te Groningen een nieuwe lezing van art. 1 voorgesteld en
wel in dezer voege: «Het doel der Maatschappij is: alge
meen volksgeluk te bevorderen, door mede te werken tot
verbetering van den verstandelijken, zedelijken en maat-
schappelijken toestand des volksbepaaldelijk door invloed
te oefenen op opvoeding en onderwijs, de veredeling van
volksbegrippen en de verheffing zoowel van de krachten
en talenten als van het uiterlijke leven der werklieden."
Men schrijft ons van Texel, dd. 22 dezer:
«De aanvraag tot vestiging eener dynamietfabriek in den
Prins Hendrikpolder alhier, die bij ons Gemeentebestuur
een slecht onthaal heeft gevonden, schijnt bij het Bestuur
der gemeente Anna Paulowna anders te worden opgenomen.
Wij vernemen althans, dat alle kans bestaat dat die fabriek
in het westelijk deel van dien polder zal worden opgericht."
Te Berkhout is jl. Zondag de nieuwgebouwde kerk,
dat het in December 1883 afgebrandde moet vervangen,
door den emiritus-predikant ds. K. Boon feestelijk ingewijd.
De heer R. A. Van Deursen, te Renooi, herdacht
14 dezer zijne inwijding tot predikant vóór 25 jaren. Naar
aanleiding van 2 Corinthe 1:12 sprak hij over den zegen,
maar ook over de moeielijkheden, aan het leeraarsamht
verbonden. Vooral de gemeenten: Eierland, Harencarspel,
de Purmer, Giessen-Nieuwkerk werden dankbaar en zegenend
herdacht.
De makelaar Visser, die zich onlangs zoo handig uit
de gevangenis te Haarlem wist te redden, heeft thans een
zijner vrienden een plaats in dit verblijf bezorgd. Zooals
men zich herinnert, had de ontvluchte op de een of andei'e
wijze een schrijven in de wereld gezonden, waarbij hij
verklaarde ver over de zee te zijn weggetrokken. Van
achteren is echter gebleken, dat de man de zee zelfs nog
niet gezien had, maar dat hij zich tot voor eenige dagen
onder Heemskerk bij een vriend heeft schuil gehouden.
Deze vriend is nu naar de gevangenis te Haarlem over
gebracht, maar de vogel zelf is weder op geheimzinnige
wijze verdwenen, en tot nog toe aan de handen der ijverig
zoekende politie ontstapt.
Een geval van ergerlijke dierenmishandeling baart
te Rhenen veel opzien. Zeker iemand namelijk heeft met
een ijzeren hamer de hoorns eener koe afgeslagen, alleen
met het doel om het dier een jeugdiger voorkomen te
geven en het alzoo duurder te kunnen verkoopen. Volgens
de Arnh. Crt-, heeft de officier van justitie te Arnhem
een onderzoek ingesteld en is het gewraakte feit gepleegd
doer J. H. B., diaken bij de Herv. gemeente te Rhenen.
De koe behoorde aan D. Baars en D. Frank. De inge
zetenen van Rhenen zijn zoo verontwaardigd over deze
gruweldaad, dat velen hunne clandisie aan twee der be
trokken personen, een slager en een melkboer, hebben
opgezegd.
Voor den 90jarigen heer Van der Wilk, te Nieuw
koop, was deze week eene feestweek. Met zijne 87jarige
echtgenoote herdacht hij zijn 68jarig huwelijk, terwijl zijn
schoonzoon, de heer G. Vermeij, zijn 40jarig huwelijk
vierde en een zijner kleindochters in den echt trad. De
beide oude lieden verheugen zich nog in een uitstekend
goeden welstand.
De Transvaalsche schuld bedroeg op 8 Augustus 1881
265,000 p. st., die steeg tot 406,255 p. st.na enkele
inkrimpingen is zij nu gedaald tot 396,255 p. st. Alle
interest werd in Februari betaald.
Brieven uit de hoofdstad.
