette en hoe hij aan de speeltafel gezegd had„Ik zou haar wel mee naar Cliristiania willen nemen en bij uwe zuster brengen. Wij zouden furore met haar maken!" En dan verder: „Ik meen natuurlijk, hoe de luitenant voor den blinde speelt." Net alsof zij hem niet begreep! De wind nam toe en blies om den hoek van het huis, bromde en gierde door een grooten schoorsteen, en zij hoorde nog half in den droom kapitein Rónnows: troef, troef, troef, troef! Wordt vervolgd.) de oorzaken van 't blauw worden van kaas, schoon man ziph ook al tot het Proefstation te Wageningen heeft gewend, alsnog tot geene geheele bevredigende uitkomst heeft geleid; dat certri ficaten ten aanzien van vee, dat naar Amerika wordt verscheept, op gezegeld papier moeten geschreven zijndat door het Bestuur een adres is gericht tot HH. Provinciale Staten in Noordholland, 't verzoek inhoudende om eene subsidie ten behoeve van eene te stichten vakschool voor zuivelbereiding in deze provincie; dat te Gouda een tentoonstelling van vee zal plaats hebben; en dat door K. Louw pakjes, bevattende kaasstremsel en kleursel, met geleidende missive bij 't Bestuur zijn ingezonden, die voor de leden ter beschikking worden gesteld. Eene missive van de afdeeling Leiden der Maatschappij van Landbouw om mede pogingen bij de Hooge Regeering aan te wenden om den doorvoer van schapen uit Duitschland aan het noodige toezicht te onderwerpen, werd niet behandeld, eenvoudig omdat die doorvoer sedert verboden is. Door den Secretaris werd gelezen het jaarverslag over 1884, dat een aantal lichtpunten aanwees en de goedkeuring der ver gadering verwierf. Door den heer J. J. Enschedé werd, namens de Commissie voor 't nazien der rekening en verantwoording over het vorige jaar, rapport uitgebracht. De Commissie had die rekening in volkomen orde bevonden en stelde voor om haar, onder dankbetuiging aan den Secretaris-penningmeester, goed te keuren. De ontvangsten hadden bedragen f 3354.de uitgaven f 3222.924, saldo f 131.074- Overeenkomstig de conclusie van het rapport der Commissie, werd de rekening goedgekeurd. De heer S. De Jong, van Oudorp, lid van het Bestuur, besprak de wenschelijkheid, dat de te benoemen afgevaardigde naar de vergadering der Vereeniging „Het Nederlandsch Rundveestam boek" in die bijeenkomst de wenschelijkheid zou bepleiten van nog voor dit jaar geldende gunstige bepalingen ten aanzien van den invoer van vee in Amerika. Spreker deed opmerken, dat, volgens een telegram uit Chicago, aldaar bepaald is, dat voor hokkelingen de eisch wordt gesteld, dat hunne ouders van weêrs- zijden moeten zijn ingeschreven in het Rundveestamboek. Hij wees op de bezwaren, daaruit voor den veehandel voortspruitende. Op die belemmering toch was niet gerekend. Er volgde eene levendige discussie, waaraan, behalve door den Voorzitter, door de heeren Breebaart, Zijp, Waller, Zuurbier, Tense en De Jong werd deelgenomen. Naar aanleiding dezer discussie werd door laatst genoemde een bepaald voorstel gedaan, dat echter door de ver gadering met 49 tegen 34 stemmen werd verworpen. In de vergaderzaal prijkte de keurige étalage, die door de Vereeniging geplaatst is geweest op de Internationale Tentoon stelling te Amsterdam. Door het Bestuur werd het voorstel gedaan om de flesschen, die deel hebben uitgemaakt van bedoelde étalage, te verkoopen. Onderscheidene leden uitten den wensch, dat de étalage in haar geheel behouden blijve en bij acclamatie werd daartoe ook besloten, nadat de heer Zijp, van Abbekerk, zich belast had met het bewaren er van. Na de pauze werd mededeeling gedaan van den uitslag der gehoudene verkiezingen. Benoemd zijn: a. tot afgevaardigde naar de vergadering der Vereeniging „Het Nederlandsch Rund veestamboek de heer D. Breebaart, te Winkel; b. tot idem naar het Landhuishoudkundig Congres te Gouda de heer J. Zijp Kz., te Abbekerkc. tot leden des Bestuurs, ter vervanging van de heeren Jhr. mr. P. Van Foreest, J. Breebaart Kz. enJ. Zijp Kz., de heeren N. Loder, te Winkel, C. Wijdenes, te Opperdoes en S. Kramer, te Koedijk. Uit