aangetast. De brandweer, versterkt raet de vrijwillige
corpsen, kweet zich uitstekend en mocht er na veel krachts
inspanning in slagen, het vuur meester te worden. Het
pakhuis is geheel vernield en de zouterij bijna geheel
uitgebrand.
De kapitein-luitenant ter zee J. M. H. Bervoets is
plotseling te 's Hage overleden.
In het Rijkskrankzinnigengesticht te Medemblik heeft
zich dezer dagen een mannelijk verpleegde door ophanging
van het leven beroofd.
Door den heer K. Tensen Kz., te Schellinkhout,
werd voor eenige dagen de stier „Holland" aan den heer
Low, Amerikaan, verkocht voor f 1500.
De Koninklijke Fabriek van stoom- en andere werk
tuigen te Amsterdam keert over 1884 geen dividend uit.
De kapitein der genie W. A. Van Moock is voor
gedragen voor commandant der Amsterdamsche brandweer.
Men schrijft uit Egmond aan Zee aan de Amsterdammer:
„Het bericht, als zou door Engelschen van onze visschers
vischwant zijn ontvreemd, schijnt niet juist te zijn. Door
Urker en Volendammer visschers werd verklaard, dat de
Engelschen wel met hun boot bij het in zee liggende want
zijn geweest, en dat zij daarvan ook een gedeelte hebben
binnengehaald, daar zij meenden, dat het reeds door onze
visschers verloren was. Ook moet men den kotter hebben
achtervolgd, doch alleen om diens nommer op te nemen.
Van het zien liggen van het want aan boord van den
kotter, of van het terug te vragen, is volgens de bericht
gevers niets bekend. Een en ander werd eergisteren door
Egmond8cbe bommen, die het bewuste want hadden opge-
vischt, hier aangebracht."
De oproeping tot steun van het Nederlandsch Zende-
linggenootschap te Rotterdam is niet vruchteloos geweest.
Door het toetreden van nieuwe leden en begunstigers en
door verhooging van contributie zijn de inkomsten ver
meerderd met f 6689.50; vele giften voor eens werden
mede ontvangen.
Het congres der Maatschappij ter bevordering van
Nijverheid zal dit jaar te Alkmaar worden gehouden op
7 Juli a. s.
Ook dr. W. Gleuns meent eenige toelichting te
moeten geven tot het gebeurde op den Stationsweg te
Zutphen. Hij schrijft:
„Door de kwaliteit van „secretaris der plaatselijke
commissie van toezicht op het lager onderwijs te Zutphen"
aan zijne naamteekening toe te voegen, schijnt dr. Goud
smit het te willen doen voorkomen als zou hij in genoemde
kwaliteit de besproken bejeging van mijne zijde hebben
ondervonden. Mijne zeer ernstige grieve tegen hem, die
aanleiding heeft gegeven tot het gebeurde, betrof echter
niet het geven van onbevredigende inlichtingen omtrent
eene missive van de plaatselijke schoolcommissie, maar een
hoogst deloyaal optreden van hem als mijn collega bij den
cursus tot opleiding voor hoofdonderwijzers en hoofdonder
wijzeressen. Wat gebeurd is trof dus niet den secretaris
der commissie, en dit is aan dr. Goudsmit zeer goed
bekend.
Waar dr. Goudsmit in zijn schrijven van mishandelingen
gewaagt, maakt hij zich aan verregaande overdrijving
schuldig."
dienstbrieven was er een brief van tante Aletta.
Zij stak de kaars aan en zette zich tot lezen.
Het was gelukkig, dat Jaeger niet t'huis was; hij behoefde
niet te weten, wat tante schreef.
Lieve Gitta!
Ik besteed den tweeden Kerstdag, om u mijne gedachten aan
gaande Inger-Johanna mede te deelen. Ik wil niet ontkennen,
dat zij my meer belangstelling inboezemt, dan ik vermoed had.
Kan men in eene zekere spanning verkeeren bij het nietigste
bloempje, dat op het punt is open te gaan, hoeveel te meer dan
bij het zien van een jong meisje, wier ontluikende schoonheid
het lot van een geheel leven bepalen zal. Zoo iets is meer dan
de roman, het is het heerlijke kunstwerk van den Albestuurder,
dat in diepte en glans en oneindigen rijkdom alles te boven gaat,
wat de menschelijke verbeelding in staat is, zich voor te stellen.
