te Groningen een nieuwe lezing van art. 1 voorgesteld en wel in dezer voege: «Het doel der Maatschappij is: alge meen volksgeluk te bevorderen, door mede te werken tot verbetering van den verstandelijken, zedelijken en maat- schappelijken toestand des volksbepaaldelijk door invloed te oefenen op opvoeding en onderwijs, de veredeling van volksbegrippen en de verheffing zoowel van de krachten en talenten als van het uiterlijke leven der werklieden." Men schrijft ons van Texel, dd. 22 dezer: «De aanvraag tot vestiging eener dynamietfabriek in den Prins Hendrikpolder alhier, die bij ons Gemeentebestuur een slecht onthaal heeft gevonden, schijnt bij het Bestuur der gemeente Anna Paulowna anders te worden opgenomen. Wij vernemen althans, dat alle kans bestaat dat die fabriek in het westelijk deel van dien polder zal worden opgericht." Te Berkhout is jl. Zondag de nieuwgebouwde kerk, dat het in December 1883 afgebrandde moet vervangen, door den emiritus-predikant ds. K. Boon feestelijk ingewijd. De heer R. A. Van Deursen, te Renooi, herdacht 14 dezer zijne inwijding tot predikant vóór 25 jaren. Naar aanleiding van 2 Corinthe 1:12 sprak hij over den zegen, maar ook over de moeielijkheden, aan het leeraarsamht verbonden. Vooral de gemeenten: Eierland, Harencarspel, de Purmer, Giessen-Nieuwkerk werden dankbaar en zegenend herdacht. De makelaar Visser, die zich onlangs zoo handig uit de gevangenis te Haarlem wist te redden, heeft thans een zijner vrienden een plaats in dit verblijf bezorgd. Zooals men zich herinnert, had de ontvluchte op de een of andei'e wijze een schrijven in de wereld gezonden, waarbij hij verklaarde ver over de zee te zijn weggetrokken. Van achteren is echter gebleken, dat de man de zee zelfs nog niet gezien had, maar dat hij zich tot voor eenige dagen onder Heemskerk bij een vriend heeft schuil gehouden. Deze vriend is nu naar de gevangenis te Haarlem over gebracht, maar de vogel zelf is weder op geheimzinnige wijze verdwenen, en tot nog toe aan de handen der ijverig zoekende politie ontstapt. Een geval van ergerlijke dierenmishandeling baart te Rhenen veel opzien. Zeker iemand namelijk heeft met een ijzeren hamer de hoorns eener koe afgeslagen, alleen met het doel om het dier een jeugdiger voorkomen te geven en het alzoo duurder te kunnen verkoopen. Volgens de Arnh. Crt-, heeft de officier van justitie te Arnhem een onderzoek ingesteld en is het gewraakte feit gepleegd doer J. H. B., diaken bij de Herv. gemeente te Rhenen. De koe behoorde aan D. Baars en D. Frank. De inge zetenen van Rhenen zijn zoo verontwaardigd over deze gruweldaad, dat velen hunne clandisie aan twee der be trokken personen, een slager en een melkboer, hebben opgezegd. Voor den 90jarigen heer Van der Wilk, te Nieuw koop, was deze week eene feestweek. Met zijne 87jarige echtgenoote herdacht hij zijn 68jarig huwelijk, terwijl zijn schoonzoon, de heer G. Vermeij, zijn 40jarig huwelijk vierde en een zijner kleindochters in den echt trad. De beide oude lieden verheugen zich nog in een uitstekend goeden welstand. De Transvaalsche schuld bedroeg op 8 Augustus 1881 265,000 p. st., die steeg tot 406,255 p. st.na enkele inkrimpingen is zij nu gedaald tot 396,255 p. st. Alle interest werd in Februari betaald. Brieven uit de hoofdstad. 