het nu weder vol tallige Bestuur werd met 70 stemmen tot Voorzitter gekozen de heer S. de Jong, te Oudorp. Op voorstel van het Bestuur werd bepaald, dat de najaars vergadering in November a. s. zal plaats hebben te Purmerend. Over de voorstellen van het Bestuur betreffende de te houden Tentoonstelling van stieren en pinken had eene langdurige ge- dachtenwisseling plaats. Achtereenvolgens werd besloten, dat de bedoelde Tentoonstelling op Dinsdag 28 April op het Doden veld te Hoorn zal plaats hebben; dat er zullen zijn vier rubrieken, twee voor jarige stieren en twee voor hokkelingendat de prijzen zullen bestaan in f 50, f 30, f 20, f 10 en een getuigschrift; dat in dank zullen worden aanvaard twee zilveren medailles, ter waarde van f 50, toe te wyzen uitsluitend aan dieren van zwartbont en goed melkgevend ras; dat de entrée voor 't bezoeken der Tentoonstelling 50 cents zal bedragen, voor dames 25 cents. Aan deze Tentoonstelling wordt, volgens punt 11 van den agenda, toegevoegd eene Tentoonstelling van schapen en rammen van zuiver Texelsch ras. Hiervoor worden uit geloofd: voor 4 ooien met lammeren prijzen van f .30 en f 15 en 1 getuigschrift; en voor een ram, kortstaart, mede van zuiver Texelsch ras, prijzen van f 20 en f 10 en 1 getuig schrift. Bij de discussie over dit onderwerp werd o. a. door den heer Enschedé de vraag gesteld: welke zijn de bepaalde ken- teekenen van eene goede melkgeefster bij het rundvee? Op deze vraag werd geen beslissend antwoord gegeven en alleen ver zekerd, dat bij de Tentoonstelling de leden der jury de noodige bekwaamheid wel zullen bezitten om hierover te oordeelen. Levendig was mede de discussie over het voorstel van het Bestuur om in 't belang der Paardenfokkerij f 500 beschikbaar te stellen, ten einde b. v. 3 jaar lang een paar uitmuntende fokdieren in het Noorderkwartier te stationeeren. Bij deze gedachten- wisseling werden medegedeeld adviezen van de heeren Yan de Wal te Haarlem en Hengeveld te Alkmaar, beiden veeartsen, alsmede van den heer Jan Bakker te Wieringerwaard. 't Houden van voorle zingen, 't uitloven van prijzen en premiën en 't ondersteunen van hengsten-vereenigingen werd aanbevolen. Door den Voorzitter werd medegedeeld, dat hij met den Secretaris op audiëntie is geweest bij den minister van Oorlog, ter zake van de eischen, gesteld bij den aankoop van remonte-paarden. Veel licht is echter bij die bespreking met den minister niet ontstaan. De Voorzitter gaf daarop in overweging eene Ver eeniging te organiseeren, die zich ten doel stelt, zoo mogelijk, drie uitmuntende hengsten, b.v. te Hoorn, te Alkmaar en te Schagen te stationeeren. Aan zulk eene Vereeniging zou hij, in 't belang der paardenfokkerij, eene jaarlijksche subsidie willen toekennen. Door onderscheidene leden werd gewezen op een paar zeer goede fokdieren, die in 't Noorderkwartier reeds aanwezig zijn, nl. één te Wieringen en één op de Modelhoeve. Nog ontstond er eene discussie over de meerdere en mindere voortreffelijkheid van het Oldenburger en het Mecklenburger ras. By acclamatie werd ten slotte aangenomen het voorstel om gedurende driejaar, te beginnen in 1886, f 500 tot het boven omschreven doel af te staan, het aan 't Bestuur overlatende, om de uitvoering hiervan voor te bereiden. De behandeling van punt 13 van den beschrijvingsbrief: Voorstel van het Bestuur om andermaal pogingen aan te wenden ter ver krijging van eene billijke heffing der wik- en weegloonen, in overeenstemming met het bepaalde in art. 254 van de gemeente wet, op de markten te Alkmaar, Hoorn en Purmerend, werd op uitmuntende wijze ingeleid door den heer De Jong, van Oudorp. Interessante bijzonderheden werden door spreker vermeld omtrent het ontstaan dier rechten te Alkmaar en na eenige discussie, waaruit bleek, dat de genoemde gemeenten heel wat voordeel trekken van die loonen, werd bij acclamatie besloten, het Bestuur te machtigen om zich tegen den tijd als de bekende uitzonderings wetten weder in behandeling komen, d. i. in 1886, een adres, in den geest van het voorstel, bij