Ja, zij boezemt mij belang in, lieve Gitta, bijna zoo, dat mijn
oude hart kan beven bij de gedachte aan het levenspad, dat haar
misschien wacht, waar opstaan en vallen soms van een enkel
oogenblik van bedwelming afhangt. Wat de bedoeling der natuur
zyn kan met zoovelen, in wie een hart klopt, ten onder te doen
gaan bij deze keuze, of zij daardoor in haar grooten smeltkroes
juist het goud bewaart, zonder hetwelk niets tot een volkomener
ontwikkeling komen kan wie kan de geheimen der natuur lezen
Mijne'hoop voor Inger-Johanna is, dat het fonds of het gewicht
van eigen persoonlijkheid, dat zij van nature bezit, zich op het
beslissende oogenblik in de weegschaal der keus zal doen gelden.
Ik stel dit alles op den voorgrond als een zucht uit het diepst
van mijn gemoed, want ik zie met toenemende bezorgdheid, dat
het pad meer en meer effen voor haar voet gemaakt wordt; ik
zie hoe fijn uwe schoonzuster het web om haar spint, niet met
de kleine middelen, welke op Inger-Johanna niets zouden ver
mogen, maar met dieper liggende, luidklinkende lokstemmen.
Haar het schitterend uitzicht te openen, met hare persoonlijke
hoedanigheden en vermogens te woekeren kan er een ver
leidelijker lokaas gesteld worden voor eene natuur, die zoo sterk
haakt naar een werkkring in het leven?
Men vertelt van de Engelschen, dat zij met eene soort van
nagemaakte, glinsterende vliegen visschen, welke zij over den
waterspiegel trekken, tot de visch toehapt; het komt mij voor,
dat uwe schoonzuster op eene niet minder behendige wijze de
illusiën van Inger-Johanna in verzoeking brengt. Zy noemt geen
naam, deze moet van zelf bij het meisje opkomen.
De eenige toespeling, die ik heb kunnen ontdekken, was, dat
zij, in hare tegenwoordigheid, mij in het voorbijgaan vertelde,
dat Rónnow al lang onder de élite onzer dames naar eene vrouw
had rondgekeken, zonder er eene van zijne gading te vinden.
Was het er niet op aangelegd, om hare hoe zal ik het noemen
hare eergierigheid of arbeidslust te prikkelen?
Ik had waarschynlyk die opmerking niet gemaakt, indien ik
den indruk niet gezien had, welken de woorden maakten op de
persoon, voor wie ze bestemd waren. Het meisje raakte ver
strooid en stond weldra in gedachten verzonken.
En toch moest de vraag, of men zijn hart wil wegschenken,
zoo eenvoudig mogelijk gesteld zijn! Gevoelt gij lielde? Ziedaar
het eenigeal het andere draait zich slechts om iets anders
Het ongelukkige, noodlottige is, dat zij zich verbeeldt te kannen
beminnen, dat zij het zich tot een plicht kan maken, te beminnen,
zoodat zij tot haar onervaren hart meent te kunnen zeggen: Gij
zult nooit ontwakenLieve Gitta, als het nu toch ontwaakte,
later, met hare krachtige natuur?
Ziedaar, wat mij doet duizelen. En daarom moest ik u schrijven.
Met haar te spreken en te redeneeren zou hetzelfde zijn, als den
blinde de kleuren te toonen. Zij moet onvoorwaardelijk ver
trouwen stellen in de vriendin, die haar waarschuwt. En dat
is uwe taak, Gitta! Gy moet haar schrijven."
Ma legde den brief in haar schoot; zij zag bleek, en by het
kaarslicht kwamen hare trekken nog scherper uit.
(Wordt vervolgd.)
Twee-en-twintig Friesche IJsclubs hebben besloten
in hunne reglementen de volgende bepalingen op te nemen:
1. Ieder, die aan een wedstrijd wenscht deel te nemen,
mag zich voor niet meer dan ééne op denzelfden dag te
houden hardrijderij laten inschrijven.