21 Mei.
In afwachting van het vurig verbeide oogenblik, waarop het
den zomer zal behagen zijn intrede ten onzent te houden en ons
te doen vergeten, dat de lieve, lachende lente ons ook dit jaar
weer zoo schromelijk veronachtzaamd en zoo stiefmoederlijk met
hare gaven bedeeld heeft, maken wij ons alvast op allerlei wijze
gereed om hem bij zijne komst waardiglijk te ontvangen. Men
schijnt met zulk een huiveringwekkende, onwaardige lente niets
meer uitstaande te willen hebben en drijft met alle geweld de
«opening van het zomerseizoen" door. Alsof deze onnatuurlijke
Bloeimaand niets te maken had met gure Noordwesters en kille
regenbuien, ziet men 's middags tusschen tweeën en vieren op
de geliefkoosde wandelplaatsen van het flaneerend publiek nu en
dan damestoiletjes, waarvan het aanzien alleen u reeds een ver
koudheid op 't lijf jaagt. Gisteren middag, toen ik weer een
paar van die op het stuk van kleeding zoo slecht verzorgde
schepseltjes ontmoette, kwam het vermoeden bij mij op, of zij
wellicht ook in dienst konden staan van een ondernemend mode
magazijn en als zoodanig reclame maakten voor de pas ingevoerde
nouveautés van het zomerseizoen in spe. Als om het contrast nog
grooter te maken, vertoonen zich tusschen die voorbarige zomer-
bloempjes nog 'tal van vertegenwoordigers der schoone sekse in
volledigen winterdos, ongeveer als in de dagen van het jongste
omtrent zijn toestand open te gaantoen hij vijftien jaar was,
zag hij alles helder in; en op zekeren dag ging hij, zonder
veel over zijn plan te hebben nagedacht, over tot een stap, die
door iederen mannelijken Sbackford gedaan was, zoover de over
levering de geschiedenis dier familie bewaart.
Er was een soort van vriendschap ontstaan tusschen Richard
en een zekeren William Durgin, een schoolkameraad. Die Durgin
was een bleeke stille jongen, een jaar ouder dan hij. De twee
knapen waren volkomen tegenstellingen in inborst, vermogens
en maatschappelijken stand, want hoewel Richard armoedig
gekleed ging, omgaf toch een weerschijn van 't goud van zijn
neef hem met een soort van glans. Durgin was de zoon van een
waschvrouw. De omgang tusschen die beiden zou zeker iets
ondenkbaars geweest zijn, als daartoe niet een bijzondere grond
had bestaan, 't Was Durgin's moeder, die ten tijde van den
dood zijner ouders, kleinen Richard huisvesting verleend had.
Ofschoon die omstandigheid hem persoonlijk niet heugde, was toch
die verplichting de reden, waarom hij de vriendschap met Durgin
eenigszins aanbond. William Durgin werd dus uitverkoren om
den heer Shackford te spreken te vragen, op een morgen, die
den ouden man onder den indruk eener ongehoorde gebeurtenis
vond. Richard had dien nacht niet thuis geslapen.
Durgin was de brenger van een briefje, dat de heer Shackford
met eenige verwondering ontving en aandachtig doorlas, zijn
zwakke oogen achter zijn brilleglazen toeknippend. Nadat hij
er 't omschreven blaadje had afgescheurd voor zijn eigen zuiniger
briefwisseling (de kwajongen had voor tien woorden een geheel
velletje postpapier gebruiktkeerde de heer Shackford zich om,
en staarde over de glazen van zijn bril Durgin oplettend aan,
evenals een natuurvorscher, die een wonderdier bestudeert.
«Wil je wel eens maken, dat je wegkomt!"
Durgin pakte haastig zijn biezen.
«Dat 's een arme advocaat minder," mompelde de oude man,
terwijl hij zijn overjas van een spijker achter de deur nam, en
met zijn mageren wijsvinger een pluisje van de kraag wegknipte.
Toen ontspanden zich zijn trekken, en een zonderlinge grijns ver-
speidde daarover iets als een winterachtigen gloed.
Richard was naar zee gegaan. Wordt vervolgd.)
ijsvermaak, vroolyker gedachtenis. Hoe gaarne zonden de winke
liers, die reeds dagen cn weken achtereen met de aanlokkelijkste
uitstallingen van voorjaars- en zomerartikelen pronken, al die in
fluweel en pluche gehulde schoonen hunne welvoorziene maga
zijnen zien binnentreden, om er haar costuum een algeheele
herschepping te doen ondergaanmaar de dames zweven voorbij,
alsof al die heerlijkheid haar ongevoelig liet, en de arme
winkelier zucht over den slechten tijd cn den kouden Mei!
