HELRERSCHE EN NIËUWËD1EPER COURANT. Nieuws- eo AlvertentieMail voor Hollands Noorderkwartier. 1885. N°. 38. Jaargang 43. Zondag 29 Maart. „Wij huldigen het goede." Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag. Abonnementsprijs per kwartaal0.90. franco per post 1.20. Uitgever A. A. BAKKER bureau: molenplein. Cz. Prijs der Ad vertentiën: Van 1t regels 60 cents, elke regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager. JBi nnerilan cl. In een jl. Woensdag te 's Hage gehouden vergade ring van Ridders der Militaire Willens-orde beneden den rang van officier, werd besloten het 70jarig bestaan dier orde, op 30 April a. s. feestelijk te herdenken. De feest viering zal bestaan in een diner en kameraadschappelijk samenzijn te 's Hage, waartoe alle ridders beneden den rang van officier worden uitgenoodigd. De kosten worden gesteld op 5 gulden per persoon. Het bestuur is samen gesteld uit de heeren: C. Reedijk, President, K. P. C. v. De Bazel, Secretaris, F. A. Yan Bijlevelt, Penningmeester, W. L. J. M. Van Ishoven en J. H. Coronel, commissarissen, allen te 's Gravenhage. Ridders der Militaire Willems orde, uit het geheele land, die aan de feestviering wen- scheu deel te nemen, worden uitgenoodigd daarvan vóór 15 April a. s. aan een der leden van het bestuur kennis te geven. Vermits het den minister van Oorlog is gebleken, dat niet door alle militaire autoriteiten met genoegzame ge strengheid de vastgestelde voorschriften tot het ontzeggen van het recht om buiten dienst het zijdgeweer te dragen werden toegepast, en dat het misbruik maken door mili tairen, zelfs door gegradueerden, van hunne wapenen nog herhaaldelijk plaats vindt, heeft hij het noodig geacht, die voorschriften te verscherpen en uit te breiden. Iedere overtreding, waarbij misbruik van wapenen plaats heeft, zelfs al wordt daarbij aan niemand letsel toegebracht, zal voortaan met onverbiddelijke gestrengheid en op voorbeeldige wijze worden gestraft. Voor zoover de straf niet bestaat in plaatsing bij het algemeen depót van discipline, zal daarmede steeds het repressief verbod tot het dragen van wapenen voor geruimen tijd gepaard gaan. Een gegradueerde zal eventueel vooraf tot soldaat behooren te worden terug gesteld. Door de te Terschelling gevestigde tooneelvereeniging De Dageraad zijn twee voorstellingen gegeven ten behoeve van het aldaar bestaande Willem Barendsz-fonds. De heer Kramer stond hiervoor zijn zaal kosteloos af. De netto opbrengst bedroeg omstreeds f 65. Als een bewijs dat de uienteelt op het eiland Tolen van vrij groot belang is, kan dienen, dat in de haven der gemeente St. Maartensdijk ingeladen zijn 34,094 HL. uien van de teelt van 1884. De opbrengst hiervan beliep f 54,291.70, hetwelk een gemiddeld bedrag van ongeveer f 1.60 per HL, bedraagt. Men schat de nog in den omtrek oorhanden zijr.de onverkochte uien op 1000 HL. De heer Marlet trad jl. Maandag avond op in eene vergadering der te Haarlem gevestigde afdeeling van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, ter bespreking van den melk-uitvoer, de voordeelen daarvan en de voer waarden, daaraan verbonden. Dat deze uitvoer vooral in onze tijden van lage boter- en kaasprijzen ver boven zuivel bereiding te verkiezen zou zijn, achtte spreker boven alle bedenking verheven. Wel zouden er in den beginne vooral eenige bezwaren aan verbonden zijn, maar deze moesten geenszins onoverkomelijk worden geacht. De methode van Pasteur, in het groot toegepast, gaf het middel aan de hand om de melk ook bij een minder snellen overtocht volkomen voor bederf te bewaren, en het hing dus alleen van den goeden wil der afleveraars af om de onderneming in dit opzicht te doen slagen. Wat den verkoop in Engeland betreft, ried spreker aan, dat deze door de belanghebbenden zeiven geschiedde, daar men ongetwijfeld op grooten tegen stand zou stuiten. Waar evenwel de Denen voor hunne boter eene markt hadden weten te vinden, konden de Hollanders verwachten, indien ze slechts goede melk leverden, ook daarvoor geregelde afnemers te verkrijgen. Konden daarenboven de stoombooten, die voor deze onderneming voeren, niet geheel voor het doel worden