HELDËRSCHE
i:V NIEUWEDIEPËR COURANT.
Nieuws- en AivertentieliM voor Hollands Noorderkwartier.
1885. N°. 42.
Jaargang 43.
Woensdag 8 April.
BEKENDMAKING.
NATIONALE MILITIE.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaalf 0.90.
f.'anco per post 1.20.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiën: Van 14 regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij abonnement belangrijk lager.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente Helder
geven bij deze kennis, dat de MILITIERAAD van het Derde
District in Noordholland de tweede zitting zal honden te Hoorn,
er. wel voor zoo verre deze gemeente betreft, op Dinsdag den
veertienden April 1885, des namiddags ten 'een ure.
Volgens artikel 88, in verband met artikel 92 der Wet op de
Nationale Militie, moet voor die zitting verschynen hy, die voor
een loteling als plaatsvervanger of als nummerver wisselaar verlangt
op te treden.
In die zitting wordt tevens uitspraak gedaan omtrent alle in
de eerste zitting niet afgedane zaken.
Helder, den 25 Maart 1885.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
STAKMAN BOSSE, Burgemeester.
C. BOON, Secretaris.
BlnnenlancL
HH. MM. de Koning en de Koningin met gevolg
arriveeren heden middag te Amsterdam. Van daar ver
trekken HH. MM. met H. K. H. Prinses Wilhelmina
Maandag a. s. naar het Loo, om aldaar een maand te
blijven.
Door de ijverige commissie, die het 70jarig bestaan
der Willemsorde ook door leden dier orde beneden den
rang van officier feestelijk wil doen vieren, is aan de
verschillende spoorwegbesturen verzocht om retourkaarten
naar Den Haag (van 30 April tot en met 2 Mei geldig)
tegen betaling van een enkele reis voor de deelnemers
beschikbaar te willen stellen.
Te 's Graven zande zijn de pogingen der sociaal
democraten om proselieten te maken mislukt. Na de lezing
daar door den heer Domela Nieuwenhuis gehouden, volgde
gelach en rumoer. De zaal werd allengs ontruimd, maar
et volk bleef buiten staan, schreeuwende en dreigende.
Toen het tijd werd om met de tram naar Den Haag terug
te keeren, verlieten de socialisten aaneengesloten, vergezeld
door de politie, die met rijkspolitie van elders was versterkt,
7> EEN N00RSCHE GESCHIEDENIS,
door JONAS LIE.
De bouilloir stond te suizen en schitterde boven de fraaie
blanwe kopjes van het oude Kopcnhaagsche porselein uit, zooals
ma er vier paar van grootmoeder in de kast heeft. Ik kon mijne
oogen niet afhouden van tante'a aangezicht mét de greote oor
ringen tusschen de fraaie kant van hare muts. Ik vond, dat de
ouderwetsche bouilloir, die den vorm van eene vaas heeft, en zy
met haar voorname, ronde kin by elkander pasten, sinds wie
weet hoe lang, misschien wel van de schepping afmaar neen,
dat kan niet. En wanneer er nu en dan eene pauze in het gesprek
kwam, zoodat alles doodstil was, dan suisde en pruttelde de
bouillor met tante's weeke Deensche r: geërfd! geërfd! en
daartusschen klonk een gclispel van Zittow, von Zittow... Wat
moeder my van den Deenschen Zittow verteld heeft, die diplomaat
in Brussel was, suisde my iu het hoofd.
z/Wat een meid! Het zit in het bloed/' grinnikte de dokter.
Maar het scheen wel, dat tante geen haast maakte met my bij
oom te brengen. En toen tante juffrouw Jurgensen met thee in
de aangrenzende kamer zond, waar kaart gespeeld werd, vroeg
ik op eens, of ik mee mocht.
z/Van harte gaarne, myn kind, het zou my spyten, uw geduld
nog langer op de proef te stellen.En dan, juffrouw Jurgensen,
breng gij onze kleine reizigster naar hare kamer en zorg er
voor, dat zij wat te eten krygt en te bed komt. Maar ik zag heel
goed, dat zy tegelijk het lampescherm omlaag trok naar den
kant, waar ik heen moest; eerst later begon ik daarover na te
denken.
„Wat? wat?' zeide oom. Gij hadt eens moeten zien, hoe hij
my aankeek. Hy geleek met zyn voorhoofd en zyne oogen zoo
precies op u, moeder, dat ik de armen om zijn hals sloeg.
Daarop hield hij mij met uitgestrekte armen van zich af'. „Zoo
waar, als ik niet dacht, dat het tante Eleonore zelve was! Na,
beeld je maar niet in, dat je ook zoo mooi bent!"
Zoo was de ontvangst.
