HELDERSCHE
XIEEWEDIEPER COURANT.
a Advertentieblad voor Hollands Roorderkwartier.
1885. N°. 71.
Jaargang 43.
Zondag 14 Juni.
Uitgever A. A. BAKKER Cz.
LOTING VOOR DE SCHUTTERIJ.
Binnenlana.
13> DOOR EIGEN KRACHT.
„Wij huldigen
het goede."
Verschijnt Dinsdag, Donderdag en Zaterdag namiddag.
Abonnementsprijs per kwartaal0.90.
franco per post 1.20.
BUREAU: MOLENPLEIN.
Prijs der Advertentiën: Van 1regels 60 cents, elke
regel meer 15 cents. Groote letters naar plaatsruimte.
Voor winkeliers bij nbonnement belangrijk lager.
Het PLAATSELIJK BESTUUR der gemeente Helder maakt
bekend, dat de LOTING voor de in deze gemeente gedurende
dit jaar voor de Schutterij ingeschrevenen is bepaald op
VRIJDAG 19 JUNI 1885, des namiddags ten 6 ure.
Dat de loting zal geschieden in het lokaal achter het Bureau
voor Gemeentewerken, naast het Weesbuis.
Dat men bij de loting moet opgeven de redenen van vrijstelling
van dienst, die men heeft of vermeent te hebben, en dat de
alphabetische naamlijst der ingeschrevenen van heden af, tot den
dag der loting toe, op de gewtnie kantooruren, op de Secretarie
der gemeente ter inzage is nedergelegd.
Helder, den 11 Juni 1885.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur,
STAKMAN BOSSE.
De Vereeniging van Officieren der Schutterij in
Nederland zal hare vergadering houden op 30 dezer, 1 en
2 Juli a. s. te Amsterdam. De schietwedstrijd zal plaats
hebben op de banen der Vereeniging Claudius Civilis,
over het IJ.
Z. M. de Koning zal naar men aan het Dbl. uit
Karlsbad- schrijft Maandag a. s., voor het houden van
een nakuur, vertrekken naar het eenige uren van daar
gelegen lustoord Königswart, waar Z. M. niet, zooals
vroeger bepaald was, op het kasteel van Prins Metternich
zal logeeren, maar in het Kurhaus. Het is nog niet bepaald
hoelang de Koning daar zal vertoeven; maar het verblijf
zal in elk geval niet langer dan acht dagen duren.
Z. M. zal, met zijn gevolg, de reis per equipage doen.
De Kabinets-secretaris, jhr. Vegelin Van Claerbergen, is
gisteren naar 's Hage teruggekeerd en door een anderen
hoofdambtenaar van het Kabinet vervangen.
De dêpeche- en briefwisseling tusschen Karlsbad en
's Hage is bij voortduring levendig. De Koning doet alle
zaken dadelijk af.
De kuur heeft een uitmuntende uitwerking bij den Koning;
Uit het Engelscb van THOMAS BAILY ALDRICH.
Op den derden morgen nadat Torrini zijn ontslag had
gekregen, kwam de heer Slocum 't atelier binnen, met een gedrnkt
stukje papier in de hand. Een dergelijk stukje lag ineengefrommeld
onder een werkbank, waar Richard het had neergegooid. Slocums
goedig gelaat stond bedrukt en verslagen, toen hij van het pa
pier opkeek, dat hij op zijn weg naar boven nog eens herlezen
had.
„Zie eens hier!"
„Ja," zeide Richard, „ze hebben mij ook met zoo'n document
vereerd."
„Wat bcteekent het?"
„Dat het nu meenens wordt."
,t Bewuste papier behelsde een reeks van besluiten, die met
algcraeene stemmen waren aangenomen, op een den vorigen avond,
in Grimsey's Hall, door de Steenhouwersvereeniging gehouden
vergadering. Den aanvang daargelaten, kwamen die besluiten, die
met een schrijlmachine netjes op een half velletje postpapier ge
drukt waren, op 't volgende neer:
Besloten. Dat, te beginnen met den eersten Juni a, s.,
het loon der steenhouwers 2.75 dollars per dag zal bedragen, in
plaats van 2.50 dollars, zooals tot heden.
Besloten. Dat, te beginnen met dienzelfden datum, desly-
pers en polysters 2 dollars per dag zullen krijgen, in plaats van
1.75 dollars, zooals tot heden.
Besloten. Dat, te beginnen met dienzelfden datum, de
zagers 2 dollars per dag zullen krijgen, in plaats van 1.75 dollars,
zooals tot heden.
Besloten. Dat, gedurende de maanden Juni, Juli en Au
gustus, de werf 's Zaterdags te vyf uur, in plaats van te zes uur
zal sluiten.