Maar lioc kouder Mei is, hoe meer wij ons best doen om hem
door zomersclie maatregelen in het vergeetboek te brengen. Artis
gaf gisteren avond een aanmoedigend voorbeeld door een aanvang
te maken met} het geven van zomer-concerten, hoewel bij de meeste
leden waarschijnlijk nog dagelijksch het kacheloffer wordt ont
stoken en de winterjas een onafscheidelijke metgezel is. We
kregen onze van ouds geliefde Woensdagavond-muziek dan ook
in de groote zaal te genieten, en niet onder het statige geboomte
rondom de muziektent in de open lucht, waar storm en regen
hun eigen bulderende en kletterende symfonie ten gehoore brachten.
De effectenhandel deed óók een grooten stap in de richting van
het zomerseizoen, door nu reeds vast te stellen dat er, even als
anno passato, ook dit jaar weder vier beurs-vacantiedagen zullen
zijn, en den eersten van dit viertal te bepalen op aanstaanden
Zaterdag. Door die regeling is tegemoet gekomen aan den wensch
van vele chefs en kantoorbedienden, die nu met Pinksteren drie
achtereenvolgende dagen vrijaf hebben. Om hen cn het overige
reislustige publiek te gerieven, hebben de spoorwegdirectiën den
duur der retourbilletten voor die dagen opzettelijk verlengd, en
kan ieder dus nu, in verhouding tot zijn beurs en zijn tijd, naar
hartelust van de gelegenheid tot het doen van een uitstapje gebruik
maken. Hoevele bezorgde blikken zullen zich heden en morgen
in meteorologische studiën verdiepen, in de hoop op een mooien,
warmen Pinkster! Laat ons hun toewenschen, dat zij in die
verwachting niet al te zeer teleurgesteld worden; voor velen zijn
deze dagen de eenige gelegenheid om het er eens «van te nemen,"
de eenige oase in hun woestijn van drukte en beslommering, en
zonder fraai, althans droog weder komt er van zulke dagen weinig
of niets terecht!
De couranten zijn opgevuld met aanbiedingen van optrekjes,
buitentjes en villa's, zeer geschikt om de Amsterdammers van
de muffe stadslucht te ontdoen. De «badplaatsen" der hoofdstad
doen hare verleidelijke stemmen reeds hooren. In minder dan
geen tijd vervoert men ons naar Zandvoort, waar we ons in de
bruisende baren der Noordzee kunnen dompelen, of brengt
de stoomtram ons naar Muiderberg, om er vcrfrissching in de
rustig kabbelende golfjes der Zuiderzee te zoeken en bij wijze
van afwisseling de terecht vermaarde echo eens te laten praten.
Zelfs Wijk-aan-Zee, verder van ons af dan de beide vorigen,
kunnen wij in een ommezien bereiken, indien er tegenwoordig
maar niet zooveel water van boven viel, dat wc het water be
neden ons nog niet op den rechten prijs weten te schatten en
het nemen van een zeebad cenigermate gelyk stellen met het
plegen van een zelfmoord. Voor hen, die hun ontspanning liever
nog dichter bij huis zoeken, zijn aan den vooravond van Hemel
vaartsdag de havenbootjes naar Schollenbrug, Diemen, enz. weer
in de vaart gebrachtmaar de aardige, ranke vaartuigjes maken
tot dusver meer stoom en rook dan passagiers.
Ook de Parkschouwburg, die dezer dagen zijn zwaren levens
strijd hervatte en als calé-chantant weder zyne deuren voor het
publiek ontsloten heeft «tot opening van het zomerseizoen," kan
zich tot hiertoe nog niet op een breeden stroom van bezoekers
beroemen. En de groote heer Pickman, de «gedachtenlezcr" in
het Grand-Theatre, ondervindt, dat zelfs dit wonderbaarlijk bedrijf
hier uit de mode raakt, als oud nieuws beschouwd wordt en geen
volk meer trekt!