21 Mei. In afwachting van het vurig verbeide oogenblik, waarop het den zomer zal behagen zijn intrede ten onzent te houden en ons te doen vergeten, dat de lieve, lachende lente ons ook dit jaar weer zoo schromelijk veronachtzaamd en zoo stiefmoederlijk met hare gaven bedeeld heeft, maken wij ons alvast op allerlei wijze gereed om hem bij zijne komst waardiglijk te ontvangen. Men schijnt met zulk een huiveringwekkende, onwaardige lente niets meer uitstaande te willen hebben en drijft met alle geweld de «opening van het zomerseizoen" door. Alsof deze onnatuurlijke Bloeimaand niets te maken had met gure Noordwesters en kille regenbuien, ziet men 's middags tusschen tweeën en vieren op de geliefkoosde wandelplaatsen van het flaneerend publiek nu en dan damestoiletjes, waarvan het aanzien alleen u reeds een ver koudheid op 't lijf jaagt. Gisteren middag, toen ik weer een paar van die op het stuk van kleeding zoo slecht verzorgde schepseltjes ontmoette, kwam het vermoeden bij mij op, of zij wellicht ook in dienst konden staan van een ondernemend mode magazijn en als zoodanig reclame maakten voor de pas ingevoerde nouveautés van het zomerseizoen in spe. Als om het contrast nog grooter te maken, vertoonen zich tusschen die voorbarige zomer- bloempjes nog 'tal van vertegenwoordigers der schoone sekse in volledigen winterdos, ongeveer als in de dagen van het jongste omtrent zijn toestand open te gaantoen hij vijftien jaar was, zag hij alles helder in; en op zekeren dag ging hij, zonder veel over zijn plan te hebben nagedacht, over tot een stap, die door iederen mannelijken Sbackford gedaan was, zoover de over levering de geschiedenis dier familie bewaart. Er was een soort van vriendschap ontstaan tusschen Richard en een zekeren William Durgin, een schoolkameraad. Die Durgin was een bleeke stille jongen, een jaar ouder dan hij. De twee knapen waren volkomen tegenstellingen in inborst, vermogens en maatschappelijken stand, want hoewel Richard armoedig gekleed ging, omgaf toch een weerschijn van 't goud van zijn neef hem met een soort van glans. Durgin was de zoon van een waschvrouw. De omgang tusschen die beiden zou zeker iets ondenkbaars geweest zijn, als daartoe niet een bijzondere grond had bestaan, 't Was Durgin's moeder, die ten tijde van den dood zijner ouders, kleinen Richard huisvesting verleend had. Ofschoon die omstandigheid hem persoonlijk niet heugde, was toch die verplichting de reden, waarom hij de vriendschap met Durgin eenigszins aanbond. William Durgin werd dus uitverkoren om den heer Shackford te spreken te vragen, op een morgen, die den ouden man onder den indruk eener ongehoorde gebeurtenis vond. Richard had dien nacht niet thuis geslapen. Durgin was de brenger van een briefje, dat de heer Shackford met eenige verwondering ontving en aandachtig doorlas, zijn zwakke oogen achter zijn brilleglazen toeknippend. Nadat hij er 't omschreven blaadje had afgescheurd voor zijn eigen zuiniger briefwisseling (de kwajongen had voor tien woorden een geheel velletje postpapier gebruiktkeerde de heer Shackford zich om, en staarde over de glazen van zijn bril Durgin oplettend aan, evenals een natuurvorscher, die een wonderdier bestudeert. «Wil je wel eens maken, dat je wegkomt!" Durgin pakte haastig zijn biezen. «Dat 's een arme advocaat minder," mompelde de oude man, terwijl hij zijn overjas van een spijker achter de deur nam, en met zijn mageren wijsvinger een pluisje van de kraag wegknipte. Toen ontspanden zich zijn trekken, en een zonderlinge grijns ver- speidde daarover iets als een winterachtigen gloed. Richard was naar zee gegaan. Wordt vervolgd.) ijsvermaak, vroolyker gedachtenis. Hoe gaarne zonden de winke liers, die reeds dagen cn weken achtereen met de aanlokkelijkste uitstallingen van voorjaars- en zomerartikelen pronken, al die in fluweel en pluche gehulde schoonen hunne welvoorziene maga zijnen zien binnentreden, om er haar costuum een algeheele herschepping te doen