bestemd, dan waren er vooral uit dezen omtrek nog genoeg artikelen van dagelijksch gebruik, die te Londen ter markt konden worden gebracht, zoodat uit een en ander kon worden besloten, dat eene dergelijke onderneming kans van slagen had en de landbouw in Nederland daardoor grootelijks zou worden bevoordeeld. Na eenig debat werd de vergadering door den voorzitter met een woord van dank aan den spreker besloten, waarmede de aanwezigen blijkens hun applaus ten volle instemden. Over den aankoop van remontepaarden schrijft de Prov. Gron. Crt. „Van de 17 paarden, die te Winschoten aangeboden waren om ingeschreven te worden in het Nederlandsche paardenstamboek, werden er 10 die eere waardig gekeurd. Wie hieruit nu afleiden mocht dat men zich in een deel s) EEN N00RSCHE GESCHIEDENIS, door JONAS LIE. Ma ging den volgenden dag als gewoonlijk met den sleutelbos het huis rond; zij had dien nacht bijna niet geslapen. Zij was vóór den tijd oud geworden door de zorgen voor het huishouden, zooals zooveel andere ma's in dien tijd, oud, omdat zij nooit over voldoende geldmiddelen kon beschikken, omdat zij zich in allerlei bochten moest wringen, omdat zij zich steeds als niets moest voordoen en toch alles zijn de eenige, die al de zorgen van het huis droeg. Maar „men leeft immers voor de kinderen!" Dit was ma's verzuchting haar troost. De tijd was nog niet gekomen voor de ma's met het vraagstuk, of het eigen leven ook niet zijne eischen moest doen gelden. Maar de kinderen hadden vacantie, en dadelijk na het ontbijt stormden zij de groote kamer binnen. De speeltafel was weer naar den wand verplaatst; de kaarten lagen ordeloos over het papier verspreid, waarop de aanteekeningen van winst en verlie3 ge3teld waren en dat samengevouwen en aan het eene einde als fidibus gebruikt was. Daar naast lagen de drie pijpen. Het eene raam stond nog open, niettegenstaande de wind de haken, waarmee het werd vastgebonden, teisterde. Er was iets in het vertrek eene sterke lucht, die niet aan genaam was.... maar toch ook iets, dat het wel was de her innering van eene niet alledaagsche gebeurtenis. Voor het venster stond Ola met de handen aan de schop in de diepe sneeuw en luisterde naar Marit, die hem medededeelde, dat de kapitein 's morgens een halven daalder als fooi op de tafel van de logeerkamer gelegd had en de luitenant twee twaalf- skillingen onder het snuiterbakje, en boe mevrouw die onder de meiden had verdeeld. „De luitenant was lang niet scheutig," meende Marit. „Weet je dan niet, meid, dat een iuitenant den kogel krijgt, als hij zooveel geeft als zijn kapitein riep Ola haar na, terwijl zij zich met den sleutel der provisiekamer en het meelvat naar binnen spoedde. In de slaapkamer van den kapitein hoorde men den ganschen voormiddag het geluid van zijn gesnork. De gasten waren niet te bed geweest en des morgens te zes uur vertrokken, toen de tJtyds voorkwam nadat ook de tweede flesch van Rónnows Indische arak er aan had moeten gelooven en een ontbijt met brandewijn, gezouten varkensvleesch en de rest van het kalfs- gebraad hen voor de reis gesterkt had. Maar de vacantie moest genoten wordenDe zusters bonden voor het huis de sneeuwschaatsen aan en Jurgep ondernam het waagstuk, in eens van de hooge stoep af te steken. Weldra vlogen zij den langen, steilen heuvel achter den veestal af met den balanceerstok in de hand en de bouffante in den nek. Inger-Johanna was op het punt, het evenwicht te verliezen maar zij hield zich toch staande! Het kwam, omdat zij naar het raam van de slaapkamer keek, om te weten, of haar vader haar ook zag. Hij was eindelek opgestaan en kleedde zich aan. Ma had het tegen het etensuur gewaagd, hem te wekken. van het Oidambt en VV estei wolde er op toelegt om flinke paarden aan te fokken, heeft gerekend buiten de remonte. De remontemarkt, Vrijdag te Winschoten gehouden, laat voor dergelijke meening geen ruimte. Dat men paarden fokte, althans had, bleek, want er waren niet minder dan 155 ten verkoop aangeboden. En niet de eigenaar alleen, maar ook anderen, die zich „kenner„ meenden, vonden dat er prachtige dieren onder waren. De commissie voor den aankoop van ramontepaarden