Voor het eerst krijgen we hier in het einde van deze maand
nu ook onze wedrennen, niet te Bussum of een andere afgelegen
plek, maar aan de zuidzijde der hoofdstad zelf, op het voormalige
tentoonstellings-terrein achter het Rijksmuseum. Men is er van
den vroegen morgen tot den laten avond druk in de weer om
alles zoo geriefelijk en practisch mogelijk in te richten. De Am-
sterdamsche races zullen dan ook niet op kleine schaal zijn aan
gelegd; de renbaan zal 1300 meter lang en 15 breed wezen, men
rekent op een 1200 toeschouwers, de tribune voor de autoriteiten
is 108 meter lang en, naar men verwacht, zullen meer dan 150
paarden aan de handicaps en stakes deelnemen. «Lieve Heertje,
geef mooi weertje!" zucht men onwillekeurig bij al die kostbare
toebereidselen en hooggestemde verwachtingen, want wedrennen
op een regendag... men moet het bijgewoond hebben, om er al
de ellende van te beseffen.
In het Rijks-Museum zelf wacht ons nu op 13 Juli de gewich
tige openingsdag. Grootsche plannen zijn in voorbereiding, om
die groote plechtigheid met eenig feestelijk vertoon te doen ge
schieden. Niet ten onrechtemen heeft wel om minder belang
rijke redenen feest gevierd, en het is inderdaad wel een juichtoon
en een glas wijn waard, dat de meesterlijke kunstschatten onzer
vaderlandsche schilderschool eindelijk en ten laatste gehuisvest
zullen worden in een hunner waardig verblijf. Eerst door de
opening van dat nieuwe Museum zal de Hollandschc kunst, door
de geheele wereld bewonderd en gewaardeerd, in ons vaderland
een waardige woning betrekken, over welke de groote meesters
van onzen gulden tijd zich niet behoeven te schamen en waar
hunne onsterfelijke werken met eere aan den vreemdeling kunnen
worden getoond, verklaart de feestcommissie terecht in de circu
laire, waarmede zij zich dezer dagen tot de «van ouds kunst
lievende Amsterdam8che burgery" heeft gericht. Het hoofdmoment
der feestviering zal een liistorisch-allegorische optocht zijn, in zijn
geheel een hulde voorstellende aan de oude Hollandsche kunst,
opgeluisterd door eenige aan de stads- en landshistorie ontleende
groepen. Een zeer gelukkig en artistiek plan, maar waarvan de
uitvoering nog al in de papieren zal loopen. Vandaar dat de
Commissie begint met een beroep te doen op de offervaardigheid
der kunstlievende burgerij, om algemeenen steun en geldelijke
medewerking ter'verwezenlijking van de gevormde plannen. De
hoofdpersonen in den optocht zullen zeiven hunne mooie pakjes
moeten bekostigen maar buitendien komen er nog zoovele andere
uitgaven van verschillenden aard, dat een beroep op Amstel'3
burgerij (men zal mij al de duchtig gestroopte adjectieven in de
commissoriale circulaire wel willen schenkenonvoorwaardelijk
goedkeuring cn beantwoording verdient. AJs dat antwoord eenigs
zins bevredigend uitvalt, kan de 13de Juli een schoone en gedenk
waardige dag in de geschiedenis der hoofdstad, des vaderlands en
der vaderlandsche kunst worden.
De burgerij doet trouwens tegenwoordig verbazend groote dingen.
Als de Gemeenteraad er geen bezwaar in ziet, zal zij zelfs eerlang,
ongevraagd ongeweigerd, een «eereschuld" betalen van een halve
ton gouds, als bijdrage in het tekort van het Uitvoerend Comité
der Koloniale afdeeling van de Internationale Tentoonstelling,
volgens een daartoe ingediend voorstel van Burg. en Weth. De
Tweede Kamer stond onlangs gelijk bedrag toe ter tegemoetkoming
aan het tekort en gaf toen tevens niet onduidelijk te kennen, dat
in zedelijk opzicht op Amsterdam de verplichting rustte, om van
haren kant hetzelfde te doen. Men zou dit kunnen bestryden;
maar Amsterdam zal zich vermoedelijk aan de kwijting van die
eereschuld niet onttrekken. De leden van het Comité persoonlijk
voor dit tekort te laten bloeden, zou unfair zijn; de «burgerij"
behoort zich dus die opoffering te getroosten en die halve ton
te boeken bij de overige naweeën van de groote Koloniale en
Internationale. Gelukkig wordt het ons vergemakkelijkt, nu
wegens de aanvaarding der nieuwe concessie door de Duinwater-
Maatschappij een bate van ruim twee ton goudsin de gemeentekas
vloeit. De Duinwaler-quaestie is nu hiermede tot een bevredigend
einde gebracht. Ongelukkig genoeg kan van de hangende ge
schillen omtrent de oude en de nieuwe gasfabriek by lange niet
hetzelfde gezegd werden. Men begint meer en meer te vreezen
dat zich hieruit een proces zal ontspinnen. Amitelaar.