Kort daarna lag ik te bed op mijn prettige, blauwe kamertje
met gordijnen en lange franjes. Er lag reukwerk op de kachel
en juffrouw Jurgensen, denk eens zij noemde mij freule! kleedde
my bijna uit eu stopte my met de zachte dekens in.
Daar lag ik en dacht over alles na en werd al gloeiender en
glooiender aan het hoofd en in het aangezicht, tot ik eindelyk
meende, dat ik op de kariool met den zwarte en Ola te land
kwam.
„Ja, de kariool kwam leeg terug!" zei de kapitein met een
zucht.
„Let op, gy zult haar uog eens in eene koets op Gilje zien
'terugkeeren!" sprak de dokter.
Zij was zoo mooi, Rist!" sprak de kapitein half aangedaan.
„My dunkt, ik zie haar midden in de kamer vóór haar oom staan
met het dikke, zware haar in den nek opgestoken. Van den tyd
af, dat zy met de drie lange vlechten op den rug liep, was het
alsof zij op eens een zwaan geworden was, toen zij in de lange
kleeren kwam... Gy herinnert u haar nog wel van den dag, toen
zy haar belydenis deed?"
„Maar, lieve Jaeger!" sprak ma, om zyne ingenomenheid wat
te temperen.
De kapitein vouwde voorzichtig een groot, dichtbeschreven vel
papier open.
En nu moet gy dezen hooren van den 23sten Januari.
„Het geld, dat ik meekreeg
het lokaal. Met versnelden pas gingen zij naar de halt der
stoomtram en daar deze nog niet aangekomen was, werd
het raadzaam geacht door te loopen, achtervolgd door eene
groote menigte. Zoo ging het tot een goed eind door het
dorp Monster heen. De politie moest alle krachten inspannen
om hen voor groote mishandeling te beschermen. Een
hunner echter, die achtergeraakt was, werd, zoodra hij
opgemerkt werd, deerlijk mishandeld en zelfs in het water
gedrongen. Eindelijk werd hij door eenigen voor verdere
mishandeling gevrijwaard.
„Een stichtelijk verhaal!" voegt het Yad. hieraan toe.
„Het heet dat de socialisten oproerlingen zijn, die door
geweld alles 't onderst boven keeren, maar 't heeft er op
die manier meer van, of hun tegenstanders hun het voor
beeld willen geven. Trachten zij tot nog toe door woord
en geschrift propaganda te maken, hun tegenstanders ant
woorden met de vuist. Laf en dom."
't Komt ons voor, dat het Vad. hier wel wat hard van
stal loopt, zegt de Zwolsche Crt. Tot dusver is nog nergens
iets van geweld gebleken tegenover de sociaal-democraten.
Overal konden zij in vrede hun stellingen verkondigen.
Moeten nu de tegenstanders der leer onmiddellijk vereen
zelvigd worden met de uitspattingen van een troepje volks
op een kleine plaats, hetwelk trouwens wellicht door onbe
hoorlijke vergelijkingen of min gepaste woorden tot verzet
en gewelddadigheid geprikkeld werd?
Het programma der wedrennen te Nijmegen, op
25 Mei a. s., bevat:
Openings-prijs. (Wedren op de vlakke baan). Prijs f 500.
Afstand ongeveer 1600 meter.
Gelderland-prijs. (Wedren op de vlakke baan). Wel ter
handicap). Prijs f 400. Afstand ongeveer 1600 meter.
Nijmegen-prijs. (Wedren met hindernissen). Prijs f 550.
Afstand ongeveer 3600 meter.
Voorjaars-prijs. (Verkoops Hudle-Race). Prijs f 550.
De winner moet te koop zijn voor f 2000. Afstand onge
veer 3200 meter.
Dames-prijs. (Jachtrijden voor officieren van het Nederl.
leger). Prijs een kunstvoorwerp, ter waarde van ongeveer
f 300, aangeboden door eenige dames, benevens f 100,
„Nu, nu..."
„De rekening van Larsen voor
„Dat kunt gy alles overslaanbegin maar met de volgende blad
zijde," sprak ma met eenigen nadruk.
„Ja, hm, hm het begin loopt alles over onverschillige zaken...
hier is het.
„Wat zou ik niet geven als vader, en ook gij moeder, mijne
twee nieuwe japonnen kondt zien! Tante is onbegrijpelijk goed.
Het is onmogelijk, of men moet wel goed loopen in de schoenen,
die ik hier heb; en tante zegt, dat ik netjes loop; het is precies,
alsof men op een dansvloer gaat. En gisteren gaf tante mij een
paar gelakte halve overschoenen met gespen op den enkel. Hebt
gij ooit zoo iets gehoord? Nu, ik kuste er haar voor; zij mocht
nu zeggen, wat zij wilde. Want gij moet weten, dat de eerste
leefregel voor eene dame is, zegt zy, dat men eene zekere terug
houdende kalmte bewaart, die toch hartelijk kan zijn. Ik heb deze
van nature, zegt tante, en behoef die slechts verder aan te kweeken.