Besloten. Dat een gedrukte copie van die besluiten aan
den eigenaar der steenhouwerij zal worden voorgelegd, en hem be
leefdelijk verzocht zal worden, daaraan onmiddelyk zijn aandacht
te verleenen.
p. o. van het comité der Steenhouwers
vereeniging.
„Daar zit Torrini achter, „zeide de heer Slocum.
„Dat zou ik niet denken. Zooals ik u op den dag vóér het
standje zeide, is dit al weken lang hangende geweest. Ongetwijfeld
heeft Torrini zijn invloed gebruikt om de uitvoering van het plan
te verhaasten, maar de Vereeniging is te verstandig, om een
persoonlijke grief tot de hare te maken."
„Wat moeten we doen?"
„Als ge nog van dezelfde mcening zijt, als toen we de moge
lijkheid van zoo'n onredelijken eisch bespraken, hebben we geen
keus."
„Niet toegeven?"
„Niet toegeven."
„Ik heb vroeger ook wel eens ferm willen zijn," merkte de
heer Slocum op, terwyl hy Richard van ter zijde aanzag, „maar
ik heb altijd aan het korste lyntje getrokken. De Vereeniging
heeft grootendeels den boel geregeld, en gewoonlyk haar zin
doorgevoerd."
„Zoolang ik hier ben, zijt ge nooit in zoo'n sterke positie
geweest om daar eens een schotje voor te steken. Al de groote
contracten zyn afgewerkt. Voorziende wat waarschijnlijk gebeuren
zou, ben ik in den laatsten tyd voorzichtig geweest met het aangaan
van nieuwe. Hier zyn belangryke orders van Rafter Sons, de
Z. M. gevoelt zich bijzonder wel. Dit wordt ook bewezen
door talrijke, waaronder vermoeiende, uitstapjes in de
omstreken.
De kuur van H. M. de Koningin, die den 16 dezer
haar gemaal van Töplitz-Schonau uit naar Königswart zal
volgen, heeft haar geregelden, bevredigenden loop. Met
voorliefde bezoekt de Koningin te Töplitz het slotpark van
Prins Clarv. Ook bracht H. M. reeds een bezoek aan het
vlak in de nabijheid gelegen indyllisch, door het heerlijk
klimaat zeer gezonde Bilin-Gauerbrun en Eichwald. De
dignitarissen van Töplitz-Schonau werden onlangs door
H. M. aan haar tafel genoodigd.
De vergiftiging in het Weeshuis te Schagen wordt
toegeschreven aan solanine, eeue giftstof, die zich ontwik
kelt in uitloopende oude aardappelen.
Tot lid van den Gemeenteraad van Purmerend is
gekozen de heer J. Dekeraa Dz., met 148 van de 278
geldige stemmen.
Tot directeur van de stads-reiniging te Amsterdam
is benoemd de heer P. J. Te Winkel.
Uit Vlaardingen wordt gemeld:
„Sedert eenige dagen heerscht alhier die eigenaardige
drukte, die verbonden is aan de laatste? toebereidselen tot
het vertrek der visschers ter haringvisscherij. De stoom-
booten voerden eenige honderden Duitsche visschers aan,
die gewoonlijk met hun „Wacht am Rhein" de haven
binnenkwamen en alhier meest allen als oude bekenden
begroet werden. De havenkaden bieden vooral een levendig
en aandoenlijk tooneel aan als de schepen vertrekken.
Door verwanten en vrienden uitgeleid, nemen de visschers
een hartelijk afscheid, bestijgen hunne vaartuigen en worden
door stoomslepers weggebracht naar zee, van waar zij verder
naar de visehplaats heen zeilen.
Door het Provinciaal Bestuur van Noordholland, te
Haarlem, is jl. Donderdag aanbesteed:
1. Het planten van stroo en helm, het stellen van riet
schuttingen, enz. in de duinen op Texel en aan den vasten
wal van Noordholland, in 3 perceelenlste perceel (raming
f 6050), minste inschrijver de heer W. Hillenius, te Texel,
ad f 5788; 2de perceel (raming f 9600), minste inschrijver
Bouwmaatschappij cn anderen. Die moeten we met de post van
van avond nog van de hand wijzen."
Zou dat waarlijk noodig zijn?" vroeg de heer Slocum, zijn
voorhoofd rimpelen, fronsend zou men zeggen, als dat woord
bij zijn goedig uiterlijk had gepast.
„Me dunkt van ja."
„Ik heb er erg het land aan."
„Dan hangen we aan de genade van de Vereeniging af."
•Geloof je waarlijk, dat onze weigering om aan hun eischen
te voldoen, een werkstaking ten gevolge zal hebben?"
„Stellig," antwoordde Richard, „en dan zouden we mooi in de
knoei zitten."
„Maar die eischen zijn belachelyk."