ondergaanmaar de dames zweven voorbij, alsof al die heerlijkheid haar ongevoelig liet, en de arme winkelier zucht over den slechten tijd cn den kouden Mei! Maar lioc kouder Mei is, hoe meer wij ons best doen om hem door zomersclie maatregelen in het vergeetboek te brengen. Artis gaf gisteren avond een aanmoedigend voorbeeld door een aanvang te maken met} het geven van zomer-concerten, hoewel bij de meeste leden waarschijnlijk nog dagelijksch het kacheloffer wordt ont stoken en de winterjas een onafscheidelijke metgezel is. We kregen onze van ouds geliefde Woensdagavond-muziek dan ook in de groote zaal te genieten, en niet onder het statige geboomte rondom de muziektent in de open lucht, waar storm en regen hun eigen bulderende en kletterende symfonie ten gehoore brachten. De effectenhandel deed óók een grooten stap in de richting van het zomerseizoen, door nu reeds vast te stellen dat er, even als anno passato, ook dit jaar weder vier beurs-vacantiedagen zullen zijn, en den eersten van dit viertal te bepalen op aanstaanden Zaterdag. Door die regeling is tegemoet gekomen aan den wensch van vele chefs en kantoorbedienden, die nu met Pinksteren drie achtereenvolgende dagen vrijaf hebben. Om hen cn het overige reislustige publiek te gerieven, hebben de spoorwegdirectiën den duur der retourbilletten voor die dagen opzettelijk verlengd, en kan ieder dus nu, in verhouding tot zijn beurs en zijn tijd, naar hartelust van de gelegenheid tot het doen van een uitstapje gebruik maken. Hoevele bezorgde blikken zullen zich heden en morgen in meteorologische studiën verdiepen, in de hoop op een mooien, warmen Pinkster! Laat ons hun toewenschen, dat zij in die verwachting niet al te zeer teleurgesteld worden; voor velen zijn deze dagen de eenige gelegenheid om het er eens «van te nemen," de eenige oase in hun woestijn van drukte en beslommering, en zonder fraai, althans droog weder komt er van zulke dagen weinig of niets terecht! De couranten zijn opgevuld met aanbiedingen van optrekjes, buitentjes en villa's, zeer geschikt om de Amsterdammers van de muffe stadslucht te ontdoen. De «badplaatsen" der hoofdstad doen hare verleidelijke stemmen reeds hooren. In minder dan geen tijd vervoert men ons naar Zandvoort, waar we ons in de bruisende baren der Noordzee kunnen dompelen, of brengt de stoomtram ons naar Muiderberg, om er vcrfrissching in de rustig kabbelende golfjes der Zuiderzee te zoeken en bij wijze van afwisseling de terecht vermaarde echo eens te laten praten. Zelfs Wijk-aan-Zee, verder van ons af dan de beide vorigen, kunnen wij in een ommezien bereiken, indien er tegenwoordig maar niet zooveel water van boven viel, dat wc het water be neden ons nog niet op den rechten prijs weten te schatten en het nemen van een zeebad cenigermate gelyk stellen met het plegen van een zelfmoord. Voor hen, die hun ontspanning liever nog dichter bij huis zoeken, zijn aan den vooravond van Hemel vaartsdag de havenbootjes naar Schollenbrug, Diemen, enz. weer in de vaart gebrachtmaar de aardige, ranke vaartuigjes maken tot dusver meer stoom en rook dan passagiers. Ook de Parkschouwburg, die dezer dagen zijn zwaren levens strijd hervatte en als calé-chantant weder zyne deuren voor het publiek ontsloten heeft «tot opening van het zomerseizoen," kan zich tot hiertoe nog niet op een breeden stroom van bezoekers beroemen. En de groote heer Pickman, de «gedachtenlezcr" in het Grand-Theatre, ondervindt, dat zelfs dit wonderbaarlijk bedrijf hier uit de mode raakt, als oud nieuws beschouwd wordt en geen volk meer trekt! Voor het eerst krijgen we hier in het einde van deze maand