2. Wanneer het bestuur overtuigd is, dat de rijders
afspraak hebben gemaakt de prijzen te verdeelen, zullen
deze niet worden uitgereikt.
3. Zij, die zich voor meer dan ééne op denzelfden dag
te houden hardrijderij hebben laten inschrijven, alsmede
zij, van wie het, naar de meening van het bestuur, over
tuigend is gebleken, dat zij afspraak hebben gemaakt de
prijzen te verdeelen, worden gedurende het loopende en
het volgende winterseizoen van alle wedstrijden uitgesloten.
4. De namen van hen, die zich aan een van beide mis
bruiken hebben schuldig gemaakt, zullen daartoe terstond
aan de besturen der toegetreden IJsvereenigingen worden
bekend gemaakt, op de wijze, door elk bestuur te bepalen.
Als eene bijzonderheid wordt gemeld, dat de heer
L. Poutsma, te Haskerhorne, op 86jarigen leeftijd met
loffelijken ijver de betrekking van voorzanger bij de Her
vormde gemeente aldaar waarneemt. Reeds 68 jaar was
hij als zoodanig werkzaam.
De Utrechtsche Brood- en Meelfabriek geeft een
dividend van 10 pCt. over het afgeloopen boekjaar.
Met het Fransche stoomschip Breton-Nantes, hetwelk
Woensdag ter reede van Texel kwam, werden ï'uim 166,000
kilogram kleine oesters aangevoerd, om te worden geplant
op de verpachte gronden nabij Wieringen.
Bultenlana,
De berichten omtrent de Engelsch-Russische kwestie zijn
de laatste dagen zeer geruststellend.
De politie is nog altijd de daders van den dynamiet-
aanslag in het Londensche Admiraliteitsgebouw niet op het
spoor. Er zijn stukjes van een ijzeren pot in de vernielde
kamer gevonden, die, naar men hoopt, als zij aan elkander
gevoegd zijn, tot eenig spoor zullen kunnen leiden.
In de jl. Dinsdag gehouden zitting der Academie
van Geneeskunde te Parijs heeft de heer Rochard eene
verhandeling voorgelezen over den verderfelijken invloed,
door de morphine op het haar en de tanden uitgeoefend.
Dit bekend te maken, achtte hij van gewicht, ook omdat
deze omstandigheid zou kunnen strekken om de toenemende
morphine-manïe onder de vrouwen tegen te gaan.
In dezelfde zitting deed de heer Ollivier mededeelingen
omtrent de z. i. onbetwistbare besmettelijkheid van de
longtering.
De vermaarde professor Jaeger vertoeft sedert een
week in Berlijn, en trekt daar zeer de aandacht. Hij heeft
eene voordracht in de Singakademie gehouden over wollen
kleeding en nationale kleederdracht. De professor was zeer
phantastisch gekleed: in eene witte Ritterhose, met witte
rijglaarzen en een blauwen rok met rooden kraag; in de
hand hield hij een grooten hoed met gouden franjes. Toen
de hooggeleerde in deze kleederdracht op de estrade ver
scheen en met theaterstappen voortschreed, klapten zijne
volgelingen, de Jaegerianen, in de handen met bravo-geroep;
doch de andere aanwezigen en het was er zeer vol
waren zóó verbaasd, dat voor een andere gewaarwording
geen plaats was.
Van zijn voordracht lezen wij in een der Berlijnsche
bladen liet volgende: De heer Jaeger schetste in de eerste
plaats zijn woltheorie, welke gezonde menschen tegen
ziekten beschermt, en zieken in een heilzamen crisis brengt.
Natuurlijk moet men Jaegers voorschriften nauwkeurig
volgen. Elke ziekte wordt, volgens hem, door eene ziekte
stof, een vergif bepaald, dat men met den neus waarneemt
ieder, die kwalijk riekt, is ziek. Verkoudheid is slechts
eene explosie van zulke giftige stoften. Daar nu een in
wol gekleed persoon geen giften in zich opneemt, heeft hij
veel minder kans verkouden te worden.