Buitenland..
Victor Hugo is gisteren namiddag te half twee uren
te Parijs overleden.
De reis van den Koning van België naar Berlijn is
veertien dagen uitgesteld. Reuter seint, dat dit geschiedt
met het oog op de ongesteldheid van den Duitschen Keizer.
De Nordd. Alg. Ztg. echter spreekt van den Vorst van
Hohenzollern, die ernstig ongesteld is. Deze Vorst is 73
jaar oud en de schoonvader van den Graaf van Vlaanderen,
den broeder en vermoedelijken opvolger van den Belgischen
Koning. Keizer Wilhelm was jl. Woensdag nog wel wat
verkouden, doch uit de Duitsche bladen blijkt niet, dat
zijn toestand eenige bezorgdheid inboezemde.
De kantoorbediende Singer, die een paar weken
geleden een glas inwierp in het paleis van den Duitschen
Keizer, is, gelijk na een zorgvuldig onderzoek is gebleken,
krankzinnig en werd dezer dagen aan zijne betrekkingen
teruggezonden, die den ongelukkige naar zijne geboorteplaats,
Neisse, terugbrachten.
Bij het proces tegen Burton en Cunningham, die
wegens de dynamiet-aanslagen te Londen tot levenslangen
dwangarbeid zijn veroordeeld niet ter dood, daar er
geen menschen bij hunne aanslagen omgekomen zijn
bleek, dat de ontploffing in den Tower is uitgevoerd door
een later uit Engeland ontsnapt persoon, die de helsche
machine in zijn hoogen hoed verborgen binnen het gebouw
had gebracht. De aanslag in Westminster-Hall was uitge
voerd door twee als vrouwen verkleede mannen, die de
machines onder hunne wijde rokken binnen brachten.
Een koopman te Marseille, die zijn zaakje met een
kapitaaltje van vijf-en-twintig duizend francs begonnen was,
liet, toen hij stierf, millioenen na.
Hij had zijn geheele vermogen aan een zijner vrienden
vermaakt, op voorwaarde, dat deze hem vijf-en-twintig
duizend francs in zijn doodkist zou medegeven.
Geruimen tijd peinsde de erfgenaam over een middel
om deze heilige, maar dure verplichting, die de overledene
hem oplegde, te ontwijken; eensklaps had hij een goed idée.
«Wacht eens," zeide hij, «ik zal een zichtwisseltje op
mijn bankier in zijn' kist leggen, dan kan hij die incasseeren,
zoodra hij er pleizier in heeft."
Een kapper te Liverpool, een haarwater als onfeil
baar middel om eene kale kruin van weligen haardos te
voorzien aanprijzende, heeft medegedeeld, dat hij zelf kort
geleden knal was en dat zijne haren hem thans op de
schouders hangen. Werkelijk is zijn voorkomen daardoor
zóó zonderling, dat hij dezer dagen met moeite aan mis
handelingen van het hem uitjouwende gepeupel ontsnapte.
Ingezonden.
Geachte Redactie
Bij mijne tehuiskomst, na eene uitstedigheid van eenige dagen,
zie ik, dat mijne correspondentie betreffende het houden eener
vergadering van den «Urkcrbond" op een Zondag, in 't nommcr
van jl. Vrijdag ernstig onder handen wordt genomen door iemand,
die liever een in de weekschen dag daarvoor bestemd wil zien.
i Nu, 't bestuur van den Bond moet maar weten, op welken dag
de bijeenkomst zal gehouden worden! 'k Vraag slechts plaats
voor een paar eenvoudige opmerkingen. «Lichtschuw" ben ik
niet; doch bij de quaestie van 't afslaglokaal betreft het uit
sluitend het belang der gemeente; 't is volstrekt geene persoon
lijke zaak. En vandaar noem ik mij, als mede-onderteekenaar
van 't indertyd ingezonden adres aan den Gemeenteraad ter zake
van 't bedoelde lokaal, bij den naam, die toen door een autoriteit
aan mijne mede-adressanten en mij gegeven werd. Mijne
tweede opmerking is deze: Wat kan er tegen zijn om over
bedoelde zaak op Zondag van gedachten te wisselen? Heeft die
bijeenkomst niet ten doel om op te komen tegen eene in een
openbare vergadering plaats gehad hebbende verzaking van 't
Bijbelwoord: «Laat zijn uw woord ja ja," en tegen het
niet opvolgen van den welmeenenden raad, in 't Schriftwoord
vervat, dat van duivenoprechtheid gewaagt?