nu ook onze wedrennen, niet te Bussum of een andere afgelegen plek, maar aan de zuidzijde der hoofdstad zelf, op het voormalige tentoonstellings-terrein achter het Rijksmuseum. Men is er van den vroegen morgen tot den laten avond druk in de weer om alles zoo geriefelijk en practisch mogelijk in te richten. De Am- sterdamsche races zullen dan ook niet op kleine schaal zijn aan gelegd; de renbaan zal 1300 meter lang en 15 breed wezen, men rekent op een 1200 toeschouwers, de tribune voor de autoriteiten is 108 meter lang en, naar men verwacht, zullen meer dan 150 paarden aan de handicaps en stakes deelnemen. «Lieve Heertje, geef mooi weertje!" zucht men onwillekeurig bij al die kostbare toebereidselen en hooggestemde verwachtingen, want wedrennen op een regendag... men moet het bijgewoond hebben, om er al de ellende van te beseffen. In het Rijks-Museum zelf wacht ons nu op 13 Juli de gewich tige openingsdag. Grootsche plannen zijn in voorbereiding, om die groote plechtigheid met eenig feestelijk vertoon te doen ge schieden. Niet ten onrechtemen heeft wel om minder belang rijke redenen feest gevierd, en het is inderdaad wel een juichtoon en een glas wijn waard, dat de meesterlijke kunstschatten onzer vaderlandsche schilderschool eindelijk en ten laatste gehuisvest zullen worden in een hunner waardig verblijf. Eerst door de opening van dat nieuwe Museum zal de Hollandschc kunst, door de geheele wereld bewonderd en gewaardeerd, in ons vaderland een waardige woning betrekken, over welke de groote meesters van onzen gulden tijd zich niet behoeven te schamen en waar hunne onsterfelijke werken met eere aan den vreemdeling kunnen worden getoond, verklaart de feestcommissie terecht in de circu laire, waarmede zij zich dezer dagen tot de «van ouds kunst lievende Amsterdam8che burgery" heeft gericht. Het hoofdmoment der feestviering zal een liistorisch-allegorische optocht zijn, in zijn geheel een hulde voorstellende aan de oude Hollandsche kunst, opgeluisterd door eenige aan de stads- en landshistorie ontleende groepen. Een zeer gelukkig en artistiek plan, maar waarvan de uitvoering nog al in de papieren zal loopen. Vandaar dat de Commissie begint met een beroep te doen op de offervaardigheid der kunstlievende burgerij, om algemeenen steun en geldelijke medewerking ter'verwezenlijking van de gevormde plannen. De hoofdpersonen in den optocht zullen zeiven hunne mooie pakjes moeten bekostigen maar buitendien komen er nog zoovele andere uitgaven van verschillenden aard, dat een beroep op Amstel'3 burgerij (men zal mij al de duchtig gestroopte adjectieven in de commissoriale circulaire wel willen schenkenonvoorwaardelijk goedkeuring cn beantwoording verdient. AJs dat antwoord eenigs zins bevredigend uitvalt, kan de 13de Juli een schoone en gedenk waardige dag in de geschiedenis der hoofdstad, des vaderlands en der vaderlandsche kunst worden. De burgerij doet trouwens tegenwoordig verbazend groote dingen. Als de Gemeenteraad er geen bezwaar in ziet, zal zij zelfs eerlang, ongevraagd ongeweigerd, een «eereschuld" betalen van een halve ton gouds, als bijdrage in het tekort van het Uitvoerend Comité der Koloniale afdeeling van de Internationale Tentoonstelling, volgens een daartoe ingediend voorstel van Burg. en Weth. De Tweede Kamer stond onlangs gelijk bedrag toe ter tegemoetkoming aan het tekort en gaf toen tevens niet onduidelijk te kennen, dat in zedelijk opzicht op Amsterdam de verplichting rustte, om van haren kant hetzelfde te doen. Men zou dit kunnen bestryden; maar Amsterdam zal zich vermoedelijk aan de kwijting van die eereschuld niet onttrekken. De