wist het anders, wist het beter. Zij liet de rossen voor hare kennersoogen defileeren en zou terug roepen, die in aanmerking konden komen. Maar zij riep niet terug. Ja toch. een drie- of viertal. Bij nauwlettend bezien bleek het echter alras, dat ook deze geen genade mochten vinden in der heeren oogen. Men kon gaan gelijk men gekomen was, men was alleen eene illusie armer geworden. Dat van de millioenen voor Oorlog iets zou kunnen komen in den zak van den Ned. landbouwer, dat de paarden voor ons leger zouden gefokt worden in ons land, dat de voordeelen daarvan zouden vloeien in Nederlandsche beurzen dat bleken lucht- kasteelen te zijn geweest. Men heeft den adresseerenden landbouwers den zin gegeven, men heeft overal remonte- markten georganiseerd, doch wat helpt het als onder anderhalf honderd paarden nog niet één goed genoeg is om een soldaat van het Nederlandsch leger op zijn rug te hebben I Dan is er niets aan te doon. De landbouwer moet dan maar zien, dat hij aan voerlui en scheepsjagers de gewrochten 'zijner paardenfokkerij slijt, voor het Neder landsche leger mag hij bijdragen leveren in specie, Wat van dergelijke dingen te zeggen? Is liet treurig, is het bespottelijk? Of is liet nog iets anders?" Vreemd dat men opmerkzamer zoekt naar gebreken bij paarden dan bij menschen, die voor 't leger dienen moeten De Amsterdamsche Omnibus-Maatschappij vervoerde in 1884 10,606,609 passagiers, tegen 12,107,333 in 1883. Met inbegrip van overstapkaarten stijgt het personenver- tot 15,026,194. De Maatschappij bezit 553 paarden, 178 tramwagens, en heeft 630 man vast en 100 losse werk lieden in dienst. De voeding per paard per Jag was f 1.04. De gemeente Amsterdam bekomt als winstaandeel 74,231, terwijl voor stratenonderlioud f 14000 wordt bijgedragen. Het dividend is na vele afschrijvingen vastgesteld op 10 pCt. Twee dagen voor Kerstmis wachtte men Ola en „de zwarte" met de vracht uit Christiania, waar men tweemaal in het jaar tegen St.-Jan en Kerstmis heenging, om waren ten behoeve van het huis op te doen. Heden was het de negende dag; maar bij een weg als de tegenwoordige, waarop de paarden bij iedere schrede in dc knieën zakten, wist niemand met zekerheid het uur van terug komst te bepalen. De kinderen waren des namiddags op verkenning uitgegaan. Na een moeielijken tocht op den gladden, glooienden weg ont dekten zij eindelijk den vrachtwagen. In vliegende vaart en onder het geblaf van den aan het eene oog defecten Pasop hadden zij spoedig den zwarte bereikt, die, ondanks de krachtsinspanning, welke van hem gevergd werd, bij het zien van bekenden gezichten van blijdschap hinnikte en op zijn gebit knabbelde van verlangen naar den stal en het gezelschap van den bruine. Het dier had genoeg van de reis en werkte zich in het zweet, om den Gilje- heuvel achter den rug te krijgen. Marit de keukenmeid en Torbjórg stonden in het keukenportaal de drie meisjes en Jurgen drentelden om den wagen en het paard, en de kapitein zelf kwam de stoep af. „Nu, Ola! hoe heeft de zwarte zich gehouden? In het zweet en dood op, zie ik. Heb je de uniformsknoopen meegebracht?.... Goed zoo. Je hebt toch de tabak niet vergeten? En het horloge, hebben ze er ook iets aan kunnen doen? Heb je de nota? Goed zet nu den zwarte maar op stal, hij moet vandaag een extra-ration haver hebben. Wat wat heb je daar?" Ola had uit den binnenzak van zijn wambuis behalve de nota een in papier gewikkelden brief voor den dag gebaald blauw postpapier met een fraai rood zegel. De kapitein staarde oen oogenblik verrast op het papier. Het was de hand van dc vrouw van den stiftsamtman en het lak droeg haar cacket; hij spoedde zich naar zijne vrouw. De stadsvracht de groote gebeurtenis in ieder half jaar bracht het geheele huis in spanning. De inhoud maakte niet alleen de belangstelling der kinderen, maar ook die van al dc huisgenooten gaande. Toen Ola dan ook 's avonds in de keuken zat, waar hij getracteerd werd, en van zijn tocht in de stad en en van den „zwarte en ik" vertelde en welke wonderen zij ver richt hadden op dezen en dien heuvel de vracht woog ditmaal minst een half schippond meer dan laatst stond er oen soort