„Het volk weet niets van onze positie; ze denken, dat we een
aantal groote bestellingen loopende hebben, zooals gewoonlijk om
dezen tijd van 't jaar. Vroeger konden de meesterknechts inzage
nemen, maar de laatste twee jaar heb ik het onder me gehouden.
Een dag of wat geleden kwam Dexter bij me, om te kijken welk
werk het eerst aan de beurt wasmaar ik had een ingeving, en
liet het hem niet zien."
„Zou er geen schikking mogelijk zijn?" opperde de heer Slo
cum, het stukje papier weer overlezend. „Die vierde clausule
b. v. over 's Zaterdags vroeger sluiten, daar heb ik niet zoo sterk
op tegen, ofschoon 't met tachtig man, iedere week tachtig uur
werk is, waarvoor we betalen zonder er iets voor te krygen.
„Ik zou u raden dat verzoek in te willigen. Zulke concessies
zijn nooit verspild. Maar, mijnheer Slocum, daar zullen ze niet
mee voldaan zijn. Ze hebben er dien eenen billijken eisch
bijgevoegd, om de andere aannemelijk te maken. Ik weet toe
vallig, dat ze geen tittel of jota van hun programma zullen laten
vallen."
„Weet je dat?"
„Ja, uit een heel goede bron. Natuurlijk blijft het onder ons;
maar zonder ook maar eenigszins valsch tegenover zijn kameraden
te zijn, spreekt Denyven openhartig met mij. Hij zegt dat ze
geen haarbreed zullen wijken."
„Dan zullen we de werf sluiten."
„Dat is juist, wat ik u wilde hooren zeggen, mijnheer!" riep
Richard uit.
„Met dat nieuwe tarief van loonen en overvloed van werk,
zouden we waarschijnlijk in 't eerste half jaar nog wel een kleine
winst maken, maar niet in verhouding tot de moeite cn 't kapitaal.
Als dan de slappe tijd kwam, zouden we met verlies werken, en
er zouden over loonsvermindering maar nieuwe onaangenaamheden
zijn. 't Is beter dat we sluiten.
„Blijf daarbij, mynhecren misschien zal 't niet noodig wezen."
„Maar als ze ons in den steek laten."
„Dat zullen ze niet allemaal. Ten minste," voegde Richard
er bij, „ik hoop het. Ik heb verscheidene van 't oudere werkvolk
eens zijdelings gepolst, en ze hebben half beloofd te blijvenhalf
beloofd alleen, want ze zijn allemaal banger voor de Vereeniging
dan voor gebrek, tot het gebrek voor de deur staat."
„Wie heb je gesproken?"
„Lumley, Giles, Petersou, en nog een paar, uw veteranen,
zooals ik ze noem."
„Ja, ze zyn in mijn vaders tijd op de werf geweest; eigenlijk
zijn ze sinds tien jaar onbruikbaar. Toen de zaak aan mij kwam,
heb ik geen van de oude arbeiders afgedankt, die er hun beste
jaren aan gegeven hadden. Ik kon de uitgeperste citroenen niet
wegwerpen. Een patroon is een goed werkman iets meer dau
zyn loon verplicht.
„En een goed werkman is zyn patroon iets meer verplicht dan
de heer P. Klok, te Zijpe, ad f 8240; 3de perceel (raming
f 7400), minste inschrijver de heer J. Oldenburg, te Bergen,
ad f 7180.
2. De voorziening der boorden van het Noordhollandsch
kanaal, in 3 perceelen: lste perceel (raming f8075), minste
inschrijver de heer G. D. Van Doorn, te Amsterdam, ad
f 6865; 2de perceel (raming f 15,970), minste inschrijver
de heer G. Honijk, te Purmerende, ad f 13,386; 3de perceel
(raming f 8000), minste inschrijver de heer G. D. Van
Doorn, te Amsterdam, ad f 6900.
Niet alleen in het zuiden Zeeland maar ook
in het noorden van ons land is het Zondag en Maandag
zwaar weder geweest. Te Hoogeveen o. a. sloeg de bliksem
in een boerenwoning, die geheel afbrandde; een drietal
arbeiderswoningen werden geheel of ten deele door eene
windhoos vernield. Een aantal zware eikenboomen werden
bij den grond afgeknakt; eene arbeiderskeet in het veld
stortte in, terwijl meer dan 20 personen daarin de wijk
hadden genomen tegen het onweder. Te Eext is de bliksem
in een huis geslagen, dat geheel afbrandde, en te Gasselter
Nijeveen werden een huis en molen door den bliksem ver
nield. Bij Koevorden werd eene veenwerkster er door
gedood. Zware hagelbuien hebben op onderscheidene plaatsen
groote schade aan den te veld staanden oogst toegebracht.
Wij vinden melding gemaakt van hagels als patrijzen-eieren,
als hoeder-eieren en als kindervuisten.