leden van het Comité persoonlijk voor dit tekort te laten bloeden, zou unfair zijn; de «burgerij" behoort zich dus die opoffering te getroosten en die halve ton te boeken bij de overige naweeën van de groote Koloniale en Internationale. Gelukkig wordt het ons vergemakkelijkt, nu wegens de aanvaarding der nieuwe concessie door de Duinwater- Maatschappij een bate van ruim twee ton goudsin de gemeentekas vloeit. De Duinwaler-quaestie is nu hiermede tot een bevredigend einde gebracht. Ongelukkig genoeg kan van de hangende ge schillen omtrent de oude en de nieuwe gasfabriek by lange niet hetzelfde gezegd werden. Men begint meer en meer te vreezen dat zich hieruit een proces zal ontspinnen. Amitelaar. Buitenland.. Victor Hugo is gisteren namiddag te half twee uren te Parijs overleden. De reis van den Koning van België naar Berlijn is veertien dagen uitgesteld. Reuter seint, dat dit geschiedt met het oog op de ongesteldheid van den Duitschen Keizer. De Nordd. Alg. Ztg. echter spreekt van den Vorst van Hohenzollern, die ernstig ongesteld is. Deze Vorst is 73 jaar oud en de schoonvader van den Graaf van Vlaanderen, den broeder en vermoedelijken opvolger van den Belgischen Koning. Keizer Wilhelm was jl. Woensdag nog wel wat verkouden, doch uit de Duitsche bladen blijkt niet, dat zijn toestand eenige bezorgdheid inboezemde. De kantoorbediende Singer, die een paar weken geleden een glas inwierp in het paleis van den Duitschen Keizer, is, gelijk na een zorgvuldig onderzoek is gebleken, krankzinnig en werd dezer dagen aan zijne betrekkingen teruggezonden, die den ongelukkige naar zijne geboorteplaats, Neisse, terugbrachten. Bij het proces tegen Burton en Cunningham, die wegens de dynamiet-aanslagen te Londen tot levenslangen dwangarbeid zijn veroordeeld niet ter dood, daar er geen menschen bij hunne aanslagen omgekomen zijn bleek, dat de ontploffing in den Tower is uitgevoerd door een later uit Engeland ontsnapt persoon, die de helsche machine in zijn hoogen hoed verborgen binnen het gebouw had gebracht. De aanslag in Westminster-Hall was uitge voerd door twee als vrouwen verkleede mannen, die de machines onder hunne wijde rokken binnen brachten. Een koopman te Marseille, die zijn zaakje met een kapitaaltje van vijf-en-twintig duizend francs begonnen was, liet, toen hij stierf, millioenen na. Hij had zijn geheele vermogen aan een zijner vrienden vermaakt, op voorwaarde, dat deze hem vijf-en-twintig duizend francs in zijn doodkist zou medegeven. Geruimen tijd peinsde de erfgenaam over een middel om deze heilige, maar dure verplichting, die de overledene hem oplegde, te ontwijken; eensklaps had hij een goed idée. «Wacht eens," zeide hij, «ik zal een zichtwisseltje op mijn bankier in zijn' kist leggen, dan kan hij die incasseeren, zoodra hij er pleizier in heeft." Een kapper te Liverpool, een haarwater als onfeil baar middel om eene kale kruin van weligen haardos te voorzien aanprijzende, heeft medegedeeld, dat hij zelf kort geleden knal was en dat zijne haren hem thans op de schouders hangen. Werkelijk is zijn voorkomen daardoor zóó zonderling, dat hij dezer dagen met moeite aan mis handelingen van het hem uitjouwende gepeupel ontsnapte. Ingezonden. Geachte Redactie Bij mijne tehuiskomst, na eene uitstedigheid van eenige dagen, zie ik, dat mijne correspondentie betreffende het houden eener vergadering van den «Urkcrbond" op een Zondag, in 't nommcr van jl. Vrijdag ernstig onder handen wordt genomen door iemand, die liever een in de weekschen dag daarvoor bestemd wil zien. i Nu, 't bestuur van den Bond moet maar weten, op welken dag de bijeenkomst zal gehouden worden! 