Doch wol heeft ook genezende kracht: evenals vet en
olie trekt wol slechts de welriekende stoffen aan; in wol
zetten de slechte stoffen zich niet vast. Men kan de wollen
onderkleeren een jaar lang door borstelen alleen rein houden.
Er bestaat echter ook gezondheidsstof, zei prof. Jaeger:
„elke vrouw kan aan. den baard van haren man zien of hij
gezond is" (gelach). De geneeskracht van het speeksel en
het haarvet is bekend. „Ik heb mij veroorloofd deze
gezondheidsstof op ffesschen te trekken, en haar als
„entrophine" in den handel te brengen" (gelach).
De apostel sprak daarna over de -hauspillen" en eindigde
met de voordeelen der wollen kleedij in 't licht te stellen.
De Emir van Afghanistan is door H. M. de Koningin
van Engeland tot groot-commandeur der Orde van de Ster
van Indië benoemd.
Wat er al niet bedacht wordt en wat er al niet
gedaan wordt, uit liefdadigheidTen bate van eene nuttige
instelling liet de Hertogin d'Uzès, te Parijs, een drijfjacht
in haar tuin houden, en ten voordeele van de gekwetsten
in Tongkin hielden eenige dames in het Gymnase Nautique,
straat Chateau-London te Parijs, een openbaren zwemstrijd.
Woensdag had te Hoorn de tentoonstelling plaats van stieren,
pinken en Texelsche schapen en rammen. De uitslag der keuring
was als volgt: Stieren geb. in 1884, afstammelingen van stieren,
in 1883 vanwege de Vereeniging Hollands Noorderkwartier,
gestationeerd geweest zijnde: lste prijs C. Bleeker te Beemster,
2de prys C. Stapel te Berkhout, 3de prijs P. Schuurman Jz. te
Hoorn, 4de prys G. Wonder te Berkhout, 5de prys J. Slot te
Groothuizen.
Pinken geb. in 1884, afstammelingen van stieren bovengenoemd
lste prijs K. ïenzen Kz. te Schellinkhout, 2de prijs J. M. H.
Huigens te Sijbekarspel, 3de prijs K. Tenzen Kz. te Schellink
hout, 4de prijs K. Zyp Hz. te Beemster, 5de prys J. J. Bakker
te Wieringerwaard.
Stieren geb. in 1884, maar niet afstammende van bovenbedoelde
stierenlste prijs J. Wijdenes Jz. te Twisk, 2de prijs G. Wijdenes Jz.
te Twisk, 3de prijs R. Noome te Beemster, 4de prys B. Pluister
te Aartswoud, 5de prijs J. Koorn Dz. te Aartswoud, bestuursprijs
geb. Sluiter, te Groningen.
Pinken geb. in 1884, eveneens niet afstammende van de boven
bedoelde stieren.
lste prijs: K. Sluis Kz. te Westerblokker; 2de prijs: Jn.
Zijp Hz. te Twisk; 3de prijs: F. Slat te Twisk; 4de prijs: wed.
A. v. d. Deure te Enkhuizen; fië prys: wed. J. J. Posch te
Binnewyzend.
Vier zuivere Texelsche kortstaart ooien met hare lammeren
lste prijs: P. Ellerbroek te Hoorn; 2de prijs: P. Ellerbroek te
Hoorn; 3de prijs: P. K. Breemer te Oosterend (Texel).
Zuivere Texelsche kortstaart rammen; lste prysJ. Koorn Dz.
te Aartswoud; 2de prijs: N. Brandjes te Purmerend; 3de prys:
K. Zijp Hz. te Beemster.
Pryzen van het Rundveestamboek „Noord-Holland."
Voor den besten stier van inlandsch ras, geb. in 1884, C.
Bleeker te Beemster.
Voor de beste pink van inlandsch ras, geb. in 1884, K. Sluis Kz.
te Westerblokker.
Door het Gerechtshof te 's Gravenhage is gisteren uitspraak
gedaan in de zaak van Maria Catharina Swanenburg, huisvrouw
van Jobannes Van der Linden.
Ook nu was de gerechtszaal geheel gevuld.
Nadat te 10 uren de beschuldigde was binnengeleid, las de
president van bet Gerechtshof, mr. W. F. G. L. Fran<jois, het
zeer breed gemotiveerde arrest voor.