Jl. Woensdag werd door het corps cadets te Breda
aan hun gewezen gouverneur, den generaal-majoor Den
Beer Poortugael, als blijk van hoogachting tot aandenken
aangeboden een prachtig met zilver gemonteerd album met
standaard, waarin hunne portretten, benevens photographi-
sche gezichten van de omgeving der Academie geplaatst
waren.
De paai denslachter A. A. V., te Amsterdam, die in
woeste vaart met zijn met een hit bespannen kar tegen
een handwagen aanreed, met het treurig gevolg dat deze
wagen een hal ven slag omdraaide en de geleider met het
achterhoofd op den trottoirband neêrsmakte, aan de gevol
gen waarvan deze overleed, is tot drie maanden celstraf
en f 25 boete veroordeeld.
zijn werk. Ge hebt dien menschen de hand boven 't hoofd
gehouden, nadat ze hun bruikbaarheid overleefd hadden, en als
ze u niet trouw blijven, ia 't eene gemeene troep."
„Zoo denk ik er ook over, Richard."
,,'t Zou hun ook geraden zijn, dunkt me; en ik wou, dat ze
't deden. We hebben nog karwijtjes genoeg om ze een poosje
aan 't werk te houden, en ik zou niet graag willen, dat het ge
tik van de beitels heelemaal ophield in de loodsen."
„Ik ook niet," antwoordde de heer Slocum, met iets droevigs
in zijn stem. „'t Is een soort muziek voor me geworden." En
hy zweeg, om te luisteren naar het koor der gereedschappen, dat
uit de werkplaats tot hem kwam.
„Wat er ook gebeure, zal behalve 's Zondags, die muziek niet
ophouden op de werf, al zou ik zelfs hamer en beitel opnemen,
en alleen aan den gang gaan."
„De steenhouwerij met een enkelen werkman zou wel een
aardig kijkje zijn," zeide de heer Slocum met een mistroostigen
glimlach.
„'t Zou voor dien werkman geen kwade tijd voor een werk
staking wezen," merkte Richard lachend aan.
„Hij zou kunnen vragen wat hy wilde," hervatte de heer
Slocum effen. „Je denkt natuurlijk aan Margaret, maar doe dat
nu eens niet. Vertel me eens wat je van plan bent aan de
Vereeniging te antwoorden, hoe je 't wilt inkleeden; want
ik laat die zaak geheel aan je over. Ik bemoei er me niet
verder mee, dan om je mijn volmacht te geven.
„Morgen dan zeide Richard, „want een crisis verhaasten
dient nergens toe, zal ik aan het volk, zeggen dat hun verzoek
om vermindering van werkuren 's Zaterdags toegestaan is, maar
dat de andere verandering niet in aanmerking kunnen worden ge
nomen. Er zal zich nooit een betere gelegenheid voordoen mijnheer
Slocum, om een andere questie te regelen die al veel te lang
hangende is."
„Wat bedoel je?"
„Die van de leerlingen."
„Zou 't wel verstandig zijn, daar nu mee aan te komen?"
„Als we, nu we toch aan 't maken van nieuwe schikkingen
zyn, de zaak op een gezonden voet willen inrichten, is 't dringend
noodig ook dat punt.vast te stellen. Er is nooit een grooter en
kortzichtiger dwang uitgeoefend dan door die bepaling, die 't
opleiden van een voldoend aantal werklui belet, 't Werklieden-
bond zal eens zijn dwaling inzien, als ze de fabrikanten genood
zaakt hebben, het volk bij massa's van buiten af te laten komen.
Ik zon de Vereeniging graag eens vertellen, dat de steenkouwerij
besloten heeft, jaarlijks zooveel leerlingen aan te nemen als ze
gebruiken kan."
„Ik zou 't niet durven wagen."
t Zal toch vroeger of later gedaan moeten worden, 't Zou nu
een kostelijke flankbeweging zijn. Ze hebben zich aan die zyde
blootgegeven."
„Ik kon evengoed in een3 sluiten.
„Dat zult ge ook doen, als 't zoover komt. Ge kunt het best
een poosje zonder hen stellen, maar zij kunnen niet buiten u.
Binnen een week zullen ze terug zijn, om u te vragen ofge hen
weer aan wilt nemen. Dan zoudt ge er de besten kunnen uit
zoeken, en de onbruikbaren laten schieten. Als Giles of Lumley,
of Peterson, of zoo iemand, ons in den steek laat, moeten we
'm niet meer aannemen. Dat zult ge me, hoop ik, beloven,
mynheer."
„Als de gelegenheid zich voordoet, kan je alles naar je eigen
zin reorganiseeren. Ik ben niet voor die dingen geschikt, al
heb ik er al heel wat van gezien in 't dorp. Een werkstaking