'k Vraag slechts plaats voor een paar eenvoudige opmerkingen. «Lichtschuw" ben ik niet; doch bij de quaestie van 't afslaglokaal betreft het uit sluitend het belang der gemeente; 't is volstrekt geene persoon lijke zaak. En vandaar noem ik mij, als mede-onderteekenaar van 't indertyd ingezonden adres aan den Gemeenteraad ter zake van 't bedoelde lokaal, bij den naam, die toen door een autoriteit aan mijne mede-adressanten en mij gegeven werd. Mijne tweede opmerking is deze: Wat kan er tegen zijn om over bedoelde zaak op Zondag van gedachten te wisselen? Heeft die bijeenkomst niet ten doel om op te komen tegen eene in een openbare vergadering plaats gehad hebbende verzaking van 't Bijbelwoord: «Laat zijn uw woord ja ja," en tegen het niet opvolgen van den welmeenenden raad, in 't Schriftwoord vervat, dat van duivenoprechtheid gewaagt? Met veel dank, Uw Dw. Dienaar, Nieuwediep, 18 Mei 1885. Een „Urker." Benoemingen, enz. Tot surnumerair bij het vak der posterijen, is o. a. benoemd de heer A. C. H. Hattinga Raven, van hier. Met 1 Juni a. s. worden de luits. ter zee lste kl. N. A. De Vries en J. P. Wesselink, ter zake van in, doch niet door den dienst ontstane lichaamsgebreken, op pensioen gesteld, ad f 2525 's jaars'voor eerstgenoemde en f 1859 'sjaars voor laatstgenoemde. Met dien datum worden bevorderd tot luits. ter zee lste kl., die der 2de kl. I. Van den Bosch en W. Allirol. Vlsolit)erloliten. Door 4 bommen werden jl. Donderdag 92 tot 280 groote tongen, 215 tot 500 kleine en middelbare idem, 4 tarbotten, 16 tot 25 mandjes kleine schol en 4 manden schar aangevoerd; groote tong werd afgeslagen tegen 40, kleine en middelbare id. tegen 10 a 20 cent, tarbot tegen f 5.50 per stuk, kleine schol tegen f 4.50 tot 2.50 per mandje en schar tegen f 13 de aanbrengst. Vier korders brachten 40 tot 96 groote en 60 tot 109 kleine en middelbare tongen, en 5 beugers 15 tot 30 roggen aan; groote tong gold ter afslag 40, kleine en middelbare idem 8 a 20 en rog 66 k 70 cent per stuk. Door 45 korders werden gisteren 26 tot 146 groote tongen, 80 tot 200 kleine en middelbare idem en 2 tot 3 mandjes kleine schol en door 5 beugers 10 tot 30 roggen aangevoerd; groote tong werd afgeslagen tegen 30 40 c., kleine en middelbare idem tegen 8 k 20 c. per stuk, kleine schol tegen f 3.k f 4.50 per mandje en rog tegen 65 c. per stuk. 4 bommen brachten 200 tot 260 groote tongen, 50 tot 100 kleine en middelbare idem en 4 tot 10 mandjes kleine schol aangroote tong gold ter afslag 30 h 35 c., kleine en middelbare idem 8 k 15 c. per stuk en kleine schol f 3.f 3.50 per mandje. 28 tal geep, van Wieringcn aangevoerd, werd tegen f 15 tot f 17 per tal afgeslagen. QurtierUJlto Stand. Gemeente HELDER, van Donderdag tot Zaterdag. Ondertrouwd: J. De Bunje, spoorwegbeambte, en D. Ditmar. Getrouwd: F. L. K. Neijts en C. F. Duinker. J. Schillemans en G. Van Den Brink. Bevallen: D. Jimmink, geb. Noot, Z. J. Van der Meulen, geb. De Rooy, Z. W. Kiesewetter, geb. Van Binsbergen, D. C. Keet, geb. Van der Park, Z. C. A. Van Doornik, geb. Sloot, Z. P. J. Kroonstuiver, geb. Kraan, Z. OverledenGeene. Gemeente TEXEL, van 14 tot 20 Mei. Ondertrouwd: Jan Schaap en Aaltje Buis. Johannea^Nicolaas Hoogenbosch en Antje Veeger. Arie Dros Albz. en Janna Bakker. Getrouwd: Pieter Dros en Jantje Boon. Jan Timmer Cz. en Jetske Bremer. Cornelis Van Heerewaarde en Vrouwtje Smit. Pieter Dijksen en Frouwtje Knal. Jacob Bakker Jbz. en Reinette Gerberdine Bakko. GeborenGeene. Overleden: Jan Bruin Jbz., 68 jaren, gehuwd Aaltje Hollander.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1885 | | pagina 2