de Tweede Kamer in te dienen. Uit de kas der Vereeniging werd 50 beschikbaar gesteld voor de Tentoonstelling van fokvee te Alkmaar en f 25 als bijdrage voor den „Sloetprijs." Met 48 tegen 35 stemmen werd beslist, dat de gouden medaille, die de Vereeniging te Amsterdam verwierf, niet zal worden verzilverd, zooals door 't Bestuur in het financieel belang der Vereeniging werd voorgesteld. Plannen ten aanzien van de varkensfokkerfl werden, met het oog op het verbod van in- en doorvoer uit Duitschland, verdaagd. De begrooting voor het eerstvolgende Vereenigingsjaar werd bij acclamatie goedgekeurd en vastgesteld tot een bedra^ van i 2393.624. Door den heer Zyp, van Abbekerk, werd voorgesteld om de op te richten Vereeniging tot wering van knoeierij in den botcr- handel zedelijk en stoffelyk te steunen. Zyn voorstel, dat deze Vereeniging als donatrice zal optreden werd aangenomen. Op voorstel van den heer Waller zal door 't Bestuur op den agenda voor de volgende vergadering vermeld wordenBespre king van het protectionisme toegepast op den landbouw. Met een gepast woord werd door den Voorzitter de vergadering gesloten. Gemeenteraad van Helder. Zitting van DINSDAG 24 MAART 1885. Voorzitter de heer Burgemeester. Tegenwoordig eerst 15, later 16 leden; afwezig de heer Hordijk. De tribune is vrij talrijk bezet. Na de opening der zitting worden de notulen der vorige ver gadering gelezen en goedgekeurd. Door den Voorzitter wordt, namens B. en W., ter tafel gebracht, het primitief kohier van den hoofdclyken omslag, voor den dienst van 1885, ten bedrage van f 29613.17, alsmede het voljaars- kohier der belasting op de honden, voor datzelfde dienstjaar, tot een bedrag van f 1297. Beide kohieren worden met eenparige stemmen goedgekeurd en vastgesteld. Ze zullen alsnu voor belanghebbenden ter visie worden gelegd. De vergadering ontvangt mededeeling, dat de heer Ch. Van Veen bedankt heeft voor 't lidmaatschap der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. Door die Commissie wordt, ter vervulling dier vacature, 't navolgend dubbeltal aan geboden: 1ste candidaat de heer J. C. Jansen; 2de candidaat de heer F. S. C. M. Wijs. Nadat de heer J. C. Jansen verzocht had, voor deze benoeming niet in aanmerking te komen, wordt de heer Wijs met algemeene stemmen gekozen. Mede met algemeene stemmen wordt benoemd tot onderwijzer aan de Gemeenteschool No. 5 de heer D. Van Zoonen, alhier. Er geschiedt voorlezing van een adres van den heer A. J. De Jongh, gemeente-ontvanger, inhoudende het verzoek om een deel van zijn borgtocht, ad f 10,000, thans uitsluitend bestaande in inschryving op het Grootboek der Nat. Werk, Schuld, voor het vervolg te geven by wijze van hypotheek op het door hem bewoond wordende huis aan de Dijkstraat. De Voorzitter verzekert, dat B. en W. in deze geen advies wenschen te geven, maar de beslissing overlaten aan den Raad, om bij stemming uit te maken of men al of niet in dit verzoek wenscht te treden. De heer Hattinga Raven ondersteunt dit verzoek en doet uitkomen, dat de gemeente daardoor geen schade kan lijden. De heer H. Janzen vraagt of de waarde van het bedoelde pand al bepaald is; waarop de Voorzitter antwoordt, dat dit eerst in behandeling kan worden genomen, na de beslissing over het beginsel. De heer Strikwerda oppert twijfel of wel beide inschrijving op het Grootboek en hypotheek tegelyk voor ééne borgstelling kunnen worden toegelaten. De Voorzitter stelt den heer Strikwerda hieromtrent gerust. De heer H. Janzen wyst nog op 't gevaar voor brand en daardoor te lyden schade. Tot stemming overgaande, wordt het verzoek van den heer De Jongh toegestaan, met 12 tegen 4 stemmen. Tegen stemden de heeren Van Gijn, Maalsteed, Braaksma en de Voorzitter. Er geschiedt voorlezing van het rapport der Commissie voor de Gemeentewerken in zake den bouw van een lokaal voor de Vischafslag nabij den mond der haven. De Commissie acht de voorwaarden, door de Regeering gesteld, te bezwarend; zy wijst op het ongerief, dat op die plek geen vergunning bestaat om visch te lossen, en