Ik zal ook piano leeren spelen en een geregelden danscursus door-
loopen.
Tante is zoo allerliefst voor mijmaar één ding is lastigals
zij de ramen dicht wil hebben, wil ik ze openen. Ik bedoel
natuurlyk niet beneden in de kamer, waar men zich achter
dubbele ruiten opsluit, maar op mijne eigene kamer. Denk eens,
eerst dubbele ramen met eene vracht gordynen, en dan vlak
over ons al die huizenhet is niet mogelijk frisch adem te halen
en het helpt toch altijd iets, als men dc bovenvensters tweemaal
per dag open zet.
Tante zegt, dat ik aan de lucht in de stad wel gewennen
zal. Maar ik begrijp niet, hoe dat moet, wanneer ik er nooit
iets van merk; ik heb den geheelen winter nog geen pyn aan
de nagels gevoeld. Wij doen 's ochtends een toertje in het rijtuig
en 's middags bezoek ik met tante de winkels, dat is alles. En
hier uit te gaan, beteekent iets anders dan t'huis; als ik maar
over een kleinen sneeuwhoop spring, om spoediger uit de slede
te komen, dan zegt tante, dat een ieder dadelijk mijne manieren
uit den natuurstaat ziet, zooals zy het noemt. Men kan my
gerust boeien aan de beenen slaan, evenals de gevangenen, die
wij dagelijks in de vesting zien wefken, zoo weinig behoef ik
mij te bewegen.
En nu wil tante ook, dat ik niet blootsvoets op den vloer
van myne slaapkamer loop. Gy hadt eens moeten zien, hoe zij
keek, toen ik haar vertelde, hoe Thinka en ik by het losgaan
van het ijs door de molenbeek waadden, om den omweg over
de brug niet te maken.
Eindelijk moest zy er zelve om lachen. Maar ik geloof zeker,
dat de mooie pantoffeltjes, met zwanendons omzet, die ik van
daag uit een pak zag kyken, voor mij zijn. Zie, daar moet mijn
kleine wil ingestopt worden."
„Het zal niet lang duren, of ze zullen beproeven, haar den
halster over het hoofd te werpen," mompelde de dokter.
Ma zuchtte diep:
„Zulke willetjes willen zoo graag groot worden en"met nog
een zucht „de vrouwen komen er niet ver mee in de wereld."
De dokter keek peinzend in zijn glas:
„Een van de bevalligheden der vrouw is hare buigzaamheid,
ofschoon het in het liedje heet: de jonkvrouw trotsch
„O, vriend, deel ze in twee pelotons; gewoonlijk zyn het de
leelyken, die buigzaam moeten zijn," was de tegenwerping van
den kapitein.
„De schoonheid duurt zoo lang niet, en daarom is het best,
aan de jaren te denken, dat men buigzaam moet zijn," sprak ma,
terwyl zij zich over haar breiwerk boog.
uitgeloofd door de Vereeniging, voor den winuer, f 75
voor den tweede en f 25 voor den derde, voor dienstpaarden,
die in Nederland in geen andere dan officier-courses ge-
loopen hebben. Afstand ongeveer 3200 meter.
I. Nationale Harddraverij, voor Nederlandsche paarden,
toebehoorende aan Nederlanders, ingespannen voor twee-
of vierwielige rijtuigen. Prijs f 400, premie f 100.
II. Internationale Harddraverij. Handicap met verschil
lende afstanden. Prijs f 500, premie f 150.
Omtrent den stand der veldgewassen op Zuid-Beve
land, die schier zonder uitzondering met goed gevolg den
wintertijd hebben doorleefd, kan volgens de Gron. Crt. een
gunstig getuigenis worden gegeven. Over 't algemeen is
de akker voldoende bezet en laat de kwaliteit voorbands
niet te wenschen over. Wel is waar heeft de kleur geleden
door de vele nachtvorsten en noordewinden, maar de plant
heeft het hijzonder getroffen dat de weersgesteldheid bijna
onafgebroken droog was en niet gepaard ging met harde
winden. Het behakken en bewieden kon in de verloopen
weken naar wensch geschieden. In het koolzaad worden
reeds bloemen aangetroffen. Erwten en boonen beginnen
boven den grond te komen. De winter-paardenboonen
staan goed. De grasetting in boomgaarden en weiden is
intusschen weinig opgeschoten. Sommige veehouders hadden
tot dusver de gewoonte om met 1 April eenige koeien
buiten te jagen, maar ditmaal zullen zij nog eenig geduld
moeten oefenen.