Aanvankelijk hoorde de beschuldigde de voorlozing staande
aan, steeds, evenals bij haar binnenkomst, den zakdoek voor 't
gelaat houdende. Doch weldra kondigde een onderdrukt snikken
de herhaling aan van een zenuwtoeval, dat weldra vrij hevig
bleek te worden, zoodat de beschuldigde half zittende, half
liggende in de bank der beschuldigden in een zenuwachtig gehuil
uitbarste. De voorzitter schorste daarop de zitting en, aangezien
er geen^ geneesheer onder het publiek aanwezig was, werd de
beschuldigde door de veldwachters en de boden nit de zaal geleid
en naar het vertrek gebracht, bestemd voor de beschuldigden.
Na een klein kwartier kwam de deurwaarder mededeelen dat de
beschuldigde in zoover tot haar zelve was gekomen, dat zy zich
in staat voelde, weêr binnengeleid te worden. Ondersteund door
de veldwachters werd zij nu weder naar haar bank gevoerd, waar
de president haar veroorloofde de verdere voorlezing van het
arrest zittende aan te hooren.
Nu en dan nog even snikkend, zat zij in elka&r gezakt met
het hoofd geheel verborgen in haar zakdoek, naar den grond te
staren, schijnbaar geheel onbewust van hetgeen er om haar heen
voorviel. Het arrest kon verder ongestoord worden voorgelezen.
Daarbij worden de drie punten van beschuldiging ieder geheel
op zichzelf behandeld, dus de vergiftiging van Arend De Hees,
die van Suzanna Aben en eindelyk die van de echtgenooten
Hendrik Frankhuizen en Maria Van der Linden.
De feiten waarvoor beschuldigde dus terecht heeft gestaan,
stellen daar: vergiftiging driemaal gepleegd. Hare schuldplich
tigheid daaraan is door wettige bewijsmiddelen gestaafd en die
feiten vallen onder bereik van art. 302 Wetboek van Strafrecht,
met inachtneming van art. 3 en aanhef en 9de lid der wet van
17 September 1870.
Het. Hof verklaart derhalve Maria Catharina Swanenburg,
huisvrouw van Jobannes Van der Linden, schuldig aan vergif
tiging driemaal gepleegd en veroordeelt haar tot levenslange
tuchthuisstraf en in de kosten van het rechtgeding ten behoeve
van den Staat, met last dat de voorwerpen in banden der justitie,
aan de rechthebbenden zullen worden teruggegeven en dat een
extract van het arrest zal worden gedrukt en aangeplakt te
's Gravenhage en Leiden ter plaatse waar zulks te doen gebruik-
kelijk is.
Na deze uitspraak en nadat de voorzitter der beschuldigde den
termijn van cassatie had aangezegd, bleef de veroordeelde in
dezelfde houding, voorovergebogen met den zakdoek voor 't gelaat
zitten in stilte weenende.
Zelden, we meenen zelfs nog nooit, is de levenslange tucht
huisstraf op eene vrouw toegepast.
Insezondon.
Nieuwediep, 1 Mei 1885.
Geachte Redacteur/
In afwachting, dat de Duitsche postbootlijn de richting over
onze haven zal verkrijgen, is het my, en zeker velen met my,
een groot genoegen, dat de Gemeenteraad alhier, in zijne jongst-
gehoudene zitting, besloten heeft om hoegenaamd geene verande
ring te brengen in den afslag van zeevisch te dezer plaatse. De
bestaande regeling, die eigenlyk geheel geen regeling is, maar
op volslagen vrijheid is gebaseerd, heeft den vischhandel hier tot
de hoogte gebracht, waarop hij nu is; heeft het Nieuwediep
gemaakt tot de eerste visschersplaats des lands. Zouden we na
verandering aanbrengen, die den handel wellicht naar elders zou
verplaatsen? Zouden we, door't verstoren der onbeperkte vryheid,
die thans bestaat, de voordeelen doen te niet gaan, die thans
zoo ruimschoots te dezer plaatse worden genoten Dat is gelukkig
verhoed door de beide Raadsleden, die, nog juist bijtijds, hun
rok omkeerden. Zij hebben aan de plaats onzer inwoning een
gewichtigen dienst bewezen. Als men nu te IJmuiden maar geen
al te groote concurrentie in 't leven roeptSommigen kraken echter
kwade noten en willen zelfs beweren, dat men daar eene goede
regeling zal maken voor den afslag, zeer in 't belang van koopers
en verkoopers. Als onze vrijheid dan maar machtiger is dan de
aangelegde banden
Met veel respect, Uw bestendige lezer,
Benoemingen, enz.