van stralenkrans om zijn persoon en den zwarte. Op een avond had het dier zelf den weg in den sneeuwstorm gevonden, en eens was de zoutzak vergeten, en toen was dc zwarte niet van de herberg af te krijgen, maar sloeg bij iedcren zweepslag met den staart en keek aldoor achterom, totdat de meid naar buiten kwam loopen en riep, dat de zak vergeten was. De kapitein was naar binnen gegaan en liep eene poos de kamer op en neer, met het blauwe postpapier in de hand. Hij keek heel boos naar ma, omdat zij meer aan de vracht scheen te denken, dan hetgeen hij haar had mede te deelen. Zij had slechts zachtjes gezegd, dat zij daarover van avond zouden spreken. „Luister dan toch eens, ma Inger-Johanna is aanstaanden winter te logecren gevraagd.... dat hebben wij aan Rónnow te danken. Dat is zeker. Wat, wat?„ vervolgde hij opstuivende, „is dat niet zeker.... of zoek je daar ook weer iets achter?" „Neen, neen, Jaeger." „Nu, dan moest je eens ophouden met het overlezen van de goederen-lijst; je zit daar te zuchten en je te verdiepen in geheim zinnige berekeningen, wat mij altijd dol in het hoofd maakt. Je weet, dat ik er zoo'n hekel aan heb ik marcheer altijd recht op het doel af." „Ik dacht maar aan uwe uniformjas of de kleermaker het overschot van het laken heeft meegezonden, je weet..." „Je hebt gelijk, je hebt gelijk, Gitta!" En hij snelde de kamer uit. In de keuken was men ijverig bezig met het op- en uitpakken voor de van vele vakken voorziene specerijkast, waar rozijnen, pruimen, amandelen, verschillende soorten van suiker, kaneel en andere kruiderijen elk hare plaats kregen. Nu en dan viel er als eene schatting aan elk der kinderen een pruim, een paar amandelen of rozijnen af het viel niet te ontkennen, dat de ontpakking van den vrachtwagen als een voorloopige kestavond beschouwd werd. De kapitein moest eerst de inktkruik, de tabak en de „sterke zaken" hebben, die in den kelder moesten bewaard worden al het andere werd op zij geschoven. En daarna vloog hij in en uit met deze of gene rekening in de eene en eene ganzepen in de andere hand, om ze te vergelijken met de geheele nota, die mevrouw met een spijker aan de bovendeur van de kast had vastgeslagen. „Ma, kunt gij zulk eene optelling begrijpensprak hij, terwijl hij eensklaps voor de nota bleef staan, die ten slotte, als altijd, juist bevonden werd. Hij keerde zich, nog altijd nadenkende, om en veegde de pen aan zijne roodbruine pruik af. Hij werd altijd wanhopig, als hij -eene rekening zag. Eene rekening had op hem dezelfde uitwerking als eene roode lap op een os, en wanneer, zooals nu, alle halfjaarsrekeningen op eens kwamen aanstormen, bulderde en Jbrulde hij. Het was niets nieuws voor zijne vrouw, die geleerd had, op handige wijze den os bij de horens te vatten. Driftig de hand aan de deurklink slaande, kwam hij, de pruik scheef op het hoofd, naar binnen stuiven. „Vier en zeventig speciedaalders, drie ort en zeventien skillingl... Vier en zeventig speciedaalders drie ort en zeventien skilling 't is om dol van te worden! En dan hebt gij succade besteld succade!" Zijne stem ging in den falset-toon over en hij lachte schamper: „Hé, hé, hé, hé, hé, waar halen wij het alles vandaan? En dan amandelzeep voor de logeerkam^j!" Het laatste werd met eene diepe basstem gesproken. Ik kan'niet begrijpen, hoe je daarop gekomen zijt!" „Mijn lieve man, dat hebben wij als toegift gekregen zie je wel, dat er vajs voor in rekening gebracht is?" „Toegift?. toegift... Ja, nu ziet gij hoe ze ons mijden! Vier eó, v int'o speciedaalders, drie ort en zeventien skilling het is oss^een schrik op het lijf te krijgen hoe zal ik aan het geld komen?" „Maar gij hebt het al betaald, Jaeger!... Denk aan de dienst boden!" fluisterde zij haastig; het was een stil verzoek, om de rest van de uitbarsting tot den avond te bewaren, als zij alleen zouden zijn. De verschillende uitingen van den volbloedigen man naar aan leiding van de rekeningen gingen dien namiddag over het huis, gelijk een onweder vóór Kerstmis, dat de lucht zuivert. Ver- Een rigsdaler 6 mark 96 skilling f 1.40. Ongeveer 80 kilogram.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 1