Victor Driessens is jl. Donderdag overleden.
Omtrent deze begaafde tooneelspeler deelt de Etoile
Beige nader mede, dat hij tegen het einde van het 3de
bedrijf van „Une Cause Célèbre," eensklaps de hand aan
het voorhoofd bracht, wankelde, in het rond draaide en
viel; een zijner collega's, Desom, schoot toe en ving hem
in de armen op. Driessens werd in een rijtuig naar huis
gebracht en twee geneesheeren, die in de zaal waren,
constateerden dat hij een aanval van beroerte had gehad;
gedurende den geheelen nacht boezemde de toestand van
den patiënt groote bezorgdheid in. Woensdag morgen was
hij nog buiten kennis. Gedurende de laatste twee of drie
jaren was de 67jarige tooneelspeler vaak zeer vergeetachtig.
„Met het Fransch gaat het van een leien dakje," las de kapi
tein verder; „vóór het ontbijt ben ik er al mee klaar, en tante
is zeer tevreden over mijne uitspraak. Maar dan komt de piano
van negen tot elf; ba! niets anders dan oefeningen. En daarna
ga ik met tante bezoeken afleggen.
En raad eens, wie er eergisteren kwam Niemand anders dan
de student GripHet was, alsof ik hem sinds lang kende en best
mocht lijden, zoo blij wa3 ik, eindelijk eens iemand te zien, die
wist, hoe het bij ons thuis gesteld was. Maar verbeeldt u, ik
geloof, dat hij beproefde, tante de les te lezen, en daarbij had hij
de vrijpostigheid mij aan te zien, alsof hij zeggen wilde, dat ik
het met hem eens was. Tante heelt hem aan eene betrekking
op ooms kantoor geholpen, omdat zij hoorde, dat hij zulk een
uitmuntend examen had afgelegd en zoo begaafd was, maar bijna
niets van huis kreeg, om te studeeren.
„Ik heb myne drie daalders aan hem gewaagd... maar hoe de
jongen zich heeft weten te redden, gaat boven mijn verstand!"
sprak de kapitein.
„Maar die heeft hij u prompt terugbetaald, Jeager... met port
en al."
De kapitein hield den brief even bij het licht.
„Bovendien vond tante, dat zijne manieren wel wat gepolijst
mochten worden, pn spoorde hem aan, hare veertiendaagsche
soirées te bezoeken zij zag gaarne jonge menschen om zich heen
maar hij liet tante merken, dat hij dit voor een bevel en dwang
hield. En nu was hij gekomen, naar het scheen, om zich te
verontschuldigen. Gij hadt hem eens moeten hoorenIk had er pret
in.»
„Nu, zien wy u weer op onze donderdagavondjes?" vroeg
tante.
„Mevrouw herinnert zich de reden, waarom ik wegbleef. Ik
wilde mij niet weer schuldig maken aan het uiten van plompe
tegenwerpingen aan het adres van de zeven gelijke theekoppen,
die op uwe vermaarde thee-avondjes het recht van vonnissen in
hoogste instantie hebben."
„Hoor eens aanl" sprak tante lachende. „Ik geloof niet, dat ik
mij vergis, wanneer ik zeg, dat gy aanleg hebt voor het leven in
de gezellige kringen. Daar heeft men juist gelegenheid, om zich
van de beste zijde te doen kennen."
„Of van de handigste, wil u zeggen."
„Nu, mijnheer Grip, verval niet weer in uwe fout, als ik u
verzoeken mag."
„Ik dacht, dat ik mij al eens heel voorzichtig had uitgedrukt,
mevrouw, want ik bedoelde eigenlyk: van de leugenachtigste."
„Daar komt de zucht tot tegenspraak weer uit den hoek, en
dan praat men zoo licht zyn neus voorbij."
„Ik wil maar zeggen, dat, als meu eene tegenwerping inhoudt,
men liegt."
„Dan offert men aan den goeden toon, zonder welken het
gezellig onderhoud niet bestaan kan."
„Ja, maar wat offert men? De waarheid."
„Juister gezegd: een weinig van zyne ijdelheid, eene aanleiding
om eene of andere schitterende hoedanigheid ten toon te spreiden
dit speelt, geloof ik, veel jongelieden parten."
„Mogelijk, in elk geval niet onmogelijk," spak hij op gerekten
toon.
„Ziet gij wel?" En toen vervolgde tante, want zij geeft nooit
kamp: „Een weinigje goede manieren is niet te versmaden, en
wanneer een knap student staat te praten met de handen in
den zak, of' terwijl hij achterover op zijn stoel zit te rijden, dan
ben ik altyd zoo vrij, of de persoon in quaestie het goed of
kwaad opneemt, een kleinen wenk te geven, waardoor hy
I