Met veel dank, Uw Dw. Dienaar,
Nieuwediep, 18 Mei 1885. Een „Urker."
Benoemingen, enz.
Tot surnumerair bij het vak der posterijen, is o. a. benoemd
de heer A. C. H. Hattinga Raven, van hier.
Met 1 Juni a. s. worden de luits. ter zee lste kl. N. A. De
Vries en J. P. Wesselink, ter zake van in, doch niet door den
dienst ontstane lichaamsgebreken, op pensioen gesteld, ad f 2525
's jaars'voor eerstgenoemde en f 1859 'sjaars voor laatstgenoemde.
Met dien datum worden bevorderd tot luits. ter zee lste kl.,
die der 2de kl. I. Van den Bosch en W. Allirol.
Vlsolit)erloliten.
Door 4 bommen werden jl. Donderdag 92 tot 280 groote
tongen, 215 tot 500 kleine en middelbare idem, 4 tarbotten, 16 tot
25 mandjes kleine schol en 4 manden schar aangevoerd; groote
tong werd afgeslagen tegen 40, kleine en middelbare id. tegen
10 a 20 cent, tarbot tegen f 5.50 per stuk, kleine schol tegen
f 4.50 tot 2.50 per mandje en schar tegen f 13 de aanbrengst.
Vier korders brachten 40 tot 96 groote en 60 tot 109 kleine
en middelbare tongen, en 5 beugers 15 tot 30 roggen aan;
groote tong gold ter afslag 40, kleine en middelbare idem 8 a
20 en rog 66 k 70 cent per stuk.
Door 45 korders werden gisteren 26 tot 146 groote tongen,
80 tot 200 kleine en middelbare idem en 2 tot 3 mandjes kleine
schol en door 5 beugers 10 tot 30 roggen aangevoerd; groote
tong werd afgeslagen tegen 30 40 c., kleine en middelbare
idem tegen 8 k 20 c. per stuk, kleine schol tegen f 3.k f 4.50
per mandje en rog tegen 65 c. per stuk. 4 bommen brachten
200 tot 260 groote tongen, 50 tot 100 kleine en middelbare idem
en 4 tot 10 mandjes kleine schol aangroote tong gold ter afslag
30 h 35 c., kleine en middelbare idem 8 k 15 c. per stuk en
kleine schol f 3.f 3.50 per mandje. 28 tal geep, van
Wieringcn aangevoerd, werd tegen f 15 tot f 17 per tal afgeslagen.
QurtierUJlto Stand.
Gemeente HELDER, van Donderdag tot Zaterdag.
Ondertrouwd: J. De Bunje, spoorwegbeambte, en D. Ditmar.
Getrouwd: F. L. K. Neijts en C. F. Duinker. J. Schillemans
en G. Van Den Brink.
Bevallen: D. Jimmink, geb. Noot, Z. J. Van der Meulen,
geb. De Rooy, Z. W. Kiesewetter, geb. Van Binsbergen, D.
C. Keet, geb. Van der Park, Z. C. A. Van Doornik, geb. Sloot,
Z. P. J. Kroonstuiver, geb. Kraan, Z.
OverledenGeene.
Gemeente TEXEL, van 14 tot 20 Mei.
Ondertrouwd: Jan Schaap en Aaltje Buis. Johannea^Nicolaas
Hoogenbosch en Antje Veeger. Arie Dros Albz. en Janna Bakker.
Getrouwd: Pieter Dros en Jantje Boon. Jan Timmer Cz.
en Jetske Bremer. Cornelis Van Heerewaarde en Vrouwtje Smit.
Pieter Dijksen en Frouwtje Knal. Jacob Bakker Jbz. en Reinette
Gerberdine Bakko.
GeborenGeene.
Overleden: Jan Bruin Jbz., 68 jaren, gehuwd Aaltje Hollander.