Aan den heer J. Bakker Schut is, op zyn verzoek, met
1 Juni e. k., eervol ontslag verleend als notaris te Alkmaar.
De luit. ter zee lst kl. N. A. De Vries, lste officier aan boord
van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis, wordt met 15 dezer
op non-activiteit gesteld en met den 16den vervangen door den
luit. ter zee lste kl. C. L. De Jong.
De tijdelijke off. van gez. 2de kl. by de zeemacht dr. E. Mory
wordt met 6 dezer geplaatst aan boord van Zr. Ms. wacht
schip te Hellevoetsluis om tevens dienst te doen in de Maritieme
Ziekeninrichting aldaar.
Tot stafmuzikant-solist by het Muziekkorps der Kon. Marine
zijn bevorderd de stafmuzikanten B. Bosch en J. Bohne; tot
stafmuzikant de muzikant M. Wulfelée; tot muzikant de eléve-
muzikant J. Roda.
Bij het wapen der infanterie zijn benoemd: tot commandant
van het reg. grenadiers en jagers, de kolonel B. J. baron Mulert
tot de Leemcule, thans commandant van het 5de reg. inf.tot
kolonel en commandant van het 5de reg. inf., de luit.-kolonel
L. J. J. A. Joost, thans commandant van het instructie-bat.;
tot commandant van het instructie-bataillon, de majoor W. G.
Rompclman, van het 2de reg. inf.
v ïsontaeriontori.
Door 90 korders werden jl. Donderdag 26 tot 300 groote
tongen, 90 tot 370 kleine en middelbare idem, 1 tot 5 mandjes
kleine schol en 1 tarbot aangevoerdgroote tong werd afgeslagen
tegen 20 a 30 c., kleine en middelbare idem tegen 8 a 20 c.
per stuk, kleine schol tegen f 2.50 k 2.65 per mandje en de
tarbot tegen f 8. Negen beugera brachten 150 schel visschen,
10 tot 60 roggen en 1 steur aan; schel visch gold ter afslag
f 7.50 't honderd, rog 50 58 c. per stuk en de steur f 14.
De Duitsche ever H. F. 174 bracht 10 wichtjes groote schol, 5
wichtjes doode idem en 6 tarbotten ter afslag; groote schol gold
f 24, doode idem f 6.50 per wichtje en tarbot f 32 de aanbrengst.
Zes tal geep werd tegen f 18.50 per tal afgeslagen.
BurgerUJlie Stand.
Gemeente HELDER, van Donderdag tot Zaterdag.
Ondertrouwd: F. L. K. Neijts, winkelier, en C. F. Duinker.
J. Schillemans, marinier, en G. v. d. Brink.
Getrouwd en Overleden: Geene.
Bevallen: H. Ran, geb. Molenaar, Z. M. J. Buhrmann, geb.
Van den Hoogen, D. J. D. Hemmes, geb. van der Hert, Z.
Gemeente ANNA PAULOWNA, van 1 tot 30 April.
Ondertrouwd en Getrouwd: V. Krapman, 22 jaren, en M.
Jongejan, 20 jaren. J. Borst, 26 jaren, en G. De Boer, 23 jaren.
Bevallen: T. Hartman, geb. Hakof, D. J. M. Broedersz, geb.
Smiers, Z. P. Vroone, geb. Bes, Z. D. Groet, geb. Ambuul,
Z. R. Cornelissen, geb. Rijkenberg, D. J. Kossen, geb. Kossen,
Z. M. Hopman, geb. Peys, D.
Overleden: G. Van Doorn, 4 jaren. A. Groet, 1 week.