op den mingunstigen toestand der gomeente- financiën. Op grond van een en ander stelt zy voor, om voor- loopig aan 't plan om bedoeld lokaal te stichten geen gevolg te geven. De heer H. Janzen treedt in breedvoerige beschou wingen omtrent den loop der zaak betreffende de reorganisatie van den afslag van zeevisch. Hij wijst daarby op de herhaal delijk ondervonden tegenwerking van de zijde des Burgemeesters. Deze verzet zich tegen elke verandering in den bestaanden toestand, hoe nuttig en noodig die ook wordt geacht. Spreker doet uitkomen, dat de Burgemeester op zijn hoogen leeftyd de zaken liefst zoo wil laten als ze zijn. Daarna doet spreker uitkomen, dat de tegenwoordige tijdsomstandigheden dringend eischen, dat men met kracht en energie te werk ga om te behouden wat men heeft en de bronnen van welvaart, zoo mogelijk, uit te breiden. Spreker merkt op, dat de visscherij hier een voorname bron der welvaart is en deelt mede, dat in de laatstverloopene weken niet minder dan 300 huisvaders voor hunne gezinnen brood hebben verdiend met de vangst van kustharing. Door de visschery vooral heerscht hier, in tegenstelling van andere plaatsen, nog veel welvaart. Die welvaart wil spreker bestendigd zien door doeltreffende maatregelen. Alle leden zyn overtuigd van de wenschelijkheid eener reorganisatie, alleen de Voorzitter niet. Ware de Raad niet overtuigd geweest van het wenschelijke der ver betering, er zouden niet herhaalde malen Commissiën zijn benoemd om de belangen van den vischhandel te bevorderen. Wel heeft, volgens spreker, de bedoelde Commissie herhaaldelijk ondervonden eene veelvermogende tegenwerking, die van hier uitging, en ook nu nog wordt gedurig herhaald, dat van het afslaglokaal, al wordt het tot stand gebracht, geen gebruik zal worden gemaakt. Hij acht het tot stand komen van zulk een gebouw, dat het eigendom van de gemeente moet zijn, zeer dringend noodig, niet slechts om dat gebouw zelve, als wel om de reorganisatie, die er het gevolg van zal wezen. Hy herinnert, dat de Voorzitter, tegenover de eenvoudige eischen der Com missie, stelt de meest onbereikbare middelen tot uitbreiding van den vischhandel. Hij betreurt het, dat de losplaats niet nabij den mond der haven is, maar gelooft toch, dat het afslaglokaal, ook omdat de meeste vischkoopers nabij het Havenplein wonen, en daar hunne pakhuizen hebben, nabij dien mond moet gevestigd worden. Spreker roept tegenover het advies der Commissie voor de Gemeentewerken de hulp zijner medeleden in, en gelooft, dat als de veelomvattende arbeid der Commissie in zake den visch handel beloond moet worden met een uitslag als in 't rapport- wordt bedoeld, geen Raadslid meer in eenige Commissie zou willen zitting nemen. De Voorzitter merkt op, dat hy gedurende 32 jaren Voor zitter van den Raad is geweest, dat hij {nimmer ééne zitting heeft verzuimd, doch in al die honderden zittingen niet éénmaal zulke beschuldigingen heeft moeten hooren, als nu door den vorigen spreker zijn geuit. Hij verklaart in zake de bewuste zaak van den Vischafslag nimmer invloed te hebben, uitgeoefend op een der leden van den Raad, nooit eenigen invloed heeft doen gelden bij eenigen minister of bij den Commissaris des Konings. 't Geen de heer Janzen tegen mij heeft ingebracht zoo merkt de Voorzitter op is een beschuldiging, een afkeuring van 't geen door mij is gedaan. Ik laat de beslissing hierom trent aan eene stemming van den Raad over. Bij stemming werd met 14 tegen 2 stemmen een goedkeurend oordeel uitgesproken. Tegen stemden de heeren Strikwerda en Janzen. Na dien uitslag der stemming werd door den Voorzitter de behandeling der zaak zelve, die aan de orde was, voortgezet. De heer Strikwerda herinnert aan de opdracht, indertijd aan de Commissie voor de reorganisatie van den Vischafslag gedaan, en aan den gunstigen uitslag, waarmede de pogingen dezer Com missie eindelijk werden bekroond. Hij dringt er dus op aan, om te blijven volharden by het eens genomen besluit en dus de con-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 2